xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Buikgriep.
Donderdag 10 april:
Aan drie operatieve ingrepen, ongeveer tien jaren geleden, heb ik spastische darmen overgehouden. Heel vervelend, 'mwah, valt mee te leven', zeggen we dan. Gewoon doen wat de darm vraagt en de ene dag meer pijn dan de andere. Geen ziekte om aan dood te gaan.
Wat wel vervelend kan zijn is de overgevoeligheid van de darmen. Deze raken sneller aangetast door poliepen, blijven onzichtbaar en kunnen zich gaan nestelen tussen de slechte cellen. Dan is er stront aan de knikker, of liever gezegd, aan de darmen.
Dit weekend, waar ik al weken naar had uitgekeken, viel voor mij dus letterlijk in de shit. Donderdagnacht vloog ik wel letterlijk meerdere malen uit bed om te voorkomen dat mijn beddengoed en matrassen niet vervuild zouden raken. Gelukkig is m'n 55+ appartementje op dit soort races gebouwd. Niets in de weg, alles én suite.
Vrijdag 11 april.
Met de groep deelnemers en de begeleiding is afgesproken om samen te dineren. Velen komen of van het werk of moeten ver reizen. Een leuk moment om aan de groepscohesie te werken.
Ik sleep om half zeven 's avonds mijn getergde lijf naar binnen. Onder invloed van paracetamol en een fles water rolt mijn airporter achter mij aan.
Stel mij aan de groep voor, aan de mensen die ik op de kennismakingsavond niet heb ontmoet. Niet iedereen heeft nl. aan die bijeenkomst deelgenomen.
Gelukkig de meesten wel. Vertel dat ik vanwege een niet goede gezondheid gekozen heb even aan te sterken dus niet deel neem aan het diner.
We starten om 20.00uur aan de eerste module. Inleiding in Internationale samenwerking, het schrijven van een projectplan, draaiboek en alles wat er bij komt kijken. Een volgepropt weekend moet ons die bouwstenen meegeven om in land van herkomst of gastland, de allerarmsten te ondersteunen. Duurzaam is het sleutelwoord. Mentality milieus is het allernieuwste dat ik opsteek.
Ik houd me aardig op de been. Om 22.30uur is iedereen nog redelijk hyper. We verplaatsen onze activiteiten naar een andere ruimte in dit bijzondere conferentieoord. Ooit heb ik vernomen dat er kinine zit in Bitter Lemon, dus waag ik mij aan een flesje. Ondertussen zijn al mijn anti-grippine met paracetamoltabletten uitgewerkt. Ik waggel en zie zwart/wit om mij heen. Langzaam maak ik mij los van een vrouwelijke collega, in partnerschap met een Kameroenees, want ik vat toch niets meer. Ik neem mij voor haar morgen gewoon weer hetzelfde te laten vertellen.
Sluipend door de gangen van het spookkasteel stap ik extra hard op mijn hakken om de geesten te verjagen. Het moge gezegd worden, onze kamers beschikken alleen over een wastafel. Douches en wc's zijn afhankelijk van de ligging van je kamer, mijlen ver weg.
Voornamelijk als alles uit je darm is omgezet tot vloeibaar bruin levenswater.
Zaterdagmorgen 12 april.
06.00uur.
Het is koud. Echt ook heel koud. Geen verwarming. Of warm óf koud water aan de wastafel. Niets gemengd. De paar uurtjes slaap hebben me toch tot rust gebracht. Ik pak mijn toiletspullen. De douches zijn eng. Slechts één moderne douche.
'Deze is van mij', besluit ik. Egoïst. Weet ik. Ben zó gemaakt.
Super. Ik was m'n haren, was mijn lijf alsof ik die vieze bacteriën op deze wijze naar Weggelegenrije kan laten remigreren.
Om 8 uur zitten we met z'n zestienen aan 't ontbijt. Spannend.
Een bijzonder mengelmoes van culturen, rassen, jong, oud, man, vrouw en geloven.
De trainer/begeleider van de COS vraagt naar mijn eerste nacht. Ik probeer 't luchtig te houden. Ik schaam mij om over ziekten en zeer zeker over diarree te praten. Nooit geleerd. Dus zeg ik dat ik, af en toe, het lokaal zal verlaten, of hij ook de andere trainers hiervan op de hoogte wil stellen. Hij kent mij uit 't Rotterdamse werkveld. Hij blijft mij in de gaten houden. Of voelt dat zo?
Koffie/theetijd.
Heerlijke, verse vruchtengebakjes. Voel het zoete water uit mijn mond glijden. Klem mijn bakkie thee extra strak vast. Neen, ik neem geen enkel risico. Geen gebak, geen koekkie. Water en thee. Voldoende.
Lunch.
Een licht vegetarisch soepje. That's all.
De middag wordt steeds zwaarder. Vitaminen C1000, paracetamol. Mijn bouwstenen om te overleven. Ik doe mee. Schrijf me te pletter want niets dringt door. Ben bang dat ik geen woord onthoud.
Niemand heeft 't door. Ik blijf actief. En dan is 't zover.
Vanaf dat moment is de pot de baas.
Buikgriep is een ontsteking van het maagdarmkanaal.
