Inhoud blog
  • Dinsdag 2 en woensdag 3 oktober 2019 Een dagje niksen in Compostela
  • Dinsdag 1 oktober 2019 Uw spoor wil ik volgen.
  • Maandag 30 september 2019 Nog drie keer slapen
  • Zondag 29 september 2019 WELKOM IN GALICIË
  • Zaterdag 28 september 2019 Cruz de Ferro
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Neos Camino 2019
    Als 30 Neos-pelgrims samen onderweg !
    27-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 26 september 2019 Jij bent in León

    "Jij bent in León"

    Waarom zo laat deze blog?
    Heel eenvoudig. Mijn vermoeide geest kreeg gisterenavond na het avondmaal het bezoek van niemand minder dan Santiago, ja, van Jacobus.
    Hij zei: “Querido Chris, ga naar je bedje en zoek een diepe slaap. Anders zou het kunnen gebeuren dat je geen zinnig woord meer uitkraamt. Die blog mag geen blok aan je vermoeide benen worden. En blijf morgen maar eens liggen tot zeven uur. Je moet niet weer om 5 uur op je klavier zitten tokkelen.”
    Hoorde ik goed? Toch volgde ik die raad op. Ik interpreteerde hem zelfs iets verder. Ik nam een extra rustdag. Zo kon ik een en ander zonder veel stress bijwerken.

    Misschien geeft het een vals beeld. Maar zo fit ik met mijn kompanen poseer aan het monumentje van de vermoeide pelgrims in Mansilla de las Mulas, zo vermoeid was ik s ’avonds zelf.

    Ons zonnelied kreeg een staalblauw antwoord. Wat een hemel om onder te wandelen. Hoe krachtig de wil van onze geteisterde pelgrim om ook die etappe met haar gekwetste voet rond te maken. Zou het toch waar zijn dat vrouwen beter pijn kunnen verbijten dan die grootsprakerige mannen?

    Of zou de verjaardag van Wilhelm, haar pelgrim voor het leven haar wil stimuleren maar zeker geniet ze liefdevol van zijn bescherming onder zijn helm. Happy birthday dear fellow.

    Zelfs nu kan jullie dienaar het niet laten. In een hostal met wifi kan ik mijn blogtekst afronden, met foto’s opsmukken en de wereld insturen. Anderhalf uur later dan mijn gezellen zoek ik ook de pulchra Leonina of de mooie van León op, zoals de kathedraal genoemd wordt. Met een flinke stap over de brede grindweg, over de voetgangersbrug en door de drukke stad komt ze steeds dichterbij.

    Ik krijg een jaloers gevoel als ik een dame liggend zie dromen op een bank. Over geld? Over een zalig bed? Over een omhelzing met Jacobus?

    “Buen camino!” Elke pelgrim roept het je na. 
    “Buen camino!” is ook mijn wens aan de vreemde pelgrim.
    Ik hijg verder en ik loop te denken hoeveel diepgang heeft die wens. Meen ik die weg gemitrailleerde woorden. Neen, ik flap het er machinaal uit. En nu neem ik het mij voor dat elke wens die ik met die woorden uitspreek ook vanuit mijn hart moeten komen.
    Pelgrim, wie je ook bent, waar je ook woont, je bent mijn gezel op dezelfde levensweg, een weg met hoogtes en laagtes maar met eenzelfde doel: zin geven aan ons leven.
    Pelgrim, ik wens je van harte een “buen camino!’

    León laat mij weten dat ik in de juiste stad ben aangekomen. Wat een geruststelling!
    Ik loop de oude stadsmuur voorbij en nu kom ik in het hart van de oude stad. Ik hoor zijn bronzen hart kloppen. 14 uur luidt het over de stad.

    De beeps vertellen mij onophoudelijk dat mijn kudde aangekomen is, dat schaapjes kennis maken of genieten van een flinke hap of frisse drank.
    Ik vind dit reuzenijs zo zalig. Een spion heeft het toch ook wel gezien. De foto gaat in de hele groep rond. Neen, ik zet hem niet op het blog, mijn vrouw moest het eens zien. Ik zou weer commentaar krijgen op mijn rond statussymbool.

    Onze pelgrims zijn spitsvondig in het stadsbezoek. Ze beginnen zelfs onze Pier uit te dagen. Gevolg: hij spreekt al om zijn prijs aan te passen. Zou het gedaan zijn met zijn gratis verzorging?
    Maar als ik die foto ontving dacht ik eerst aan een voetenspel in een of ander huisje van plezier.

    Een andere heeft zichzelf kunnen overtuigen dat airco wel nuttig kan zijn in een land als Spanje doch schoenen die een camino moeten lopen hebben absoluut geen luchtkoeling nodig. Een tip: neem ze mee op een tocht, plant er herfstbloemetjes in, neem er een foto van en je hebt thuis een onvergetelijk souvenir.

    Ik wacht op de liefhebbers voor het kathedraalbezoek. Ik heb de indruk dat de terrasjes meer in trek zijn dan het zalige kleurenspel van de glasramen in de kathedraal. We zijn net met voldoende om een groepskorting te krijgen.
    Om de zonnekloppers te laten weten wat ze gemist hebben laat ik hen mijn impressie lezen die ik na mijn tocht in 2004 in mijn boek schreef. “…In Burgos werd ik door de weelde van sculpturen overvallen, hier kom ik terecht in een vederzacht kleurenbed, zo mooi in zijn details, zo teder genuanceerd, zo harmonieus in zijn geheel. Dit is kunst die streelt, die zalft, die je tot rust brengt, waar steen en brandglas in harmonie zingen…”

    Of de vrees dat ze de bus zouden missen of hun plichtsgevoel zorgde ervoor dat ik de kudde als compleet kon tellen.

    Na het gotisch verhaal van de kathedraal konden we een inspiratie van Gaudi bewonderen, niet zo uitbundig als we van hem gewoon zijn. San Isidoro gaf ons dan weer een les in Romaanse kunst en nog wat verder zagen we in het Hostal San Marcos een pareltje van renaissance. 

    Achter het hoekje stond Mathias klaar. Nu eens niet als chauffeur maar als volwaardige barkeeper. De cava gekoeld, de glazen extra opgepoetst. Hoog het glas, hoog het hart, hoog het lied! Wij wensen onze jarige nog veel camino’s.

    In het Luis de León hotel vinden we hoog en droog onze slaapstee.
    Als onze pelgrims het zweet van hun vermoeide lichaam spoelen vind ik een lieve peregrina die mijn kommer wil lenigen.

