rsblogt
Inhoud blog
  • In memoriam Jeannine Slabbinck
  • M.i. kreeg ik bloeddoping
  • In memoriam : Maria Slabbinck
  • In memoriam : André Devriendt
  • Verjaardagswens door Maren


    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Mens sana non potest vivere in corpore sicco
    Een gezonde geest kan niet leven in het lichaam van een droogstoppel Misschien niet de volledige waarheid... maar in ieder geval de mijne
    05-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winterse miserie in 1995 (1ste vervolg)

    Deel I : 1995 : onderweg naar Hongarije (zie blog dd 20 dec 2010 )
    Deel II : Racisme bij Hongaarse politie.(vervolg)
    Deel III : Racisme met misdadig randje (vervolg en slot) (zie blog dd 8 jan 2011)
    ---

    II. Racisme bij Hongaarse politie

    Einde goed , alles goed. Zo voelde het (bijna) aan toen ik in het kurhotel aangekomen was. Een klein probleempje was nog iets te eten krijgen vermits de dag ondertussen gevorderd was rond 22u00. Maar dat lukte uiteindelijk nog met asssistentie van de receptie en gebruik makend van het feit dat nog enkele tafels bezet waren met jonge rakkers van mijn leeftijd- meestal vergezeld door veelal slankere blondines die waarschijnlijk therapeutische taken hadden: typetjes zo weggelopen vanuit Baywatch . Misschien dochters , maar sommigen met meer dan dochter-papa gevoelens.

    Sportiviteit en relaxatie heel zeker vermits ik een goed zicht had op de inkomhal waar velen nog in badmantel onderweg waren uit/naar Hallenbad, Sauna-, Dampfbad- , Massage-Anlagen en wat er nog alles zo bestond.

    Ook in het restaurant was er trouwens nog volop ambiance onderhouden door Russische gasten die meezongen met BoneyM of wellustig Dancing Queen van Abba meedansten : niets mis mee, zou men denken ware het niet dat de gretigheid praktisch uitsluitend mannen betrof. Zonder trots geef ik toe dat ook ik werd uitgenodigd om een dansje te doen? Het was een van de enige keren dat ik mij verheugde om de fysische handicap van mijn kapotte knie. Russen zijn echter niet haatdragend en nodigden mij , zoals ongeveer iedereen, uit om (rode) kaviaar mee te eten die ze waarschijnlijk vanuit hun Sowjet-vaderlanden hadden meegebracht. Iedereen kreeg zomaar een doosje waaruit vrijelijk kon geproefd worden ; consumptie met de tandenstokertjes die overal op de tafels stonden tussen peper, zout, azijn, olijven, e.d. . Klaarblijkelijk zonder bezwaar van obers noch hoteluitbaters, misschien wegens de toezegging dat bestellingen konden gebeuren bij de receptie – geen limieten bij de bestelgroottes.

    Veel tijd om mee te vieren was er echter niet : ik werd immers 400 km verder verwacht 's anderendaagsmorgens tegen 06u00. 1995 was echter de inloopperiode van Gsm : m.a.w. ik kende niemands Gsm nummer in Hongarije . Ik was wel zo alert geweest om tijdens mijn slippartijen op de Wienerwald-snelweg PdJ (=CEO van de groep waartoe het fabriek behoorde) op te bellen die eveneens onderweg was van Antwerpen naar het fabriek in Tamàsi. Mijn boodschap : “vermijd Wienerwald (A21) en rij rechtdoor over Wenen (A1) naar Gyor. Ik hoopte dat hij dan toch op tijd zou aankomen ter bestemming”. Toch maar eventjes controleren, en jawel hij was vlot kunnen rijden tot voorbij Wenen, maar hij was bijlange nog niet ter bestemming;, hij was regelingen aan het treffen om zijn dikke Mercedes uit een gracht te laten takelen nog voor de Hongaarse grens. “Neen, geen gekwetsten , nauwelijks blikschade zelfs. Enkel geprobeerd een rij 'mossels die daar maar stonden stil te staan ' rechts voorbij te rijden op vrij stukje weg dat echter geen weg meerwas maar een met sneeuw opgevulde greppel. Da-aag slapen, da-aag verder rijden vanacht!”.

