Hoe warm en teer toch zijn jou haren. Hoe zacht en glad is toch jou huid Hoe lief jou loop en jou gebaren Ik hou het bijna niet meer uit ik zou mijn ogen willen sluiten me zachtjes vlijen in jou schoot mijn liefde aan je willen uiten want mijn genegenheid is groot wie kan mijn zielepijn begrijpen? wie kan er lezen in mijn hart? wie o wie kent mijn verlangens? wie ziet mijn stille, stille smart? Ik kan en mag mijn weg niet von hart die duidelijk aan ik kan en mag geen ander kwetsen die voor mij door het vuur zou gaan Ik mis de liefde in mijn leven de warmte van geborgen zijn iets wat hij mij niet kan geven en dat doet mijn hart zo,n pijn Ik kan hem daarom niet verlaten want dan is hij heel alleen Dus ga ik stil maar gelaten met hem door het leven heen Ik zie het als een opdracht hou mijn gedachten stil voor mij probeer mijn weg toch te vervolgen want eens is alles toch voorbij.
Dag Klein ventje lief en teer Onze liefde voor jou dat doet haast zeer Zoals je nu zit bij ons op schoot met ogen zo blauw en zo groot Je word alweer groter dat is waar. Je bent tenslotte al weer twee jaar De vreugde die je ons nu kunt geven bewaar dat in je, voor je verdere leven Groei op als een blij gelukkig mens Dat is voor jou onze innigste wens
Dag klein meisje lief en teer Onze liefde voor jou dat doet haast zeer Zoals je soms zit bij ons op schoot Met ogen zo blauw en o zo groot Je wordt alweer groter, dat is waar Je bent tenslote al bijna vijf jaar De vreugde die je ons nu kunt geven bewaar dat in je, voor je verdere leven Groei op als een blij gelukkig mens dat is voor jou onze innige wens.
Elke dag denk ik eraan of het wel echt is weg gegaan Even voelen in mijn borst ,hals en nek Misscien zit er weer zo,n rot plek Het is een gezwel dat langzaam door mijn lichaam zal drijven En ik aan niemand het gevoel van kan beschrijven Nu is het gezwel weg gegaan Maar de terug komst daar denk ik nog wel eens aan.
Er zijn mensen die de hoop snel opgeven En denken dat zij niet meer veder kunnen leven Al sta je aan het randje van je leven Je moet altijd jezelf hoop blijven geven In de kantine van het ziekenhuis zag ik het boompje staan Van onder bruin en dor er zaten geen blaadjes meer aan Maar het boompje had de hoop absoluut niet op gegeven Want toen ik omhoog keek zag ik een stukje leven Wat ik daar zag waren een paar blaadjes groen En ik wist meteen,,Het is te doen! Wat je dus nooit op moet geven is de hoop van het leven.
Ergens op de wereld staat een levensboom een sterke boom, de vriendenboom. Eén die niet van zon en regen leeft maar van een beetje tederheid, vriendschap en genegenheid we zijn het langzaamaan vergeten.
"t Is misschien een onvervulde kinderdroom, die boom van mij, de vriendenboom, maar hij zou er moeten wezen. Overal waar mensen samen zijn arm of rijk en groot of klein dat moest de hele wereld weten.
Als je maar oprecht naar die boom wilt zoeken staat hij heel dichtbij, misschien kun je 'm uit je venster zien, maar hij staat nergens in de boeken.
Als je durft te leven zonder angst of schroom, dan groeit hij wel de vriendenboom. En je zult het met me eens zijn: 't allermooiste van de hele schepping is de vriendenboom.