Toeren met de caravan door Frankrijk en Centraal Spanje
06-06-2015
de heilige Jaoua
Inge en Gerd hebben gisteren met hun Fendt de camping verlaten en zijn nu onderweg naar hun Heimat: Nordrhein-Westfalen.
Het schijnt dat er hier op de camping orchideeën bloeien. Ik ken niets van fauna en nog minder van flora en laat mij dus zeggen dat het orchideeën zijn.
Vandaag ging ik op ontdekkingstocht naar kerkjes, kapelletjes en “eclos paroissales” in de streek van Les Abers. De eerste kapel is de mooiste: in Plouvien. Daar wordt de heilige Jaoua vereerd. Hij ligt er al eeuwen te rusten in zijn sarcofaag. Voor wie de heilige Jaoua niet mocht kennen, het is de patroonheilige van de nederige mannen met onderwerping aan hun echtgenote: mannen die trouw hun loonbriefje of rekeninguittreksels met gezonde vrees laten zien aan vrouwlief, mannen die nauwelijks buiten mogen, mannen die straffe verhalen vertellen aan de toog maar thuis de mond gesnoerd worden, en ik kan zo nog doorgaan. Met de nodige ootmoed en deernis heb ik zitten mediteren tot de laatste tranen over mijn wangen droog werden. Maar misschien is dit verhaal uitsproten uit mijn fantasierijk brein. Misschien is het beter de brave heilige Jaoua in zijn sarcofaag en zijn duister kerkje met aardegestampte vloer voor eeuwig met rust te laten en de aanbiddingen te laten voor wat ze waard zijn. Er is ook nog de grote kerk van Plabennec en het mooie kerkhof van Guissény.
En gisteravond heb ik nog een leuk gespek gehad met een Zwitsere kampeerder uit Basel. Hij is ook modelbouwer en samen hebben het probleem van de eindafschakeling van Märklin wissels uit de C-rails uitvoerig besproken.
Wie hier lang genoeg blijft, begint vele mensen te kennen en vrienden te maken. Zo maken wij, kranige senioren uit Duitsland en Nederland en Vlaanderen onze dagelijkse wandelingen met onze hondjes op het strand. De hondjes stoeien, baden en zwemmen; de bezitters ervan zijn hun vaalbleke huidskleur aan het omwisselen voor een zuiders getaand bruin. Er ontstaan ook vele losse contacten met gesprekken in het Duits, Frans, Nederlands en Engels. Afwassen duurt bij mij dan ook meer dan een half uur. Laatst had ik een gesprek met een kranige Nederlandse senior van 86 jaar. Gisteren had ik hem dan nog een paar uurtjes met plezier geholpen bij het verwisselen van een kapotte caravanband. We hadden heel wat moeten ondernemen om de buitenmaatse wielmoeren los te draaien. De brave Nederlander verontschuldigde zich uitvoerig voor de luidruchtigheid en de ongemakken van sommige Nederlanders van bijna altijd boven de Moerdijk, de “grote wateren”, noemde hij ze. En dan heb je die leuke Duitser uit München, die overal bij is en honderduit vertelt in zijn sappig Beiers. Ik denk dat hij Duracellbatterijen in zijn lijf zitten heeft. Maar vele motorhomebezitters sluiten zich op in hun zwerfwagen en we zien ze bijna nooit. Nauwelijks krijg je een beleefd knikje als begroeting. Het is de moderne kampeervorm van “cocooning”. Anders is het met caravan- en tentbewoners. Zij leven meestal “buiten” en hebben altijd zin en tijd voor een babbel. Er staan hier Duitsers, Engelsen, Ieren, Fransen, Nederlanders, Zwitsers en Belgen. Aan de hand van de nummerplaat weet ik welke taal ik moet gebruiken voor de babbel. Aan de afwas lukt dit trucje niet, maar dan herken ik de herkomst veelal aan het soort afwasmiddel dat de kampeerder gebruikt, alhoewel de Aldi afwasmiddelen in bijna gans West-Europa te verkrijgen zijn.
Ik sta vroeg op en heb deze morgen rond 6 uur wat foto’s genomen. Kijk maar eens hoe de dag in Landéda begint.
Buiten dat het vandaag een bijzonder zonnige dag geweest is, valt er weinig nieuws te vertellen. De hondjes waren aan hun dagelijkse zwempartij toe en Bea volgde een kookcursus Bretoense crêpes. Vorige week was het, zoals elke woendag, ook cursus, maar dan waren het artisjokken. Benieuwd wat er volgende week op het lesprogramma staat.
Langsheen de hele Franse westkust, van Bray-Dunes tot Hendaye, loopt de voetweg GR 34. Hij werd aangelegd ten tijde van de Franse koningen ter bescherming van de staatsgrens tegen de gevaarlijke Engelsen. Het is een staatsweg, een pad, dat onderhouden wordt door de overheid, door wegenwerkers van het departement. Zo worden bermen gesnoeid, hinderlijke bomen geruimd en vernielde stukken hersteld. De GR 34 blijft zo de langste voetweg van Frankrijk over de ganse kustlijn! Wij hebben zelf er al enkele honderden kilometers van afgestapt.