    Ik had het nog niet durven zeggen. Mijn lederen medaillon waarin een sint-jakobsschelp gegrift is, heb ik vergeten in het klooster van San Zoilo. 
    Je hebt gelijk, ik verlies geen kapitaal. Maar dit medaillon heeft voor mij als pelgrim een enorme emotionele waarde. Vanaf 2001, vanaf mijn eerste camino droeg ik die lederen medaille op al mijn camino’s. 
    Houdt het hier nu op? Is dit een voorteken dat ik er moet mee stoppen? Dank je lieve pelgrimsgezellin dat jij met je vlotte Spaanse woorden alles in beweging hebt gezet dat ik mijn kleinood misschien in Compostela weer rond mijn hals mag binden. Ik leef in blijde verwachting.

    En na de avonddis kreeg ik dan in cel 614 het bezoek van de inspirerende geest waar mijn blogverhaal vandaag mee begon.

    Chris

     

    27-09-2019 om 14:05 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 27 september 2019 Op de koffie

    Op de koffie

    Ik was een uitgeslapen pelgrim toen ik deze morgen slechts om 7 uur moest opstaan.
    Mijn beslissing om vandaag zonder veel druk mijn blog bij te werken wordt hopelijk door de lezers gewaardeerd.

    Een aangename wandeldag, een stralend weertje en weer een gekleurd parcours. Het begon over de historische brug de Paso Honroso in Hospital de Órbigo.

    Moest Quiñones de held van toen die jonge deernen van Neos zien stralen hebben, hij zou de koppige dame die zijn avances afwees al lang in de rivier gegooid hebben. 

    In een volgend dorp wilde ik een BV gaan bezoeken. In augustus had ze onze toneelgroep al heel hartelijk ontvangen. Ik telefoneerde haar of ze een aantal Neospelgrims kon ontvangen.
    “Maar natuurlijk Chris, ik ga onmiddellijk koffiezetten.”
    “Ja, goed en wel Christine, maar ik weet niet hoeveel er hun stapritme na 3 km al willen onderbreken.”
    “Geen probleem, ik verwacht je.”
    Ik nipte aan een tas vers geurende koffie in de gezellige patio van haar albergue en ik hoorde Vlaams rumoer op de straat. 
    Een heel rare pelgrim voor Christine’s herberg riep de Vlaamse kudde naar binnen.

    Haast niemand ontbrak op de koffie op 3 hazen na die in alle haast verder liepen.

    Wie herinnert zich niet Christine in het programma “Eviva España” van Annemie Struyf. De West-Vlaamse vrouw die samen met een aantal andere Vlamingen door Annemie gevolgd werd. Wat motiveerde hen om hier een nieuw leven te beginnen? Is er nooit heimwee? En nog veel meer van die typische nieuwsgierige Annemie-vragen. Om het op zijn Vlaams te zeggen ze zou de mensen het ei uit hun … vragen tot je finaal eier-struyf krijgt.

    Niet zo lang meer zal Christine hier pelgrims van her en der verwennen. Zij heeft een huis gekocht in de Picos de Europa. Een woning met een heel mooi uitzicht op de natuur en voor haar met mooie vooruitzichten op haar verder leven. 

    Wat een bloem van een vrouw. De rust in persoon, een hart van koekenbrood. De hospitalera die diezelfde rust kan overbrengen op haar vermoeide voorbijtrekkende pelgrims. Zij is een moeder voor pelgrims. Vandaag komen zij aan en morgen zijn ze weer weg. Verder weg richting Santiago met een onvergetelijke herinnering aan die warme thuis van één nacht en nog veel verder naar hun heimat met de gedachte: “Onze wereld verdient meer dergelijke harten”.

    Christine, ik moet hartelijk lachen als je mij attent maakt op het kakelend gezelschap dat ik de juiste weg moet tonen. Maar ik geef je een innige “abrazo”, een omhelzing uiteraard voor je Vlaamse gastvrijheid maar bovenal voor je groot hart voor elke pelgrim. Jij doet het, ik droomde ervan.

    Mogen onze caminos elkaar toch nog eens kruisen en onze harten zeker.

    Ook al wandel ik vandaag niet mee, ik kijk toch voor de zoveelste maal in mijn achteruitkijkspiegel. De edelmoedigheid van al die hospitalero(a)s heeft mij de rijkdom van dienstbaarheid geleerd. Christine vandaag, de verdienstelijke helpers van het Vlaams Genootschap, Monica in Sauveterre de Béarn, mama en papa van die lieve dochter die bij mijn aankomst plots opgenomen werd, en met hen nog tientallen meer, om zoveel dagen na elkaar de poort van hun hart te openen om die pelgrim onderdak te geven, een luisterend oor en vooral de warmte van hun hart te schenken.
    Begrijp je nu dat pelgrimeren verslavend kan werken?
    Ik begrijp niet dat mensen zo denigrerend over een pelgrimstocht kunnen spreken.
    Wij lopen hier vandaag met 31 Neospelgrims en zij zullen getuigen wat een pelgrimstocht, een camino met een mens kan doen.

    Chris, nu word je toch heel ernstig.
    Sorry, het moest mij even van het hart.

    En terwijl mijn kudde door het mooie Maragato-land loopt zie ik al allerlei foto’s verschijnen.
    Ik ben mijn volgelingen zo dankbaar voor de talrijke mooie beelden die ze mij sturen. Zo krijg ik wat meer leven en kleur in dat blog.

    Ik hoor dat zij de “hippie” gevonden hebben die de pelgrims mits een donativo een stuk fruit, een drankje aanbiedt. Een ogenblikje rusten in de hangmat geeft nieuwe energie. 
    Het doet mij deugd als ik de waardering hoor voor de bar die ik voor zijn lekkere Iberische ham aanprees. Ik zie nog liever hoe zij op het plein tegenover het bisschoppelijk paleis zo gezond zitten te genieten in het warme zonnetje, alsof elke kilometer hen nog fitter maakt.

    Ik moet ook vaststellen dat de wijn op het plein beter smaakt dan in het bisschoppelijk paleis waar bisschop Vallespino, die de opdracht aan Gaudi gaf, hem door zijn vroege dood nooit heeft kunnen drinken.