    Dus, ik zou maar enkele telefoontjes plegen ; eerste poging naar het fabriek waar alijd een bedrijfsbewaker aanwezig was. De verbinding was uitstekend, alleen kon ik enkel concierge Marika bereiken: een Hongaarse ongetrouwde schone van rond 45 jaar, die nog steeds haar oude moeder verzorgde en die mij -zeer enthousiast- te woord stond. Helaas in – waarschijnlijk– een of ander Hongaars dialect. Ik begreep enkel dat ze steeds maar 'Saelensur' herhaalde ingekapseld in klepperdeklep en holderalitie. (In het Hongaars wordt iedere mijnheer aangesproken door aan zijn naam het achtervoegsel ur toe te voegen). Van al de rest snapte ik g e e n j o t a. Van Marika is algemeen bekend dat ze nooit kan zwijgen, telkens ik aan haar wachtlokaal voorbijga, vertelt ze mij enkele drukke maanden uit haar boeiende leven, dus ook nu zat er niets anders op dan Kösunom en yo este (=Bedankt en Goede nacht) te mompelen en resoluut de telefoon toe te leggen. Andere optie, de tolk opbellen en vragen dat hij de boodschap doorgeeft aan Marika opdat alle betrokkenen maandagmorgen vroeg in te lichten. “De opstart van het systeem werd verschoven tot dinsdagmorgen”. Toen dat lukte, restte me nog enkel het wachtlokaal in het moederbedrijf in Antwerpen op te bellen om ervoor te zorgen dat de nodige instructies bij de juiste personen zouden aankomen via fax en/of telefoon ( neen dus : @-mails bestonden toen nog niet ).

    Eindelijk klaar voor een 'stevige' nachtrust vermits onbijt niet werd opgediend voor 7u00 . Nog efkens checken of mijn auto nog steeds ter plekke stond : jawel en wat nog belangrijker was, het sneeuwen was opgehouden en ik merkte meerdere blauwe zwaailichten op die aan het opruimen waren, ook rond mijn mijn parkeer-trap.

    Maandagmogen 07u15 : onbijt klaar, kamer afgerekend en met 'rare' manoeuvers over het hotelgrasveld gesukkeld door de veel te hoge sneeuw tot aan de parking. Alle paadjes op het grondgebied rond het hotel waren vrijgemaakt door zo'n aangepaste grasmaaiers.

    Vanaf daar geraakte ik vrij vlot tot op de A3 Wien – Graz, waar ik stapvoets de 10à15 km zuidelijke richting kon afhaspelen die me scheidden van de Landesstrasse naar Klingenbach en verder naar Sopron ( eerste stadje in Hongarije). Op de pechstroken van de A3 was men systematisch bezig met auto's vrij te maken die (enkele keren letterlijk ) volledig ondergesneeuwd waren. Eens de autobaan achter de rug; zag men zo de sneeuwhoogte afnemen tot nauwelijks 5 km verder zowaar compleet sneeuwvrije straten en velden. Nooit zo vlot de dubbele grensovergangen van Oostenrijk en Hongarije gepasseerd vermits nauwelijks verkeer. Ik werd zowaar optimistisch dat ik nog rond het middaguur ter bestemming zou geraken.

    Kort nadat ik de weg voorbij Sopron had gekozen naar Sarvàr, voelde ik mij , eindelijk 'King of the Road'. Een weg zonder verkeer bijna zo recht als een landingsbaan voor een Spae Shuttle”, waar ik snelheden haalde van meer dan 100 km/uur tussen de velden', en iets langzamer door de Hongaarse dorpjes met hun typische dorpskernen: een weg afgezoomd aan weerszijden door ondiepe grachten met op hun beurt daarnaast een paar meter voor voetgangers; men zou zo zeggen een natte droom voor adepten van extreem veilig voor voetgangers en kinderfietsjes. En jawel , en toch wel zeker, vlak nadat ik het tweede dorpje op de E65 achter mij had gelaten (Simasag), werd ik ingehaald door een 'ongeletterde' beige Lada met 3 ijverige politieagenten aan boord : handje buiten zwaaiend met rond stoptekentje met STOP. Eindelijk een Hongaars woord dat ik begreep en toch voelde het niet hoed aan.

