xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik ben Uw aarde. De vriendelijkste van alle planeten. Gekleed in groen en blauw.
Het groen is Mijn gewaad. Mijn tooi was ooit de mooiste onder de zon.
Ik nam het leven op Mijn rug en droeg het door de Tijden.
Ik ging ermee op weg naar zijn Toekomst .
Ik liet de mensen op Mij wonen als vervangers van Goden.
!Plantten die soms voor hen zelf niet de Boom van Kennis?
Waar Zij als U te overvloedig van konden eten?
Hun kinderen, hebben daar veel kwaad door bedreven.
En hun ouders, die God worden genoemd die deden dat ook!! Daarom verwerd Ik tot hun vijand en Ik liet hen sterven.
Dat kan ook de mensen overkomen.
Want hun kooplui trokken Mijn kleren uit, en verkochten die voor valse praal.
Zij vertrapten Mijn ziel. Mijn blauw, dat spleet. En Mijn groen werd grijs.
Zij maakten Mij ziek en Ik zal sterven als Ik altijd vriendelijk blijf.
Zal Ik Mij gaan schudden als een hond die vlooien heeft en op Mijn hoofd gaan staan?
Uit Mijn zee rijst dan gebergte. Mijn land dat wordt dan schoon gespoeld.
Met water, puin en vuur. En door rillingen onder mijn huid, ontdaan van wie Mij kwelden.
Uw kooplui en hun koningen die sloten een verbond. Zij willen Mij bezitten.
Zij zien Mij als hun slaaf.
In ruil voor woestenij en om de mensen te verleiden roven zij Mijn schatten,
Mijn hart wordt uitgerukt. En Mijn aanschijn wordt verminkt.
Door grote kooplui om wie, voor macht en weelde de mensen Mij vervuilen.
Nog altijd reis Ik rond de zon met U. Maar daarin komt een ommekeer.
Dan wordt duisternis Mijn bondgenoot.
Wie zal Ik sparen als Mijn wraak gekomen is?
Het is nog niet te laat. Ik kan Mij nog bedenken als alles anders wordt.
Wordt het geen tijd om nu te weten dat ik een deel ben van een ware God
!Samen met U en alles wat ons omringt. Maar dat wordt liever niet erkend.
De Kooplui en hun Koningen met elk hun eigen verentooi,
die Mij wel willen bezitten maar liever niet willen delen dan alleen met elkaar
maken door hun weelde Mij tot vijand van het leven!
Ik werd nog het meest geeerd door "heidenen!"
Verjaag de kooplui en hun koning Laat hen de akker spitten.
Ontneem hun bezit. En geef hen een bed van stro.
Ontken de waarde van bezit gemaakt van valse glans die de koopman aan U biedt. Ook goud en edelstenen zijn slechts een tooi voor dwazen.
Laat Uw kennis en Uw vlijt waardoor kooplui en hun Koning zich verrijken,
toch niet door hun misbruiken.
Dan kan Ik weer genezen, Mij over u ontfermen en lieflijk zijn voor iedereen.
Anders doe Ik de mensheid aan wat werd misdaan aan Mij! .
Als het dragen van U als enkel last voor Mij niet wordt verlicht,
zal een geschiedenis zich herhalen.
Ga heen, en vermenigvuldig U maar elders!
Haras.
|