    Aan de Romeinse muur in Astorga hoor ik niet alleen het verhaal van twee Oude Belgen die over een Romeinse brug wandelen maar krijg ik het levende bewijs op foto. Men wist mij zelfs te vertellen dat zij lid waren van Neos. Als ik met mijn loep de foto ontleed, zie ik dat het West-Vlamingen zijn. En inderdaad Neos bestond in West-Vlaanderen al veel eerder dan de 40 jaar die volgend jaar groots gevierd wordt. Dus het kan niet anders of het moeten twee oude Belgen zijn, van die moedige soort die Caesar als de dapperste omschreef.

    Op de bus, op de car moet ik zeggen, wordt het wel stilletjes. Zijn het de kilometers, zijn het de wijntjes die de oogjes doen toevallen. Hoe dan ook als ik aan de avonddis kom, zie en hoor ik opgewektheid van het hoogste niveau. Als er eten op tafel komt kan ik mij snel verstaanbaar maken om mijn verhaal te vertellen.
    Waarom Mathias en ik afgezonderd van die mooie kudde moeten eten is mij niet bekend.
    Doch, ik maak van de nood een deugd. Als oudste haan kijk ik rond en zie dat het kippenhok kakelt van geluk.
    “Mathias, is dat geen ware groep vrienden.”
    Dat gelukkig gevoel is mijn gezonde slaappil zonder de minste nevenwerking.

    Chris

    28-09-2019 om 07:31 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 28 september 2019 Cruz de Ferro

    Cruz de Ferro

    Negen dagen geleden zagen we zoals echte pelgrims vol verwachting uit naar die camino. Het woord pelgrim komt van het Latijnse peregrinus en betekent o.a. vreemd. 
    Nog totaal vreemd voor wat we op die inspirerende weg zouden beleven in onze geest.
    Welke boeiende mensen zouden we ontmoeten op die weg waarop vreemden vrienden worden. Welke vreemde pelgrimsgezel vertelt mij een boeiend verhaal.

    En nu na negen dagen? Keken we ook uit naar dit hoogtepunt van vandaag?
    Een hoogtepunt letterlijk en figuurlijk. Zou dit moment van bezinning aan de voet van dit ijzeren kruis, cruz de ferro, op het hoogste punt van de camino francés, ons naar ons diepste zelf kunnen brengen.

    In het intimistisch kerkje van Rabanal del Camino konden teksten van Phil Bosmans en Toon Hermans, kon een smekende negro song onze zo vaak luidruchtige vreugde helemaal verstillen. “Steal away to Jesus…”

    In die stemming wilden we vanuit Foncebadon een eind hoger klimmen. Stil in onszelf gekeerd. Stil op die weg waar we dit ijzeren kruis van ver zagen opdoemen. Stil, heel stil. 
    Samen luisterend naar woorden waarin we elkaar konden ontmoeten, waarin we onze geliefden zo nabij voelden ook al waren ze ons ontvallen, waarin we onze geliefden van het thuisfront de warmte van ons hart schonken.

    Een innig moment om daarna ons steentje van thuis meegebracht af te leggen aan de voet van het kruis. Een steentje dat symbool staat voor een last die je van je wil afgooien of ons steentje bijdragen aan de hoop op genezing, op beterschap, op… vul zelf maar in…. 
    Ons steentje in die immense hoop steentjes van miljoenen pelgrims voor ons. Wat een stille verbondenheid.

    Ik ben de tel kwijtgeraakt hoe vaak ik hier mocht staan. Met mezelf, met geliefden, met pelgrimsgezellen, gewoon met gelijkgestemde harten. Ook vandaag blijft het mij weer zo diep raken. 

    Onze Neospelgrims vervolgen vanaf hier hun camino, met een geest verlicht van een beetje last, verlicht door de lichtende kracht van deze zo wondere weg.

    Sint Jacobus, immens diepe dank dat ik al zoveel vrienden uw weg mocht tonen.

    Ik zit in de car mijn gezellen na te staren, ik zie ze verder gaan. Zij trekken door een mooi stuk natuur, zij dalen langzaam en dan moeilijker richting El Acebo of Molinaseca. 
    Zij kunnen dat, zij blaken van vorm.

    Ik zit in de car even weg te dromen. Toen ik gisteren mijn schoenen aanbond, kreeg ik een felle scheut in mijn rug. Ik verschoot en het verschot is deze nacht allerminst verbeterd.
    Enigszins mag ik mij gelukkig achten dat ik nog kon mee klimmen tot dit kruis. 
    De verdere moeilijke afdaling kan ik mijn rug nooit aandoen. Het zou meer worden dan een kruisweg. 

    Daar zit ik nu in die luxueuze car naast Mathias die met zijn meer dan vaardig stuurtalent via een hele omweg, via een kronkelende bergweg ons op de hoogte van El Acebo bracht.
    Onze pelgrimgezellen die na die lastige afdaling te veel pijn voelen kunnen hier instappen want het laatste stuk afdaling is gewoon aartsmoeilijk. Op een camino is het onderweg zijn belangrijker dan sportprestaties.

    Daar zit ik nu en het schiet mij te binnen dat ik al drie dagen mijn lederen medaillon mis met daarin een jakobsschelp gegrift. Ik mis mijn beschermamulet. Ik hoop dat ik ze mag terugzien in de stad waar mijn beschermheilige vereerd wordt. Ik heb geen contact meer met mijn Jacobus. Het is zoals een gsm zonder zendbereik.

    Een snelle fotograaf laat de wereld zien dat de voorhoede de Romaanse brug van Molinaseca veroverd heeft. Geen vijandige Moren meer in het zicht. De elitetroepen kunnen over korte tijd zich ongehinderd weer bij hun eenheid vervoegen.

    Langs de rivier in de schaduw van de brug hoor je niets anders dan moedige verslagen van hun afdaling. Daar zien we nog een duo op de brug verschijnen, de sticks hoog in de lucht als zegegebaar. Ze worden welkom gezwaaid, ze worden met applaus vereerd. En onze kudde is weer zo compleet als het maar zijn kan. 
    Bier, wijn, frisdrank, overspoelen met mate de grote vreugde.

    Wij rijden voor Neos naar een nieuwe verblijfplaats. Na een paar teleurstellingen in het nabije Ponferrada kiest de firma Sercu thans voor Cacabelos, ietsje verder maar wel dichter voor het vertrekpunt van onze tocht van morgen.

    Een zeer vriendelijke gastvrouw heet ons welkom. De kamers ogen heel verzorgd. En over een paar uur toont ze ons de weg naar het restaurant.