    Op een bordje had men genoteerd 84 km. Met een verklarende tekst met louter vreemde woorden , maar die ik uiteraard wel verstond : wat kon 84 km anders betekenen? Dus maakte ik hen diets dat 2 dagen voordien in een Hongaarse krant stond dat buitenlanders tijdens de eerste maand niet zouden bekeurd worden. Noch in het Duits, noch in het Engels kwam mijn boodschap aan. Een agent vroeg mijn 'Pasport und Papiere', wat ik hen prompt overhandigde en wat hij op een zeer ordentelijke manier naar zijn Lada bracht ... en onmiddellijk terugkeerde met alleen mijn verzekeringsdocumenten en rijbewijs; geen paspoort dus. Ik maar protesteren dat zoiets ongeoorloofd is, wat ze - vanzelfsprekend - opnieuw niet begrepen. Ik kreeg naast een blad (zeer waarschijnlijk de bekeuring) ook nog een notaatje in het Duits opgesteld wanneer ik mijn boete kon vereffenen . De gestempelde plaats met adres en telefoon was vastgelegd in politierechtbank van Sarvàr, datum met balpen genoteerd op 's anderendaags. Ik slaagde er zelfs in de dag des oordeels te verplaatsen van dinsdag naar vrijdag. Met een vriendelijke 'Yo Napot Kivanok' (=nog een goeie dag) gingen we uit mekaar. Al mijn vredelievende gevoelens had ik meteen achtergelaten, en ik vervolgde mijn weg, vastbesloten om mij geen tweede keer te laten snappen. Mijn meest fijnzinnige definitie van die politieagenten, lag in de lijn van 'verdomde gore klootzakken' : ze jagen gewoon op buitenlanders, hoe anders te verklaren dat ze duitstalige flyers hadden.

    Enkele km verder nam ik de richting Veszprèm (E66), die ik in alle sereniteit volgde en mij strikt hield aan de verkeersvoorschriften. Mij zou niets meer gebeuren – dacht ik.

    Tot ik na enkele kilometers werd voorbijgevlogen door een Italiaanse sportwagen met nummerplaat uit Bolzano. Nu ja op het ogenblik dat hij mij inhaalde vloog hij nog niet, dit gebeurde pas enkele honderden meter verder toen hij zomaar pats-boem vanop de vaste bodem omhoogschoot en enkele 10-tallen meter in een sneeuwwolk neerplofte: de sportwagen landde rechts van de weg op een braakliggend zonder bandensporen achter te laten. Ik stopte meteen en merkte gelukkig hoe de beide passagiers hun voertuig verlieten, zo wit als de bodem rond hen. Toen merkte ik ook op dat nauwelijks 100 m verder een auto stond met 'RENDORSZEG' (=politie), die klaarblijkelijk met walkie-talkie het verkeer stond te regelen om de smalle doorgang op een met vangails afgezette helling beurtelings te gebruiken ; eerste enkele dalers, daarna enkele stijgers, enz... . Eventjes panikeerde ik dat ze me nog zouden verplichten om een verklaring af te leggen , maar dat bleek dus niet nodig. Ik maakte me de bedenking dat de Italiaantjes zeker geluk hadden dat ze het dorpsnaambord Devecser en wegwijzer naar Kolontàr-Ajka niet omver gekeild hadden. Iedere keer dat ik later op die plaats voorbijreed moest ik denken aan dit ongevalletje. Niets ergs dus en gelukkig een tiental km verder was opnieuw alles opnieuw zo groen als normaal is in de late herfst rond Veszprèm.

    “Kolontàr?” dacht ik toen in oktober 2010 een aluminiumfabriek uit Ajka haar giftige rode smurry uitbraakte, “ken ik toch : 'waar sportwagens vlieglessen nemen' ” ! Nooit gedacht dat een smetteloos wit veld zou besmet worden door de uitwassen van een misdadige vervuilende industrie.

