Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
08-05-2004
Het kuststadje Sanlúcar de Barrameda
08/05/2004 We gaan een lekker warm douchke pakken en dan verder rijden naar het kuststadje Sanlúcar de Barrameda gekend voor zijn "Manzanilla" wijn. Deze wijn en de sherry worden allebei van dezelfde druif gemaakt. In de straat staat een man die op een speciale wijze Manzanilla schenkt in een glaasje. Het is een publiekstrekker en vooral we mogen eens proeven van de wijn. Het is een gezellig stadje en we eten op een terrasje lekkere gamba's met een glaasje Manzanilla bij. Die bereiding is een specialiteit van hier. Nu rijden we terug naar Jerez want morgen begint daar de Feria de Caballo.
07/05/2004 Terwijl ik naar de kapper ga, gaat René wat met Amber wandelen. In de namiddag gaan we dan naar Tio Pepe. Omdat het helemaal aan de andere kant van de stad ligt rijden we er naartoe, maar we hebben een goed uur nodig om daar te geraken. Het is een doolhof van staatjes en we komen natuurlijk te laat. We hebben wel geluk dat de Alcázar van Jerez juist aan de overkant ligt dan kunnen we die gaan bezichtigen. Vooral de tuinen zijn prachtig. Na dit bezoek rijden we verder naar de kust, naar een camping in Chipiona. Hier blijven we nu een nachtje staan.
06/05/2004 We gaan tegen 12 h naar het gebouw waar de Andalucische Rijschool is ondergebracht. Dit ligt maar op een 200m van onze parkeerplaats. Het is wel niet gratis maar we willen het toch zien. Het wordt een prachtige demonstratie over de kunde van zowel het paard als de ruiter. We mogen geen foto's trekken en postkaarten zijn ook niet te koop. Dus moeten we het opslaan bij onze herinneringen. We wandelen wat rond in het park en genieten van de mooie tuin. Na het eten nemen we een kleine "siesta" want we beginnen al als een spanjaard te leven. We gaan boodschappen doen en ik ga een afspraak maken bij een kapper. Mijn haar moet dringend geknipt worden.
05/05/2004 De volgende stopplaats wordt Jerez de la Frontera, de sherry stad van Spanje. We gaan eerst diesel en water tanken. We rijden de stad in en op het eerste zicht lijkt het een leuke stad, levendig en mooi onderhouden. We rijden wat rond en vinden aan het sherry-huis Sandeman een parking uitsluitend voor toeristen. We staan naast een klein parkje dat een ontmoetingspunt is voor de jeugd en dat maakt het dan ook gezelliger. We gaan eerst het oude gedeelte van de stad bezichtigen. Jerez is met geen enkele stad die we reeds aangedaan hebben te vergelijken. Je ziet aan de winkels en de prijzen dat het geld hier wel over de toonbanken rolt. De stad is dan ook bekend om zijn sherry-huizen en ook voor het fokken van prachtige volbloedpaarden. We zien op affiches dat zaterdag hier "de Feria de Caballo"begint. Daar zouden we graag naartoe gaan en we veranderen dan ook onze reisplannen. We komen voorbij de Andalucische Rijschool en morgen is er een gratis vertoning in de voormiddag voor de toeristen. Dat gaan we natuurlijk mee pikken. Het is een enige gelegenheid dit eens meetemaken. We zoeken het toeristenbureau en krijgen een stadsplan waarop alles staat vermeld. Ieder sherry-huis is te bezichtigen op bepaalde uren. Donderdag namiddig is het bezoek van Tio Pepe met tapas en muziek. Dat komt dan ook op onze agenda staan. Zo hebben we hier wel wat te doen.
04/05/2004 Dit stadje vraagt om bezocht te worden. Iets wat we dan ook doen. We stappen over de brug, want de Rio Guadalete loopt langs de rotskegel waarop Arcos gebouwd is. De witte huisjes lijken aan de buitenkant soms wat vervallen maar als de deur openstaat ziet men een heel andere wereld. Het zijn patio's met betegelde muren en bloemen. Af en toe zien we ook enkele palmbomen en een waterput. Het zijn echte juweeltjes. Men ziet dat hier vroeger de adel gewoond heeft. Er zijn de herenhuizen en de paleizen van de graven van Aguila en de hertogen van Osuna. Het is gezellig slenteren langs deze eeuwe oude huisjes. Op een pleintje vinden we een oude hometrainer. Wat de bedoeling hiervan is mag joost weten maar ik ga er toch even opzitten, wat René er toe brengt het voor ons nageslacht vast te leggen op papier. We dalen langzaam naar beneden en eten het lekkere verse brood dat René nog vlug bij een bakker gekocht heeft met wat kaas. We rijden dan naar de Embalse de Arcos aan de andere kant van het stadje. We staan hier nu aan het stuwmeer, waar een pad rond loopt. We gaan dan ook rond het stuwmeer wandelen. Tot genoegen van Amber die geniet van het frisse water. We komen zo voorbij een volledig nieuwe wijk. Hier staan vele nieuwe huizen, in villa stijl gebouwd. Ze zijn allemaal beveiligd met hoge omheinigen en we zien de mooie tuinen en terrasen. Het is hier dan ook zeer rustig.