    Het uur van afspraak nadert en je weet onmiddellijk waarheen. Het gekakel is als de roep van een sirene, als een lokroep van kippetjes naar haantjes van allerlei slag.

    In het restaurant gaat het gekakel onverminderd verder. Ik ben gelukkig dat ik als oudste nog weet om te gaan met WhatsApp. Dit is de enige weg om belangrijke mededelingen door te sturen. Ik moest denken aan het kartuizerklooster in Burgos waar de zwijgplicht de monniken verplicht om hun berichtjes op briefjes te schrijven. 
    Waarschijnlijk te laat om dat hier nog in te oefenen.

    En tussen die overheerlijke vissoep en geroosterde rundsbeentjes hoor je dat Pier met de vrouw van het hotel naar zijn kamer trok. Er waren blijkbaar getuigen die in zijn gebarentaal lazen dat hij het niet naar beneden of naar boven kreeg. Toen kwam eindelijk de zeer onschuldige uitleg, hij vond het mechanisme niet om die rolluiken te bedienen. Dus wees aub voorzichtig met roddeltaal als je gebarentaal wil interpreteren.

    Gaan rusten want morgen staat een kanjer op het programma.

    Chris

    29-09-2019 om 18:45 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 29 september 2019 WELKOM IN GALICIË

    Galicië heet ons welkom

    Wat een geluk dat alerte pelgrims van Neos de vlam uit de broodrooster snel konden doven of we waren misschien het slachtoffer geworden van een hotelbrand. Waar moesten we dan overnachten? Wat dan met al onze opgeslagen herinneringen in valiezen en laptops? Mijn adem was niet sterk genoeg om het vlammetje uit te blazen, een andere vond het juiste stopcontact niet om het te doen stoppen maar de kordate handeling van de patron was efficiënter.
    Zijn vieze blik liet vermoeden dat een of andere slimme pelgrim een croissant in het toestel probeerde op te warmen.
    Dat kon nooit van onze groep geweest zijn want de onze verstaan al gebarentaal dus ook beeldtaal die zegt dat men dergelijke koeken niet in het toestel mag stoppen.

    Sorry voor die andere pelgrims als ik het zou verkeerd hebben.

    Alsof dit incident meteen de vlam in de pijp van onze Neospelgrims aanwakkerde.
    Niet de minste angst zag ik deze morgen in de ogen van de moedige karavaan Neospelgrims.
    Nochtans stond er vandaag toch een stevige etappe op het programma.
    13 km, enkel maar klimmen, langzaam in het begin en na 2 km fors en steil naar boven, naar O Cebreiro. 

    Iedereen weer stipt op tijd op de car. De weersvooruitzichten zijn zonnig en de aankomstplaats zou in de namiddag overwegend bewolkt zijn.

    We kunnen niet blijven wachten op een kudde koeien die voor onze car uitloopt.
    We stijgen uit de car en lopen de rosbruine kudde voorbij. 

    De koewachter drijft hen naar een malse groene weide en onze kudde vindt de pelgrimsweg langs groenende weiden met koetjes met hun klingelende belletjes, langs kabbelende beekjes. We wanen ons een ogenblik in Oostenrijk.

    Langs de zacht klimmende weg gaat het rustig vooruit. 
    Het onverzorgde decor rond dit kleine kerkje doet mij vermoeden dat het voorgoed gesloten is. Vorig jaar kon ik er nog een echte kaars doen branden. Zingt Boudewijn de Groot niet: “En daar komen andere tijden…”

    Langs die weg hoor ik een oma die elke dag van haar verder leven een relaas, impressies van de voorbije dag met de hand in een boek neerpent. En als haar pasgeboren kleinkind 18 jaar wordt mag hij of zij beslist een van de waardevolste geschenken verwachten. Voldoende inhoudsvolle stof om over na te denken, waarschijnlijk ook om het lied van Boudewijn de Groot te bevestigen.

    Het gaat wat steiler, ik loop liever mijn eigen tempo, behoorlijk trager. 
    Een levensboek, wat een mooi initiatief! Vast een boek met veel opgetekende momenten van vreugde, ook met pagina’s waar men tussen de regels pijn zal voelen, maar vooral een boek dat liefde straalt.

    De weg wordt voor mij net zoals voor kompanen een ware calvarietocht. Heel steil, zoeken om je voet op de juiste plaats te zetten. Mijn rugzakje is mijn kleine kruis en met mijn wandelstokken kan ik de eerste val onder mijn kruis verhinderen.

    Jong Koreaans geweld snelt mij voorbij. Ik hijg, stop even, blaas het uit. Geen Maria Magdalena langs de weg om mijn zweet te deppen. La Faba, een lief dorpje met een kerkje om op zondag wat op adem te komen onder het ware kruis.

    Ik hoor in mijn rug bekend gekakel. Ik heb gelijk. Ook zij vinden onder dit dak wat stille rust. Zij mogen ook mijn lied horen dat ik hier elk jaar probeer te zingen. 
    “Deep River… Wil ook jij niet aanwezig zijn op dat gospelfeest waar alleen maar vrede is…”

    Over het algemeen zing ik het zonder toehoorders, nu zijn een handvol gezellen mijn geprivilegieerd auditorium.

    De weg gaat verder omhoog. Mijn adem bepaalt mijn tempo. Een stoere pelgrim steekt zijn hoog gevulde pint omhoog. Ik laat mij niet verleiden. Ik vul als een sobere pelgrim mijn drinkfles met water aan de fontein. 

    Het zweet tekent op de rug van een kranige pelgrim als het ware een beer af een beer van een pelgrim.

    Waar halen de zingende zusjes die adem vandaan om Ultreya y suseya uit te kraaien terwijl zij van de ene rots naar de andere rots springen. Zouden er toch bergkippetjes bestaan?

    Nu stop ik toch om iets extra aan te trekken. Ik heb die felle wind niet nodig om mijn zeer bezweet lichaam te verfrissen. Bij een verrukkelijk vers sinaasappelsap hoor ik van twee gezellinnen net hetzelfde verhaal van een calvarieweg en de angst om een verkoudheid op te doen.

    Troost, lieve dames, nog een goed half uurtje klimmen en O Cebreiro wordt ons O Cebreiro.

    De calvarietocht gaat verder en eindelijk steken we de grens over. We verlaten het ruwe rotspad van Castilla y León om over het fijn en plat gerolde kiezelpad Galicië te bereiken. Zou de pelgrimsweg hier beter verzorgd zijn omdat Compostela in Galicië ligt?