    Nu goed, ik kwam uiteindelijk toch aan in Tamàsi kort na de middag, een dikke halve dag te laat. Pdj arriveerde halfweg de namiddag met zijn gedicht op halfzeven; met zijn kruissnelheid van 200km/uur had ik hem dan toch ruim geklopt. Ik wou bijna schrijven “Eind Goed, Al Goed”.


    Wordt vervolgd door Deel III : Racisme met misdadig kantje.(zie blog 8 jan 2011)

    05-01-2011, 00:00 geschreven door saelensr  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    08-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winterse miserie in 1995 ( 2de vervolg en slot)
     

    Sneeuwmiserie. Niets nieuws want “er was eens”

    Deel I : 1995 : onderweg naar Hongarije (zie blog dd 20 dec 2010 )
    Deel II : Racisme bij Hongaarse politie.(vervolg) (zie blog dd 05 jan 2011)
    Deel III : Racisme met misdadig randje (vervolg en slot)

    III. Racisme met misdadig randje

    Einde goed , alles goed. Zo begon de week in het fabriek. Onmiddellijk na aankomst werd de bedrijfjurist verwittigd om uit te vinden wat er verder moest gebeuren. Snel werd duidelijk dat ik niet zou ontsnappen aan een boete. “De bekeuring was uitgeschreven en klaarblijkelijk door mezelf ondertekend: dus bloeden zou ik”. De afspraak in Sarvàr werd bevestigd over enkele dagen op vrijdagnamiddag 14u00 stipt. De advokaat wist me te vertellen dat de maximumboete voor mijn overtreding tienduizend Forint (=Ft) was (omgerekend vierduizend Belgische frank). Een gigantisch bedrag wanneer men bedenkt dat even veel was als het bruto salaris van de betere verdieners. Zo'n vaart zou het wel niet lopen – dacht ik, hoopte ik.

    Mijn grootste zorg was de klemtoon op 14u00 stipt; er zou wel weer iets mislopen,maakte ik mezelf wijs. “Een ongeluk komt nooit alleen “, bedacht ik , hoewel ik toch wel vond dat mijn sneeuwmiserie, mijn snelheidsbekeuring en mijn te late aankomst wat mij betreft toch wel volstonden.

    Voor de volledigheid toch maar vermelden dat de werkweek tot en met vrijdag uitstekend verliep: hoewel taal een enorm probleem was, kreeg ik toch nog maar eens de bevestiging dat samenwerken met Hongaren zoveel aangenamer verliep dan verkapte oorlogsvoering met Slavische volkeren als Polen en Tjecho-slovaken en de geïnstitutionaliseerde laksheid van de theedrinkende Londoners.

    Zodoende kon ik vrijdag ruimschoots op tijd vertrekken met een omslag die de maximale boete van 10.000 ft bevatte. Ik had een plattegrond mee waarop me werd uitgelegd hoe ik in de 'Batthuàny Lajos utca' moest geraken. De bestemming bleek het plaatselijke politiekantoor te zijn. Ik was een uurtje te vroeg, tijd genoeg voor een klein wandelingetje door een schattig stadje met een verzorgd parkje met veel bomen en enkele groene speelweiden.

    Ik begaf mij een tiental minuten voor 14u00 neer het politiebureau, helemaal sereen en kalm. “Wat kon er gebeuren, die magistraten hier doen ook maar hun werk”. In de gang bij binnenkomst werd ik opgewacht door een zestiger met ringbaard (een bijklussende gepensioneerde ?).
    “Herr Saelens?”
    “Jawel mijnheer”, antwoordde ik en bedacht hoe goed alles georganiseerd was, 't zou dus niet eens nodig zijn om uit te vlooien waar ik juist moet aankloppen. “Ik moest mij hier aanmelden ivm een verkeersovertreding”.
    “Bitte folgen, ich bin Ihr Dolmetscher” en ik werd binnengeleid in een redelijk klein kantoor met één bureelmeubel met ervoor op ongeveer één meter afstand 4 stoelen. Ik werd uitgenodigd om te gaan zitten, de beide politmannen opzij gaven geen kik, de politierechter evenmin, hij groette ook niet, gaf geen handdruk; kortom het gaf een raar gevoel. De 'Dolmetscher' (=de tolk) bleef rechtstaan naast het bureau van de magistraat.