03/05/2004 Geloof het of niet maar de wind is gevallen en de zon schijnt. En wil je nog iets weten René heeft heel de nacht wakker gelegen en ik heb geslapen als een roosje. Hij is pas in slaapgevallen toen de windstoten minder werden. Nu rijden we verder langs de N 340. Ik ben feitelijk wel blij dat we uit Tarifa kunnen vertrekken. We stoppen in Vejer de la Frontera, één van de witte dorpjes. We wandelen hier wat rond en nemen een paar foto's van de smalle steegjes. Dan is het verder langs de A 393 richting Medina Sidonia naar Arcos de la Frontera. Van ver zie je de stadje liggen. Het is gebouwd op een heuvel en het is alsof een gedeelte van de berg door erosie is verdwenen.
02/05/2004 Het giet en de wind is ook heviger geworden. We maken er het beste van en zetten de verwarming aan en drinken een tasje koffie. Rechts van ons staat een kraampje. Ik zie steeds mensen er naar toe gaan en met een zakje terug komen. Mijn vrouwelijke nieuwsgierigheid is dan ook getrokken door dat komen en gaan van zoveel volk. René denkt dat het een krantenkiosk is maar niemand komt met een krant voorbij. Het is nu in de namiddag en ik weet het nog altijd niet. Ik neem mijn jas en wat geld. René begint te lachten omdat ik niet meer te houden ben en het moet weten wat daar aan de hand is. Door de gietende regen ga ik er naar toe. Twee kleine kinderen staan nu voor het kraam. Het is een snoepkraam. Het kraam zit tot boven toe vol met snoep. Ge kunt het je niet voorstellen wat daar allemaal staat. De kinderen staan met de uitbaatster te praten en ik versta er uit dat ze zegt dat ze hun tanden regelmatig moeten poetsen. Ja natuurlijk anders zal hare winkel niet draaien als ze allemaal tandpijn krijgen. Nu weet ik ook waarom in ieder klein dorpje een "klinca dentista" is. De Spanjaarden zijn dus snoepers. Ik koop ook een kleinigheid en ga triomferend naar de camper terug. René kijkt naar mij met vragende ogen omdat ik lachend binnenkom. Ik weet het "het is een snoepkraam". Hij vraagt of ik mij nu beter voel, nu dat ik het weet. Natuurlijk zeg ik nu weet ik teminste wat de klanten daar komen kopen. Wat moet je anders doen als het zo een slecht weer is. Het wordt donker en de wind wordt heviger. De camper gaat over en weer en ik ben er niet gerust meer in. We zoeken dan ook een andere plaats op waar we uit de wind staan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. We staan nu in een smal straatje tussen de huizen. Hier moet toch niemand voorbij. We gaan slapen maar ik denk dat ik geen oog ga toe doen.
01/05/2004 Het waait hier. We gaan het stadje bezichtigen. Het is hier levendig en druk. vooral veel jongeren lopen hier rond. Op de tien winkels zijn er negen sportwinkels bij. Tarifa is dan ook gekend door de surfers. Er is een grote wandelboulevard met vele terrasjes en restaurantjes. We wandelen naar de dijk vanwaar je naar de kust van Afrika kunt turen. Het geeft een eigenaardig gevoel dat daar op een 13 km van ons een ander werelddeel ligt. We blijven stil voor ons kijken. We verbreken allebei plots de stilte en vertellen wat we voelen. Langzaam stappen we terug naar de drukte en drinken iets op een terrasje. Hier spelen veel kinderen op het plein en af en toe komt een kindje vragen of ze Amber mag aaien. Het is eigenaardig hoe Amber kinderen aantrekt. Het gebeurt dikwijls en ze laat de kinderen rustig haar aaien en ze kwispelt dan uitbundig. Alleen de ouders zijn soms niet gerust in en wij houden ze wel in de gaten. .
