Ze kusten en kusten en alles rondom dat loste zich op in een stralende blom van goud en briljanten van zilver en vuur zij kusten en kusten al meer dan ,n uur
De spoor wegen staakten de moordenaars moorden de dijken die braken maar allebij hoorden ze niets dan de liefde die zong om hen heen en ,t was de aarde rondhom hen die verdween
,t was enkel maar hemel en zalig en zoer zij kusten en kusten en zo was het goed.
Geef iets blij,s , iets moois, iets wijs geef iets wits , og geef iets blauws geef iets langzaams, of iets grauws geef iets truiigs, of iets fris als het maar van harte is fruit of wijn of iets met veertjes goudvissen of knuffelbeertjes geen ,n kus aaan , n imorte qui of een enceclopedie iets gewoons iets eerste rangs geef iets korts of geef iets langs iets wat geurt iets zuurs iets sappigs iets wat kleurt iets duurs iets grappigs iets met stippels iets met ruitjes of iets op z,n boere fluitjes geef iets pops of iets wals of iets goud voor om de hals of tompoezen in een doos ,n parfumpie of een roos geef iets waterigs of wijmerigs maar hoe dan ook iets valentijnerigs
Je hand was uit mijn hand gegleden Je oog verliet heel plots een traan Je blik werd verte en leeg Verte waar mijn verdriet je niet meer beroeren kon waar mijn roepen echo van witte vlaktes werd koud
Zou zit ik nog steeds naast jou sinds je hand uit de mijne gleed.
Achter de ondergaande zon schuilt de avond die zich nestelt in de nacht Dagdromen zinken in een schaduw van mijn netvlies Maanzilver weerkaatst mijn herinneringen De ochtend nevel wacht.
Hoe zal het later in de toekomst zijn als ik niet meer kan wat ik nu kan doen Wie weet doe dat heel veel pijn ach, ik zal er maar gewoon op wachten zo waren mijn gedachten.
Zo waren mijn gedachten toen Nu even later, is het later ik wil nog veel en ook nog graag De pijn valt mee want ik weet nu dat er meer tijd en rust is in mijn leven zo dacht ik nu, zo even Zo dacht ik nu....... Vandaag
Ik mis een klein meisje met kuiltjes in haar kin met dikke, blote beentjes knuistjes , met koek erin.
Bolle , rode wangen moe van al dat buiten met pleisters op haar kin veel schrammen op haar kuiten.
Dat brabbelen en giechelen dat samen aan de koffie dat slepen met arme poes en zeuren om een toffee. Dat meisje is er nu niet meer schrik niet, ze is niet weg dat meisje is nu groot, op school! heb ik even pech