Lied Voor Een Kind Dat Bang Is In Het Donker Composer(s): Boudewijn de Groot - Lennaert H. Nijgh Performer(s): Boudewijn de Groot
Binnen lig ik in m'n bed Met gedachten aan daarbuiten Waar kabouters vrolijk fluiten Want die hebben altijd pret
Binnen in m'n warme hol Hoor ik m'n gedachten lopen Die tevoorschijn zijn gekropen En ik voel me boordevol
Vol verwarring en plezier Om de kou en ach, daar buiten Klamme handjes op de ruiten Van het een of and're dier
Vast een soort van chimpansee Zal ik hem eens binnen laten Nee, in God'snaam, laat maar praten 'k Zit genoeg in de puree
Lekker is het hier in bed 'k Heb m'n allermooiste dromen Nu vanavond laten komen En de wekker afgezet
Maar des nachts om twaalf uur Komt een kerel van de zolder Met een grote zak vol kolder En een fles vol apezuur
Daarvan ben ik toch wel bang Maar gelukkig gaan m'n kleren Dan elkaar weer mores leren En ze rennen door de gang
En ik hoor de hoge hoed Op de kapstok zonder klagen Want alleen om hem te plagen Doen ze hem vol suikergoed
Maar ik voel me wat alleen En een meisje komt me kussen Wel wat lastig ondertussen Al die vlinders om me heen
Maar nu heb ik dan m'n schat Lekker in m'n warme bedje Lekker dier, vooruit, wat let je Heb je al een zoen gehad
Leiden is nog steeds een last Maar dat kan me niet veel schelen Want de maan, die ronde gele Houdt de hemel toch wel vast
Maar helaas, de goeie fles Waaruit ik m'n zoete dromen Glanzend in m'n glas zag stromen Is nu leeg, een harde les
En die fles is tot mijn spijt Middelpunt van heel m'n leven Met de wekker op half zeven Zak ik door een eeuwigheid
O, het leven is een last Met het werk van zeven weken Onberoerd en onbekeken Doelloos liggend in de kast
O, wat heb ik reuze spijt Niets dan tranen is het leven En ik zucht met Van 't Reve "'t Is weer niks als narigheid"
Narrig snurkend in m'n slaap Lig ik hier tot kwart voor achten Op de dageraad te wachten Morgen sta ik weer voor aap
|