Jij Jij bent , t nooit vergeten jouw koosnaampje wilde ik weten Met je warme stem lokte je me mee proefde ik je mond,,t zilt der zee. Jij omstuimig,liefhebbend,rijk aan kleuren bedwelmd ,zoals bloemengeuren. Ik dans,lach,bemin voel me vrij ,t zingt in mij Jij houdt van mij
Een snoepje voor de pijn voor als je was gevallen. Als je je neus gestoten had. Maar.. als je groot zult zijn en je bent dan gevallen of je stoot weer je neus Geloof me kleine vent er zal geen snoepje zijn voor deze grote pijn al zou je dit nog zo bevallen
Versleten op je vijftigste zijn dagen die voorbij gaan met pijn Niets meer kunnen,een heleboel Kijk naar buiten in mijn stoel zie de mensen,druk met hun eigen ik ,k ben niet zielig, maar toch,,,,ik slik lopen voor hen is zo gewoon voor mij alleen maar een droom. ,K ben jaloers, missichien laf? daarom schrijf ik het van me af
Lief klein meisje met je bruine oogjes je donkere haartjes als satijn. Onschuldig kindje uit Bogata nog zo ontwetend en zo klein. Uit een ver land ben je gekomen naar Holland met mist en kou. Maar onze liefde zal je warmen want nu al houden wijn van jou. Je moeder kan niet voor je zorgen ze moest je afstaan met veel pijn. Wij echter zijn heel blij en dankbaar dat je nu voorgoed bij ons zal zijn
Of zo,n stoel op wielen ook ,,crossen,, kan vroeg je toen je me tegen kwam. En verder,,Jij bent zielig,, heeft mamma gezegd. Ik mag niet naar je wijzen is me uit gelegd. Wijs jij maar lekker kleine meid als jij met je fietsje het park door rijd. Dan wijs ik naatr jou bij wijze van groet. Laat niemand vertellen dat het anders moet.
Stil en onbewogen staan ze op een prent. Een lijstje er omheen gebogen zo heb ik ze gekend. ,t staat op mijn bureautje en er omheen wat allerlei als een klein cadeautje bij mijn schtijf gerei. Vader,Moeder, zij aan zij kon je nog maar eens uit de foto komen. Maar ik zie jullie slechts allebei alleen maar in mijn dromen.
Nu de zon stilletjes verdwijnt En vaal de zee beschijnt Voel ik aan mijn voetenhet natte zand. En eveneens het ademen van het late strand. Een zeewind blaast een beetje kil Alleeen het ruisen van de zee verder is het stil. Ik voel de eenzaamheid Als ik zie hoe de zon tegen haar verdrinking strijdt.
Zachtjes hoorbaar vallen zij neer ieder op zich , keer op keer Ze vallen zachtjes uit mijn hand in het geruisloos bruine zand De schelpen zijn die van geluk door het zachte zand vallen ze niet stuk Soms denk ik dan: kijk eens aan Als je het geluk zoekt is het al voor je gaan staan.
De tijd staat even stil als je mij verteld dat er voor jou geen hoop meer is. Rondom mijn hart wordt het ijzig stil.
Je bent zo jong het leven hoort toch mooi te zijn Gesprekken die wij samen voeren zijn ondanks toch fijn Ik relativeer Jij laat me zien wat alles waard is en geeft mij wat levensleer.
Geniet ervan al is het nog zo kort want voor dat je weet en uitspreken kan is je werels in gestort
Als je grijs zult zijn, veel later en je huid is diep gegroefd Als je hand dan beeft en gaat er alles fout dat je bedroefd Alshet leven wankelt dagen tot een sleur zijn Als je pijn voelt in niet begrepen vragen zal er een verlangen zijn om slechts aan een naam te denken in je angst, verdriet en pijn die zal liefde en bijstand schenken en die naam zal ,, Mamma,, zijn
Zachtjes doe ik haar kamereur open Voorzichtig naar binnen geslopen. Twee glinsterende ogen kijken me aan Wie kan zoiets moois nu weerstaan? Een blijk van herkenning een lach Ik ben blij dat ik jou moeder zijn mag.
In mijn wereld is geen plaats voor jou In mijn wereld zijn luchten geel en bomen blauw En wegen groen als jade De huizen purper maar de mensen grauw Daarom is er geen plaats voor jou.
Een rimpeltje, een grijze haar zo gaat dat in het leven. Maar waarom zou je door dit feit naar het volmaakte streven Het is gewoon, het hoort erbij Het is een variant op wat je innnerlijk beleefd Bekijk het maar van die kant
Opeens was ik ziek En dacht aan duizend dingen Toen kwam de pijn Zodat ik niet meer kon zingen Daar was de angst Hoe moet ik het verwerken? Toen kwam de kracht En hoorde ik bij de sterke
Weten en laten weten Vergeten en weer vergeten Peinzen, pikeren over problemen steeds weer verdragen, geven en nemen Denken en nog eens na denken We willen krijgen en moeten schenken Het is fijn iets te kunnen delen Belangrijk anderen te acsepteren zoals ze zijn Zelfrespect doet soms erg veel pijn
Als ze eenmaal zijn geboren wordt niets meer zoals toen Leefde je voorheen voor jezelf nu zul je dat nooit meer kunnen doen Vanaf de eerste aanblok Vanaf de eerste kreet weven jullie levens zich samen hecht aaneen gesmeed Hebben zij verdriet dan kun jij wel huilen En zijn ze ziek dan voel je de pijn Al worden ze ooit tachtig en jij honderd tot de laatste adem zul jij altijd moeder zijn.
Ik mag kijken als jij leeft builen valten naarhet beste streeft Ik mag troosten als jij ruilt je wilde anders en je huilt Ik zou je willen vagen voor je val Maar ik weet er is geen top zonder dal Dus je zit in mijn hart en ik maak me wat zorgen En jij.... Jij denkt alleen maar aan de dag van morgen