Verzameling van borsthangers van de gemeente & de landelijke politie uit de Provincie WEST VLAANDEREN - Collection de breloques de la police communale et rurale de la Province de FLANDRE OCCIDENTALE
Tielt ontstond vermoedelijk in de 9de-10de eeuw, kreeg einde 11de eeuw een kerk en in de 12de eeuw stadsrechten, die in 1172 bevestigd werden door Philips van de Elzas. Gaaandeweg kreeg het stadje een omwalling, een weekmarkt en een halle. Vanaf 1359 mocht in Tielt laken worden vervaardigd en vanaf 1393 een jaarmarkt worden gehouden, vooral gericht op de laken en linnenindustrie. Uit dezelfde tijd dateren de oudst bekende stadszegels : exemplaren uit 1438-1444 vertonen een schild met een keper en 3 omgewende (= met de baard naar heraldisch links gerichte) sleutels, getopt met een eveneens omgewende leeuw. Begin 17de eeuw voerde Tielt het wapen dat voorkomt op haar zegels: in zilver een keper van keel, vergezeld van 3 omgewende sleutels van sabel.
Dit wapen werd in 1819 erkend en in 1838 bevestigd. In beide beschrijvingen staat echter een fout: het veld is in goud beschreven en niet in zilver. Maar ook met de tekeningen liep het fout: de sleutelsbaarden zijn naar heraldisch rechts gewend, dus niet omgewend, zoals de beschrijvingen en de oude zegels aangeven.
In 1981 werden deze twee 19de eeuwse fouten verbeterd. Ook werd de markiezenkroon vervangen door een gouden stedenkroon met 5 torens .
In zilver een keper van keel, vergezeld van 3 omgewende sleutels van sabel. Het schild getopt met een stedekroon met 5 torens van goud.
15-09-2008
STADEN
STADEN
De heerlijkheid Staden werd in 1648, samen met Westrozebeke verkocht aan Antoon de Carmin.
Het Gruuthuusemuseum te Brugge bezit een originele matrijs van het zegel van het graafschap Carmin en Staden. Het vertoont een ovaal schild, beladen met 3 leeuwegezichten, getopt met een kroon met 9 parels en gehouden door twee klimmende en aanziende leeuwen. Gezien de kroon met 9 parels kan deze matrijs niet ouder zijn dan 1712. Het afgebeelde wapen is dat van de familie de Carmin. Het gaat immers om een Franse gravenkroon, toegekend door Lodewijk XIV toen hij in dat jaar het graafschap Carmin-Staden stichtte.
In keel 3 leeuwegezichten van goud, getongd van lazuur. Het schild getopt met een gravenkroon met 9 parels en gehouden door 2 klimmende en aanziende leeuwen van goud.
12-09-2008
ROESELARE
ROESELARE
Roeselare wordt in 822 voor het eerst vermeld in een oorkonde, bestemd voor de Sint-Amandsabdij te Elnone. Vanuit Roeselare beheerde de abdij haar goederen in het huidige West-Vlaanderen. Na 1119, kwamen deze goederen met de overheidsrechten erop in lekenhanden. In 1250 zou Margareta van Constantinopel stadsrecht hebben geschonken aan dit deel van de parochie Roselare. Wellicht stond te Roeselare al vanaf het midden van de 10de eeuw een burcht waar een burggraaf, vertegenwoordiger van de Vlaamse graaf, zetelde. Hij stond in voor het bestuurlijk en militair beheer van Roeselare-ambacht.
Het oudst bewaarde zegel van de stad Roeselare (1309) vertoont in het veld een Sint-Michiel, patroon van de parochiekerk, die een draak neervelt. Aan weerszijden van de aartsengel staat een patriarchaal kruis. Het patriarchaal kruis was al voor 1500 het wapenteken van de stad Roeselare. In de 2de helft van de 15de eeuw voerde Roeselare in zilver een patriarchaal kruis van sabel. De herkomst van het patriarchaal kruis in het wapen van Roeselare is niet helemaal duidelijk. Voor 1259 werd Roeselare-ambacht afgespitst van de kasselrij van Brugge en bij de kasselrij van Ieper gevoegd. Het 1ste wapen van Ieper was in zilver een patriarchaal kruis van keel. Misschien is het gemeenschappelijk patriarchaal kruis het symbool van de band tussen beide plaatsen.
