Ik houd jou hoofd voor mijn gezicht onder je sterke kin mijn hand. Ik doe m,n ogen even dicht en ben met jou in dromenland. De jongen heeft jouw ogen,blauw het haar is blond,de wangen strak Zijn lichaam, was dat ooit van jou? Was jij dat in dat zondagspak.
Ik voel je armen zacht en sterk mij door jouw leven leiden Ik zie de lijnen op je wang de jaren die ons scheiden Ik houd van je maar ben ook bang.
Laat er een hemel op deze aarde zijn Je zit te wachten Je weet niet waarop Want je liefste mensen zijn verdwenen. Je denkt dat is het einde Je kan het niet meer aan. Je denkt zoveel dingen die voorbij gaan. Het hoeft niet meer Ik ben moe van het denken Van alles wat er is gebeurd De wereld, het lijkt wel het einde Zo,n haat en nijd overal Wat mensen elkaar aandoen. Niet te geloven, er is maar een god En die zit in je zelf Mensen, hou toch op met vechten heb u naaste lief gelijk u zelf. Er moet toch een leven bestaan Waar je altijd blij kunt zijn Een leven van vrede,van liefde en geluk Ik wil eindeloos dwalen in een eindeloze tijd Mensen van deze aarde heb elkaar lief wat maakt het uit of je bruin of wit bent begin nu bij jezelf Want liefde is god eens sta je ervoor En geloof mij,dan is er niemand die een kleur heeft want dan zijn we allemaal gelijk.
De trap is onbegaanbaar door de neergesmeten tassen Ik struikel constant in de gang over de gevallen jassen Mijn kinder,en zijn voor korte tijd weer heerlijk thuis gekomen En al mijn spulletjes in huis zijn in bezit genomen. De vidio en de t,v zij maken overuren En ook mijn nieuwe magnatron krijgt heel wat te verduren Vandaag is alles weer normaal maar ik zit al te dromen Nog zoveel weken duurt het voor ze weer komen.
Als een concon streek jij neer op de zilte golven van mijn bestaan ik was vergeten dat ook vlinders hun vleugels uit konden slaan zoekend naar een warm nest waarin vrienschap en geborgenheid samen gaan.
Jouw vuille voetbalschoenen hoef ik niet meer af te boenen Jou kleren slingeren niet meer rond het hok is leeg waar eens jouw brommer stond Jouw boeken hoef ik niet meer te kaften en niet meer met het eten op jou te wachten Jouw favorieten:Finkers,Koot en de Bie Het doet zo,n pijn als ik ze zie ons huis is zo stil Jij bent er niet meer Maar eens mijn zoon dan zie ik je weer.
In gedachten loop ik over een brug op weg naar de overkant Mijn toekomst dat is de andere kant en nu sta ik nog hier starend naar het water maar in mijn gedachten loop ik over de smalle brug en ben ik op weg naar later.
Lief kind wat lig je stil voor het eerst zie ik je nu in een waas van tranen Negen maanden heb ik gewacht tot ik je dood ter wereld bracht
Waarom, hoe kon dit gebeuren de dag verliest al zijn kleuren ik aai je handje, o zo klein. Waarom mocht je niet bij ons zijn lles in mij zwijgt en schreeuwt.
Wat deed ik dan verkeerd men neemt jou weg bij mij toch zul je altijd bij me zijn Ik mag je zelfs geen naam geven waarom mocht jij niet leven.
Een nieuwe dag een tweede kans mijn leven te beginnen Is alles wat ik nu verlang diep in mijn hart van binnen terwijl ik trouw mijn glas hef en mijn spiegelbeeld toewens: dat je maar oud mag worden als een gezond tevreden mens.
Ondanks haar handicap zit zij in haar rolstoel mooi te wezen in haar ogen is geen verdriet te lezen haar nagels heeft ze rood gelakt schoentjes slank en hoog gehakt de zon beschijnt haar mooi gezicht over haar handicap valt licht.
Mijn liefde is gevlogen heel zachtjes uitgeblust geen hand meer op de mijne geen mond meer die mij kust geen lachje uit de verte geen hand meer door mijn haar en niet meer samen zitten en kijken naar elkaar Er vallen nu geen woorden en ook geen ergernis en ik weet uit ervaring hoe eenzaam,eenzaam is.
Kinderen spelend in de ondergaande zon Samen opgaand in een moment van plezier schrille stemmen weerkaatsen het avondlicht Glimende gezichten zoeken bevestiging van hun eige kunnen Huppelend geven voetjes emoties weer Stralende ogen vertellen alle geheimen Zo vol zelf vertrouwen genieten van de gegeven dag Dromen over later stoer gedrag, trotserend alle angsten Kinderlijk spel in een Joegoslavische hel.
Straks mag je mee Je past precies in de palm van mijn hand Je oogjes zijn nog maar net open maar als ik je zes dagen later bezoek kan je heel parmantig al lopen straks mag je mee alles staat al klaar het word natuurlijk een hondsgoed jaar.
De liefste man ben jij voor mij De liefste die er is toen ik aan jou mijn hart verloor sloeg ik de plank niet mis Ik hou van je ogen ik hou van je haar van ,t kuiltje in je kin maar ,t is ook om je warme hart dat ik je zo bemin.
Daar ben je dan mijn meisje net 2 uurtjes oud Je knipperd en dan kijk je me aan recht naar binnen Begroeting van een oma Een traan van trots drupt op mijn hand Je oma Diny
Soms,heel even ben ik vleugellam achter gebleven alleen maar stam ontdaan van blad de takken kaal alleen,zodat ik in mezelf verdwaal zonder bezwaren zonder teugels jullie waren de wind onder mijn vleugels
Weer is ,t zover de jongste nu trekt in zijn eigen huis Leeg staart zijn kamer me nu aan ,K voel me er niet meer thuis Zijn audio,gitaar,t.v natuurlijk nam hij alles mee Alleen die vlek achter zijn bed blijft als symbool daar neergezet want moe liet hij zijn hoofd vaak rusten niet op, maar achter het beddekussen.