    De weersvoorspelling komt uit. Zeer bewolkt, fris en zelfs lichte miezel.
    In de herberg waar het een leuke mix is van dorpelingen met burgers van overal ter wereld klinkt het nog rumoeriger dan het mij al zeer vertrouwde Neos-gekakel.
    Leuke beelden, een Koreaanse die met een vork pulpo kan eten.
    Een boeiende babbel met aangename pelgrims uit ons gezelschap. Met een glas bier, met een bordje pulpo hoor ik een gevuld levensverhaal. 

    Ik zie mijn volgelingen terug in het portaal van de kerk. Ze luisteren met aandacht naar dat wonderverhaal van die boer die in de jaren 1300 in het bergdorp het gure weer van hoge sneeuw en dichte nevels trotseerde om naar de mis te komen. De monnik verklaarde tijdens de consecratie het gelovig boertje goed zot en nu staat de pateen en de kelk ten toon waarop de hostie vlees werd en de wijn bloed. 

    Ik beloon de aandacht van mijn toehoorders met een Iers lied: “Oh Danny boy… and kneel and say an Ave there for me…”

    Hoe kil en vochtig om door de nevels onze car te vinden, hoe deugddoend om het niet kapot te krijgen humeur van mijn pelgrimsgezellen te horen.
    Wat een recuperatievermogen bezitten die pelgrims toch.
    Ze zijn nog maar net van onder de douche of ze bevolken al een naburig terras. Ik hoorde dat daar overvloedig exotische gele limonade geschonken werd. Het was iets in de zin van Richard of Ricardo, het was alleszins iets met bedwelmende anijssmaak.

    Vast een maagopener voor een echt Spaanse avondmaal.
    Un caldo Gallego, een Galicische bouillon met een rijke variatie aan groenten, gevolgd door een vis gegaard in de oven met veel look en vergezeld met een lekkere aromatische rijst. Een kaastaart van het huis was de afsluiter.
    Een korte wandeling naar het hotel was niet voldoende om dit alles te verwerken. Een Rennietje zal mij wat moeten helpen.

    Nog wat voorbereidend getokkel op mijn klavier voor onze trouwe bloglezers. Nu kan ik met een gerust geweten onder de dekens.

    Chris

    30-09-2019 om 12:35 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 30 september 2019 Nog drie keer slapen

    Nog drie keer slapen…

    Net als kleine kinderen lagen we 14 dagen geleden al af te tellen. Nog drie keer slapen en dan beginnen we aan een nog onbekend avontuur.
    Vandaag verlaten we ons hotel in Cacabelos en herhaal ik op de car dezelfde gedachte. Nog drie keer slapen en we sluiten onze geliefden weer in onze armen maar ook de ons bekende bezigheden van elke dag wachten op een antwoord.

    Maar thuiskomen met een rugzak onvergetelijke herinneringen, met een resem verhalen, met een ingezwachtelde voet die je finaal met veel wilskracht aan het pelgrimswerk zette, met nog een beetje spierpijn die je meteen weer doet terugdenken aan de moed die je vond om dat moeilijke pad te overwinnen.

    Maar we zijn nog verre van (t)huis. We hebben vandaag nog een mooie tocht af te werken van Sarria naar Portomarín, de voorlaatste etappe. 
    Niet omdat mijn rug mij parten speelt maar vooral omdat ik wat nabeschouwingen wil schrijven loop ik vandaag niet mee met mijn gezellen. Al lachend vertelde ik hen dat ik samen met Mathias moest delibereren wie al dan niet een eindstempel krijgt, tenminste als er nog plaats is voor die stempel in de credential die ze in St.-Jean-Pied-de-Port ontvingen.

    Natuurlijk als je mee op het front loopt heb je sowieso een pak inspiratie meer. Ik hoop dat mijn correspondenten mij beelden doorsturen waar ik mijn eigen fantasie kan op botvieren. Dat is toch wel eigen aan de pers om wat sensatie uit te lokken al was het maar om één lezer meer aan te trekken of nog beter om zoveel kandidaat Neospelgrims voor volgend jaar het water in de mond te doen krijgen.

    Hier in Portomarín heb ik mijn vertrouwd hoekje gevonden. Het hoekje waar ik met een glas wijn, het mag ook iets meer, de nodige inspiratie vind. Omdat een verslaggever veel inkt nodig heeft, vroeger in zijn pen, thans in zijn printer probeer ik dit op te lossen door in deze pulpería een heerlijke portie inktvis te eten.

    Op het terras is de temperatuur aangenamer. De kippenleverancier brengt een levering gezonde kippetjes, buitenlopers, gevoed met Galicisch voer. Onze Vlaamse kippetjes zijn stevige buitenlopers, je moet hun billetjes zien, je moet hen ’s avonds al die Galicische lekkernijen zien eten, je moet hen zien wijn drinken. Met hun gespierde vlerken vliegen zij de hellingen op en hun gekakel getuigt van extreme gezondheid. 
    Neen señor kippenboer, ik hou die kippetjes liever in mijn buurt. Zij brengen alleen maar het eerlijkste animo in onze pelgrimskeet.

    Lap, ik mag mijn laptop dicht lappen. Daar komt al een eerste snelloper aan. Niet moeilijk Pier kent zijn weg hier blindelings. En nu komt het ene kippetje na het andere binnen gevlogen. Ik sta verstomd. Laat die dames maar kakelen als kippen. Zij verdienen veel meer dan mijn allegorisch woordenspel. 

    Dit zijn dames met pit, dit zijn moedige moeders die weten wat doorzetten en verbijten betekent. Zij bezitten een rebelsheid die typisch is voor de jeugd. Ik adviseer hen de veilige afdaling naar het stuwmeer te nemen. Neen, zij kiezen de rechtdoor steile afdaling. En dan lees ik in die speelse vrouwenogen van 75 jaar: “Chris, als jij denkt dat wij dat niet meer kunnen.” Ik zit toch even stil op mijn stoel. En zij is niet alleen de waaghals, nog andere met haar deden die gewaagde afdaling. Ik krijg zelfs een opmerking dat zij spijtig genoeg dit waagstuk niet vonden. 

    Ik leef mee met die immer goedgezinde pelgrim. In al haar enthousiasme op de camino is ze haar credential toch wel kwijtgeraakt. En er waren slechts nog een paar stempelvakjes vrij om morgen de finale stempels te laten zetten.

