Hier is nog een ingekort kerstverhaal. Ik heb geen zin om het langere origineel te zoeken. Even op een toets drukken. En Hup: daar staat het. Ik zou het fijn vinden dat er op wordt gereageerd,
Ik wens iedereen veel moois en het allerbeste.
De Kerstbommenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In een stadje, woonden mensen, die bijna allemaal heel braaf en netjes waren. Doordat hun land in oorlog was, heerste er welvaart in het stadje. Nog niet lang geleden, waren veel mensen in het stadje erg arm. Want, omdat roken zo ongezond is, waren er geen tabaksplantages meer in de omgeving. Tabaksplanten kweken was nu trouwens ook verboden. Omdat de meeste mensen zo goed luisterden en braaf bleven, zorgde hun regering er voor dat er in het stadje, welzijn en welvaart kwam. Daarom liet de regering er een mooie, grote moderne bommenfabriek bouwen.
Daar waren behalve wat dommerds en oproerkraaiers, de mensen heel blij mee. Zij vonden wel het fijn, dat er oorlog was. Die oorlog was trouwens heel ver weg. Hij diende om de eigen handel te steunen. En om ergens anders vrede, vrijheid en moderne democratie te brengen. Maar stel je voor, dat het nu vrede was geweest! Dan was die mooie fabriek er nooit gekomen. En dan zouden mensen heel arm zijn gebleven. Dan hadden zij geen kerstcadeautjes kunnen kopen. Een dan zouden heel wat bedrijven iedereen moeten ontslaan! Ook rijke mensen zouden dan heel arm kunnen worden! Maar nu was er gelukkig voor iedereen, die wilde werken wel een goedbetaalde baan in die mooie, schone, moderne bommenfabriek. De oorlog was voor de mensen daar: een heuse zegen!
Het was alweer bijna Kerstmis. De directeur van de bommenfabriek had namens de luchtmacht aan de pastoor van het bommenstadje gevraagd, of die zijn bommen wilde zegenen. Want die wilde men in de kerstnacht bij een vijand laten vallen.
De koning in het land van die vijand, wilde graag rijke mensen armer maken en arme mensen wat rijker. Hij schafte met zijn regering in zijn land doodleuk allerlei dingen af! Hij pikte eigendommen uit andere landen binnen. En hij maakte een heleboel gratis wat mensen nodig hadden om te kunnen leven. Zelf ging hij modaal in een flat wonen. Maar dat was heel slecht voor de wereldeconomie en de voor rust en de denkwijze in het land waar de bommen werden gemaakt. In andere landen had men daar ook last van. Want arme mensen in die landen, die wilden ook wel een hele boel, zoals het ziekenfonds en de stroom, voor niks krijgen.
Om dat gekke land een lesje te leren, moesten een heleboel landen voor de vrede, hun markt, hun welvaart, de wereldmunt en nog meer bij hun zelf, ginds noodgedwongen samen met bommen gaan smijten. En als het kon hun koning arresteren. Of dood maken.
In de fabriek stond een mooie Kerststal. Die was in elkaar gezet met beschilderde bommen, granaten en kogels. Hij was goed gevuld met herders schapen, koningen, kamelen, een os en een ezel. En met het Hoog heilige Paar: Maria en Jozef. Allemaal bommen met pootjes en benen.
Het kindje Jezus een heel mooi beschilderd fragmentatiebommetje, lag op een bedje van geweerkogels als stro, met gestrekte armpjes, die van traangasgranaatjes waren gemaakt. Een kunstenaar had het geheel in elkaar gezet. Twee bom engelen boven de kerststal, droegen een strook met de Latijnse zin: Non veni pacem mittere, sed gladium. Dat betekent:
Ik kom niet de vrede brengen maar het zwaard!
De kant met een sticker waarop stond: Droog bewaren explosiegevaar, had de kunstenaar helaas, verkeerd om, op het kogelbed van Jezus gelegd!
De pastoor zong een gebed in het Latijn, terwijl hij met de wijwaterkwast over de bommen zwaaide. Convertantur peccatotres in efernum omnes genstes oblivis ur Deum. Daarbij raakte het wijwater ook het jongeheertje van Jezus, waar absoluut geen vocht bij mocht komen.
Het Bom-Jezusje ontplofte, even nadat het werd aangeraakt door het wijwater. En daardoor explodeerden de andere bommen in de fabriek ook. De fabriek, de kerk en huizen gingen de lucht in. Heel veel mensen gingen dood. En dat was heel zielig! Het werd een grote ramp met veel puin, bloed en kakelende redders.
Omdat de oorlog toch bijna voorbij was, kwam er geen nieuwe fabriek. De meeste mensen werden toen weer arm. En zij konden de huur, het ziekenfonds, het gas, het licht en de hypotheek niet meer betalen. En daarom werden zij namens hun Koning,door deurwaarders uit hun huizen gezet. Gelukkig kregen sommige mensen toch nog nieuw werk. Er werd een grote gevangenis in het stadje gebouwd. Want er kwamen ineens veel stoute mensen, die deden wat niet mocht.. Bij mensen die nog iets hadden, gingen zij stelen. En anderen kweekten stiekem hasj en tabak op hun zolder en in hun tuin.
Het is voor het arme stadje te hopen dat er maar weer gauw oorlog komt. Dan komt er misschien een nieuwe bommenfabriek. En dan krijgen eerlijke, brave arme mensen, die ook naar de kerk gaan, weer werk. Dan gaat het weer goed met ze. Dan worden ze weer gelukkig. En dan kunnen zij weer fijn en in vrede kerstmis vieren. Misschien bedenkt hun Koning iets slims, om weer ergens oorlog te kunnen gaan voeren . Om overal: Vrede te brengen!welzijn, welvaart en democratie te brengen!
Haras
|