Als een klein meisje vrolijk en blij zie ik je op je paardje in de wei tussen de lentebloemen en de bijtjes die zoemen Je lange blonde haar in de wind jij ontzettend gelukkig kind! Dat je hier bent geboren oorlog jou niet komt verstoren jouw bordje dagelijks is gevuld je niet in lorren bent gehuld Ik hoop je een ding mee te geven: eerbied voor het leven.
Ik ben in het hersttij van mijn leven bewoon onbezorgd alleen een flat maar als het daglicht is verdwenen klamp ik me vast aan zijn portret.
Hij kijkt naar mij met vriendelijke ogen alsof hij wil zeggen: ik hou de wacht en als je huilt zal ik je tranen drogen geef je maar rustig over aan de nacht
Het beeld van hem is aan het vervagen mijn flat is nu een groot donker huis en ik dreumes,bang vol onbehagev die,, pappa ,, roept maar er is niemand thuis.
Als in een droom zie ik het strand langs de eindeloze zee in het zand en dubbelspoor ,het spoor van mijn leven en de voetstappen van de heer die in steeds wisselende situarties dicht bij me is
Tot het begin van die donkere tijd toen mijn wereld scheen in te storten toen bleef er slechts een spoor over
Heer waar was u? toen ik u zo nodig had? waarom liet u mij in de steek?
Kijk eens goed die voetstappen zijn de jouwe niet in de moeilijke tijden was ik het die jou droeg.
Ik vond je zo leuk en lief ook al was je en hartedief Ik wilde jou hart stelen maar moest je met velen delen.
Met mooie ,leuke,slimme meiden mijn liefde begon eronder te lijden toen heb ik een grote stap gedaan en ben ik naar je toe gegaan.
We dronken thee en wijn het was leuk om samen te zijn ik heb je alles verteld de volgende dag heb je me gebeld
Je voede hetzelfde voor mij wat was ik verliefd en blij jij voelde het al zolang ook jij was te bang Wij horen bij elkaar al zoveel jaar nooit wil ik je kwijt nee van die stap heb ik geen spijt.
Niet altijd sta je er voor open als alles mis lijkt te lopen word er op je vermogen teveel beroep gedaan zonder tijd om er bij stil te staan als ook je reserves zijn opgebruikt dan is er toch weer een begin zoals ,t leven in de natuur ontluikt de kracht en moed van al dat nieuwe leven doet ook mij energie geven net als die jonge sprietjes straks weer zullen bloeien zal ook mijn levenslust groeien ik wil me met hun meten de lente welkom heten.
Mijn klein astronautje wil zo graag naar de maan Blijf jij maar met beide beentjes op aarde staan want met een rugzak vol met liefde en een tas met levensmoed is wat ik jou wil geven dan heb je ,t op aarde goed.
Voor dat de nacht een zachte sluier over mijn gedachten weeft herleef ik de dag even voor mijn geest Ik denk aan wat er is geweest aan wat ik heb gedaan en wat ik achterwege liet Er komt een streep onder wat ik deze dag niet allemaal begreep O, milde nacht neem weg de zorgen bereid ons voor op morgen.
Liefde kun je niet verdelen in liefde zus of liefde zo Zij kent geen randen en geen standen Zij kent geen level geen niveau Zij is geen loterij geen spel Je kunt haar niet organiseren Zij is er niet of is er wel
Nooit meer, met z,n tweeen op reis. Nooit meer, brengt hij je van de wijs Nooit meer wandelen met elkaar Nooit meer, zijn handen door je haar. Nooit meer, alles samen doen. Nooit meer ,een spontane zoen. Nooit meer"schat, ik hou van jou Nooit meer'je bent de liefste vrouw Nooit meer,z.n armen om je heen Na drieendertig jaar samen opeens alleen
Ik denk tevrre aan de vakantie,s daar aan zee met het schepje in het zand lopend aan vaders hand zo zorgeloos en klein wat was die tijd toch fijn kon ik nog maar heel even weer die kindertijd beleven!
12 jaar ,n kind gaat spelend door het leven totdat,,,,,, ineens die rot oorlog begint met mensen die eerst samen leefden naast elkaar zoals het hoort Gewoon als buren samen streefden naar ,n wereld van delen met elkaar En nu,zomer samen vechten Ik snap het niet dat is toch raar? Vriendjes had ik,samen lachen samen spelen,vriendjes en nu. Nu zijn ze dood zomaar ineens En ik, ik ben geen kind meer zomaar ineens ben ik groot maar zo volwassen worden en groot zijn dat is toch echt niet fijn want ik ,ik wou nog klein zijn nog spelen met nina met edin maar die zijn dood en ik,ik moet flink zijn want nu ben ik groot en toch We moeten verder in deze wereld met nu vandaag een beetje geluk want we hebben een kachel die andere was stuk geluk met de resten van haat en nijd ,n kachel veel ben ik kwijt maar we leven we zijn er nog wel.
Twee armen om je heen een fluisterstem Twee armen om je heen een kind dragen van hem Hartstocht,warmte,tederheid ook intens verdriet Twee armen om je heen een fluisterstem
Ook al heeft hij maar een paar uurtjes vrij vrolijk en blij gaat hij met zijn slijptol,stofmasker en veiligheidsbril het keukenraam voorbij. Iedere ochtend vroeg sluipt hij uit ons oude huis en soms herken je hem niet meer van het vele gruis Voor hem is niets te veel wat ben ik blij dat ik mijn leven met hem deel.
Houden van? Vertrouwen dan? nemen en geven in elkaars leven Een ruggesteun voor de ander zijn Weten te waarderen te respecteren Zonder gestoor een luisterend oor Dat is ons geheim van 33 jaar samen zijn.
De zomer was lang,de avonden zwoel Ik zat ik mijn tuintje en had het gevoel dat alles om mij heen stond te dromen Ik zweefde weg en liet de loomheid over mij komen een klein briesje bracht me terug in de tijd Ik zag een jonge man zo,n type,daar klopt elk jong meisjes hart sneller van! Oh wonder hij werd mijn vriendje voor ,t leven Ik veerde overeind, het tuinhek viel dicht,wacht eens even! Zag ik eerst een knul met zwarte haren jong en onwijs? Nu zag ik een man,wat buikig en behoorlijk grijs. Doch zijn ogen herkende ik die waren hetzelfde gebleven Hij keek me aan nog steeds is het er en heel even flitsen er dertig jaren langs me geen en ik voelde me blij Nog zijn er die vonkjes deze man is van mij.