    En wil je nu nog wat horen. Ik vroeg deze morgen om de tijd zo te doseren dat wij om 17 uur konden vertrekken, wat zeker moest lukken op dit parcours als je al vanaf 9.45 uur aan het wandelen bent. Het genootschap “Double V” gekend om met al hun charmes op zijn minst honderden pelgrims te ontmoeten konden het zo plannen dat zij stipt om 17 uur de steile trappen naar de stelplaats van de car kwamen opgestormd. Ongelooflijk! En dan moet je nog die blijheid van die twee gezichten lezen. Dat zijn momenten die ik nooit vergeet. Geen gezeur dat het tijdsbestek te kort was, integendeel, fier dat zij weer een geweldige prestatie geleverd hadden zonder de afspraken te negeren.

    Wij rijden verder en onderweg zoek ik al naar woorden voor mijn slotbeschouwing van morgen. Als ik het positivisme van die pelgrimsgroep niet in de verf zet dan schiet ik veel te kort in mijn begeleiding. Een klein minpunt wordt voor die groep pelgrims nooit een punt van grote discussie. Het wordt met de lach, met de zon van hun hart omgebogen naar een nieuwe weg. Dit zijn pelgrims niet min of niet meer. 

    We komen aan in Los Abetos, dichtbij het startpunt van morgen, ons einddoel. 
    De kamersleutels zijn verdeeld.
    Weet je het nog? Mijn lederen medaillon die ik vergeten was in Carrión de los Condes?
    Dank Santiago, hij is aangekomen in het hotel. Ik voel mij gelukkig als een klein kind. Mijn beschermamulet voor al mijn caminos, vandaag al negen in totaal. Ook dank voor die lieve pelgrimsgezel die met haar zeer vlotte Spaanse taal alles in de goede richting stuurde.

    Wie zou zijn voeten niet laten verzorgen in zo een luxueus salon en dat door iemand die dicht bij de Blankenbergse Pier woont. Niet een salon van mijn voeten maar een salon voor waardevolle pelgrimerende Neosvoeten.

    Wat een fantastische groep vrienden. Met ware stielkennis schenkt onze vrouwelijke sommelier van tafel naar tafel de wijn rond en ze vergeet niemand, ook Mathias en mij niet. Wij werden wel vergeten door het restaurantpersoneel en zie nu het duo dat tijdens de rit vooraan zit en nu verdoken achter een stomme zuil. 

    Om elke verzuiling tegen te gaan kies ik de weg van vrede en rust. Cel 1030 biedt mij dit zalige comfort. 

    Chris

    30-09-2019 om 23:34 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    02-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 1 oktober 2019 Uw spoor wil ik volgen.

    Uw spoor wil ik volgen

    Eerst en vooral, de blogschrijver laat zich verontschuldigen voor het nogal late nieuws.
    Neen, de Vlaamse regering was niet de hindernis. Wat trekken wij ons op deze camino hun geleuter aan. Beter zouden zij in blok deze camino eens lopen, misschien creëren zij een groepsgeest waarvoor die 31 Neospelgrims een voorbeeld kunnen zijn.

    De laatste echte volwaardige pelgrimsdag. Spannend voor de pelgrims die uitzien om het beeld van Jacobus te omhelzen, even spannend voor mij maar ook zeer druk om nog een slotbeschouwing te kunnen schrijven. Dit was mijn excuus.

    De dag begon niet gemakkelijk voor mij. Je hebt het gisteren kunnen zien en lezen dat Mathias en ik aan een tafeltje alleen zaten. Ontbijttafel, zelfde scenario als gisteren met dat verschil dat Mathias geen ontbijtman is.
    Mijn bord is royaal gevuld met roerei, broodjes, enz., enz. 
    Plots krijg ik mij daar toch een aubade, een morgenlied, nog nooit meegemaakt.
    “Ultreya e suseya…” Eerlijk, mijn eerste hap stokte in mijn keel. Ik wilde meezingen maar het lukte mij niet. 30 pelgrims hadden mijn keel dichtgesnoerd met een lied dat ik hen nota bene aanleerde en waarmee ze elke dag de zon lieten verschijnen en schijnen. Dankbare zonnige mensen. Als begeleider kan je alleen maar van zo een groep positieve geesten dromen.

    Wil je die aubade horen dan zal je toch even op volgende link moeten klikken: 

     

    Een goed half uur later liepen we al in het sterk geurend eucalyptuswoud. De vochtigheid van de voorbije dagen maakte het aroma nog heerlijker.

    Er hangt toch iets wonder boven ons hoofd. Regen, zwaarbewolkt wordt ons de laatste dagen steeds voorspeld en Jacobus schenkt ons een aangename wandeltemperatuur zelfs af en toe met veel zon.
    Op heel onze tocht hebben we nog geen drup regen gehad niettegenstaande alle negatieve voorspellingen.

    Ik wandel alleen door die groene kathedraal met zijn hoge bomen als gladde zuilen.
    Een sfeer die mij uitnodigt om te bidden. Ik denk aan mijn camino van 2004 terug toen ik mijn tocht van drie maanden in het teken stelde van “Uw spoor wil ik volgen.”
    Dit was een fragment uit ons scoutsgebed van zoveel jaar geleden “… uw spoor wil ik volgen waarheen het ook leide…”

    Men zegt het zo vaak: eens scout altijd scout. Trouwens wat ik hier doe is net hetzelfde. Mijn verkenners van toen zijn vandaag mijn pelgrims.
    Ik probeer hen de weg te tonen, ik probeer via die aardenweg, via dit bergpad, via die dorpsstraat hen ook een beetje hun innerlijke weg te laten ontdekken.
    Ik heb weliswaar mijn zeer beperkte middelen. Maar ik doe dit met mijn overtuiging, een geloof dat ik gevonden heb door Zijn spoor proberen te volgen, ook met vallen en opstaan.
    Ik doe dit zonder mijn overtuiging te willen opdringen. Ik doe dit met groot respect voor elke overtuiging.

    Het is ook een gebed om te danken. 

    Wat een innige vreugde mogen beleven om samen de camino te mogen lopen met mensen die bereid zijn om hun pelgrimshart te delen met andere. Dank, dat ik dit op mijn leeftijd nog kan meemaken. Dank! 

    De scout trekt verder. En om een thé verde iets verder te drinken stopt hij. Hij geniet eens te meer van de vrolijkheid van zijn gezellen op dit zonnig terrasje. 

