Sneeuwmiserie. Niets nieuws want er was eens
Deel I : 1995 : onderweg naar Hongarije (zie blog dd 20 dec 2010 ) Deel II : Racisme bij Hongaarse politie.(vervolg) (zie blog dd 05 jan 2011) Deel III : Racisme met misdadig randje (vervolg en slot)
III. Racisme met misdadig randje
Einde goed , alles goed. Zo begon de week in het fabriek. Onmiddellijk na aankomst werd de bedrijfjurist verwittigd om uit te vinden wat er verder moest gebeuren. Snel werd duidelijk dat ik niet zou ontsnappen aan een boete. De bekeuring was uitgeschreven en klaarblijkelijk door mezelf ondertekend: dus bloeden zou ik. De afspraak in Sarvàr werd bevestigd over enkele dagen op vrijdagnamiddag 14u00 stipt. De advokaat wist me te vertellen dat de maximumboete voor mijn overtreding tienduizend Forint (=Ft) was (omgerekend vierduizend Belgische frank). Een gigantisch bedrag wanneer men bedenkt dat even veel was als het bruto salaris van de betere verdieners. Zo'n vaart zou het wel niet lopen dacht ik, hoopte ik.
Mijn grootste zorg was de klemtoon op 14u00 stipt; er zou wel weer iets mislopen,maakte ik mezelf wijs. Een ongeluk komt nooit alleen , bedacht ik , hoewel ik toch wel vond dat mijn sneeuwmiserie, mijn snelheidsbekeuring en mijn te late aankomst wat mij betreft toch wel volstonden.
Voor de volledigheid toch maar vermelden dat de werkweek tot en met vrijdag uitstekend verliep: hoewel taal een enorm probleem was, kreeg ik toch nog maar eens de bevestiging dat samenwerken met Hongaren zoveel aangenamer verliep dan verkapte oorlogsvoering met Slavische volkeren als Polen en Tjecho-slovaken en de geïnstitutionaliseerde laksheid van de theedrinkende Londoners.
Zodoende kon ik vrijdag ruimschoots op tijd vertrekken met een omslag die de maximale boete van 10.000 ft bevatte. Ik had een plattegrond mee waarop me werd uitgelegd hoe ik in de 'Batthuàny Lajos utca' moest geraken. De bestemming bleek het plaatselijke politiekantoor te zijn. Ik was een uurtje te vroeg, tijd genoeg voor een klein wandelingetje door een schattig stadje met een verzorgd parkje met veel bomen en enkele groene speelweiden.
Ik begaf mij een tiental minuten voor 14u00 neer het politiebureau, helemaal sereen en kalm. Wat kon er gebeuren, die magistraten hier doen ook maar hun werk. In de gang bij binnenkomst werd ik opgewacht door een zestiger met ringbaard (een bijklussende gepensioneerde ?). Herr Saelens? Jawel mijnheer, antwoordde ik en bedacht hoe goed alles georganiseerd was, 't zou dus niet eens nodig zijn om uit te vlooien waar ik juist moet aankloppen. Ik moest mij hier aanmelden ivm een verkeersovertreding. Bitte folgen, ich bin Ihr Dolmetscher en ik werd binnengeleid in een redelijk klein kantoor met één bureelmeubel met ervoor op ongeveer één meter afstand 4 stoelen. Ik werd uitgenodigd om te gaan zitten, de beide politmannen opzij gaven geen kik, de politierechter evenmin, hij groette ook niet, gaf geen handdruk; kortom het gaf een raar gevoel. De 'Dolmetscher' (=de tolk) bleef rechtstaan naast het bureau van de magistraat.
Onmiddellijk las de rechter voor wat ik zo allemaal had uitgespookt, ieder zinnetje werd prompt vertaald door de tolk. Eén info ontbrak klaarblijkelijk nog : de naam van mijn moeder .
Hallo ! ik vroeg verbaasd wat mijn moeder hiermee te maken had.
Over de afkomst van een persoon bestaat maar één enkele zekerheid: zijn moeder, die verwantschap is uniek en zoveel betrouwbaarder dan de band met de vader , antwoordde de tolk. Irma Van Gatspiegel antwoordde ik. Korte onderbreking, de naam werd bijgevuld op het vonnis en , door een agent, op een steekkaart (Was het de bedoeling later aan te vullen op een nationale database van alle misdadigers ?) . Ik werd wel gevraagd de juiste spelling te geven in drukletters op een kladblaadje te schrijven : zeer belangrijk ook, eerst de voornaam aub. De agenten waren dus niet alleen daar om mij te executeren, ze konden zowaar zelfs typen.
De voorlezing werd vervolgd en zo vernam ik dat de boete de maximale tienduizend ft bedroeg.
Ik haalde meteen mijn omslag boven om te betalen, zag mijn paspoort op het bureel, poneerde met de ene hand het geld op het bureau, en nam met de andere mijn paspoort terug.
Bitte Herr Saelens, geef onmiddellijk dit paspoort terug. Eerst vonnis ondertekenen . De politie stond recht om de berisping kracht bij te zetten. Ik onderging dus de wet van de sterkste, gaf mijn paspoort terug, maar vooraleer ik ondertekende, vroeg ik of het mogelijk was om het fotootje, (het bewijs) van mijn overtreding te zien. Een kort intermezzootje volgde tussen tolk en politierechter.
Natuurlijk , op de vrijdagnammidag van de derde week van december ... in Szombathely ( dat was anderhalve maand later , 40 km daar vandaan!) , maar bedenk wel dat je in tussentijd je paspoort niet terug krijgt . Gevolg : ik zou het land niet kunnen verlaten.
