Heel wat vogelsoorten overwinteren in Afrika en leggen duizenden kilometers af om hun winterverblijfplaatsen te bereiken. Onderweg wachten de vogels allerlei gevaren. Ze kunnen in mist terechtkomen en gedesoriënteerd raken, ze kunnen noodweer treffen boven zee of in de bergen of ze kunnen door stormen uit koers worden geslagen. Misschien vinden ze niet genoeg voedsel, zodat ze onvoldoende vetreserves kunnen aanleggen en niet in één ruk de Middellandse Zee en de Sahara kunnen oversteken. Heel veel vogels vallen ook ten prooi aan roofvogels en andere predators. Al deze verliezen, hoe groot ze dan misschien ook zijn, zijn 'ingecalculeerd'. Er overleven genoeg vogels om de populatie op peil te houden.
Een kwart van alle vogelsoorten in Europa gaat door toedoen van de mens in aantal achteruit en komt ernstig in de problemen. Veel van die soorten zijn trekvogels, waaronder nota bene de soorten met de grootste populariteit bij mensen, zoals Ooievaar, Kraanvogel en Boerenzwaluw. De meest directe menselijke ingreep in het leven van de trekvogels is de jacht. In landen rond de Middellandse Zee is de jacht op trekvogels een massasport. De omvang tart bijna elke verbeelding. In Griekenland en Turkije, op Malta en Cyprus worden elk jaar miljoenen vogels geschoten en gevangen. De inventiviteit die hierbij aan de dag wordt gelegd is grenzeloos. Alleen op Malta worden jaarlijks om en bij 5 miljoen trekvogels gevangen en geschoten. Vogelbescherming Vlaanderen voert haar campagne tegen deze wantoestanden dan ook fel op.
Hoewel zorro het Spaanse woord voor vos is, is een zorro eigenlijk een "valse vos" en is meer verwant met de hond dan met vossen. Er zijn vele soorten van zorro's. De meest voorkomende soort is de Pseudalopex griseus, de Argentijnse Grijze Vos of Grijze Zorro met grote oren en een roodbruin-omzoomde huid. Je kan ze vinden in Zuid-Amerika, van Colombia tot Noord-Argentinië. De Grijze Zorro komt voor in de vlaktes, de pampas, de woestijnen en de lage bergen van Zuidelijk Zuid-Amerika. Ze verkiezen de rand van het bos, vooral voor de zandige gronden, de struiken en de lage weiden. Hij is het talrijkst in Chili en Argentinië, en een kleiner aantal in Peru. Zijn maaltijd bestaat hoofdzakelijk uit knaagdieren, vogels en konijnen, maar ook zaden, bessen, insecten, schorpioenen, hagedissen, kikkers en vogeleieren. De Zorro is nuttig voor de populatiebeperking van de knaagdierbevolking. Het zijn hoofdzakelijk nachtdieren en leven in verlaten holen onder rotsen of bomen.
We trekken naar het interessante Natuurparkcentrum Botrange, even ten zuiden van de Botrange, met 694 m het hoogstgelegen punt van België. Voor de bouw van het fraaie centrum zijn alleen natuurlijke, plaatselijke materialen gebruikt. De omgeving van het Natuurparkcentrum is een eindeloos wandel- en ontdekkingsgebied, met uitgestrekte naaldbossen, prachtige stukken hoogveen, latten- en slijkweggetjes en een plek waar je precies 700 m boven de zeespiegel staat: de Baltia-heuvel op de Botrange. Afstand: 8 km.
Bewegwijzering: Stukken van het traject zijn delen van het Grote-Routepad 56, dat bewegwijzerd is met wit-rode verfstreepjes. Andere stukken zijn delen van plaatselijke wandelpaden, die aangegeven zijn met allerlei gekleurde figuurtjes (ruitjes, rechthoekjes, kruisjes).
Vertrekpunt: Natuurparkcentrum Botrange
Aard van de weg: Onverharde bos- en veenwegen.
Opmerking: Indien een rode vlag uithangt is de weg of het gebied niet toegankelijk. Om de toestand te kennen kijk je voor je vertrekt naar www.hauteardenne.eb/bulletin/pistes/pistebmnl.htm , www.hauteardenne.be/bulletin/homenl.htm of je informeert in het Natuurcentrum/cafétaria. Bijgevoegde tekst en kaartje (of een andere duidelijke kaart) zijn onontbeerlijk. Wijk niet van de aangeduide paden(en ga liefst op stap met een opgeladen gsm).
Natuurparkcentrum Botrange, Route de Botrange 131, 4950 Robertville Tel 080 44 03 00 Fax 080 44 44 29 www.centrenaturebotrange.be
De vlinderstruik wordt 3 tot 4 meter hoog en de wilde soort, zoals die in China voorkomt, heeft aan de uiteinden van de enigzins afhangende twijgen smalle, kegelvormige bloeiwijzen, die dichtbezet zijn met paarse bloemen met een oranje oog. In zachte winters blijft deze struik semi-wintergroen. Het natuurlijk verspreidingsgebied van deze struik is het midden en het westen van China.