30/04/2004 De laatste dag van april. Het weer is prachtig en de streek is mooi. Wat kan een trekker meer willen. We bezoeken Gaucin, een wit dorp met een Castillo. We wandelen door de stille smalle steegjes en ontmoeten een brit, die daar samen met een inwoner een restaurant uitbaat. Hij heeft ook een labrador en zo is men vlug aan de praat he. Hij vertelt over zijn leven hier en dat hij hier niet meer weg wil. Ik denk als je je kunt aanpassen aan de gewoonte en de weinige luxe die men heeft dat het inderdaad zeer goed wonen is in zo een dorpje. We klimmen naar de Castillo en hebben een prachtig zicht op de omgeving. Spijtig dat het zo nevelig is want we zien alleen de bergen en geen zee. Het volgende dorp Castellar de la Frontera is onze volgende stopplaats. We moeten door kurkeiken bossen rijden waar de koeien staan de grazen tussen de bomen. Het baantje wordt smaller en ik hoop dat er niet veel auto's van boven komen. Er komt wel een camper naar beneden en ik blijf wachten op een uitwijkplaats. Een groet als bedanking en we kunnen weer verder. Boven is een kleine parking aangelegd waar we kunnen staan. In de tien jaar is er toch wat verandert. Vroeger woonde hier vele buitenlanders en waren hier veel winkeltjes met van alle souverniers, maar nu is er nog veel gesloten. Misschien is het nog te vroeg in het jaar en komen de echte toeristen later. We dalen dan maar terug naar de hoofdbaan en rijden de rots van Gibraltar en de grote stad Algeciras voorbij. Onze stopplaats wordt Tarifa. Dit stadje is vooral gekend bij de windsurfers, want het waait hier enorm. We vinden een parking aan het zwembad. Hier gaan we nu een rustdag nemen.
29/04/2004 We komen in Ronda aan. Deze stad is ons niet onbekend, want we zijn hier reeds in 1995 geweest. Het is er nog altijd druk. We wandelen door het stadje en doen onze inkopen. Daarna rijden we verder de A 369 op. Als we Ronda buiten rijden zie ik een tankstation maar ik denk dat ik nog wel genoeg diesel heb tot de volgende. Ik tank niet graag ziet ge, ik vind dat verloren tijd. We vervolgen dus onze weg,het baantje is smal en kronkelig. We rijden langs de Sierra Bermeja. Hier zijn veel bekende witte dorpjes. Maar het lampje van de diesel begint te branden. René heeft al een paar keer naar opzij gekeken en ik doe of mijn neus bloed en reageer niet. De opeenvolgende dorpjes zijn oud en mooi maar nergens een tankstation. Ik begin ook te panikeren want het wordt nipt. René vraagt hoelang nog voor dat hij te voet om een jerrycan diesel moet zoeken. Ik hou mij groot en zeg dat we nog voldoende diesel hebben. In Gaucin stop ik langs de baan en hij gaat aan een inwoner naar een tankstation vragen. De man praat met veel gebaren waaruit ik kan opmaken dat het nog veel verder is. René stapt in en inderdaad nog een 10 km verder. We houden beiden ons hart vast en hopen dat we er geraken. Op dit moment zien we niet zo veel van de omgeving maar bidden stil een wees gegroetje. En ja daar is het station gelukkig. We tanken 72 l diesel, en we hebben een tank van 75 l. Het is dus heel nipt geweest. Ik krijg nu van René een flinke uitbrander en hij heeft gelijk. Ik ga in het vervolg vlugger stoppen om te tanken. We zijn in de buurt van Jimena de la Frontera en rijden daar van de baan om een overnachtingsplaats te zoeken. Die vinden we en we hebben zelfs een gebuur, een ezel die daar in de wei staat. Het dorp zelf is niet groot, er is maar één winkel waar ze toch vers brood verkopen. René koopt er wat bier en een fles rode wijn. We kopen steeds iets om de mensen wat te gunnen. We overnachten in of buiten hun dorp en hebben dan ook nooit problemen. René vraagt gewoonlijk of we daar kunnen blijven staan en hij krijgt altijd een vriendelijk "si si" als antwoord. De inwoners groeten ons en klaxoneren zelfs als ze ons passeren. Ik lees dat je van op Gaucin een prachtig zicht hebt op de Middellandse Zee, de Altantische Oceaan, de rots van Gibraltar en het Rifgebergte van Noord-Afrika. Dus rijden we morgen terug naar Gaucin.
