Opeens was ik ziek En dacht aan duizend dingen Toen kwam de pijn Zodat ik niet meer kon zingen Daar was de angst Hoe moet ik het verwerken? Toen kwam de kracht En hoorde ik bij de sterke
Weten en laten weten Vergeten en weer vergeten Peinzen, pikeren over problemen steeds weer verdragen, geven en nemen Denken en nog eens na denken We willen krijgen en moeten schenken Het is fijn iets te kunnen delen Belangrijk anderen te acsepteren zoals ze zijn Zelfrespect doet soms erg veel pijn
Als ze eenmaal zijn geboren wordt niets meer zoals toen Leefde je voorheen voor jezelf nu zul je dat nooit meer kunnen doen Vanaf de eerste aanblok Vanaf de eerste kreet weven jullie levens zich samen hecht aaneen gesmeed Hebben zij verdriet dan kun jij wel huilen En zijn ze ziek dan voel je de pijn Al worden ze ooit tachtig en jij honderd tot de laatste adem zul jij altijd moeder zijn.
Ik mag kijken als jij leeft builen valten naarhet beste streeft Ik mag troosten als jij ruilt je wilde anders en je huilt Ik zou je willen vagen voor je val Maar ik weet er is geen top zonder dal Dus je zit in mijn hart en ik maak me wat zorgen En jij.... Jij denkt alleen maar aan de dag van morgen
Scheiden is een beetje dood gaan afscheid nemen van iemand die altijd naast je heeft gestaan scheiden is de herinnering aan iemand die eens je liefste was en bij je weg ging.
Scheiden is verscheurheid, zielepijn heel alleen vader en moeder zijn scheiding is het pogen staken er nog samen proberen iets goeds van te maken.
Scheiden is een heleboel bidden om kracht Op zoek naar een morgen in een duistere nacht.
Scheiden is weg gaan van iemand die je lichaam streelt maar met woorden diepe wonden slaat in plaats van heelt.
In zijn eerste levensjaren blootgesteld aan veel gevaren weg genomen uit zijn land met pijn voor altijd ingebrand Een jongetje nog zo kwetsbaar en klein dat steeds weer vraagt waar zijn ouders zijn.
Het was vroeg in de morgen en ,t regende zacht Over pleinen en straten lag nog iets van de nacht Maar het dorp ontwaakte kwam langzaam tot leven Op een roep in de verte werd andwoord gegeven Geronk van een vliegtuig dat kwam en verdween Een eenzame fietser op weg,maar waarheen? Plotseling geknars van piepende remmen. Gehui van een hond en mens,lijke stemmen. Dan ineens stilte beklemend,intens En boven die stilte de snik van een mens.
Beloften..... schitterende zeepbellen mooi van vorm prachtig van kleur Als een ketting rijgen ze zich aaneen Dit kan niet meer stuk Maar helaas een zuchtje wind en dan niets meer
De bomen laten van ellende hun bladeren vallen de winterkou is al voelbaar in de stilte van de morgen. We lopen op en bruin tapijt van afgestorven liefde En in de dichte ochtend mist scheiden onze wegen.
Maar bomen laten zich niet kennen als het voorjaar komt zullen knoppen van geluk open springen in de lente zon We lopen door een bloezemtuin de aarde ademt tederheid en zonder het te weten komen onze wegen saam.
Er zijn van die dagen dat alles je lukt Geen lastige vragen Fier, rechtop,niet gebukt De zon schijnt geen regen geen wolk aan de lucht. Het leven is een zegen lange adem,geen zucht. Soms valt het wat tegen je gaat door een dal. Bedenk dan dat na regen de zon schijnen zal.
Mijn ogen turend langs velden, langs wegen Nergens meer en glimp van jou Ogen gevuld met tranen Voorgoed weg uit het heden maar voor altijd in mij verleden
Mijn lief kind Ik zie de chaos in jou de onrust Het maakt je onzeker Maar ik wil je zo graag helen Jou al mijn liefde geven zodat je gelukkiger kunt leven
Jij hebt me toen die avond verkracht jij bent het die ik zo veracht Door jou heb ik nu zoveel pijn En kan ik niet mee mezelf zijn Ik kan niet beschrijven wat ik voel Maar in ieder geval een hele boel huilen kan ik niet meer O, mijn god, wat deed je me zeer. Wat zou ik graag willen huilen En bij iemand willen schuilen
Waarom doet iemand zoiets gemeen? Dan ben je toch echt zo hard als steen Ik heb het gevoel dat ik stukje voor stukje dood ga. En dat ik helemaal alleen sta. Ach het zal voor jou een rotzorg wezen. Want jij hebt immers bewezen Dat je een man bent Nou je was echt een hele vent Jij hebt mij verkracht en dat heb je bewust gedaan Maar mijn hele leven is ervan naar de maan.
Pas als jij gestrafd wordt voor wat jij hebt gedaan ben ik gerust En vind ik mischien weer wat levenslust En tot die tijd staat de klok van mijn leven stil.
Maar dat ze jou te pakken krijgen is het enige wat ik wil Dan mag voor mij het leven verder gaan. Maar tot dan blijft alles stil staan. Want een ding wil ik je nog zeggen En dat hoef ik niet uit te leggen