Een hele reeks virussen, bacteriën en parasieten. Een ervan is het zeer besmettelijke Norwalk-like-virus, dat vooral in de winter toeslaat en vaak een epidemie teweegbrengt. Deze term dekt alle buikgriepvirussen die lijken op het virus dat in 1972 voor het eerst werd geïdentificeerd in het Amerikaanse stadje Norwalk.
Ook andere micro-organismen, stress, diverse voedingsmiddelen en bepaalde geneesmiddelen kunnen deel zijn van buikgriep.
Norwalk-like-virussen bevinden zich in de uitwerpselen of het braaksel van besmette personen.
De boosdoenertjes worden vaak doorgegeven via de handen. Zelfs een grondige wasbeurt na een toiletbezoek voorkomt niet altijd dat er minuscule deeltjes besmette ontlasting op de handen achterblijven. Besmettingen gebeuren vaak door het geven van een hand, via het bereiden van voeding of door het vastpakken van deurknoppen, speelgoed of andere voorwerpen.
Water kan een besmettingsbron zijn. Risicosituaties zijn het inslikken van water tijdens het zwemmen, het spoelen van etenswaren met besmet water en het eten van besmette schelp- en schaaldieren.
U kunt besmette micro-organismen inslikken als je je in de buurt van een brakende persoon bevindt.
Norwalk-like-virussen zijn bestand tegen vele ontsmettende middelen. Daarom kunnen de virussen zich razendsnel verspreiden. Ze veroorzaken dan ook gemakkelijk een epidemie, zeker daar waar groepen mensen met elkaar in contact komen, zoals in verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven en scholen.
Symptomen en verloop
Ongeveer de helft van het aantal personen dat met het virus in aanraking komt, krijgt effectief buikgriep. Tussen de infectie en het optreden van de eerste klachten zitten doorgaans een tot drie dagen.
Misselijkheid, braken, buikkrampen, diarree en soms lichte koorts zijn de meest voorkomende symptomen bij een aandoening veroorzaakt door een Norwalk-like-virus. Na een of twee dagen verdwijnen de klachten meestal spontaan.
Een buikgriep als gevolg van een bacterie (bijvoorbeeld Salmonella) kan echter heviger klachten geven, zoals hoge koorts, meer diarree en soms zelfs bloed in de ontlasting. Bovendien houden de klachten veel langer aan. Buikgriep is steeds goedaardig. Het enige risico verbonden aan deze aandoening is uitdroging door het braken en/ of de diarree. Uitdroging treft vooral ouderen en kleine kinderen.
Voor mij geen lux diner op zaterdagavond. Jammer, voor iemand die niet van koken houdt en zoveel luxe nooit op een tafel zal kunnen toveren, zag ik de anderen genieten van iedere hap. Niemand had door dat ik veranderde in een spuuglelijke draak, die al die voedselschalen veranderde in lelijke wormen met lange tengels. Tengels die alles tegen de muren aan gooide en er bij dansten alsof ze de hoofdprijs hadden binnengehaald.
Een vreselijk geluid haalt mij uit mijn hallucinatie en ik word naar boven verwezen. Een jonge, zwangere vrouw loopt met mij mee. Ik hoor haar maar weet niet wat ze zegt.
Hoe ik de nacht heb doorgebracht ga ik echt niet vertellen. Het oplossen van het probleem van vloeistoffen, die met heel hard dichtknijpen niet binnen te houden zijn, in een kamer zonder sanitair. Vul zelf maar in.
Rond middernacht als de anderen, sommigen licht aangeschoten, mij zien waden door de gang met allerlei lakens en badhanddoeken, staan ze versteld. Ik kan de vragen niet beantwoorden. Ik mis mijn huisje. Ik mis mijn eigen omgeving zo erg. Heb heel even zo'n medelijden met mezelf. Wil dood zijn. De tranen zijn een antwoord. De mannen zijn stil. De vrouwen lachen niet meer.
Om 4 uur in de ochtend zie ik mijn spiegelbeeld van mij weglopen. Normaal komt dat naar mij toe in de glans van de tussendeur, op weg naar de pot. Nu baalt ze van mijn uitgemergeld lijf. Ik hallucineer.
Zondagmorgen.
Alweer ontbijt. Terwijl iedereen praat over zijn of haar project in een ontwikkelingsland, waar de kinderen letterlijk 's morgens niets te eten hebben, zijn hun ogen groter dan hun maag. Op bijna alle borden liggen half opgegeten croissantjes, luxe broodjes en verscheidene smaken beleg.
'Ik zit vol' of ''t smaakt niet zo als ik gedacht had'.
Een flauw excuus.
Wederom zit ik mijn dag uit. Nu met de afspraak dat ik vlak bij de deur ga zitten. Een telefoontje met mijn huisarts heeft geleerd dat ik uitgedroogd ben. Ik moet alleen maar drinken. Nu druipt er niet alleen van de 'uitgang' vloeistof naar buiten, ook de 'ingang' brengt haar deel met zich mee.
Zondagmiddag 14.41uur.
Blij dat ik naar de bus mag. Ik groet snel iedereen (God weet wat ik gezegd heb) en vertrek. Sleep mezelf naar bus, trein, tram en loop naar mijn veilige plekje onder de zon.
Ik stort neer in de woonkamer. Dinsdagmorgen ben ik genoodzaakt mij ziek te melden op mijn werk. Mijn lichaam tintelt, ik heb 't koud in m'n warme nest, het ziet zwart voor de ogen. Het is alsof ik op zee leef in zwaar weer.
|