Mijn sereniteit begon snel af te kalven, maar ik besloot toch maar om te ondertekenen. Ik kon het echter niet laten om opnieuw het artikeltje uit de krant van Boedapest te citeren, 'dat gedurende de eerste maand geen bekeuring zou uitgeschreven worden aan buitenlanders'.
De politierechter repliceerde echter dat ik niet hypocriet moest doen alsof de Hongaren achterlijk waren. In België bestaat die regel al vele jaren telkens men een dorpskom binnenrijdt , wist hij te zeggen. Waaruit hij had afgeleid dat ik Hongaren achterlijk zou vinden, kon ik in de verste verte niet achterhalen.
... En het geld nam ik maar beter terug, de betaling moest gebeuren via zegels die moesten gekleefd worden in een postkantoor.
Na een diepe zucht, vroeg ik ik zweer het , op een heel beleefde manier - Waar vind ik hier een postkantoor ?.
Het antwoord van de tolk, vergeet ik nooit. Ik ben hier om te tolken, niet om uit te leggen waar je het postkantoor kan vinden . Trouwens mijnheer de rechter blijft hier nog ongeveer een kwartier. Als je de betaling niet kan regelen maakt hij wel een nieuwe afspraak voor volgende week .
Op dit moment zou zelfs een Nobelprijswinnaar Voor De Vrede keihard in zijn kl. getrapt hebben. De politierechter had het antwoord 'niet begrepen (?)', want toen glimlachte hij voor de eerste keer en maar deed evenmin een poging om zijn tolk terecht te wijzen. Zijn onderliggende vraag om drinkgeld te krijgen had ik echter wel begrepen, ik vond nog een briefje van 50 ft in mijn brieventas en herhaalde mijn vraag. Het postkantoor is hier rechtover !. Was ik niet zo kwaad geweest, ik voelde me gast bij het programma Verborgen Camera in een duet met André Van Duyn. In het postkantoor de tolk was achtergebleven - was de vrouwelijke bediende zo vriendelijk om me erop te wijzen dat ik een officieel documentje nodig had om de zegels op te kleven. Niet duur, slecht 75 ft. Maar ik had die niet, meer dan een paar Hongaarse muntstukjes had ik niet. Ik had Belgische frank, Duitse marken en Oostenrijkse shilling. De postbediende raadde mij aan om te gaan wisselen in een bank ! Het postkantoor was niet uitgerust om Visa of bankkaart te accepeteren. Maar ... De post bleef echter wel maar tot 15u00 open !.
Ik verloor de grond vanonder mijn voeten, hoe moest ik teruggeraken binnen mijn toegestane kwartiertje om nog te gaan wisselen ? Enfin, de bediende wou voor mij wel het kleefdocument voorschieten als ik haar vergoedde in de vreemde valuta had , DM of liever nog Oostenrijkse shilling... maar zij kon spijtig genoeg niet teruggeven, en de beide andere bedienden aldaar ook niet. Om kort te zijn ik heb daar 50 Oostenrijkse shilling ( ong.150Bef) betaald als voor 75 ft (ong. 30 Bef). Ik had geen zin om uit te vissen of ze geen ft konden teruggeven dan wel geen shillingen, deze discussie met mensen die nauwelijks duits spraken was te complex in de weinige ogenblikken die mij nog restten. Hoeft het gezegd dat ik met stoom uit oren en ogen terugkeerde bij de politierechter, die gelukkig nog aanwezig was. De nodige plichtplegingen werden afgehandeld. Toen vroeg ik de tolk om voor mij letterlijk te vertalen wat ik te zeggen had; de juiste formulering ken ik niet 100 % meer, maar 'k zal er toch niet ver vanaf zitten.
Mijnheer de rechter, je bent een racist. 10000 ft is buiten alle proporties. Je denkt dat iedere buitenlander hier een Onassis is, maar je vergeet wel dat ik hier ook ben om te werken voor een onderneming waar op dit ogenblik reeds 400 Hongaren tewerkgesteld werden en waar er binnen het jaar nogeens zoveel moesten bijkomen. Hoe ik hier behandeld ben getuigt van een rondom krapuleuze attitude. Ik zal jullie één voor één nogmaals in de ogen kijken, en ik verzeker jullie dat ik nooit een gezicht vergeet. Probeer dus nog maar eens later om terug zo'n farce op te voeren als de voorbije week, en ik sta niet in voor mijn daden. Ik zal in ieder geval dit gebeuren rapporteren aan de Belgische ambassade.
Antwoord kreeg ik niet meer, ik had er ook geen behoefte aan. Ik ben naar buiten gegaan, het was iets na 15u00 en ik had nog een duizental km voor de wielen. Ik ben weggereden van voor het politiekantoor nagekeken door enkele politieagenten die mijn uitval gehoord hadden. Bij het wegrijden groette ik hen met claxon en een hand met opgestoken middenvinger door mijn open schuifdak Weinig klasse, denken jullie. Allicht , maar hoevelen zouden niet op dezelfde manier gereageerd hebben als ik?
En voor wie het zich mocht afvragen hoe de wegen erbij lagen bij mijn thuisrit : zoals het hoort in de herfst richting Besz (= Wenen in het Hongaars) en daarna door Duitsland naar West-Vlaanderen.
Wie zei ook weer Eind Goed Alles Goed ? Ik niet in ieder geval.
08-01-2011, 00:00 geschreven door saelensr
|