In zilver een patriarchaal kruis van sabel. (Het schild getopt met een stedekron met 5 torens van goud en geplaatst voor een engel in natuurlijke kleur. Schildhouders: 2 afgewende omziende leeuwen van natuurlijk kleur.)
09-09-2008
POPERINGE
POPERINGE
Poperinge, voor het eerst vermeld in 844-864 als Pupurninga uilla, was voor een groot deel in het bezit van de Sint-Bertijnsabdij van Sint-Omaars. De abten van Sint-Bertijns bleven heren van Poperinge tot op het einde van het Ancien Régime. Hun domein had al een eigen lex in 1147. In datzelfde jaar verleende Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen, aan de inwoners dezelfde waarborgen van vrede als de Veurnenaars genoten. Op het einde van de 13de eeuw werd Poperinge verdeeld in 3 parochies. De lakennijverheid bloeide er en Poperinge maakte deel uit van de Vlaamse Hanze van Londen. Toen de lakennijverheid in de 17de eeuw teniet ging, groeide Poperinge uit tot centrum van de hopteelt.
Er zijn geen heel oude zegels van de stad Poperingen bekend.
Poperinge deelde blijkbaar in de 2de helft van de 17de eeuw, haar wapen met dat van de Sint-Bertijnsabdij.
Samengevat kan men stellen : het veld van het Poperingse wapen was oorspronkelijk van sabel, maar werd in de 1ste helft van de 16de eeuw van keel en bleef zo; de rechterarm of (gehandschoende) hand stond oorspronkelijk los in het veld en was van zilver of van goud; de kromstaf (naar links of rechts gewend) was van goud; vanaf de 2de helft van de 17de eeuw werd het oude wapen gedeeld met dat van Sint-Bertijnsabdij.
Bij de toekenning van het Poperingse wapen in 1838, kreeg de stad weer haar 1ste wapen. Het veld van keel werd behouden. De gehandschoende hand werd een uit de linkerschildrand komende rechterarm, van goud, zoals de kromstaf. Het schild kreeg een kroon met 5 fleurons. In 1875 werd dit wapen lichtjes gewijzigd: de rechterhandwerd een open gehandschoende hand, de wijsvinger voorzien van een ring.
De kroon werd vervangen door een stedenkroon, meer passend voor een oude stad.
In keel een gehandschoende gestrekte hand, de wijsvinger versierd met een ring, komende uit de linkerzijde en houdende een staf van een abt, alles van goud. Het schild getopt met een stedekroon met 5 torens van goud (en getooid met het Frans oorlogskruis met palm)
06-09-2008
OUDENBURG
OUDENBURG
In 1056 werd te Oudenburg een stenen kerk gebouwd en rond 1084 stichtte Arnold van Tiegem, bisschop van Soissons, er de Sint-Pietersabdij. In 1128 werd Oudenburg omwald en rond dezelfde tijd kreeg het vermoedelijk stadsrecht. Het was één van de smalle steden van de Brugse kasselrij. Het oudst bekende zegel van de stad Oudenburg dateert uit 1226. Tot op het einde van het Ancien Régime vertonen alle zegels en tegenzegels een stadspoort of kasteel met 3 gekanteelde of gedekte torens. Een tegenzegel uit 1741 toont het kasteel met in de geopende poort een geschaakt schildje.
Het wapen van Oudenbirg bestaat dus uit 2 elementen. Het kasteel met de 3 torens, dat sinds de vroege 13de eeuw op de zegels voorkomt, verwijst naar het stedelijk statuut van de plaats. Anderzijds is er het geschaakte schildje, dat vanaf de 2de helft van de 15de eeuw verschijnt op de afbeeldingen van het stadswapen. Het gaat om het geschaakte wapen van de familie van Grammene, kamerheren van Vlaanderen, schouten van Camerlincx-ambacht en tevens heren en schouten van Oudenburg.