De wind waait nog steeds, maar de lucht hangt vol beterschap. Morgen belooft het een zonnige dag te worden, alhoewel de franse méteo hier om de haverklap wijzigt, net als de vrouwen, even onbetrouwbaar!
De blauwvoet vliegt hier niet. We zitten immers niet in Vlaanderen. Maar de storm raast wel over de zee. Het stuifzand snijdt in je huid en de zee is woest. Enkel de stoere surfers kunnen bij dit weer gedijen. Dan is het maar beter een tas koffie te gaan drinken op de marktdag in Lesneven. Hier zitten we samen met onze Duitse vrienden.
Het kan niet altijd mooi weer zijn. De morgen begon met een vleugje regen en een stevige zuidwester. Niets belette de vier dames hun ochtendwandeling te doen op het strand samen met de vier hondjes. Ondertussen is de zon weer volop aan het werk en het belooft nog mooier weer te worden de komende dagen. De dagen duren inmiddels lang, want pas rond 23 uur is het donker.
Samen met Corry, een Hollandse meid, heb ik deze namiddag een gratis concert bijgewoond in Lesneven, in de concertzaal Arvorik. Het was een schitterende namiddag met twee koren en instrumentale begeleiding. Bij de verwelkoming sprak de inleider zijn groet uit aan de delegatie uit België en Nederland, ik en Corry dus: "bienvenue à la délégation de la Belgique et des Pays-Bas". Foto's heb ik niet van de beide koren.
Gisteren gaf de camping een gratis optreden van Hongaars-Tsjechische muzikanten. Het was een avond van kleinkunst en folk. Mooi.
Vandaag hebben we een voettocht gedaan in het uiterste puntje van Plouguerneau, nabij de vuurtorens van Île Vierge. Daar staat de hoogste vuurtoren van Europa, 82,5 meter hoog en met een zichtbaarheid van 52 kilometer. Aan de rots van Pelguent stonden een aantal Bretoense muzikanten streekmuziek te spelen: doedelzak, biniou (een typische Bretoense schelle fluit), viool en trekzak. Een meer stemmige sfeer kan je niet vinden met het bijgeluid van de zee tussen de grillige rotsen. Jammer dat ik het filmpje niet kan opladen in de blog, dan had je mee kunnen genieten.
Mirko en Nicole zijn naar Bochum vertrokken en er staat een stevige zuidwesterwind. De dartele meisjes in bikini zitten nu in hun voortent met schrik voor schade aan de luifel. De wind gaat hevig tekeer, maar straks valt hij. Veel wind is tijd maken voor het koken en eten van een krab. Er is verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. De mannetjes hebben meer stevige poten met meer vlees eraan. De meisjes zijn minder vlezig en kunnen eitjes, een soort steur in hun achterlijf hebben. Krabben koop je altijd levend en het kost nogal wat moeite om ze in hun plastic zak te houden tijdens het transport. Meestal is de zak bij aankomst goed gescheurd door de scherpe scharen van de krab. Vier liter water koken in een grote ketel, zout en krab erin en na 20 minuten kan je beginnen met de maaltijd.
Mirko is een Duitse modelbouwer uit Bochum. Hij staat op de camping. Samen hebben we lang gepraat over zijn degelijk uitgewerkt projectplan, ook met een P8! We hebben alle technische tips en tricks uitgewisseld. Ik bewonderde zijn uitvoerig dossier met teksten, schema’s, bouwbeschrijvingen en tekeningen. Er bestaat nog iets als “Deutsche Gründlichkeit”. Jane Birkin woont hier om de hoek. De “ouderen” onder ons herinneren zich ongetwijfeld nog de gedurfde sensuele hit samen met Serge Gainsbourg. Ik weet niet of ik durf aanbellen voor een tas koffie. Jane is nu 69 jaar oud. Misschien is ze net niet thuis.
Laat mij eerst twee foto’s tonen van de zonsondergang van gisteravond. De foto’s zijn genomen na 22 uur.
Ondertussen zijn we, het tweede jaar op rij, voor lange tijd goed gehuisvest in Camping des Abers. De camping biedt plaats voor 150 installaties, die momenteel voor de helft bezet zijn. 70% is Duits en de rest is Nederlander, Engelsman, Zwitser, één Waal en wij als enige Vlamingen. Er zijn drie sanitaire blokken met goed werkende douches en heet water voor de afwas. Er staan fitnesstoestellen, er is een animatiezaal, een supermarktje, een kapsalon en een oriëntatietafel. Er zijn percelen met zeezicht in de wind en percelen achter de duinen en beschutting gevende hagen.
Vandaag heb ik een voettocht gedaan naar de jachthaven, waar er altijd wat te beleven valt. Het pad is mooi en biedt veel afwisseling.
Daniel en Arlette zijn vertrokken en dus zijn wij hier de enige Vlamingen. De zon schijnt onophoudelijk en vele campinggasten zitten aan het strand, in de duinen of in hun ligstoel aan hun caravan of motorhome. Straks gaat Bea weer een cursus “Bretoense gerechten” volgen. Dit keer worden het “crêpes”, zo van die met ham, ei, champignons, kaas, en nog meer. Ik weet dus wat ik de komende dagen ga eten.