    Nog wat klimmen en dan nog wat hoger en eindelijk kom ik aan op de Monte do Gozo, de berg van vreugde.
    Vanaf hier zie je in goede weersomstandigheden de torens van de kathedraal. Yes, ik zie ze.

    Nog een uurtje en ik kom voor de negende maal als voetpelgrim op het indrukwekkende Praza do Obradoiro aan. Ik mag de apostel waarvoor wij het deden embrasseren. Hem een abrazo, een omhelzing geven. En dan mag ik ook al mijn gezellen een warme knuffel geven.

    Sfeer alom op de terrassen, in de bar. Hun vuur geraakt nooit uitgeblust.

    Wat een enthousiasme verschijnt op de trappen van de kathedraal waarin het binnen één bouwwerf is.
    Felicitaties klinken luid, de knuffels zijn extreem hartelijk. 

    Hoor en zie dit pelgrimsvuur op de trappen van het zilverplein.
    Klik gauw op onderstaande link.

    https://youtu.be/KpXuKn1PVzI

    Nu willen we naar het hotel. Wil het maar niet regenen dan hebben we toch een regendouche verdiend en daarna moet ik nog snel mijn slotgedachten bijwerken.
    Om 19 uur willen we in het kapelletje dat zo idyllisch in het park van het hotel staat nog eens samen zijn om een mooie veertiendaagse af te sluiten. Alsof na een zeer gemakkelijke deliberatie de prijzen geschonken worden.

    Ik heb weer het woord, eens te meer. Mijn volgelingen zien duidelijk welk spoor zij moeten volgen. Ze kunnen niet naast mijn pijl.

    Je moet begrijpen, beste lezers, dat ik jullie niet de hele tekst van mijn laudatio kan bezorgen want anders had het niet de minste zin dat die moedige pelgrims al die kilometers liepen, dat ze de pijntjes moesten verdragen en al die dorst moesten lijden. 
    Weet je wat, zorg dat je er de volgende keer bij bent, je beleeft iets buitengewoons. Vraag het maar aan alle deelnemers die deze weg als onvergetelijk in hun hart bewaren.

    Toch een klein fragment:

    “… De camino is een feest van ontmoeting. Een woord dat voor mij in deze groep met hoofdletters moet geschreven worden. Onszelf ontmoeten met onze gaven en gebreken. In een vreemde taal de onbekende wereld van een andere pelgrim ontmoeten. Op die pelgrimsweg de wereld kleiner maken. Elke pelgrim loopt met dezelfde gedachte op die weg van vrede, de weg waarop geen haat of machtswellust bestaat.
    Het is een beetje mijn lijfspreuk geworden, de weg waarop vreemden vrienden worden. Een weg waarop ik ook jullie mocht ontmoeten en waarvoor ik jullie diep dankbaar ben
    … “

    Ook al krijgen mijn pelgrims geen officiële oorkonde van het pelgrimsbureau niettegenstaande hun volgestempelde credential wel dan mag ik hen er een uitreiken in naam van Neos vzw. Samen met de stempels in hun credential is deze oorkonde een blijvende herinnering. (Toch snel een woordje van dank aan Nicole, bestuurslid van Neos Oosterzele, die zo kalligrafisch mooi de namen van mijn pelgrimsvrienden schreef.)

    Zie ze pronken met hun “diploma”. Daar geeft Neos een glas bubbels op. Op Neos! Op ons allemaal! 

    Mijn beste peregrinos y peregrinas, buen camino y hasta luego of kort en bondig tot op een of ander kruispunt van ontmoeting. Het ga jullie verder goed op jullie levenscamino.

    Chris

     

     

    02-10-2019 om 00:00 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 2 en woensdag 3 oktober 2019 Een dagje niksen in Compostela

    Een dagje niksen in Compostela

    De echte tocht is voorbij. We zijn donderdag 19 september vertrokken ergens in Vlaanderen en we zijn gisteren, dinsdag 1 oktober na 11 etappes in Santiago de Compostela aangekomen. We hebben Santiago, het beeld van de heilige apostel Jacobus omhelsd, we hebben elkaar een warme omhelzing kunnen geven en we zijn allen geëerd met een oorkonde.
    We houden vooral een onvergetelijke herinnering aan deze tocht over net zoals al die andere Neospelgrims die ons voor gingen.

    Vandaag is een dag die snel beschreven is. Onze pelgrims willen iets meer zien en vernemen over deze internationale pelgrimsstad. Maar daarvoor moeten we eerst nog verhuizen naar een ander hotel. Vannacht gaan we een ster meer, gaan we 5 sterren zien fonkelen aan ons NH-hotelfirmament.

    Zij volgen mijn spoor. Niet moeilijk, ik heb mijn T-shirt met de gele pijl erop. Op het Obradoiro plein is het een drukte van jewelste. Ik laat hen een tekst horen van Luc Sels, rector van de KULeuven. Een inspiratie die hij schreef toen hij op professor Swinnen wachtte die als eerbetoon voor zijn zoon vanuit Leuven 2 marathons per dag liep, 2400 km in 32 dagen.

    Deze tekst omschrijft schitterend de ziel van dit geweldige plein:

    “Op 22 september 2017 was ik in Compostela. Voor het eerst.
    Ik nam er bij aankomst enkele uurtjes de tijd om te kijken, te beleven, te bewonderen.
    Een na een en soms in groepjes kwamen de pelgrims aan op het plein van de kathedraal, de Praza do Obradoiro.
    Veelal overmand door emoties. 
    Sommigen gingen even op het plein zitten om die intense beleving te laten inwerken. Hier en daar vielen pelgrims elkaar in de armen. Zij moesten elkaar ongetwijfeld onderweg al tegengekomen zijn.
    In het gezoem op het plein ontwaarde ik vele talen.
    Dat plein in Compostela is een plaats waar paspoorten en nationaliteiten van geen tel zijn.
    Het is een plaats die aantrekt en verbindt.
    Een plaats waar elke pelgrim een verhaal meebrengt.
    Een verhaal van doelen en beloften.
    Vaak ook een verhaal van diep verdriet en persoonlijk lijden.
    Maar altijd een verhaal van hoop.”

    (Getuigenis van Luc Sels,  rector KULeuven)

    Door enge straatjes kan ik een paar typische restaurantjes laten zien, een mooi standingvol en historisch Café Casino. De verschillende pleinen rond de kathedraal hebben wel wat meer inhoud.