    Onmiddellijk las de rechter voor wat ik zo allemaal had uitgespookt, ieder zinnetje werd prompt vertaald door de tolk. Eén info ontbrak klaarblijkelijk nog : de naam van mijn moeder .

    Hallo ! ik vroeg verbaasd wat mijn moeder hiermee te maken had.

    “Over de afkomst van een persoon bestaat maar één enkele zekerheid: zijn moeder, die verwantschap is uniek en zoveel betrouwbaarder dan de band met de vader” , antwoordde de tolk. “Irma Van Gatspiegel” antwoordde ik. Korte onderbreking, de naam werd bijgevuld op het vonnis en , door een agent, op een steekkaart (Was het de bedoeling later aan te vullen op een nationale database van alle misdadigers ?) . Ik werd wel gevraagd de juiste spelling te geven in drukletters op een kladblaadje te schrijven : zeer belangrijk ook, eerst de voornaam aub. De agenten waren dus niet alleen daar om mij te executeren, ze konden zowaar zelfs typen.

    De voorlezing werd vervolgd en zo vernam ik dat de boete de maximale tienduizend ft bedroeg.

    Ik haalde meteen mijn omslag boven om te betalen, zag mijn paspoort op het bureel, poneerde met de ene hand het geld op het bureau, en nam met de andere mijn paspoort terug.

    “Bitte Herr Saelens, geef onmiddellijk dit paspoort terug. Eerst vonnis ondertekenen “. De politie stond recht om de berisping kracht bij te zetten. Ik onderging dus de wet van de sterkste, gaf mijn paspoort terug, maar vooraleer ik ondertekende, vroeg ik of het mogelijk was om het fotootje, (het bewijs) van mijn overtreding te zien. Een kort intermezzootje volgde tussen tolk en politierechter.

    “Natuurlijk , op de vrijdagnammidag van de derde week van december ... in Szombathely “( dat was anderhalve maand later , 40 km daar vandaan!) , “maar bedenk wel dat je in tussentijd je paspoort niet terug krijgt “. Gevolg : ik zou het land niet kunnen verlaten.

    Mijn sereniteit begon snel af te kalven, maar ik besloot toch maar om te ondertekenen. Ik kon het echter niet laten om opnieuw het artikeltje uit de krant van Boedapest te citeren, 'dat gedurende de eerste maand geen bekeuring zou uitgeschreven worden aan buitenlanders'.

    De politierechter repliceerde echter dat ik niet hypocriet moest doen alsof de Hongaren achterlijk waren. “In België bestaat die regel al vele jaren telkens men een dorpskom binnenrijdt” , wist hij te zeggen. Waaruit hij had afgeleid dat ik Hongaren achterlijk zou vinden, kon ik in de verste verte niet achterhalen.

    “... En het geld nam ik maar beter terug, de betaling moest gebeuren via zegels die moesten gekleefd worden in een postkantoor”.

    Na een diepe zucht, vroeg ik – ik zweer het , op een heel beleefde manier - “Waar vind ik hier een postkantoor ?”.

    Het antwoord van de tolk, vergeet ik nooit. “Ik ben hier om te tolken, niet om uit te leggen waar je het postkantoor kan vinden . Trouwens mijnheer de rechter blijft hier nog ongeveer een kwartier. Als je de betaling niet kan regelen maakt hij wel een nieuwe afspraak voor volgende week “.

