Op de basisschool al, heb ik geleerd: Willem Breukelszoon van Biervliet, heeft de haringen leren kakelen. In 1380. Toch is dat bij nader inzien niet helemaal waar. Maar Willem, die had er wel de hand in dat de haringen ooit gingen kakelen. Vooral maagdelijke haringen begonnen op een gegeven ogenblik in de maand mei, te kakelen. Hoe was dat gekomen?
Willem, die in plaats van een maatje, aan boord graag ook een vers eitje lustte, had op zijn bootje ook een paar kippen rondlopen. Die legden natuurlijk eieren. Het liefst deden zij dat in het kraaiennest, boven in, aan de hoofdmast. Die kippen kakelden de hele dag. Omdat dat voor de bemanning niet was aan te horen, werden zij dikwijls buiten boord in een roeibootje gezet. Haringen, die eerder nog geen geluid maakten, gingen de kippen nadoen wanneer zij die hoorden kakelen.
Zo kwam het, dat de vissers, niet meer op zoek hoefden te gaan naar nieuwe haring. Als zij bij de Doggersbank, en op andere plekken in de Noordzee, terug hoorden kakelen, dan wisten zij, waar de haring zat. En dan gooiden zij hun netten uit.
De eerste kippen, die in de vissersboot meereisden, die waren voor de haringen als Sirenen, die met hun zoetgevooisde, verlokkende klanken veel eerder al, zeelui verleidden om naar hen toe te komen. Dat werd pikbroeken altijd fataal wanneer zij naar het Sirenenzang bleven luisteren. Zij moesten dan ook heel sterk, of anders in hun schoenen staan, dan de rest van de bemanning, om die vrouwelijke Sirenen uit de diepte, te kunnen weerstaan! Kipsirenen aan de oppervlakte. Die werden fataal voor de vissen.
Willem en zijn maten hadden dank zij het gekakel van hun kippen, altijd een rijke vangst. Zij wisten lang geheim te houden, hoe dat kon en kwam. En om maar veel haring te kunnen vangen, liet hij een hele grote vissersboot bouwen.
Andere vissers die ook naar de plekken toegingen waar Willem vis ving, die visten er altijd achter het net. Die vingen wel wat scharretjes. Maar haringen? Ho maar! Dat zette kwaad bloed. En de jaloers vissers zouden Willem het liefst als heks laten verbranden.
Maar op een dag, toen het hard waaide, woeien de kippen van W.B. van B overboord. Ze verdronken jammerlijk. Andere, nieuwe kippen, die voldeden niet. Die kakelden heel anders. De haringen hadden er ineens geen zin meer in, om hun gekakel na te doen. Die waren ook nog slimmer geworden.
Zij werden er zelfs bang voor. Daarom verzwonden zij naar diepten, waar netten en het gekakel hen niet konden bereiken. En het kwam ook nog uit, wat Willem Breukelsz had geflikt. Men wilde zijn manier van haring vangen nadoen. Overigens zonder succes.
Willem zelf, die had ook geen succes meer. En onze slimme visser, kon daardoor zijn grote boot niet meer onderhouden en betalen. Hij ging failliet. Toen bad hij daarom maar tot God.
Voor een betere tijd,om en voor de haring en voor geschikte kippen.
Maar de gewoonlijk goede God, scheen stokdoof te zijn en Hij schitterde door afwezigheid. Willem overwoog daarom, omwille van de winst, zijn ziel maar aan de duivel te verkopen. En hij bad zelfs in Potjeslatijn: Satana, adjuve me. Duivel, help mij. Maar de duivel, die vlak na 1380 met andere klusjes bezig was, die was natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen.
Tegenwoordig kakelen de haringen dus niet meer. Zij hebben immers geleerd dat gekakel ongunstig is om te kunnen overleven. Zij zwijgen nu als het graf.
Gelukkig hebben wij tegenwoordig, het gekakel van haringen niet meer nodig om ze te kunnen vangen. Vissersschepen van wel honderd meter lang, en misschien nog groter zijn nu uitgerust met pompen, sonar en visopzuigers. Als een vloer die moet worden gestofzuigd, worden nu tot op de zeebodem, vissen het ruim ingezogen.
Op de markt van Biervliet, staat nu al heel lang, een standbeeld van Willem Breukelszoon, Omdat door hem ooit de haringen gingen kakelen, werd hij een belangrijke figuur in de geschiedenis van Biervliet. God hebbe zijn ziel.
In Biervliet is men nu van plan om ook een beeld te laten maken, van Willem, omringd door kakelende haringen. Wie er en munt instopt, die kan dan horen en zien, hoe de haringen gaan kakelen. Zo kan Willem naast held en trekpleister, misschien ook nog een Biervlietse heilige worden.
Voor wie binnenkort de allerlaatste haring en andere vissen hebben opgevist zouden wij in Biervliet, ook een mooi standbeeld kunnen oprichten wanneer het zover is.
Al kakelen de haringen nu niet meer, Er is tegenwoordig om de visvangst toch nog veel gekakel, tussen de EU, vissers, Green Peace en onze regering. Ze kakelen allemaal door elkaar. En dat gekakel lijkt in de verste verte niet op Sirenengezang.
Alleen het kakelen van Green Peace en zijn gelijken, klinkt in sommige oren goed en welluidend. Maar wanneer de vissers daar naar zouden luisteren, samen met wie belang hebben bij de visvangst, dan zouden ook die vissers net als Willem, failliet gaan. En het zou heel slecht zijn voor de visverwerkende industrie, de makers van kattebrokjes. En ook niet goed voor onze economie!
Haras.
25-07-2008, 00:00
Geschreven door haras
Reageren (2)
|