Aangezien Oudenburg één van de villes fremez (= fermées) of versterkte steden van Vlaanderen was, werd het schild getopt met een gouden stedenkroon met 5 torentjes. De schildhouders zijn Sint-Arnold en Sint-Bertijn. Arnold van Tiegem was een Vlaams ridder (harnas) die bisschop van Soissons werd (mijter,mantel en kromstaf) en de abdij van Oudenburg stichtte (oorkonde in de linkerhand). Hij is ook de patron van de brouwers (stuikmand naast linkervoet). Sint Bertijn was de schildhouder van het wapen dat in 1938 aan de vroegere gemeente Roksem werd toegekend.
In goud een geopend kasteel met opgetrokken valdeur en 3 gedekte torens van keel, gemetseld, verlicht en getopt met een bol van zilver, de benedenhelft van de poort beladen met een schild, geschaakt in 5 rijen van zilver en van lazuur. Het schild getopt met een stedekroon met 5 torentjes en gehouden door een Sint-Arnold en een Sint-Bertijn, alles van goud.
03-09-2008
OOSTROZEBEKE
OOSTROZEBEKE
Rozebeke op de Mandel (1239) werd pas in de 1ste helft van de 16de eeuw Oostrozebeke genoemd om het te onderscheiden van het Drooghe Rosebeke of Westrozebeke. In Oostrozebeke lag een leen dat gehouden werd van de burg van Kortrijk. In de 13de eeuw schijnt het in bezit geweest te zijn van een familie van Rozebeke, moeilijk te onderscheiden van een andere familie van die naam, die in Westrozebeke verschijnt. Vanaf de 15de eeuw vormde Oostrozebeke samen met Nieuwenhove één leen. In 1727 kocht Jeroom Sebastaiaan Limnander, sinds 1715 heer van Zulte, de heerlijkheid Oostrozebeke-Nieuwenhove, burggenootschap van het kasteel van Kortrijk. De Limnanders en hun voorgangers waren echter geen heren van de prochie van Roosbeecke. Deze was immerse een inclavement van de baronie van Ingelmunster, met een eigen baljuw en schepenbank.
De baron van Ingelmunster was dus heer van de parochie Oostrozebeke. In 1963 werd echter het wapen van Limnander verleend.
Gevierendeeld 1. in sinopel 3 aanziende hertekoppen van goud
2. en 3. in goud een halve leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel
4. in sinopel een halve blatende ram van zilver, getongd van keel. Het schild getopt met een helm van zilver, getralied, gehalsband en omboord van goud, gevoerd en gehecht van keel, met wrong van goud en van sabel en dekkleden van sabel en van goud. Helmteken: de toegewende leeuw en ram van het schild
31-08-2008
OOSTKAMP
OOSTKAMP
Oostkamp was één van de ofsittende of appendante heerlijkheden van het Brugse Vrije.
In de 1ste helft van de 16de eeuw verschijnt een ander wapen Oostkamp, namelijk in keel een schuinbalk van zilver, vergezeld van 6 mereltjes van hetzelfde, zoomsgewijze geplaatst. Dit wapen vind men ook in wapenboeken uit 1562, op de zegel van de heerlijkheid Oostkamp uit 1694.
Dit blazoen, waarvan de herkomst onduidelijk is, werd reeds in 1845 aan het voormalige Oostkamp toegekend.
In keel een schuinbalk van zilver, vergezeld van 6 mereltjes van hetzelfde, zoomsgewijze geplaatst.
27-08-2008
OOSTENDE 2
OOSTENDE
In goud een keeper van sabel, vergezeld van 3 sleutels van dezelfde kleur, die van het schildhoofd naar elkaar toegewend, die van de schildvoet omgewend. Het schild getopt met een kroon van goud met 5 bladeren. Schilhouders: rechts een merman van natuurlijke kleur, houdende in de rechterhand een zwaard van zilver met gevest van goud; links een meermin, eveneens van natuurlijke kleur, houdende in de linkerhand een spiegel van goud. Alles geplaatst op golven van azuur, met het oorlogskruis 1940-1945 met palm, het lint hiervan uitgaande van de schildvoet over een anker van goud met keten van zilver, geplaatst onder een net van natuurlijke kleur, dat rechts over een drietand en links over een visschup gaat, beide schuingekruist, de tanden en het blad naar boven, alles van goud.
