Oliebollen bakken, 1966. |
Een andere theorie gaat uit van een oude vastenperiode. In de Middeleeuwen vastten de mensen tussen Sint Maarten (11 november) en Kerstmis. Ze deden dit onder andere om de voorraad te sparen die ze voor de lange winter hadden aangelegd. Na afloop van die periode werd vervolgens gefeest, gedronken en gegeten. Oliekoeken waren een belangrijk onderdeel van dat feest, gemaakt van houdbare ingrediënten, rijk aan vet en calorieën en daardoor goede brandstof tegen de winterkou. Maar misschien bestaat er ook een verband met een laatmiddeleeuws gebruik om de armen rond oud en nieuw op een plat wafeltje of oliekoek te trakteren.
Oliebollen bakken op straat, ca. 1890. |
Pas in de negentiende eeuw kreeg de oliekoek de status van dé lekkernij van oud en nieuw. Wanneer en waarom de oliekoek precies oliebol werd, is onduidelijk. Het had te maken met andere ingrediënten en technieken (zoals frituren), waardoor bakkers luchtiger konden bakken. Pas in de twintigste eeuw verdween de naam oliekoek. De oliebol is daarentegen nooit meer weggegaan.
Het eerste recept
In een kookboek uit 1667, de Verstandige Kock, staat het eerste recept voor een oliebol beschreven. Dit kun je eigenlijk meer een oliekoek noemen, want hij was toen nog plat. Verder, qua ingrediënten enzo, is het duidelijk een voorganger van wat wij tegenwoordig een oliebol nn.