Was ik nog maar een kind dat het leven een uitdaging vindt dat bij pijn gerust mag huilen bij angst achter moeders rok kan schuilen en dat bij kinderverdriet na een snoepje alles weer rooskleurig ziet dat nooit hoeft te zorgen voor de dag van morgen.
Maar nu ik volwassen ben en alleen maar verdriet ken door de grote liefde wordt verlaten heeft niemand in de gaten dat ik het liefst de hele dag zou huilen en niet meer achter moeders rokken kan schuilen Nu wordt er van je verwacht dat je dit draagt met moed en kracht wat doet het ontzettend pijn om volwassen te zijn.
Mensen zijn hard voor elkaar Ik wil gewoon leven zonder bezwaar. Hoor de kritiek van alle kanten het gefluister om je heen plotseling laat iedereen je alleen Waarom?
Dat is de vraag maar waar is het antwoord? Ik ben nu net een ballerina op een koord en bang dat ik val in de diepe put eenzaamheid.
Over haar heen gebogen haar hoofd in de holte van mijn arm. Geborgen als een kind. de wangen koorts-rood de ogen onzeker herkent ze mij? Al lange tijd niet meer Maar haar ogen lichten op als ze me ziet niet nu Haar lippen tuiten zich aan de beker. Ik geef haar te drinken geduld geduld Mijn moesje Ik ben haar kind Zij is mijn moeder Ben ik mijn moeders moeder? Ja
Het is niet makkelijk he mam? Die lange dagen. Dat er maar iemand bij je kwam om jou nog iets te vragen. toen pappa stierf was er voor jou zo heel veel leegte om je heen En langzaam vele jaren lang. Was jij het die steeds meer verdween Wij deden allemaal ons best maar kunnen jou niet geven. dat was pappa voor je was Een doel om voor te leven.
De band met je moeder is onverbrekelijk je zelf helemaal losmaken is onmogelijk. De navelstreng is door geknipt maar alleen lichamelijk Kind uit een vrouw is een met zijn moeder toch uniek als persoon Gedragen worden Geboren uit is altijd vast zitten aan.
Zorgende handen een hart dat voor je klopt ogen die begrijpen een uiting van liefde de zon gaat schijnen Ik word warm van binnen Ik denk aan mijn moeder wie anders?
Hoe kon je leven in en land bestuurd door de bezetters hand Gedreun van laarzen door de straten en je heel voorzichtig was met praten En al het voedsel op de bon Veel wat je niet meer kopen kon Ach het is alweer zo lang geleden maar o, wat waren we toch blij voor die bevrijding op de 5e mei.
Als je over de zestig bent dan heb je al heel wat meegemaakt Je jeugd was oorlog Je huwelijk een moet Je was in die jaren nog niet je dat geen tijd om na te denken niet opgewassen tegen het leven Jaren was je alleen je was pas achtien jaren Geen geld om van de leven je man was verdwenen je familie, je wist niet waar ze waren Ik kon hewt niet begrijpen dat ik dat was Ik voelde mij zo verlaten Ik heb jaren nodig gehad om te begrijpen dat ook dit oorlog was.
Vieze vinger afdrukken op een glazen tafel plaat geen stoel of kruk die nog op z,n eigen plekje staat een vloerkleed dat ligt te smullen van de kruimels cake zo gaat dat iedere dag, elke week maar geen oma die daar iets om geeft En als de deur achter het kroost dicht valt denkt ze Hier word vandaag geleefd.
Jij bent niet uit mijn buik gekomen jij kwam uit een heel ver land Maar desondanks mijn kind is er de moederband Je bent een stukje van mezelf precies zo als mijn eigen En dat snappen alleen maar zij die zelf een adoptie kindje krijgen.
Je kan soms zo,n heimwee hebben naar mensen die er niet meer zijn. Mijn pappa,schoonmoeder,opa,oma,zwager De tijden ze keren niet weder want dan waren jullie er nog. Je wilt alles wel houden maar je weet niet hoe Zo is nu eenmaal het leven Overal en nergens naar toe En als ik moe gestreden bent en ik ziet het niet meer zitten Ik heb zoveel en toch weer niets Maar ik heb nog steeds mijn raampje het leidt naar de hemel toe De zon en de maan en de sterren en mijn lievelingsboom geplaatst door mijn zoon Nu is hij groot, net als die boom.
Pas geboren oogkes knipperen tegen het licht Het is nog wat te fel zachtjes aan ze dicht Pas geboren handjes zoeken om zich heen zoeken iets vertrouwd maar vinden er nog geen.
Klein kleuterkindje duimpje in de mond zoekt mamma,s hand als het de klas in komt De oogjes zijn afwachtend zoeken om zich heen maar vinden er nog geen
De grote maatschappij is het die op ze wacht Velen zullen bereiken wat ze hadden verwacht Anderen proberen hun leven op te bouwen maar missen een belangrijk ding een beetje zelf vertrouwen.
Diepe rimpels tekenen zijn gezicht zijn rode haren zijn dun zijn mond vormt een glimlach Hij was gelukkig zijn leven nog niet vervult Ik droom graag over mijn vader Maar waarom moest uitgerekend hij een goed mens sterven. Misschien was hij wel te goed voor deze wereld en staat hij nu naast god met rimpels en grijze haren Dan weet ik dat hij me ziet dan voel ik zijn kracht zijn liefde Dan moet ik niet langer verdrietig zijn want dan weet ik dat hij me altijd beschermen zal.
Stilte in mij Harde disco dreunen om me heen. Eenzaamheid in mij mensen om mij heen. Een ontzichtbare muur scheidt me van de menigte van het plezier. De man naast me houdt van me hij buigt zich naar mij toe en geeft me een zoen. Ik glimlach naar hem maar mijn hart huilt. Ik steek een sigaret aan en in haleer diep. Drink een slok van mijn glas adem rustig en ontspannen. Pogingen zonder resultaat. Tranen dringen achter mijn oogleden. Ik bevind me in een situatie waarin ik tevreden zou moeten zijn. Doch de leegte in mijn hart bezorgt me rillingen. De kracht van mijn ontervredenheid is te sterk. Ik kan ze niet onderdrukken ik vlucht weg , laat alles achter en ga verder op zoek naar mezelf, naar haar die ik nooit zal zijn. Mijn spookbeeld De perfecte ik De gelukkige ik.
Een pijpenrekje aan de muur dat is waar ik naar tuur In gedachten loop ik door is het jouw stem die ik hoor? Ogen, stralend blauw Pap.s,, alles herinnerd aan jou.