24-08-2008
OOSTENDE 1
OOSTENDE
Op het einde van de 11de eeuw was Oostende een gehucht. De in 1072 opgerichte parochiekerk was toegewijd aan Sint-Pieter. In 1267-1270 ontving de nederzetting stadsrecht. De oudst bekende afbeelding van het Oostendse wapen prijkt in een 16de eeuws wapenboek: in goud een keeper van sabel, vergezeld met 3 omgewende (met de baarden naar heraldisch links gewende) sleutels van hetzelfde. In de afbeelding van het Oostendse stadswapen op de wapenkaart van Vlaanderen (1616) zijn de baarden van de 2 bovenste sleutels naar elkaar toegewend en is die van de onderste sleutel naar rechts gericht. De sleutels in het wapen gaan terug op de oudst bekende stadszegels (afdrukken 1309, 1335 enz…). Ze vertonen een Sint-Pieter, 1ste patroonheilige van de parochiekerk, met in de rechterhand 2 afgewende sleutels en op de linkerhand een kleine kerk. Op de tegenzegels staat een rechterarm waarvan de hand twee afgewende sleutels vasthoudt. In het wapen werden 3 sleutels geplaatst, die volgens de traditie verwijzen naar de 3 stadspoorten.
De keper in het Oostendse wapen is ontleend aan het zegel van ridder Wouterman van Gent , schout van Woutermansambacht in het Brugse Vrije, waartoe de parochie Oostende aanvankelijk behoorde.
Het wapenschild van Oostende is dus een combinatie van de sleutels van de patroonheilige met het wapen van Woutermansambacht, het plattelandsdistrict waartoe Oostende behoorde voor het een stad werd.
De Nederlandse markiezenkroon werd in 1819 aan het Oostendse wapen toegevoegd en de schildhouders in 1838. De merman fungeerde reeds als drager van het wapenschild op het zegel van verbande dat Oostende in 1517 liet snijden. De meermin kwam erbij omwille van de symetrie. Het Oorlogskruis 1940-1945 met palm dat in 1951 aan Oostende werd toegekend, werd in 1956 aan het wapen toegevoegd, evenals de golven, het anker, het net, de drietand en de visschup. Na de fusie met Stene en Zandvoorde werd Oostende in 1974 gemachtigd het wapen uit 1838 te voeren, met de aanvullingen uit 1956.
21-08-2008
NIEUWPOORT
NIEUWPOORT
In 1163 stichtte Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen, een novus portus ( nieuwe haven of nieuwe stad) op het Zandhoofd op de linkeroever van de Ijzermonding. De inwoners kregen dezelfde vrijheden als die van Diksmuide. In 1165 werd een kapel opgericht, die in 1240 tot zelfstandige parochiekerk werd verheven.
In 1514 duikt een nieuw zegeltype op. Het vertoont een schild met een leeuw die in een boot staat….Ook op het tegenzegel prijkt een schild, enkel beladen met een schip. Volgens een wapenboek uit de 1ste helft van de 16de eeuw is het wapen van Nieuwpoort een gouden schild met een zwarte leeuw in een zwarte boot. In een wapenboek uit 1562 houdt de leeuw een hellebaard vast. Het wapen van Nieuwpoort is dus stilaan gegroeid. Reeds in 1237 verschijnt de boot op de stadszegels. De leeuw duikt op in 1472. Vanaf 1514 stapt de leeuw in de boot en tussen 1557 en 1562 krijgt hij een hellebaard in de voorpoten.
In goud een bootje van sabel, waarin een leeuw van hetzelfde, getongd van keel en houdende een hellebaard van sabel, paalsgewijze geplaatst.