    Op dit moment zou zelfs een Nobelprijswinnaar Voor De Vrede keihard in zijn kl. getrapt hebben. De politierechter had het antwoord 'niet begrepen (?)', want toen glimlachte hij voor de eerste keer en maar deed evenmin een poging om zijn tolk terecht te wijzen. Zijn onderliggende vraag om drinkgeld te krijgen had ik echter wel begrepen, ik vond nog een briefje van 50 ft in mijn brieventas en herhaalde mijn vraag.
    “Het postkantoor is hier rechtover !”. Was ik niet zo kwaad geweest, ik voelde me gast bij het programma Verborgen Camera in een duet met André Van Duyn.
    In het postkantoor – de tolk was achtergebleven - was de vrouwelijke bediende zo vriendelijk om me erop te wijzen dat ik een officieel documentje nodig had om de zegels op te kleven. Niet duur, slecht 75 ft. Maar ik had die niet, meer dan een paar Hongaarse muntstukjes had ik niet. Ik had Belgische frank, Duitse marken en Oostenrijkse shilling. De postbediende raadde mij aan om te gaan wisselen in een bank ! Het postkantoor was niet uitgerust om Visa of bankkaart te accepeteren. Maar ... “De post bleef echter wel maar tot 15u00 open !”.

    Ik verloor de grond vanonder mijn voeten, hoe moest ik teruggeraken binnen mijn toegestane kwartiertje om nog te gaan wisselen ? Enfin, de bediende wou voor mij wel het kleefdocument voorschieten als ik haar vergoedde in de vreemde valuta had , DM of liever nog Oostenrijkse shilling... maar zij kon spijtig genoeg niet teruggeven, en de beide andere bedienden aldaar ook niet. Om kort te zijn ik heb daar 50 Oostenrijkse shilling ( ong.150Bef) betaald als voor 75 ft (ong. 30 Bef). Ik had geen zin om uit te vissen of ze geen ft konden teruggeven dan wel geen shillingen, deze discussie met mensen die nauwelijks duits spraken was te complex in de weinige ogenblikken die mij nog restten.
    Hoeft het gezegd dat ik met stoom uit oren en ogen terugkeerde bij de politierechter, die gelukkig nog aanwezig was. De nodige plichtplegingen werden afgehandeld. Toen vroeg ik de tolk om voor mij letterlijk te vertalen wat ik te zeggen had; de juiste formulering ken ik niet 100 % meer, maar 'k zal er toch niet ver vanaf zitten.

    “Mijnheer de rechter, je bent een racist. 10000 ft is buiten alle proporties. Je denkt dat iedere buitenlander hier een Onassis is, maar je vergeet wel dat ik hier ook ben om te werken voor een onderneming waar op dit ogenblik reeds 400 Hongaren tewerkgesteld werden en waar er binnen het jaar nogeens zoveel moesten bijkomen. Hoe ik hier behandeld ben getuigt van een rondom krapuleuze attitude. Ik zal jullie één voor één nogmaals in de ogen kijken, en ik verzeker jullie dat ik nooit een gezicht vergeet. Probeer dus nog maar eens later om terug zo'n farce op te voeren als de voorbije week, en ik sta niet in voor mijn daden. Ik zal in ieder geval dit gebeuren rapporteren aan de Belgische ambassade”.

    Antwoord kreeg ik niet meer, ik had er ook geen behoefte aan. Ik ben naar buiten gegaan, het was iets na 15u00 en ik had nog een duizental km voor de wielen. Ik ben weggereden van voor het politiekantoor nagekeken door enkele politieagenten die mijn uitval gehoord hadden. Bij het wegrijden groette ik hen met claxon en een hand met opgestoken middenvinger door mijn open schuifdak
    Weinig klasse, denken jullie. Allicht , maar hoevelen zouden niet op dezelfde manier gereageerd hebben als ik?

    En voor wie het zich mocht afvragen hoe de wegen erbij lagen bij mijn thuisrit : zoals het hoort in de herfst richting Besz (= Wenen in het Hongaars) en daarna door Duitsland naar West-Vlaanderen.

    Wie zei ook weer “Eind Goed Alles Goed” ? Ik niet in ieder geval.





    08-01-2011, 00:00 geschreven door saelensr  

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Archief per week
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 11/07-17/07 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 28/09-04/10 2009
  • 26/01-01/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!