28/04/2004 Joepie de was is gedaan. Alles is proper en het was nog niet zo duur. We gaan nu op zoek in Marbella naar een garage om de olie van de generator te vervangen. Ik tik het adres in en na een uurtje staan we ter plaatse, maar ze doen het hier niet meer. We krijgen een adres in Sevilla. Dat is dan voor later. We rijden langs de A 376 naar Ronda. God wat een baan. Ofwel zijn er putten ofwel is de baan in aanleg. We zijn hier in 1994 ook geweest en dan was het hier wel iets beter. Tegen 20 km per uur rijden we door en op een recht stuk waar we ons wat opzij kunnen zetten parkeer ik de camper. We zijn beide dood op, vooral door de tegenslag van de laatste dagen.
27/04/2004 We rijden naar een andere Fiat garage. Door de wegwerkzaamheden doen we 1 h over 10 km. We komen aan de garage maar die kan ons niet helpen want de atelier is te laag. We krijgen wel een ander adres in Benalmádena. Hier helpen ze ons direkt. Hij zal tegen de avond klaar zijn verzekeren ze ons. We wandelen dan naar het kustplaatsje want hier vinden we misschien een wasserette. Het is hier toch heel toeristisch. We vinden niets. Ik bel dan naar Diny en zij zoekt nu voor ons op internet een lavanderia in de buurt. We slenteren naar de garage terug en inderdaad hij is klaar. Diny heeft een berichtje gestuurd en in Torremolinos moet er een wasserette zijn. Maar .....weeral werken en dus weer door smalle straatjes. Plots zien we een lavanderia. Ik sla van vreugde René zijn bil blauw, joepie we hebben er een gevonden. Nu op zoek naar een plaatske om te blijven staan en dat vinden we. Er staan nog vele andere campers en het is aan de zee. Het is nu 20.57 h en we moeten nog eten, maar we zijn gelukkig we kunnen gaan wassen.
26/04/2004 Het geluk is tegen ons. We hebben 4 adressen gekregen en het zijn allemaal droogkuiswinkels. Dus verder naar Nerja, niets te vinden. Dan maar naar Torre del Mar, ook niets. Naar Malaga op zoek naar lpg. ook niets. Dan naar een Fiat garage, adres verkeerd. We staan nu moe gezocht op een parking buiten Malaga aan de zee. Hier staat nog een Belg. Iemand uit Roeselare. Ze komen van Portugal en hebben dus al vele km. afgelegd.
25/04/2004 We moeten op zoek gaan naar een lavanderia. We rijden langs de kust en proberen ons geluk in Mortril. Hier staat ook het buitenverblijf van onze overleden koning Boudewijn, maar we hebben geen van de twee gevonden. Dus verder naar een grote stad en dat is Almunécar. Volgens het toeristenbureau zijn er hier vier wasseretten. Dus kunnen we nog kiezen. René wast voor alle zekerheid enkele kousens uit. De rest is voor morgen.
24/04/2004 Vandaag gaan we in de voetstappen van Clint Eastwood lopen. We gaan naar het westerndorp waar The Good, the Bad and the Ugly is opgenomen. Wat een moment voor mij. We slenteren door het dorpje en krijgen in de saloon een optreden van enkele minuten. Dat hoort er nu eenmaal bij. Zelfs posseren met de cowboys is hier toegestaan. René heeft gisterenavond nog met een Tjech gesproken, die hier frigureerde in een film van Luky Luke. Die film zijn ze hier nu aan het draaien. We rijden in de namiddag verder naar de kust. We vinden in Almerimar een slaapplaats met zicht op de zee.
23/04/2004 We gaan onze beentjes strekken en wandelen langs de Rambla del Tabernas. Rambla is een benaming voor de uitgedroogde bedding van een rivier. We lopen door de bedding met de hoge rotswanden. De Rambla blijkt veel levendiger te zijn en is zeker geen maanlandschap. Vele vogels broede hier in de rotsholten. Amber geniet er van dat ze eens goed kan lopen en wij genieten van de rust. We lopen onder een brug en daar begint de Rambla del Lanujar. We zoeken hier een plaatske om onze proviand te verorberen. Daarna lopen we op onze stappen terug. De wandeling eindigt waar ze begint. Tevreden stappen we naar de camper. Het is een mooie dag geweest.