Verzorging: De vlinderstruik groeit op elke goed doorlatende bodem op een plaatsje in de volle zon en bloeit ieder jaar uitbundig op de nieuw gevormde twijgen. Jaarlijks dient deze struik begin april tot op een gemiddelde hoogte van 1 meter gesnoeid te worden om de plant te verjongen en goed te laten bloeien. Uitgebloeide bloemen kunnen eventueel verwijderd te worden om de bloeiperiode te verlengen. De vele kweekvormen van Buddleja davidii vormen de basis van de vlindertuin. Van alle vlinderplantenworden ze het hoogst en ze kunnen daarom het beste achteraan in de border geplant worden. Vlinderstruiken maken gemakkelijk groeischeuten van anderhalve meter per seizoen.
Bijna elke vlinder die in uw tuin komt, zal de bloeiende buddleja's niet kunnen weerstaan. Ze mogen dan ook in uw vlindertuin niet ontbreken. Ze zijn bovendien erg goedkoop in aanschaf en gemakkelijk zelf te stekken. Voor de meeste kweekvormen moet u enkele vierkante meters ruimte voorzien. www.de-natuur.be
Voorkomen: *Was fruit goed voor je het in de fruitschaal legt *Pas op met fruit dat al een tijdje in de fruitschaal ligt. Het is dan nog zachter en zoeter, dus nog aantrekkelijker voor fruitvliegjes *Bewaar GFT-afval niet in de keuken bij warm weer of aan de keukendeur *Organisch afval gooi je bij hoge temperaturen beter direct in de GFT-zak *Maak de vuilnisbakken in de keuken elke week schoon met water en groene, vloeibare zeep *Leg onderin de vuilbak een krant die je wekelijks ververst *Laat enkele druppels azijn na het koken op de afkoelende kookplaat vallen. Vliegen zullen dan niet meer op de kookresten afkomen
Verjagen *Een bakje met water en een scheutje azijn *Een halve sinaasappel met kruidnagels in *Vleesetende planten *Boerenwormkruid, basilicum, laurierbladeren, lavendel
De huisvlieg is zowel een lastpak als een ziektedrager. Hij heeft een uitstekend zicht, met duizenden lenzen die een multi-hoekvisie in alle richtingen geven! Alhoewel huisvliegen zeer goed kunnen zien en ruiken, moeten zij nog op dingen landen te proeven. Je komt ze over heel de wereld tegen en hebben gemiddeld een levensduur van 1 maand. Het gemeenschappelijke dieet van de vliegen schijnt huisvuil en afval te zijn. Ze hebben geen mond, om te eten brengen ze maaginhoud aan op het eten, en als het dan opgelost is zuigen ze het gewoon terug op. De ziektekiemen die ze achter laten op ons eten kunnen gevaarlijk zijn en ernstige ziekten zoals typhus en tuberculose overdragen. Deze kunnen ook achtergelaten worden via de kleverige pootjes.
Toekans en arassari's komen alleen voor in de dichte bergbossen van Zuid Amerika en dan wel van Midden-Mexico, Bolivia, Colombia, Brazilië, enz. Er zijn vele soorten en om alles met het juiste land te noemen is een ondoenlijke taak. Toekans vallen het meest op door hun vrij grote vaak fel gekleurde snavel. Bij de Reuzen - of Tocotoekan is hij ongeveer 23 cm. lang. Deze snavel ziet er nogal fors uit; de meeste mensen denken dat de vogel heel wat mee te sjouwen heeft, maar dit is niet het geval. De snavel is een niet massief geheel, het bestaat uit een soort netwerk van beenspangen waardoor de maximale stevigheid wordt bereikt bij een minimaal gewicht. De snavelranden zijn niet glad maar hebben een soort zaagvorm. Ook de bovensnavel heeft een iets gebogen punt. Hiermee kunnen zij hun voedsel stevig vasthouden. Het voedsel van deze vogels bestaat hoofdzakelijk uit vele soorten vruchten. Met hun reusachtige snavel plukken zij deze uit de bomen en struiken.
De griezelige, schrille lach van de Gevlekte Hyena is een van de typische geluiden van het Afrikaanse open grasland. De familie van de hyena's telt 3 hoofd types: gevlekte, gestreepte en bruine hyena's. De gevlekte is de grootste. Alledrie hebben ze een grote, brede kop en sterke kaken. De voorpoten en schouders zijn groter en sterker dan hun achterste ledematen. Hoewel hyena's op honden lijken, zijn ze nauwer verwant met de familie van de katachtigen. Gevlekte hyena's leven in clans van 10 tot 100 dieren. Overdag zoeken ze aas, 's nachts gaan ze op jacht. Alle leden van de clan werken samen en zijn zelfs in staat een leeuw van zijn prooi te verjagen. Wijfjes zijn groter dan mannetjes en het meest dominante wijfje leidt de clan.