GERRIE KNETEMANN Gerrie Knetemann
Gerrie Knetemann (Amsterdam, 6 maart 1951 - Bergen, 2 november 2004) bijnaam 'de Kneet', was een Nederlandse beroepswielrenner van 1974 - 1989.
Hij verraste al jong als specialist in proloog-tijdritten. Gaandeweg ontwikkelde hij zich ook als tijdrijder in het langere werk. Knetemann was geen sprinter, maar boekte vrij veel overwinningen in een sprint-à-deux, door met een kompaan of in een klein groepje uit een peloton te ontsnappen. Op die manier werd hij verrassend wereldkampioen in 1978 door Franseco Moser te verslaan. In datzelfde jaar won hij in de laatste etappe van de Ronde van Frankrijk de sprint op de Champs Elysees. Knetemann kon goed uit de voeten in meerdaagse wedstrijden, maar hij schoot echter te kort in het hooggebergte om in de Tour een goed klassement te rijden. Hoewel geen klassementrijder voor de Ronde van Frankrijk, bleek hij een der succesvolste Nederlandse Tourrenners. Tienmaal won hij een etappe, een Nederlands "record", dat hij deelt met Jan Raas en Joop Zoetemelk en achtmaal was hij drager van de gele trui. Met het collectief stond hij ook nog negenmaal op het podium als winnaar van een ploegentijdrit. Hij was de eerste wielrenner die de grens van 50 km/u doorbrak in een tijdrit.
Gerrie Knetemann werd in 1974 profwielrenner bij de Franse Mercier ploeg, waar Joop Zoetemelk kopman was. Typerend voor zijn instelling was dat hij datzelfde jaar laatste werd in Parijs Roubaix, maar een week later de Amstel Gold Race won. In 1975 tekende hij een contract bij de Raleigh ploeg van Peter Post. Samen met Jan Raas was hij daar jarenlang, tot de breuk in 1983, de gezichtsbepalende factor. In 1982 verrastte Gerrie Knetemann in de Tour door de snelle Ier Sean Kelly voor te blijven in een massa-sprint en door Bernard Hinault te verslaan in een lange tijdrit.
In 1983 kwam hij zwaar ten val in Dwars door Belgie. Aanvankelijk werd voor zijn leven gevreesd. Na een lange revalidatie keerde hij terug in het peloton om nog eenmaal uit te pakken in de Amstel Gold Race van 1985.
Knetemann viel op in het wielerpeloton door zijn gevoel voor humor en zijn opmerkelijke taalgebruik. Hij introduceerde een groot aantal uitdrukkingen, waaronder 'hij zit te harken', 'doorkachelen', 'met je hol open zitten' en 'opgebaard over de meet komen'. In het radioprogramma Radio Tour de France had hij veel succes met zijn Kneetstory, waarin hij dagelijks vertelde over zijn belevenissen.
In 1989 nam Knetemann afscheid van het peloton. Hij trad nog enige tijd op als PR-man voor de PDM-ploeg. Daarna werd hij in 1991 bondscoach van de KNWU en wedstrijdleider van de Ronde van Norrd-Holland en het RAI Derny Criterium. Als bondscoach behaalde hij 2 medailles op in totaal 14 WK's.
In 1992 liep hij samen met Prins Willem-Alexander de Marathon van New York uit.
Op 2 november 2004 overleed Gerrie Knetemann aan de gevolgen van een longembolie nadat hij tijdens een mountainbike-tocht nabij Bergen (NH) onwel was geworden. Op 8 november 2004 werd op de wielerbaan van Alkmaar door 2000 mensen afscheid van Knetemann genomen, waarna de begrafenis in besloten kring plaatsvond in Krommenie.
Gerrie Knetemann was ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met ingang van 2004 is de prijs die jaarlijks aan de meest talentvolle wielrenner onder de 23 jaar wordt uitgereikt omgedoopt tot de Gerrie Knetemann Bokaal. Theo Bos was de eerste winnaar van deze bokaal.
JAN RAAS Jan Raas
Raas blonk vooral uit in de klassiekrs, waarvan hij er veertien won in zijn carrière. Zijn vijf (een record) overwinningen in de Amstel Gold Race leverde hem de bijnaam Amstel Gold Raas op. In 1979 werd hij in Valkenburg Wereldkampioen op de weg. Met gerrie Knetemann en Joop Zoetemelk deelt hij het Nederlands record Tour-etappe overwinningen: tien stuks. Overigens reed hij de Tour slechts twee keer uit: in 1976 en in 1978.