22/04/2004 Modjácar blijkt een mooi stadje te zijn, dat tijdens de Burgeroorlog werd verwoest maar in de jaren zestig door de toeristen herontdekt. Het is toen helemaal heropgebouwd zodat er niet zo veel histerische delen zijn. Het ligt hoog tegen een heuvel en men kan van hier de zee en La Alpujarra zien. We slenteren wat rond en neuzen af en toe in de winkeltjes. We eten een kleinigheid op een terras en rijden dan door naar de "woestijn van Almeria" De eerste grote plaats die we tegenkomen op de A 370 is Sorbas. Daar rijden we de woestijn in. Het is een troosteloze steek met een gebergte dat door erosie is aangetast en vele uitgedroogde rivierbeddingen. Hier werden in de jaren zeventig veel spaghettiwesterns opgenomen. Onder andere enkele films met Clint Eastwood in de hoofdrol. Laat Clint nu mijn lievelingsacteur zijn. Kan je veronderstellen dat ik zeker naar hier wou komen. We rijden tot Tabernas een stadje zoals er honderd zijn in Spanje maar het heeft wel een arena. Naast die arena hebben we een parking gevonden. We gaan nog eerst inkopen doen in de plaatselijke winkels en dan wat genieten van de natuur.
21/04/2004 We laten Trevélez achter ons en nemen de A 348 langs de witte kleine dorpjes en heel kronkelige wegen. Het is hier mooi en rustig rijden. Het gaat niet zo vlug vooruit maar we hebben tijd. We moeten iets buiten Trevéles stoppen want er staat een vrachtwagen met asfalt. Met vijf mannen zijn ze de putjes van de baan aan het opvullen. Het is een hilarisch zicht en kenmerkt het leven in Spanje. We rijden voorbij Juviles, Yegen, Ugijar, Laujar de Andarax richting Almeria. René zou graag naar Mojácar gaan en dus doen we dat. Vóór Almeria rijden we de N344 op en in Venta del Probe nemen we richting kust. We vinden een slaapplaats op een parking tussen Sopalmo en Agua de Enmedio.
20/04/2004 Het is prachtig weer. Er is geen wolkje aan de hemel. We gaan wandeling nr 26 maken maar we vinden het begin van de wandeling niet. Na ons komt een nederlands koppel ook naar het plakaatje zoeken. We lopen dan maar wat rond en op een heel andere plaats dan in het boekje vermeld is vinden we de aanwijzer. We volgen heel de weg naast de rivier. We komen voorbij enkele boerderijen en zien er veel koeien liggen. Onderweg komen we enkele spaanse ruiters tegen. Ze groeten ons vriendelijk en willen een praatje maken. René spreekt wel een mondje spaans en kan hem verstaanbaar maken, maar een gesprek met een spanjaard is toch nog iets anders. Ze praten zo vlug dat je niet kunt volgen, maar ze zijn toch heel vriendelijk. We wandelen door tot aan de samenvloeiïng van de Rio Puerto de Jeres en de Rio Juntillas. Daar eten we onze boterhammekes op en na wat rusten moeten we onze weg naar beneden aanvatten. Na zo een wandeling heb je toch nog trek in een hapje. Zo gaan we op een terrasje een tapas eten, natuurlijk is er de jamon bij. Hmm lekker. Amber ligt tevreden te rusten onder de tafel. We genieten ook en kijken naar de toeristen die van de bussen stappen en met allen de winkels bestormen. Dan zoeken we onze camper op en genieten nog na.
19/04/2004 We vervolgen onze reis naar het hoogst gelegen dorp van Spanje, Trevélez. Het ligt op een hoogte van 1540 m en is in drie delen verdeeld. Daarbij komt de sociale hiërarchie tot uiting. Beneden wonen de nieuwe rijken, welke door het verkoop van de gekende ham, grote huizen kunnen bouwen en de restaurants voor de toeristen. In het midden wonen de kleine boeren, die hun eigen kleine stukken land bewerken en zelf hun varkens houden. Daarboven woont de arme bevolking, waarvan ieder gezin wel iemand heeft die in Barcelona werkt en hun geld stuurt. Trevélez ligt in de schaduw van de Mulhacén. Het is hier de streek van de "jamón". Overal ruik je de geur van de jamón en met hondenden zie je ze hangen in de winkels. We verkennen het dorp en zien dat het toerisme niet veel heeft veranderd. Alleen beneden aan plein zijn verschillende souvernierwinkels, waar de producten van La Alpajurra verkopen. Ik koop er lekkere vijgenconfituur. Dat zal morgenvroeg smaken met een stukje vers brood.