18-08-2008
MOORSLEDE
MOORSLEDE
De heerlijkheid Moorslede, die zich ook uitstrekte over Oostnieuwkerke en Ardooie, werd gehouden van de Zaal van Ieper en lag onder de ammanie van Langemark. De oudst bekende heren van Moorslede droegen de naam van de heerlijkheid. Zij verschijnen in de historische bronnen vanaf het midden van de 12de eeuw. In 1693 werd de heerlijkheid gekocht door Ignaas Ferdinand de Croix, heer van o.m. Dadizele.
In 1968 werd aan Moorslede het wapen de Croix toegekend. De gravenkroon met 13 parels verwijst naar de verheffing van Ignaas Ferdinand de Croix tot graaf van Mauve ( heerlijkheid te Moen) in 1718. Het wapen op de rechterbanier is dat van het schild. Op de linkerbanier prijkt het wapen Dadizele zoals dat werd gevoerd door de heren van die naam.
Het kan tevens Dadizele symboliseren, daar deze heerlijkheid vanaf ca. 1500 tot op het einde van het Ancien Régime ook in het bezit was van de familiede Croix.
In zilver een kruis van lazuur. Het schild getopt met een kroon met 13 parels waarvan 3 verheven en gehouden door 2 omziende leeuwen van goud, geklauwd en getongd van keel, houdende elk een banier, rechts: het wapen van het schild, links: in sinopel 10 aaneengesloten en aanstotende ruiten van zilver 3,3, en 1 geplaatst
12-08-2008
MIDDELKERKE
MIDDELKERKE
Na de laatste fusie koos de gemeenteraad van Middelkerke voor een gedeeld wapen van 1. Camerlincx-ambacht en 2. Lombardsijde.
Camerlincx-ambacht in het Brugse Vrije bestond al voor 1300 en omvatte haast alle voormalige gemeenten waaruit het huidige Middelkerke bestaat. Enkel Schore, Lombardsijde en een deel van Zande behoorden niet tot Camerlincx-ambacht. Daarom worden ze in 2. van het huidige gemeentewapen gesymboliseerd door het wapen van Lombardzsijde.
Onder het Ancien Régime voerde Camerlincx-ambacht een eigen wapen, geschaakt van zilver en van lazuur van 6 rijen. Dit was het familie wapen van Grammene, sinds de 2de helft van de 12de eeuw erfelijke kamerheren of kamerlingen van Vlaanderen.
Camerlincx-ambacht bleef in handen van de erfelijke kamerheer van Vlaanderen tot Elizabeth van Grammene het in 1330 verkocht aan de graaf van Vlaanderen.
Eustaas III van Grammene (1217-1236) is de eerste kamerheer van Vlaanderen. Zijn broer en opvolger Geraard van Grammene (1217-1237) voerde een geschaakt schild dat ook door zijn opvolgers werd gebruikt. Uit oude wapenboeken blijkt dat het ging om een geschaakt van zilver en van lazuur. Hieraan ontleende Camerlincx-ambacht zijn wapen.
In 1502 verschijnt een zegel van zaken van Lombardsijde met daarop een schild, beladen met een leeuw die ondersteund wordt door een omgekeerd schuingeplaatst anker en in de schildvoet vergezeld is van een zespuntige ster. Dit wapen werd in 1847 toegekend aan Lombardsijde en in 1973 aan Westende, en vormt dus, samen met het oude wapen van Camerlincx-ambacht, het huidige wapen van Middelkerke.
Gedeeld 1. geschaakt van 3 rijen van zilver en van lazuur
2. in zilver een leeuw, ondersteund door een omgekeerd schuingeplaatst anker en vergezeld in de schildvoet van een zespuntige ster, het geheel van sabel
09-08-2008
MEULEBEKE
MEULEBEKE
De gemeente voert sinds 1938 het wapen van de familie de Beer, heren van Meulebeke tijdens het Ancien Régime.
In 1495 verwierf ridder Jan de Beer, heer van o.m. Merkem, Grammene en Lendelede en secretaris van de hertog, door huwelijk de heerlijkheid van Meulebeke. Ze werd in 1655 tot baronie verheven. Meulebeke bleef in het bezit van het huis de Beer tot bij het overlijden van Jan Jozef Gisleen Ernest de Beer in 1791.
