Deel I : 1995 : onderweg naar Hongarije Deel II : Vervolg ; Racisme bij Hongaarse politie (zie 05 jan 2011).. Deel III : Racisme met een misdadig randje -----
I. 1995 : onderweg naar Hongarije
... In die tijd was ik een fabriek aan het organizeren / opstarten ergens ten zuiden van het Balatonmeer in Hongarije. Logisch gevolg hiervan was dat ik maandelijks minstens 10 dagen aldaar moest doorbrengen in Tamasi (ten zuiden van het Balatonmeer). 1450 km verwijderd van mijn thuis, 140 km van Budapest, 40 km ten zuiden van Siofok. Helaas met maximum 1 rechtstreekse vlucht per dag tussen Brussel en de hoofdstad van Hongarije ( 3 Sabena vluchten H+R, 4 MALEV verbindingen H+R).
Zondag 29 oktober 1995
Zaterdag teruggekeerd uit Hongarije met de Sabena-middagvlucht vanuit Budapest. Iedere passagier kreeg een gratis (engelstalig) krantje 'Budapest To-Day' met Places to-be, badplaatsen, restaurants, hotels, interactieve lichaamsverzorging, enz... . Ik herinner mij nu nog steeds één artikeltje in vrije vertaling Vanaf deze week is er een algemene snelheidsbeperking van 50 km/uur doorheen alle dorpskernen in Hongarije: tot eind november zullen de buitenlanders uit goodwill bij overtreding niet beboet worden l maar vriendelijk attent worden gemaakt op het nieuwe reglement.
De week nadien zou het produktiekontrolesysteem overal worden ingevoerd over de gehele werkvloer in het fabriek : alle schermen waren immers ook vertaald in Magyar , naast Nederlands, Duits, Engels en gedeeltelijk in 't Frans. Opleiding van alle betrokkenen was voorbij , tijd voor The real Thing. Alle bestanden waren klaargezet tussen vrijdagmorgen en zaterdagmorgen.
Er was afgesproken dat zowel ikzelf als Pdj (Belgische CEO van het fabriek) op maandagmorgen om 6 uur terug aanwezig zouden zijn en ter plekke blijven tot datum onbekend. Met andere woorden de zekerste manier om terug in België te geraken wanneer de werkomstandigheden het toelieten was per auto.
Een prachtweekend dus ; vrijdagnacht nauwelijks geslapen,zaterdagnamiddag vertrek om 12u uit de luchthaven Feryhegi I (Boedapest) , aankomst thuis rond 17u00. De rest van de zaterdag de scenario's schrijven en bijwerken en tenslotte zondagmorgen om 11u00 terug vertrokken met eigen wagen. Geplande aankomst in hotel rond middernacht. Zoals hierboven aangegeven 1450 km in minder dan 13 uur waarvan ongeveer 300 km op gewone wegen : niet zo'n slecht gemiddelde zou ik denken.
Eén belangrijk feit was wel een meevaller, het weer was prachtig, precies midden van de zomer. Airco niet nodig, want wat is immers heerlijker dan met open dak rijden door achtereenvolgens België, Duitsland (voorbij Frankfurt , Regensburg, Passau met grensovergang naar Oostenrijk vlak langs de linkeroever van de imponerende Donau, vervolgens Oostenrijk ( Linz voorbij al die heerlijke Donausteden -helaas op de autobaan- in koerstempo doorheen Wienerwald naar de Hongaarse grens).
Goed opletten natuurlijk want Oostenrijkers kunnen niet verdragen dat iemand met vreemde nummerplaat sneller rijdt dan hen: men heeft zo de indruk dat iedereen aldaar familie is van Niki Lauda en/of Gerard Berger. Moordaanslagen door would-be verkeers-professoren die graag kort voor je afremmen in jeeps met nummerplaten 'W - ' (Wien) of 'G - ' (Graz), zijn faktoren waarmee absoluut moet rekening gehouden worden tijdens doortocht in de denkbeeldige cirkel van 50 km diameter rondom Wenen. Vrachtwagens rijden gelukkig niet op zondag , 'Verkehrspolizei' is te nadrukkelijk aanwezig en iedere vrachtwagenchauffeeur weet hoe graag de pakkemannen aldaar boetes uitschrijven.
