Sinds we in Spanje zijn is het, behalve op de eerste dag, bij de oversteek van de Pyreneeën, redelijk droog gebleven. Maar op zaterdag 16 juni was ons geluk met het weer allemaal opgebruikt. Regen al van bij het vertrek in de vroege morgen. We stijgen een paar honderd meter tot in O' Cebreiro op 1300m en komen daar al helemaal doorweekt toe. Wat spijtig want we hebben zeker geweldige landschappen "gemist door de mist". Ook het Sancta Maria a Real (oudste kerkje van de Camino uit de 9e eeuw) gaat letterlijk de mist in. O'Cebreiro, een van de mooiste dorpjes op de Camino Frances, lopen we als verzopen waterkiekens door, nadat we kort het kerkje hebben bezocht en daarna even een koffie hebben gedronken. Een vergeefse poging was dat om ons wat op te warmen. In het overvolle café van het hotel zaten naast mij een paar Hollanders op leeftijd die met de bus een stukje van de Camino doen. Ik had niet echt veel zin om als verkleumde natte puit wat te vertellen in mijn moedertaal aan die mensen die juist uit hun warme airco-autobus komen gestapt. Kunt ge U dat voorstellen? Maar dan trekken we snel verder en komen aan op de Col de Poio, die ook gelegen is op 1300m hoogte. Er waait een koude wind en het is nog steeds mistig. Daar vinden we een restaurantje met kachel én centrale verwarming die brandt (niet evident in Spanje in juni). Dus we houden daar halt voor de "menu peregrino"van 9€, koffie inclusief, naast een groep wielertoeristen. Wat een welgekomen meevaller. Allen gezellig dicht opeen, wat opwarmen en onze natte spullen zo dicht mogelijk bij de kachel installeren. Na het eten zijn onze kleren wat droger geworden, onze schoenen daarentegen nog niet. Maar het regent niet meer en we stappen vol nieuwe moed bergaf verder richting Triacastela (nog 12 km). Daar komen we pas rond de vijven aan. Eerst passeren we nog wat piepkleine gehuchtjes. We zijn in Castilië aangekomen, de armste provincie van de hele camino en ook van heel Spanje. Ineens, op de smalle holle zandweg ontmoeten we een boer met zijn 20 koeien. We zetten ons voorzichtig, maar heel snel aan de kant, want die beesten stormen vooruit zonder opzij te kijken. En de oude man, met een stokje in de hand, mept er duchtig op los: van de ene koe op de andere, zonder dat dat ook maar enig effect heeft op dat koebeest. Die loopt gewoon verder, op nog geen halve meter van ons. En af en toe valt er een plavei op de grond, natuurlijk ook op het moment dat ze ons passeert.:-( Dit is Spanje, en de Camino Frances op zijn best. Het doet me terugdenken aan dezelfde taferelen in mijn prille jeugd, meer dan 50 jaar geleden, toen ik een jaar of 3-4 was. Ik liep als klein drolleke naast mijn grootvader op de boerderij tussen die voor mij "enorme" koebeesten. Mooie jeugdherinneringen van Nieuwmoer-Kalmthout, die weer opborrelen in de Camino ! Dank U St. Jacques...
Pelgrimsgroeten Mark
|