Gisteren zijn we op bezoek geweest bij Simonne in Plouvien. Haar man Gérard is vorig jaar in september plotseling overleden en nu woont Simonne alleen in het godvergeten boerengat Plouvien. Simonne en Gérard waren al jaren vrienden van ons.
We leren onze honden, Vlaams en Duits, zich netjes te gedragen op de openbare plaatsen. Zo gaan ze mooi naast elkaar, Vlaanderen en Duitsland, hun gevoeg doen bij eb aan de waterlijn. Verder is het weer hier mooi zonnig, maar niet te warm. De mist kan ineens opsteken en dan weer even snel verdwijnen.
Deze morgen hing de mist over de zee. Ik kon genieten van mijn rustgevende en in de verte starende blik. Zag ik daar toch niet uit de zee Dahud verschijnen? Je moet weten dat het bloedmooie meisje Dahud een legendarische figuur is, die ooit door haar vader koning Gradlon in de zee geworpen werd wegens haar immoreel gedrag. Koning Gradlon kan je versteend zien staan op zijn paard tussen de torens van de kathedraal van Quimper. Toen Dahud me oneerbare voorstellen deed, toonde ik mijn tabak en wees haar op mijn gebrek aan fertiliteit wegens de consumptie ervan. Toen dook ze vlug terug in de zee en heb haar niet meer terug gezien. Dan ben ik maar om een schotel “fruits de mer” voor vier personen gereden, waar we samen met Daniël en Arlette de ganse namiddag van genoten hebben.
De zaterdagse markt in Saint-Renan lokt vele bezoekers. Toeristen en inwoners van Brest trekken er massaal naar toe elke zaterdagmorgen. Een beetje westwaarts is het "echte" einde van de Finistère, Le Conquet en Saint-Mathieu. De mensen zeggen er dat hun naaste buren aan westerzijde de Amerikanen zijn. Saint-Mathieu is een windgat met een oude abdij en twee vuurtorens.
Deze namiddag hebben we dan nog petanque gespeeld met Arlette en Daniel. Ik was bijna gewonnen, maar een zijwind en enkele stofjes op het terrein beïnvloedden de loop van mijn goed gerichte ballen.
Een ochtendmist hangt over de zee. Het geeft iets mysterieus, iets idyllisch. Straks breekt de zon volop door en gaan de meisjes in bikini terug dartel op het strand huppelen.
Gisterenavond hadden we op de camping een optreden van een Normandisch-Bretoense zangeres met accordeon en guitaar. Het meisje was zo goed in haar performance dat zij ons zelfs deed jodelen... in Bretagne. "Jodel er maar op los in de duinen", zei ze op het einde van haar geslaagde optreden.
Mijn Semois pijptabak is aan het slinken. Daarom doe ik voortaan beroep op het lokale aanbod. Dan lees ik het onthutsende bericht op het pakje waaruit zou blijken dat ik aan kwaliteit van mijn fertiliteit zou moeten inboeten. Goed, dan moet ik dan maar rekening mee houden. Alles went.
Het leven gaat hier zijn gewone bijna zomerse gang. De hondjes gaan wandelen en zwemmen. De baasjes houden een gezellige babbel. Ik ben naar de Aber Benoît gereden om een zeespin en een dozijntje oesters. En vanavond kwam het meest originele gerecht op tafel: oesters en zelfgebakken frieten. Zot zijn doet geen zeer.
Voor vandaag valt er niet veel te vertellen. We zitten wel buiten in de zon, maar de noorderwind gooit wat roet in het eten. Regenen doet het niet meer. Vandaag gaat Bea naar de kookles op de camping, al waar zij zal leren Bretoense taarten, Far, bakken. Wedden dat ik morgen naar de supermarkt moet om bloem, boter en nog van die prullen?
Veel stelt het dorp Landéda niet voor. Er is een mooi kerkje en er zijn een paar winkeltjes met levensmiddelen. De jachthaven is wel fameus, maar die bezoek ik later.
Deze morgen mochten de hondjes, die vriendjes geworden zijn, hun dagelijkse strandwandeling doen. Een leiband hoeft niet en, zolang ze zich gedragen, mogen zij op de camping los lopen zoveel als kan.
De Franse Metéo had het voorspeld. Er staat een stevige zuidwesterwind over Landéda, Bretagne en gans Frankrijk. Wie hier een luifel opgezet had, moet zich haasten om deze binnen te halen, anders houd je er enkel nog wat flarden van over. En kampeerders met motorhome hebben spijt dat ze zich op een plaats gezet hebben met zeezicht. Onze caravan en voortent staan zo stevig als een kathedraal. De grondpennen zijn goed verankerd. Dan wordt het tijd om een frisse neus te halen en wat foto's te nemen. Zelfs onze Diarmuid zoek beschutting uit de wind.
Hier heb je de oeioeivogel. Bij opkomend tij komt hij tevoorschijn en streekt neer op het grasland achter de duinen. Je zou voor minder "oei oei" roepen als je met zo'n balzak een landing moet uitvoeren.