Voordat hij beroepswielrenner werd, behaalde Raas al successen bij de amateurs (Nederlands kampioen in 1973, ritoverwinningen in Olympia's Ronde door Nederland).
In 1975 tekende Raas een contract bij de, later zo vermaard geworden, Raleigh ploeg van Peter Post. Hij vertrok daar weer na twee seizoenen, wegens onenigheid over zijn positie in de ploeg. Raas wenste een beschermde rol in de klassiekers, maar Peter Post wilde die hem niet geven.
In het seizoen 1977 reed Raas voor de Frisol/Gazelle ploeg en bewees zijn gelijk met overwinningen in Milaan-San Remo, de Amstel Gold Race en een etappe in de Ronde van Frankrijk.
Omdat Frisol als sponsor aan het eind van het seizoen, stopte keerde Raas in 1978 terug op het oude nest. Toen brak voor Raleigh een periode aan van grote successen, niet in het laatst door de bijdrage van Raas, die niet alleen zelf veel overwinningen behaalde, maar ook de hand had in zeges van ploeggenoten als Henk Lbberding en Leo van Vliet in Gent-Wevelgem respectievelijk in 1980 en 1983.
In 1978 reed Jan Raas een opmerkelijke Tour de France. Hij won in Leiden de proloog, maar mocht na afloop niet de gele trui aantrekken als klassementsleider. De Tourdirecteur, Felix Levitan besloot de uitslag van de proloog niet mee te laten tellen voor het klassement, omdat de regen het parkoers te gevaarlijk gemaakt zou hebben. Een merkwaardige beslissing voor een Tourdirecteur die er anders niet voor terugschrok renners over de zwaarste bergen in extreme weersomstandigheden te sturen. De werkelijke reden voor zijn beslissing had te maken met onenigheid tussen de Tourdirectie en de plaatselijke organisatie over de afdracht van sponsorgelden. De getergde Raas won daarop de volgende dag de etappe naar St. Willebrord met een voorsprong van 1 seconde, waarna hij alsnog de gele trui bemachtigde. Ook de daaropvolgende twee dagen behield hij de leiderstrui. Een andere opvallende prestatie in die Tour leverde hij in de 10e etappe naar Pau, de eerste die over de bergen voerde. Hier werd de Marie-Blanque bedwongen. Raas kwam in de eerste groep van 36 renners mee en werd zelfs derde in de rituitslag. Henk Lubberding won die rit. Dat Raas dat jaar goed op dreef was bleek ook uit zijn 18e plaats in de klimtijdrit naar de Puy de Dôme over 52,5 km. Raas eindigde dat jaar de Tour als 24e.
Raas reed in de ronde van Frankrijk van 1982 één dag in de bolletjestrui van het bergklassement. Die trui had hij veroverd door in de proloog de snelste tijd neer te zetten over een beklimming die in het parkoers was opgenomen.
In 1983 kwam het tot een breuk met Peter Post, waarbij Raas opstapte en voor zichzelf begon. Een groot deel van de renners ging met hem mee. In Kwantum Hallen werd een nieuwe sponsor gevonden. Jan Gibers en de Belg Guillaume Driesens werden aangetrokken als ploegleiders. Een val van Raas in Milaan-San Remo in 1984 markeerde zijn einde als actief renner: hij kwam nog wel terug, maar niet meer op het niveau dat hij had. Het verwachte succes binnen de nieuwe ploeg bleef voorts uit. Interventie van de sponsor leidde ertoe dat Driessens en Gisbers in het voorjaar van 1985 aan de kant werden gezet en dat Raas zelf ploegleider werd.
Als ploegleider was hij aanvankelijk succesvol: renners als Adri van der Poel, Gerrit Solleveld, Jelle Nijdam, Jean-Paul van Poppel e.a. behaalden overwinningen in klassiekers en Tour-etappes. Na 1990 verdampte langzaamaan het succes, mede door gebrek aan nieuwe talentvolle aanwas vanuit de kringen der amateurs. Sponsors begonnen hierdoor ook hun belangstelling voor de wielersport te verliezen.
Waar andere Nederlandse ploegleiders (Post, Gisbers) in die periode daardoor noodgedwongen stopten, slaagde Raas er echter in opnieuw een sponsor te vinden in de Rabobank. Hoewel soms hoopvolle resultaten bereikt werden, bleek de sponsor eind 2003 ontevreden en werd Raas op een zijspoor gezet. In zijn column in het Algemeen Dagblad haalt hij sindsdien met grote regelmaat zijn gram op de Rabobank, die hij niet meer bij naam wenst te noemen.
|