Maar de doortocht op de autobaan ten zuiden van de Donau was heerlijk, om 18 u nog steeds schuifdakje open genietendend in de laatste zonnestralen : Wien nog 50 km, 25 km, 10 km ... Wat ik niet begreep waarom de verkeersmelding steeds maar weer herhaalde dat de 'autobahn' doorheen Wienerwald absoluut moest vermeden worden en nog minder waarom de autobahn Wien Graz zonder meer 'unbefahrbar' was. Ik reed nog steeds in de deugddoende zon bij de aanduiding Autobahnkreuz A60 - A21 ; onbegrijpelijk ... tot bij het oprijden van de eigenlijke splitsing. Links en rechts van de weg laten auto's opeengestapeld en kwamen nog steeds meer wrakken erbij terwijl ik het geval in paniek aanschouwde. Ik weet niet hoe , maar ik raakte ongeschonden voorbij het aangroeiende kerkhof. Druk verkeer veranderde in enkele ogenblikken in een slakkegang van 'ontsnapte' enkelingen die nog verder ploeterden doorheen een opeens ondergesneeuwde autostrade. De meesten die het wrakkenveld voorbijgeraakt waren stopten zoveel mogelijk aan de kant van de weg , hetzij rechts zo dicht mogelijk boven (?) de onzichtbare pechstrook , hetzij helemaal links omdat 'verstandige mensen' niet het risico durfden te nemen om de autosnelweg over de schaatsen. Maar mij kon niets gebeuren vermits een Citroën XM absoluut veilig is en overal voorbij raakte, en trouwens het was van moetens: ik had een afspraak 's anderendaags morgen vroeg nog zo'n 400 km verder. Dus verder rijden maar , slalommen langsheen auto's die dwars op het verkeer stonden , tot op het ogenblijk dat een (Hongaarse) bus vlak voor mij een pirouette van meer dan 180° uitvoerde vlak voor mij waarna ik nauwelijks enkele seconden later - op een paar meter de chauffeur vlak in de ogen keek.
Jawel ik ben er voorbijgeraakt met een ofwel ontbrekende hartslag, dan wel zeer hoog in het rood. Maar toen wist ik het : einde van de rit. Over enkele km is er een benzinestation met Ausfahrt van de autobaan in Alland . 100 m verder naar rechts is er een straatje naar rechts naar een hotel/pension waar ik bij vroegere gelegenheden reeds gestopt was toen ik niet zo krap in tijdsnood zat. In slakkegang dus op hoop van ... veilige aankomst en morgen een nieuwe dag met liefst wat minder sneeuw.
Ausfahrt Alland kon ik bereiken , maar terwijl ik mijn manoeuver deed naar rechts reed ik gewoon in op een sneeuwruimspoor van een bulldozer van waarschijnlijk anderhalve meter hoog, in ieder geval boven ooghoogte, en jawel ik had met mijn snelheid van max 20 km/uur toch volgoende momentum om zo'n 2 m verder uit te komen op de eigenlijke uitrit voorbij de opgehoopte sneeuw. Helaas 100 m verder kon ik niet naar rechts naar mijn pensionnetje vermits de weg versperd werd door een dam van minstens 3 m hoog. De 'vrijgemaakte' weg (N210) linksaf naar Baden (15 km) was mijn enige optie. Heel de weg door vrij vrilig in het spoor van een sneeuwruimer die van tijd tot tijd moest stoppen om af te geraken van te grote hoeveelheden sneeuw.
Ik geraakte dus in Baden in ongeveer 2 uur en de radio maar herhalen dat de autobaan tussen Wien en Graz ondertussen gesloten was voor alle verkeer . De autoriteiten zouden alles doen wat mogelijk was om ingesneeuwde automobilisten hulp te bieden. Ik reed Baden binnen via een straat genoemd naar een of andere groothertog;10 tallen hotels hier aan weerszijden van de weg , maar ik kon die weg niet verlaten en ik kon mijn auto niet parkeren vermits de sneeuwruimers maar een doorgang hadden vrijgelaten van maximim 4 meter. Na een paar 100 m was de weg versperd door een gele Postbus, maar juist daarvoor kon ik wel rechtsaf in de Rathausstrasse waar op de hoek verwezen werd naar 2 hotelnamen met predikaat 'FREI' . Dus dat werd het .
De straat was echter volledig afgezoomd met witte schokbrekers hoger dan vangrails voor Formule 1 wedstrijden. Allen op het einde was er prcies een verbreding waar opvertollig sneeuw gestockeerd was. Rechts was echter een tamelijk steil heuveltje met uitzicht op een hotelparkplaats die niet was afgezoomd. Opnieuw werd de beslissing opgedrongen : dat Kurhotel zou het eindpunt worden van de zondagsrit.
En dat werd het ook, vermits ik opeens gedokker voelde aan alle kanten onderaan mijn auto; lekke banden dacht ik meteen. Vooruit was alles afgezet, achteruit durfde ik niet meer, kon ik ook niet meer omdat de sneeuwruimers klaarblijkelijk de ruimte vandoen hadden om te keren en te lossen. Wat kon ik anders doen , uitstappen, constateren dat ik -gelukkig- geen lekke banden had en door de hoge maagdelijke sneeuw ploeteren naar de hotelingang en inchecken.
Aan de balie vond men het wel grappig toen ze in het oog kregen waar ik mijn auto had achtergelaten. Ongerustheid was overbodig vermits ik 'doodgewoon' de trappen naar het stadhuis was opgereden. De receptie zou zelf de 'Gendarmerie' verwittigen dat één van hun gasten niet in de gaten kon hebben dat de 'Einbahnstrasse' eigenlijk niet verder liep dan de opstap naar het Rathaus van Baden. Men suggereerde dat ik deze zondagnacht gewoon de auto geparkeerd achterliet en 's morgens het wandel-voetweggetje en grasveld ernaast zou oprijden tussen stadhuis en hotel om alsnog op de hotelparking te geraken.
Wordt vervolgd met de gebeurtenissen tijdens de daaropvolgende week.
|