De dood grijpt in , in het leven haalt de mensen bij ons weg om wie we het meeste geven Het geeft ons vreselijke pijn laat ons achter in wanhoop omdat ze er niet meer zjn
Soms komt de dood als een vriend maar toch blijf je denken waarin hebben we dit verdient? Waarom de mensen van wie ik hou? Waarom mijn vader Waarom die lieve man Hij die nog zo graag wilde leven maar door ziekte en pijn kon dat niet meer tewijl hij deze kille wereld nog zoveel liefde kon geven.
Ik had hem zo graag beter leren kennen maar de dod gaf mij geen kans en daar zal ik aan moeten wennen.
Want de dood grijpt in , in het leven haalde mijn vader bij me weg waar niet alleen ik maar ook mijn kinderen die nog steeds om hem geven je dochter Diny je schoonzoon giel Je kleinkinderen: Maik en mona Nancy en Roel Debby en Marc en je achterkleinkinderen: Kim-Tijn-Didi
Nog heel even zul jij mogen leven Nog een maand of nog slechts een half jaar Dan sta ik bij je graf en denk aan de liefde die jij gaf Ik hoop niet dat je mijn verdriet ziet want ik wil je deze laatste tijd de tijd voor de eeuwigheid nog mijn liefde geven nog heel even.
Als ik morgen dood ga Vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield Vertel het aan de wind Vertel het aan iedereen Die het begrijpen kan Vertel het aan een vrouw Vertel het aan een man Vertel het aan mijn kinderen Vertel het aan de dieren Vertel het aan het gras Vertel het aan de bloemen Vertel dat onze liefde echt was Dat onze liefde echt bestond Dat de liefde ons verbond
Als ik morgen dood ga Treur dan niet om mij Huil geen bittere tranen Maar denk met liefde aan mij
Als ik orgen dood ga Vertel dan aan de vlinders Hoeveel ik om je gaf Vertel het aan de vogels Vertel het aan mijn graf
Maar als ik morgen blijf leven Vertel ik het aan jou Vertel ik heel de wereld Hoeveel ik van je hou.
Waarom ziet niemand mijn wanhoop Waarom ziet niemand mijn smart Ben ik dan alleen op de wereld Of zijn er nog meer met een hart.
Een hart met vertrouwen Een glimlach, een groet Waarom ben ik steeds degene Die zo iemand nooit eens ontmoet
Ik kijk om me heen en wat zie ik Een maatschappij zo vol geweld Ik wil gillen,, Wees lief voor elkander, Hoe is het met ons toch gesteld
Een werelde van wapens, egoisme en afgunst maar praten dat is men verleerd Het helpen van anderen, het luisteren Men denkt toch gauw , het is verkeerd.
Je komt op een keerpunt in het leven Je twijfelt aan de zin van het bestaan Alleen als je dan iemand vindt die je helpt Dan kun je het leven weer aan.
Soms vraag ik me af , ben ik ziek soms Verward of misschien abnormaal Ik kan allleen leven met inhoud Ik geef toch een duidelijk signaal
Als iemand toch zoekt naar wat liefde Wat tederheid en een hartelijk gebaar Waarom word je dan niet begrepen Valt dat dan de mensen zo zwaar
Waarom moet je een ander verdriet doen Verzacht toch die wanhoop en pijn Dan zal die ander ook zorgen Dat jou bestaan niet hopeloos zal zijn
En als je probeert om te geven In plaats van te nemen altijd Dan kun je aan het eind van je leven Steeds zeggen,, Nee ik kende geen spijt.
De klok staat stil De tijd tikt door Soms huil of schreeuw ik En denk ik, waar doe ik het voor?
Waarom ga ik verder-zoals jij? Seizoen na seizoen trekt voorbij Er hangt gen blad meer aan de bomen En ik kom allang niet meer voor, in jouw dromen.
En als je me nog tegenkomt-zonder moeten Geef je me alleen nog uit de verte-stille groeten.
De evenzovele keren dat ik dan bijna huilde Het binnen hield omdat ik wist Ja jongen, dat zijn de kleine dingen, die je zo mist
Geloof me: het is moeilijk nog steeds van jou te houden Maar het is moeilijker om het te negeren Ik heb geleerd met m,n gevoel om te gaan M,n eigen taal te verstaan Je ziet dus, dat ik het begin te leren
Door een nevelige waas aanschouw ik mijn ziel Vind geen moed om de spiegel te schonen Trouwens wie zal zo,n inspanning belonen Littekens achterlatend als sporen van een karrewiel.
Beschutting zoekend sluip ik binnen en kniel Laat mijn ogen dwalen langs de ikonen Leg mijn geweten bloot om het te verschonen Maar besef dan-pijnlijkerdan ooit-wat ik verniel.
Daarna, doelloos dwalend door donkere straten word ik bevangen door een sterk verlangen Om alles uit te praten :alles wat wij vroeger vergaten.
Weet nu zeker, mijn hart zal altijd aan jou hangen Haastig hol ik huiswaarts en vind de deur open gelaten Je vliegt in mijn armen en ik kus de tranen van je wangen