    Ik vertelde dat in het timpaan boven de ingangspoort langs de Praza da Patería een halfnaakte overspelige vrouw staat afgebeeld met het afgehakte hoofd van haar minnaar in haar handen. Een alerte pelgrim onder ons was al meteen op zoek naar een overspelige vrouw onder die massa pelgrims. Zou hij het gedurfd hebben om met zijn beroepsverleden als slager de minnaar een kopje kleiner te maken. De rust keerde weer toen ze het prachtig beeld van David zagen die op de harp speelt.

    Om 12 uur is de pelgrimsmis. Niet in de kathedraal zolang de verbouwingswerken doorgaan, wel in de naburige St.-Franciscuskerk. Het is er heel druk, zelfs zonder botafumeiro, het reuze wierookvat willen de pelgrims talrijk dankzeggen voor hun geslaagde tocht. Bovendien is er een hele delegatie van de nationale politie aanwezig.
    Ik vind geen stoel. Alle banken zijn bezet. Mijn arme rug zoekt wat zitcomfort. Aan een biechtstoel staat een stoel zo uitnodigend naar mij te lonken. Er zit geen biechteling op. Ik neem hem stilletjes weg en schuif hem wat van het biechtvenstertje weg. Ik zit gemakkelijk. Komt, echt waar, na enige tijd een dame naar mij. Zij wil mij haar zondig leven helemaal uit doeken doen. Je zult wel verstaan dat ik omwille van het biechtgeheim niets uit die biecht mag verklappen. Ik zal het ook niet doen, ik snapte er trouwens geen sikkepit van. Maar ik zat zeer comfortabel. Zou ik dat moeten biechten?

    Na de mis kuier ik wat rond. Ik zie veel bekende pelgrims die de pelgrimsstaf gewisseld hebben voor een gastronomisch terrasje, ik zie winkelende dames met winkeltasjes, anders gevuld dan de rugzak van de voorbije dagen. 

    HET FONSECAHUIS WAAR THANS DE FACULTEIT FARMACIE ONDERGEBRACHT IS;

    DE PATIO IN HET PARADORHOTEL DE LOS REYES CATÓLICOS

    Ik zag een dame op een terras die het geratel van een Spaanse meidengroep iets te storend vond. Gedistingeerd neemt ze haar spullen op en schuift ze een paar tafeltjes verder. Het bestelde gerecht komt eraan en zij vindt geen bestek. Men brengt haar met veel tact het nodige. Ja, je vraagt je nu waarschijnlijk af, en dan? 
    Juist, een alledaags fait divers. Waarmee moet een journalist zoal zijn tijd invullen en ook zijn schrijfblad. Een schilder tekent toch ook iets doodgewoons, hoeveel nietszeggende foto’s worden er genomen. Dus ik zag een stil spelletje dat mij boeide.

    Nu wil ik een laatste maal een wegwijzer zijn naar het hotel. De stipte groep laat mij niet wachten. Allerlei leuke verhalen, elk het zijne.

    In het hotel lukt het moeilijk om een pacharán besteld te krijgen. Misschien mijn laatste op deze reis. Ik verdien hem, ik heb nog hard gewerkt om de impressies van onze aankomst in Compostela levendig te omschrijven.

    Ik sluit aan bij die geweldige groep pelgrims voor het laatste avondmaal. Niet dat van Leonardo da Vinci maar het laatste avondmaal van 31 Neospelgrims die alle met de neus in dezelfde richting het spoor volgden die ik voor hen mocht uittekenen.
    Een laatste avondmaal waar geen Judas aanwezig is.

    Nog eens klinken met het glas. 
    Stilte a.u.b. Een van de zingende zusjes neemt het woord, het is een spontaan dankwoord, een woord dat uit het hart komt. 
    “Dank Chris, dank Mathias, dank Pier…” Een aandenken dat gekoesterd wordt. De kus die ik haar geef is een symbolische kus aan iedereen.
    En uiteraard onze pelgrimshymne. “Ultreya e suseya…” Neen, die melodie verdwijnt nooit meer uit jullie memorie.

    Kippenrolletje op een gelei van spinazie, zeebaars op puree met een getomateerde saus en een chocolade dessert.

    Wat een gegiechel. Je moet nu wat horen. De bewuste dame die een tafel verder opschoof en een couvert vroeg, vindt de zoek gewaande couvert toch wel in haar handtas. Wat nu? 
    Grote over en weer discussie met haar hartsvriendin. 
    - Dat moet teruggebracht worden!
    - Neen, ik vind mijn weg niet in het donker…
    En zo ging het nog wat voort tot ik met mijn recente ervaring als biechtvader vergiffenis schonk aan de lieve zondares. Zij heeft die daad niet wetens willens gepleegd, het was gewoon een zeer kort moment van zinsverbijstering. Ga in vrede mijn lieve pelgrim en met dit couvert in je nabijheid zal je nooit nog die unieke pelgrimstocht vergeten.

    Het geweten van de zondares moet de voorbije 5-sterrennacht zwaar gewogen hebben. Als dat gewicht ook nog eens bij dat van haar valies moet geteld worden zal ze in de luchthaven zeker een extra nota krijgen.
    Doch zij kan haar gewetensbezwaard verhaal kwijt bij twee barmhartige zielen.
    Zij gaan in versnelde pas naar het oord waar de zondeval gebeurde. De twee maagdekes (niet letterlijk op te nemen, dit is gewoon een dichterlijke omschrijving) bekennen de ontvreemding en samen zingen zij “Ultreya e suseia, Deus adjuva nos…” God heeft geholpen en het hen vergeven. Dat hadden ze in Compostela nog nooit meegemaakt.
    Onze vertrekdag werd een wonder van barmhartigheid.

    Mogen wij ook op onze verdere levenscamino vooruitgeholpen worden met de hulp van God met zijn liefde en uitgesproken barhartigheid voor zijn pelgrims.

    Mucha gracias mis amigos y amigas!

    Dit blog is opgedragen aan pelgrims die dankzij Neos vrienden werden op die wondere weg.
    Dank aan de hoofdrolspelers van deze blog.
    Dank! Johan, Carlos, Jean-Pierre, Karine, Annie, Eleane, Stefaan, Mieke, Raf, Lieve, Lyd, Jacqueline, Vroni, Viviane, Doris, Sabine, Wim, Grete, Nest, Christa, Marc, Monique, Nicole, Anne, Marleen, Kristien, Hedwig, Yo, Myriam, Pier.

    Jullie medepelgrim, Chris

     

    03-10-2019 om 12:58 geschreven door Peregrino Chris

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!