In 1858, werd het wapen van de familie van Mander, als herrinering aan de bekende-schilder-dichter Karel van Mander ( 1548-1606) die er werd geboren, afgewezen.
Er werd dan gekozen voor het wapen de Beer, dat voorkomt op zegels van de Ancien Régime-schepenbank van Meulebeke. De familie de Beer voerde (in goud) een gaande beer (van sabel), het schild getopt met een baronnenmuts van de Oostenrijkse Nederlanden.
In goud een stappende beer van sabel - het schild getopt met een baronnemuts
06-08-2008
MENEN
MENEN
Dit wapen gaat terug op dat van de 13de eeuwse heren van Menen. Het wapenzegel van ridder Gozwin van Menen (1223-1238) vertoont een schild met 3 kepers, de bovenste met afgesneden top. De stad Menen nam het wapen van haar 13de eeuwse heren over met een kleine wijziging: de top van de bovenste keper werd niet afgesneden. Gaillard beschrijft in 1557 het wapen van de stad Menen als Menyn, d’argent a troes chevrons de gueulle. Hoewel het wapen van Menen onder het Ancien Régime nooit gekroond was, kreeg het in 1824 een kroon met 5 fleurons van goud, de Nederlandse markiezenkroon. Ze werd vervangendoor een gouden stedenkroon met 5 torens, meer gepast voor een oude, ommuurde stad.
In zilver 3 kepers van keel. Het schild getopt met een stedenkroon met 5 torens van goud.
03-08-2008
LICHTERVELDE
LICHTERVELDE
Lichtervelde, werd voor het eerst vermeld in 1127. Het wapen dat in 1840 aan Lichtervelde werd toegekend, steunt op een zegel van de heerlijkheid en parochie waarvan een afdruk uit 1781 is bewaard. De oorsprong van dit wapen ligt bij de familie van Lichtervelde, heren van de plaats in de 13de-14de eeuw.
Rogier III (1276-1298), heer van Lichtervelde droeg een wapen met een schildhoofd van hermelijn. Het aantal hermelijnstaartjes in het schildhoofd wordt in de bronnen niet precies vermeld. In 1837 vroef de gemeente 7 hermelijnstaartjes aan zonder hiervoor de reden op te geven.
In lazuur een schildhoofd van zilver, beladen met 7 hermelijnstaartjes van sabel geplaatst 4 en 3 .
30-07-2008
LENDELEDE
LENDELEDE
Lendelede wordt voor het 1ste vermeld in 1078 en was in 1146 al een afzonderlijke parochie. Pas in 1461 verschijnt de oudst bekende heer van Lendelede in de historische bronnen. Lendelede kwam in het bezit van verschillende families. De kinderloze Bavo II de Bisschop schonk de heerlijkheid in 1749 bij huwelijkscontract aan zijn 2de echtgenote Louisa Isabella de la Grange. Hij was meteen de laatste feodale haar van de parochie. Lendelede koos het blazoen van deze heer als gemeentewapen.
In lazuur een kruis van goud vergezeld van 18 blokjes van hetzelfde, 5 in de bovenhoeken 2,1,2 geplaatst en 4 in de benedenhoeken 2,2 geplaatst ; harstchild ; in keel, bezaaid met zoutkorrels van zilver, een rechtopstaande beer van goud, aan de hals geketend met een gebroken ketting van hetzelfde, geklauwd, getongd en gehalsband van lazuur. Het schild getopt met een kroon van goud met 3 fleurons gescheiden door 3 parels 1 en 2 geplaatst en gehouden door 2 wildemannen in vleeskleur, omgord en gekroond met bladeren van sinopel, die van rechts steunend op een knots in natuurlijke kleur, die van links met een knots van hetzelfde op de linkerschouder.
27-07-2008
LEDEGEM
LEDEGEM
De gemeente koos na de fusie voor een gevierendeeld schild van 1. Ledegem, 2. en 3. Sint-Eloois-Winkel en 4. Rollegem-Kapelle. Het wapen van de vroegere gemeente Ledegem gaat terug op een zegel van de parochie waarvan een afdruk uit 1789 bekend is. Het daarop afgebeelde schild vertoont het wapen van de familie de Moerman d’Harlebeke, van 1738 tot op het einde van het Ancien Régime heren van Ledegem.
Winkelkapelle, zoals Sint-Eloois-Winkel vroeger werd genoemd, lag op het grondgebied van Gullegem. Het werd een afzonderlijke parochie in 1747 en een zelfstandige gemeente in de Franse tijd. Het deel van de parochie waarop de kerk stond, ressorteerde onder de heerlijkheid Moorsele en ter Gracht. Om die reden prijkt het blazoen van de heren van der Gracht in de rechterhelft van het wapen dat in 1926 aan Sint-Eloois-Winkel werd toegekend. Het vormt het 2de kwartier van het huidige gemeentewapen van Ledegem.
Winkelkapelle was ook een heerlijkheid. Omstreeks het midden van de 18de eeuw was ze in het bezit van Jonkvrouw Joanne Francisca Louiza van den Clichthove, vrouwe van o.m. Gullegem en Hondschote. Zij kreeg het recht om in de nieuwe parochie de kerk- en dismeesters te benoemen, de kerken disrekeningen af te horen en de kerkdienaars aan te stellen. Haar familiewapen vormde de linkerhelft van het gemeentewapen van Sint-Eloois-Winkel en staat nu in het 3de kwartier van het wapen van Ledegem.
Het 4de kwartier symboliseert Rollegem-Kapelle. Het vertoont het wapen van de familie de Visscher. Willem Lodewijk de Visscher, baron van Celles (+1712) kwam in het bezit van de heerlijkheid Rollegem-Kapelle door zijn huwelijk met Joanna Albrtina Salins, erfdochter van Jacob Dominiek, heer van Rollegem-Kapelle en burgemeester van Mechelen. Zijn afstammelingen behielden de heerlijkheid tot op het einde van het Ancien Régime.
Gevierendeeld 1. in sabel een bijl van goud
2. in zilver een keper van keel vergezeld van 3 mereltjes van sabel
3. in zilver 3 graszoden van sinopel
4. in keel een schuinkruis van goud.
25-07-2008
WANTED KUURNE
Kuurne:
Ik zoek deze uitgave....
met zwarte arend - 4 blauwe golvende horizontale lijnen, op een bruin-beige achtergrond
Neem contact per email of op mijn gsm => 0491/36.27.11
Bedankt
24-07-2008
KUURNE
KUURNE
Kuurne, dat geen gemeentewapen had, diende in 1959 een aanvraag in om het wapen van de familie de Zeelandere als dusdanig te mogen gebruiken. De Raad van Adel ging niet op deze aanvraag in. De Raad suggereerde in de plaats het wapen van Karel Frans Jozef Mestdagh, laatste feodale heer van Kuurne vanaf 1719 tot aan zijn dood in 1769. Later bleek dat hij niet de laatste heer van Kuurne was. Een definitieve oplossing kwam er pas in 1793, toen Joos Emmanuel le Paige de Bar, licentiaat in de Medicijnen te Antwerpen, een andere erfegenaam uitkocht en zo de laatste feodale heer van Kuurne werd. Zijn nog levende afstammelingen hadden er geen bezwaar tegen dat diens wapen werd gekozen als gemeentewapen voor Kuurne.
In keel 3 ringen van goud, in het schildhart vergezeld van een mereltje van zilver. Het schild getopt met een helm van zilver, getralied, gehalsband en omboord van goud, gevoerd en gehecht van keel, met wrong en dekkleden van goud en van keel. Helmteken: een mereltje van het schild.
19-07-2008
KORTRIJK (2)
KORTRIJK
In zilver een keper en een uitgeschulpte zoom van keel. Het schild getopt met een stedekroon met 5 torens van zilver en gehouden door 2 wildemannen van vleeskleur, omgord en gekroond met eikebladeren van sinopel en steunen op een knots van natuurlijke kleur.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek