Antje W. de Bruin voor de woning van Wijbe Schaafsma op Oostwoud Antje was getrouwd met Sytze van der Veen. Ze hebben gewoond op Keatlingwier. Geboren: 11 mei 1877. overleden: 9-01-1963
Rondvraag / Poll
salomon - is te zwaar gestraft - wat vind jij?
Rondvraag / Poll
heb jij het boek van salomon?
Rondvraag / Poll
van welke lijn van salomon zijn kids stam jij af
Rondvraag / Poll
waar ben jij geboren
foto,s boven niezijl
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
de naam - de bruin de kinderen van salomon vielen op in friesland tussen al die blonde licht gekleurde kids daarom hebben ze de naam de bruin genomen wat eerst nog een tijdje bruinsma is geweest wat ook mee speelde was dat salomon mee had gedaan aan de Kollemer oproer en niet zo goed bekend stond ik heb ergens gelezen dat theunis de naam veranderd heeft
wie weet mij meer te vertellen over salomon levy of over de andere namen die je hier tegen komt reageerd dan
salomon levie/levy
04-11-2013
Ytje Theunis de Bruin b: 30 DEC 1823 in Zwaagwestein
dochter van Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Name: Ytje Theunis de Bruin Sex: F Birth: 30 DEC 1823 in Zwaagwesteinde Death: 28 NOV 1847 in Zwaagwesteinde Note: Geboorteakte Dantumadeel 1823, nr. 87 Overlijdensakte Dantumadeel, 1847, blad nr. 40 (suppl. nr. 1-8)
Father: Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Mother: Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Marriage 1 Lieuwe Jeltes van der Meulen b: 24 SEP 1819 in Veenwouden Married: 04 FEB 1844 in Rinsumageest Note: Huwelijksakte Dantumadeel, 1844, akte nr. 3 Man : Lieuwe Jeltes van der Meulen, oud 24 jaar, geboren te Veenwouden Ouders: Jelte Lieuwes van der Meulen en Antje Jans Koop Vrouw : Ytje Theunis de Bruin, oud 20 jaar, geboren te Zwaagwesteinde Ouders: Theunis Salomons de Bruin en Ootske Hendriks Elzinga Datum : 4 februari 1844, akte nr. 3
Children 1. Jelte Lieuwes van der Meulen b: 26 APR 1845 in Zwaagwesteinde 2. Ootske Lieuwes van der Meulen b: 05 OCT 1847 in Zwaagwesteinde
. Trijntje Theunis de Bruin b: 05 MAY 1826 in Zwaagwesteinde
dochter van Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Name: Trijntje Theunis de Bruin Sex: F Birth: 05 MAY 1826 in Zwaagwesteinde Occupation: Zonder beroep, wonende te Zwaagwesteinde 1848 Death: 05 JUL 1917 in Zwaagwesteinde Occupation: Arbeidster, wonende te Zwaagwesteinde 1887 Occupation: Zonder beroep, wonende te Zwaagwesteinde 1917 Note: Geboorteakte Dantumadeel, 1826, blad nr. 26 - In het jaar 1826, den vijfden Mei te Zwaagwesteinde is uit Theunis Salomons de Bruin aldaar en deszelfs huisvrouw Ootske Hendriks Elsinga een kind van het vrouwelijk geslacht geboren, waaraan den voornaam gegeven is van Trijntje.
Overlijdensakte Dantumadeel, 1917, akte nr. 131 - Trijntje de Bruin, 91 jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Zwaagwesteinde, weduwe van Sijbren van der Veen, dr. v. wijlen de echtelieden Theunis de Bruin en Ootske Elzinga. Overleden op 5 juli 1917 des voormiddags ten half elf uur te Zwaagwesteinde. Aangevers: Thijs de Jong 47 jaren, arbeider, en Hein van Althuis, 37 jaren, koopman, beiden wonende te Zwaagwesteinde.
Father: Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Mother: Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Marriage 1 Syberen Rudmers van der Veen b: 27 JUL 1818 in Kooten Married: 09 JUL 1848 in Rinsumageest Note: Huwelijksakte Dantumadeel, 9 juli 1848, akte nr. 32 - Sybren Rudmers van der Veen, 29 jaren, geboren te Kooten, dagloner, wonende onder Kooten, zoon van Rudmer Sjierks van der Veen, dagloner aldaar en van Janke Lieuwes van der Meulen overleden. Geadsisteerd van gemelde zijnen vader en Trijntje Theunis de Bruin, 22 jaren, geboren te Zwaagwesteinde, zonder beroep, wonende aldaar, minderjarige dr. v. Theunis Salomons de Bruin, koopman en Ootske Hendriks Elzinga, zonder beroep, echtelieden wonende aldaar, Geadsisteerd van gemelde zijne Ouders. Getuigen: Sipke Jans de Roos, 45 jaren, kastelein. Dirk Steringa, 32 jaren, koopman. Willem Stemmers Duyff, 45 jaren, veldwachter. Sipke Baarsma, 39 jaren, klerk, allen wonende te Rinsumageest en allen aan de comparanten niet vermaagdschap of verwant. De getuigen hebben deze huwelijksacte na gedane voorlezing, benevens ons onderteekend en de comparanten en denzelver ouders verklaard niet te kunnen schrijven, als zulks niet geleerd hebbende.
Bijlagen: Nationale Militie: Sybren Rudmers van der Veen, geboren te Koten den 27 July 1818. Van beroep Boerekn. Zoon van Rudmer Sjierks en van Janke Lieuwes vd Meulen. Van beroep arbeider. Wonende te Koten. Aangezigt: ovaal. Voorhoofd: rond. Oogen: blauw. Neus: ordinair. Mond: idem. Kin: rond. Haar en wenkbraauwen: blond. Merkbare teekenen: geene. Children 1. Ytje Syberens van der Veen b: 29 MAY 1849 in Kooten 2. Janke Syberens van der Veen b: 04 NOV 1850 in Kooten 3. Ootske Syberens van der Veen b: 29 DEC 1852 in Zwaagwesteinde 4. Ootske Syberens van der Veen b: 31 DEC 1853 in Zwaagwesteinde 5. Akke Syberens van der Veen b: 06 NOV 1856 in Zwaagwesteinde 6. Theunis Syberens van der Veen b: 02 FEB 1859 in Zwaagwesteinde 7. Rudmer Syberens van der Veen b: 26 SEP 1861 in Zwaagwesteinde 8. Akke Syberens van der Veen b: 17 MAY 1864 in Zwaagwesteinde
Tjeerd Theunis de Bruin b: 05 APR 1830 in Zwaagwesteinde
zoon van Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Name: Tjeerd Theunis de Bruin Sex: M Birth: 05 APR 1830 in Zwaagwesteinde Occupation: Kramer, wonende te Zwaagwesteinde 1853 Death: 12 MAR 1888 in Zwaagwesteinde Note: Geboorteakte Dantumadeel 1830, nr. 32
Overlijdensakte Dantumadeel, 1888, akte nr. 57 - Overleden op 12 maart 1888 om 5 uur 's middags.
Father: Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Mother: Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Marriage 1 Aafke Tjeerds Elzinga b: 02 DEC 1829 in Zwaagwesteinde Married: 12 MAY 1853 in Rinsumageest Note: Huwelijksakte Dantumadeel, 1853 Man : Tjeerd Theunis de Bruin, oud 23 jaar, geboren te Zwaagwesteinde Ouders: Theunis Salomons de Bruin en Oedske Hendriks Elzinga Vrouw : Aafke Tjeerds Elzinga, oud 22 jaar, geboren te Zwaagwesteinde Ouders: Tjeerd Hendriks Elzinga en Froukje Sybes Elzinga Datum : 12 mei 1853, akte nr. 22
Aafke is getrouwd met haar neef Tjeerd.
Children 1. Froukje Tjeerds de Bruin b: 25 OCT 1853 in Zwaagwesteinde 2. Tjeerd Tjeerds de Bruin b: 08 MAR 1855 in Zwaagwesteinde 3. Ootske Tjeerds de Bruin b: 21 APR 1858 in Zwaagwesteinde 4. Theunis Tjeerds de Bruin b: 06 APR 1861 in Zwaagwesteinde 5. Sybe Tjeerds de Bruin b: 21 AUG 1864 in Zwaagwesteinde 6. Fokke Tjeerds de Bruin b: 13 APR 1867 in Zwaagwesteinde 7. Geert Tjeerds de Bruin b: 15 APR 1870 in Zwaagwesteinde 8. Hendrik Tjeerds de Bruin b: 25 MAY 1874 in Zwaagwesteinde 9. Hendrik Tjeerds de Bruin b: 26 OCT 1876 in Zwaagwesteinde
Aaltje Theunis de Bruin b: 30 AUG 1833 in Zwaagwesteinde
dochter van Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Name: Aaltje Theunis de Bruin Sex: F Birth: 30 AUG 1833 in Zwaagwesteinde Death: 30 JUL 1921 in Groningen Note: Geboorteakte Dantumadeel 1833, nr. 58 - Extract: In het jaar 1833, den 30sten Augustus te Zwaagwesteinde is uit Theunis Salomons de Bruin aldaar en deszelfs huisvrouw Ootske Hendriks Elzinga een kind geboren waaraan den voornaam gegeven is van Aaltje.
Overlijdensregister Groningen 1921 Aktenummer 849 Overlijden 30-07-1921 Groningen Overledene Aaltje de Bruin Leeftijd 87 jaar Geboorteplaats Zwaagwesteinde, gemeente Dantumadeel Vader Theunis de Bruin Moeder Ootske Elzinga Relatie Douwe de Bruin
Father: Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) Mother: Ootske Hendriks Elzinga b: 27 APR 1788 in Zwaagwesteinde
Marriage 1 Douwe Popkes de Bruin b: 30 DEC 1830 in Zwaagwesteinde Married: 12 MAY 1853 in Rinsumageest Note: Huwelijksakte Dantumadeel, 12 mei 1853, akte nr. 21 - Douwe Popkes de Bruin, oud 22 jaar, geboren te Zwaagwesteinde, zonder beroep, wonende aldaar, zoon van Popke Freerks de Bruin en Tjemkje Cornelis Heidstra, in tijden echtelieden aldaar, beide overleden, hebbende tot voogd Sake Jans Lourens, kramer te Zwaagwesteinde en tot toeziende voogd Kornelis Popkes de Bruin, kramer aldaar en Aaltje Theunis de Bruin, oud 19 jaar, geboren te Zwaagwesteinde, zonder beroep wonende aldaar, dr. v. Theunis Salomons de Bruin, koopman en Ootske Hendriks Elzinga, zonder beroep, echtelieden wonende te Zwaagwesteinde
Bijlagen: Trouwbeloften tusschen Douwe Popkes de Bruin, oud 22 jaren, zonder beroep wonende te Zwaagwesteinde, zoon van Popke Freerks de Bruin en Tjemkje Cornelis Heidstra, in tijden echtelieden aldaar, beide overleden, waarvan Sake Jans Lourens, kramer te Zwaagwesteinde voogd en Kornelis Popkes de Bruin, kramer aldaar toeziende voogd is en Aaltje Theunis de Bruin, oud 19 jaren, zonder beroep wonende te Zwaagwesteinde, dochter van Theunis Salomons de Bruin, koopman en Ootske Hendriks Elzinga, zonder beroep, echtelieden wonende aldaar.
Nationale Militie, afgegeven 18 april 1853: Douwe Popkes de Bruin, geb. te Zwaagwesteinde, dagloner, zoon van Popke Freerks en Tjemkje Cornelis Dijkstra. Bij de loting van 1849, nr. 71, niet opgeroepen.
Extract uit het register voor de aangaven van geborenen in de Gemeente Dantumadeel: In het jaar 1830, den 30sten December te Zwaagwesteinde is uit Popke Freerks de Bruin aldaar en deszelfs huisvrouw Tjemkje Cornelis Dijkstra een kind van het mannelijk geslacht geboren, waaraan den voornaam gegeven is van Douwe.
Extract uit het register voor de aangaven van geborenen in de Gemeente Dantumadeel: In het jaar 1833, den 30sten Augustus te Zwaagwesteinde is uit Theunis Salomons de Bruin aldaar en deszelfs huisvrouw Ootske Hendriks Elzinga een kind van het vrouwelijk geslacht geboren, waaraan den voornaam gegeven is van Aaltje.
Extract uit het register voor de aangaven van overlijden in de Gemeente Dantumadeel: In het jaar 1848, den 11den January te Zwaagwesteinde is overleden Popke Freerks de Bruin, woonachtig te Zwaagwesteinde, van beroep kramer, zoon van Freerk Lammerts de Bruin en Catharina Douwes, beide overleden.
Extract uit het register voor de aangaven van overlijden in de Gemeente Dantumadeel: In het jaar 1833, den 15den Juny te Zwaagwesteinde is overleden Tjimkje Cornelis Heidstra, oud 40 jaren, geboren en woonachtig te Zwaagwesteinde, huisvrouw van Popke Freerks de Bruin, kramer in kaas, dochter van wijlen Cornelis Pieters Heidstra en van Tjimkje Pieters Heidstra, zonder bedrijf te Zwaagwesteinde.
Extract uit het register voor de aangaven van overlijden in de Gemeente Dantumadeel: In het jaar 1837, den 8sten Januarij te Zwaagwesteinde is overleden Tjemke Tjeerds Hollander, woonachtig te Zwaagwesteinde, zonder beroep, weduw van Kornelis Pieters Heidstra.
Attest van onvermogen: De getuigen Tjeerd van der Kooi, dagloner, wonende te Zwaagwesteinde en Pieter Doedes van Kammen, kramer, wonende te Zwaagwesteinde verklaren dat Douwe Popkes de Bruin, kaaskramer, verblijf houdende in Zwaagwesteinde, in behoeftige omstandigheden verkeert en onvermogend is. (afgegeven den 16 April 1853).
Noot: Aaltje trouwt op dezelfde dag als haar broer Tjeerd. Children 1. Tjimkje Douwes de Bruin b: 02 NOV 1853 in Zwaagwesteinde 2. Theunis Douwes de Bruin b: 08 JAN 1856 in Zwaagwesteinde 3. Ootske Douwes de Bruin b: 13 MAR 1858 in Zwaagwesteinde 4. Popke Douwes de Bruin b: 28 JUL 1859 in Zwaagwesteinde 5. Theunis Douwes de Bruin b: 07 NOV 1861 in Zwaagwesteinde 6. Popke Douwes de Bruin b: 19 AUG 1863 in Zwaagwesteinde 7. Fokje Douwes de Bruin b: 16 OCT 1865 in Zwaagwesteinde 8. Fokke Douwes de Bruin b: 03 SEP 1867 in Zwaagwesteinde 9. Catharina Douwes de Bruin b: 02 FEB 1870 in Zwaagwesteinde 10. Kornelis Douwes de Bruin b: 12 JUL 1872 in Zwaagwesteinde
Name: Salomon Levy Sex: M Birth: 1751 in Hessen, Duitsland Death: 17 MAR 1798 in Leeuwarden Occupation: Slachter, veehandelaar, koopman Note: Dossier 5031 - Salomon Levi Bevat een plakkaat gedateerd 9 augustus 1797 (het Landschapshuis binnen Leeuwarden) TEKST (gedeeltelijk leesbaar) (Voorts bevelen wij alle logementhouders, Herbergiers, tappers, en andere Winkel- en Neering- doende Lieden/ om die geene/ welke in hunne huizen zodanige daaden mogten pleegen/ en gesprekken voeren/ als vooren omschreeven zijn/ aanstonds/ en zonder eenig tijdverzuim/ aan de Municipaliteiten en Fiscaals aan te brengen/ met opgave van de naamen en woonplaatsen der Persoonen/ welke daar bij teegenswoordig geweest zijn; zullende die geene/ welke hier in nalaatig zijn/ booven verbeurte van Tap, als verdagte Persoonen worden gedetineerd. Verzoeken eindelijk alle brave burgers, en inzonderlijk de Officieren der gewaapende Schutterijen, om mede toezigt te houden op overtreedingen tegen dit ons Placaat. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretendeeren/ zal deeze alomme in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd/ ter plaatsen waar zulks gewoonlijk geschied: want wij zulks alzoo tot Heil des Volks/ bewaaring der rust en waarschouwing der Ingezetenen/ verstaan te behooren. ... Dat alle die geene/ welke zig vergrijpen aan daaden/ waar door de Openbare Rust/ de persoonlijke veiligheid der Ingezetenen/ in hunnen Wooningen/ of buiten deselve/ wordt gesoord/ of hun eenig molest word aangedaan/ over het al of niet dragen van geoorloofde Teekenen/ of Versieringen; of eenige aanranding op hunne Persoonen/ Wooningen of Goederen mogt worden ondernoomen; gelijk ook allen die anderen tot dergelijke daaden mogten hebben aangezet/ (al schoon de daad er niet op gevolgd waare) ingelijk met de dood zullen worden gestraft. ... tegen den Staat/ tegen het Volk zelvs van Nederland/ te doen werken/ zig schuldig maaken aan verraad tegen de Onvervreembare Souverainiteit van het Volk/ en daarom ook/ zonder eenige ontferming hoe ook genaamd, met de dood zullen worden gestraft.
Articulen Examinatoir voor de Procureur deeser Landschappe Rat: Off: Klager CONTRA Salomon Levij van Swaagwesteijnde Gevangen en Beklaagde. Om daar op door een Lidt van de Raad van Justitie als Commissaris te worden verhoord.
1e dat de gevangen vrijdag morgen den 26e Augustus 1796 geweest is te Feenwouden 2e en toen aldaar van Jouke Jans heeft gekogt twee gestoolen lammen voor elf car. gldns. 3e dat hij gevangen deselve lammen direct naar zijn huijs of woning heeft gebragt. 4e en ook die dag heeft willen slagten hebbende reeds een daar van de keel uitgesneeden. 5e en onder het bedsteede verborgen 6e dat hij gevangen voor af order gegeven heeft aan Jouke Jans om hem vette schapen te besorgen. 7e zoo als ook aan hem besorgd heeft.
Nicolaas Scheltema
Burgers, Raaden van Justitie! Nevens gaande informatien weegens het vinden van Twee Lammen ten huijse van Salomon Levij, Koopman te Zwaagwesteinde, en vier Drenten in het land van Gerrit Wybes, huisman in de Valom onder Murmerwoude, hebben wij de Eene hier nevens aan Uwl: door onzen Executeur over te zenden. Wij hebben niet kunnen nalaaten om provisioneel de gevondene Lammen en Drenten, als mede de Persoonen van Jouke Jans en Salomon Levij in goede bewaring te neemen, voorts hebben wij van de gedetineerden hunnen confessien af genomen, dewelke wij hier nevens mede aan Uwl: laaten toekoomen. Wij beveelen Uwl: in Godes heilige Protectie, en verblijven na toewensching van heil, en aanbod van Broederschap. Uwl: toegenegene Medeburgers. Die van 't Geregte van Dantumadeel, Douwe Johannes. Damwoude, den 27 Aug. 1796.
Confessie van Zalomon Levij, koopman te Zwaagwesteinde dog thans gedetineerde bij het Geregte van Dantumadeel. Zalomon Levij, Koopman te Zwaagwesteinde, oud ongeveer 44 jaar, thans gedetineerde bij den geregte van Dantumadeel, confiteerd dat hij donderdag nagt is te huis geweest, dog dat hij op vrijdag den 26e Aug: 1796 's morgens ongeveer 8 uur is gekomen ten huise van Sjoukje Jans, huisvrouw van Douwe Dirks arbeider te Feenwouden met oogmerk of deselve ook iets hadden te verkoopen, dat deselve aldaar heeft gevonden eenen Jouke Jans, arbeider te Feenwouden, dat de gedetineerde en Jouke een Kopje Thee met Sjouke Jans hebben gedronken, en wanneer zulks verrigt was heeft Jouke de gedetineerde aangesogt om vier Drenten van hem te koopen, dog dat de gedetineerde sulks van de hand heeft geweesen, hier op heeft Jouke de gedetineerde gepresenteerd om twee Lammen aan hem te verkoopen, het welk de gedetineerde heeft goedgekeurd, dog begeerde deselve eerst te sien, hier op zijn de gedetineerde en Jouke Jans gegaan na een stuk land toebehorende aan Douwe Eelkes, huisman te Zwaagwesteinde, alwaar de lammeren waaren, en wanneer de gedetineerde deselve had besien heeft de gedetineerde Jouke Jans gevraagd waar de Lammen weg had en voor welke prijs deselve heeft gekogt, waar op Jouke de gedetineerde heeft geantwoord, dat de Lammen te Dokkum had gekogt voor tien Carglds, de gedetineerde heeft hier op Jouke Jans Elf Caroli Guldens voor de Lammen geboden, en voor welke Somma Jouke de gedetineerde de Lammen heeft verkogt, hier op heeft de gedetineerde direkt vier Guldens aan hem betaald en nog aan hem verschuldigt is zeven Caroli Guldens, meer van de zaak niet wetende, sloot na duidelijk voorlesinge. Actum, te Damwoude den 27 Aug: 1796, Douwe Johannes.
Dossier 5305 - Salomon Levij (Aantekening: Het Hoff committeert den Burger Harinxma om de gev: op deese naderer Artln te examineren, Act. den 24 Oct. 1797. ... Gediend en geleverd den 14 Nov. 1797.) Nadere Articulen Examinatoir ... CONTRA Zalomon Levy van Collumer swaag westeijnde gevangen en beklaagde. No. 1. H(endrik). G(ialts). Sanburg, Scherprechter der Provincie Vriesland, oud 36 jaren, verklaart en attesteert bij deesen dat hij getuijge op vrijdag den 3de februari 1797 als dienaar van den Hove van Justitie van Vriesland, met Adam Marinus mede dienaar van Gemelde Hove in het Regthuijs te Collum in bewaaring hebben gehad eenen door haar geapprehendeerde Abele Reijtses, dat op dieselve dag sig voor genoemde Regthuijs hebben vervoegd eene geheele Bende oproermakers van Collumer Zwaag Westeinde, dat hij getuijge op dat tijdstip om reeden rede kennisse van haar komst hadde, gewaapend in de voordeur stonde; en aan haar heevt gevraagt wat zij so gewapent aldaar zouden doen; dat hier op een Jood met naame Salomon Levi zeijde wij willen Aeble Reitses los hebben, dat is geen schelm of diev; dat hij getuijge hier op heeft gesegt wij laete hem niet los, of het geregte moet ons daar toe orders geeven, dat deese jood hier op heevt gesegt, hij zal er uit; dat hij getuijge hier op gesegt heevt dat zij hadden toe te sien wat zij deeden, dat hij getuijge en zijn mededienars aldaar waaren als dienaars van het Hof van Justitie en op derselver order dat hij Salomon Levi hier op gesegt heevt het Hoff is hier Geen tel, daar schijtte wij wat op, hij zal er uit; dat hij Salomon Levi met de overige Bende voor de getuijge staande, een degen in de hand hadde, dat onder des nog een geheele menigte dit Regthuijs naderden, roepende is hij er nog niet uit; toe maar, er maar in; waar op hij Salomon Levi hem getuijge de deegen op de Borst zette en de andere van die bende sodanig indrongen dat hij getuijge en zijn mededienaer agter uijt moesten deinsen, en de gevangene aan deese bende overlaten, de getuijge geevt reden van wetenschap als in deesen gemeld neemt aan dit verklaarde met Eede te bevestigen. Leeuwarden, den 16 8br (Oktober) 1797. No. 2. Adam Marinus, dienaar 's Hofs van Justitie van Vriesland, verklaart bij desen dat hij getuijge op vrijdag den 3de febr: 1797 als dienaar van voornoemden Hove met H.G. Sandburg mede dienaar van Vrieslands Hof in het Regthuijs te Collum in bewaring hebben gehad eenen door haar getuijgen geapprehendeerden Abel Reijtses, dat op deselve dag, sig voor voornoemde Regthuijs hebben vervoegd eenen geheele Bende oproermakers can Collumer Zwaag Westeinde, dat de getuijge Sandburg op dat tijdstip, om reeden rede kennisse van haar komst hadde, gewaepend in de voordeur stonde en aan haar heevt gevraagt, wat zij so gewapent aldaar zouden doen: dat hier op een Jood met name Salomon Levi zeijde wij willen Aeble Reijtses los hebben, dat is geen schelm of diev, dat hij getuijge hier op heeft gesegt, wij laate hem niet los of het geregte moet ons daar toe orders geeven; dat deese jood hier op gesegt heevt, hij zal er uit: dat hij getuijge hier op gesegt heevt dat zij hadden toe te sien wat zij deeden, dat hij getuijge en zijn mededienaar aldaer waaren als dienaers van het Hof van Justitie en op derselver order - dat hij Salomon Levi hier op gesegt heevt, het Hof is hier geen tel, daar schijtte wij wat op, hij zal er uit. - Dat hij Salomon Levi met de overige Bende voor de Getuijge staande, een deegen in de hand hadde, dat onder des nog een geheele menigte dit Regthuijs naderden, roepende is hij er nog niet uit; toe maar, er maar in. Waar op hij Salomon Levi hem getuijge de deegen op de Borst zette en de andere van die bende sodanig indrongen dat hij getuijge en zij mede dienaar agtter uit moesten deinsen en de gevangene aan deese bende over laaten de getuijgen geevt Reeden van Weetenschap als in deesen gemeld, neemt aan dit verklaarde met Eede te bevestigen, in kennis mijn hand, Leeuwarden, den 17de October 1797. No. 3 en 4. Jacob Aukes en Piettie Wiebes, Egtelieden woonagtig onder Zwaagwesteinde beijde van Competenten ouderdom, verklaren bij desen dat op Sondag nademiddag den 5de febr; 1797 ten haaren huijse gekomen zijn Eenige personen waar onder de Jood Salomon Levi, voorsien met een degen, schijnende so 't scheen, alle zeer verslagen, dat deese Salomon Levi zijn deegen voor het huijs in de grond heeft gestoken, welk van de kinders van haar getuijgen is gesien, dat deze bende niet lang aldaar geweest is, maar van daar vertrokken zijn ingevolge haar seggen ijder na zijn huijs, dat haar getijges kinderen na zulx deese deegen uit de grond hebben gehaald en welke deegen door haar getijgen op haar Cast is gelegen, En bewaerd tot dato deeses den 2de October 1797, wanneer dezelve door haar getuijden aan de Procureur Joh. Stroband is overgelevert, de getuijgen geven rede van wetenschap als in desen gemeld, neemen aan dit verklaaren met Eede te bevestigen. Zwaagwesteinde, den 2de October 1797.
CONFESSIE van Salomon Levi van Collumerswaag westeinde dog thans gevangen op het Blokhuijs. Zeggende hij gevangen daar bij dat ongeveer zeven en veertig jaar oud is en dat wel op zekeren tijd gedwongen is om meede te gaan naar Collum, weet niet anders dan altijd goed gestaan te hebben met Abele Keuning geheel nooijt iets kwaad gedagt of gezegt te hebben van aan riemen snijen of dat Abel Keuning van kant moeste zegt geen bloote sabel gehad te hebben maar wel een stok niemand gedwongen te hebben ook niemand gedreigt te hebben de kop te klooven en de glaasen in te slaan dat om die reedenen ook geen mensch heeft meede gesleept teegen zin en wil alzoo niemand voor hem gev. behoevde te vreesen meer niet zeggende sloot zijn confessie naar deugdelijke voorleesing. Actum op het Blokhuijs, den 7 Sept. 1797. Nicolaas Scheltema, Proc. Gen.
VONNIS: Alzo den Hove van het voormalig gewest Friesland uit de Confessien van Salomon Levij van Collumerswaag westeinde dog geboortig van Hessenland, oud 47 jaaren, tegenwoordig gevangen en anderszins uit de procedures genoegzaam gebleken is; dat de gev. op den 3 Febr. 1797 met eene geheele bende Oproermakers van Collumerzwaag westeinde, gewapend met een deegen, is op getrokken naar het rechthuis te Collum, alwaar twee dienaers van de Criminele Justitie eenen Abele Reitzes In bewaringe hebbende, gewapend in de voordeur stonden, die hun vraagden wat zij dus gewapend aldaar zouden doen? dat de gev. aan het hoofd van die oproerige bende en als aanvoerder van dezelve, geantwoord heeft: wij willen Abele Reitses los hebben, dat is geen schelm of dief, dat een der dienaeren daar op gezegt hebbende, wij laaten hem niet los, of het Gerechte moet ons daar toe order geeven, door de gev: daar op geantwoord is hij zal er uit, dat een der gemelde dienaeren hem gev. en makkers heeft gewaarschuwt, met te zeggen, dat zij hadden toe te zien, wat zij deeden, alzo aldaar waaren in qualiteit als dienaeren van het Hoff van Justitie en op deszelfs orders de gev. daar op gezegd heeft, het Hoff is hier geen tel, daar schijte wij wat op, hij zal er uit, dat de gev. met de deegen in de hand voor de dienaars staande, onderwijl dat nog een geheele meenigte dat Rechthuis naderde, en roepende, is hij er nog niet uit, toe maar, er maar in, daar op den eenen dienaar den deegen op de borst gezet heeft, terwijl de overige bende oproermakers zodanig indrongen, dat de dienaers agter uit moesten deinzen en Abele Reitses aan hem en de overige geweldenaars overlatende, dat de gev. op Zaturdag den 4 Febr. 1797 met een bloote Sabel of deegen in de hand, anderen heeft gedwongen, en wel voornamelijk Jacob Aukes en Jane Willems, beide woonagtig te Collumerzwaag, om met hem en de oproerbende te gaan, dreigende hun anders de kop te kloven en de glazen in te slaan, dat de gev. hier door menschen heeft mede gesleept, welke tegen zin en wil, enkel uit vrees voor zijne dreijgementen hem hebben moeten volgen, dat de gev. op dien dag met een hoop muitelingen of oproermakers op weg is geweest naar Dokkum en bij die gelegenheid gezegd heeft: dat zo hij Abele Keuning ontmoette, hij dezelve aan riemen zoude snijden, dat hij gev. niet verre van de wooning van Abele Keuning af zijnde, heeft gezegd dat voorn. Abele Keuning van kant moestte, zijnde de gev. 's anderen dags ook nog gewapend met een deegen in geselschap van anderen gekomen aan het huis van Jacob Aukes te Zwaagwesteinde, waar omtrent dien deegen toen in den grond gestoken en gelaten heeft. - dat de gev. zich dus als een der voornaamste oproermakers en aanvoerders der Muitelingen heeft gedragen en alzo zich schuldig gemaakt aan daaden die anderen ten exempel wel zwaarlijk behooren te worden gestraft. Zoo is 't, dat het voorschr. Hof op alles rijpelijk gelet ende geconsidereert hebbende, het geene men in deezen behoorde te considereren, in de naame en van wegen het Bataafsche Volk, den voorn. gev. heeft gecondemneert en condemneert hem bij deezen, omme bij den scherprechter op het Schavot geleijdet, aldaar met den Zwaarde geexecuteert en alzo van het leeven ter dood gebragt te worden. Actum den 17 Maart 1798.
Verklaaring afgelegd door den Burger Jan Coopmans voor de Commissarissen uit de vereenigde Commissien van Corespondentie en gedeputeerden de Burgers H. Cuperus en F: Dublinga, benevens den Secretaris H: W: Alma. No. 1. De Burger Jan Coopman, oud twee en twintig jaren, woonagtig in Collumerland onder westergeest, verklaard waar te zijn, dat hij op Saturdag den 4 Februarij 1797 ongeveer een uren naademiddag, door een hoop der muitelingen gedwongen is geworden meede te gaan naa Dockum, nog niet bewust is wie, of hoe de naamen zijn van hun, die hen gedwongen hebben, dat hij op weg zijnde met de hoop naa Dockum had hooren zeggen, van eenen Kobus Jurjens, dat hij geweest was op het Collumer verlaat bij Abele Keuning, dat hij dezelve aangetast had, waar op Keuning hem uit vrees de hand had gekust, en hij daar op ten antwoord gaf, bliksem wilt gij mij bijten, dat zig onder deeze hoop bevond een Feike Luitzes, die de meenigte aanvoerde en courrageerde en op Dockum los te gaan, dat daar naa op Leeuwarden zouden los gaan, dat verders nog onder de meenigte waaren een Marten Joukes schoolmeester van Driesum, die ook als een der hoofden scheen te ageeren, dat deeze te paard had gezeeten om te spioneeren hoe het bij Dockum gesteld was, dat eene Salomon zijnde een Jood, woonagtig te Zwaag of Westerende, zig zeer brutaal had gedraagen, en had gezegd dat zoo hij Abele Keuning ontmoete dezelve aan riemen zoude snijden, dat onder de hoop meerdere aanvoerders waaren, die egter bij hem Coopman in persoon niet bekend zijn; dat hij de meenigte die bij het huis ter noord bij elkanderen geweest zijnde, begroot op drie duizend, dog dat bij het laatste tolhek aan Dockum een hoop agter zijn gebleeven, die den getuige oordeelde dat uit vrees niet verder durfden avanceeren. Nog verklaart de getuige dat bovengenoemde Feike Luitses als gecommitteerde scheen benoemd te zijn, wijl hij aldus door de muitelingen wierd genoemd. Verders verklaard den getuige dat in de schuit, waar uit de militairen door het Canaille gehaald zijn, zig ook had bevonden een Louw, bijgenaamd Corporaal, dat hij van dezelve had hooren zeggen tot de meenigte mannen ik heb er de geheele dag de kop goed voorgehouden past nu op dat wij het bewaaren, dat de getuige niet weet dat gemelde Louw de Soldaaten meede hadde gedwongen, maar wel van hem had hooren zeggen, dat er goed volk in de schuit was: dat nog verder door de meenigte was gezegd, dat wanneer Sijberen van Rijs lid van den gerechte van Dockum door hun ontmoet wierd, dezelve van kant zoude brengen, waar op een Anderies Heintje had gezegd, Jaa, die mag er wel aan dat is een groote Patriot. De getuige niet meer weetende, etc. Aldus afgelegd voor ons onder geteekende Commissarissen uit de vereenigde Commissien van Correspondentie en gedeputeerden uit het Prov: Best: van Friesland en meede door de getuige zelve verteekend. Was get. Jan Koopmans. H.D. Dublinga, A. Cuperus, H. W. Alma.
Informatien genoomen bij den gerechte van Dantumadeel wegens gepleegde baldadigheeden en verregaande verkeerde uitdrukkingen zo voor als op den 4. Febr. 1797. No. 2. Sijds Fopkes huisman te Birdaard, oud 37 jaar, ... deponeert dat hij op Saturdag den 4 Februarij 1797 's avonds ongeveerd tien uur Dominee van Giffen, predikant te Burdaard en Jan Foppes, huisman aldaar, op de weg te Birdaard is tegen gekoomen, en wel een weinig na die tijd dat de Canonnen te Dockum tegen de oproerige bende waaren gelost, tegens Dominee van Giffen heeft gezegd, Dominee wat gaat het er door, dat Dominee van Giffen daar op heeft gezegd dat had ik al gedagt, want ik heb wat, Jan heeft wat, en gij hebt wat, dat soekt de regering ons te ontnaderen want zo kan de regeering niet, het verwondert den deponent Ganschelijk niet dat Dominee van Giffen zulke uitdrukkingen durfde te voorschien brengen, vermits dezelve bij hem bekend staad niet alleen voor een volstrekte tegen werker van de tegenwoordige regeeringsvorm, maar daar en boven voor zulk een perzoon dewelke de ingesetenen niet anders dan quade denkbeelden soekt in te boesemen, meer van de saak niet wetende, etc. Jane Willems arbeider te Collumer Swaag oud 27 jaar, ... deponeert dat op vrijdag den 3 Februarij 1797, Alberd Foppes mede aldaar woonagtig de getuige heeft aangezegd on zig te Collum te vervoegen en als dan de gevangene mede te ontslaan, dat de getuige daar op na Collum is opgereijst en wanneer daar was gekomen, dat er veel menschen bij malkander stonden voor het Regthuis, dat de getuige direct gehoord heeft dat de gevangene was ontslagen, daar op weder na huis is gereijst, verders verklaart de getuige dat op Saturdag den 4 dito bij hem zijn gekoomen Jacob Taedes van Collumerswaag en Zalomon Levij van Swaagwesteinde, hem getuige dwingende om op de weg te komen of dat hem anders de kop zouden klooven, de glasen inslaan, en veel dreigementen meer dat de getuige bevreest is geworden, en zig daar op op de weg heeft vervoegd en gereijst met meer anderen de weg op na Swaagwesteinde, dat daar op den Supstituut Procureur Generaal (=Groenia) eenige Dienaars en gewapende burgers de getuige zijn tegen gekomen en hem en meer andere in de Kerk te Collum hebben gebragt, zijnde de deur eenige tijd daar na met geweld weder geopend, waar op de getuige en de anderen uit de Kerk zijn gegaan, hier op is de getuige van Collum na het Collumer verlaat gereijst en wanneer digt bij het huis van Abele Keuning was, heeft Abele hooren kermen, dog dat zig niet durfde in huis begeven om hem te helpen, eindelijk verklaarde de getuige dat Zalomon Levij, wanneer niet verre van Abele Keunings huis af waaren gezegd heeft, dat Abele van kandt moest, dog dat de getuige Salomon bij het Schouder heeft gevat, en gesegd neen, daar niet heen, waar op de getuige na huis is gereist, meer van de saak niet weetende, etc.
No. 3. Harmen Thomas, arbeider te Collumerswaag, oud 55 jaar, ... deponeert, dat Alberd Foppes can Collumerswaag hem op vrijdag den 3 Februarij 1797 aansegging heeft gedaan om na Collum te reijsen en als dan de gevangen aldaar weeder te ontslaan, dat de getuige een endweegs is gereijst, weeder na huis is gekeerd, verders verklaard de getuige dat op Saturdag den 4 dito ten zijnen huise is gekomen Jacob Taedes van Collumerswaag en Salomon Levij van Swaagwesteinde ieder met een bloote sabel in de hand, dat gemelde persoonen de getuige hebben gedwongen, na Swaagwesteinde te reijsen, of dat hem anders de kop zouden klooven, de glasen in slaan, en andere uitdrukkingen meer, dat de getuige bevreest zijnde geworden zig een weinig derwaards heeft begeven, dog dat de Substituut Procureur Generaal, eenige dienaars en gewapende mannen de getuige na Collum in Kerk hebben getransporteert, dog dat de deur eenige tijd daar na met geweld wierd geopend waar op de getuige weder na huis is gegaan, meer van de zaak niet weetende, etc.
No. 4. Jacob Aukes, knegt van Jan Jarichs huisman te Collumerswaag oud 22 jaar, ... verklaard dat op den 3 Februarij 1797 ten huise van de Boer Jan Jarichs is gekomen (wanneer de Boer en vrouw uit waren) ongeveer 3 uur Salomon Levij en Pieter Cornelis beide te Swaagwesteinde, dewelke de getuige drongen om meede te gaan, of wilden de getuige doodslaan; waar op de getuige is medegegaan tot Hedde Eebes, wonende bij Collum, alwaar de getuige zig versteeken heeft, en is te rug gereist, meer van de zaak niet weetende, etc.
PRO PAUPERE CAPTIVO Remonstrantie voor Salomon Levij van Collumerzwaag, gevangen en beklaagde CONTRA De Procureur Generaal van dit gewest rat: off: klaager. ... Dat de gevangen op den 4 Febr. 1797 gedwongen is geworden om met eene verzamelde menigte van zijn huis af te gaan na het huis ter Noord toe, als wanneer hij eene gunstige geleegenheid vonde om uit het gezichte der meenigte te geraaken en alzoo te ontkoomen. Dat egter de klaager hem ten laste legt dat hij gezegd zou hebben dat als hij Keuning, of Abele Keuning vond, den zelven aan riemen zoude snijden. Dan de klaager heeft zulks door een getuige, Jan Coopmans, beweesen, dog deeze eene getuige is als geene, dan hoe weinig staat te maaken is op deeze Jan Coopmans, is Ulieden Raaden reeds gebleeken uit 't Proces van Louw Johannes, waar toe de gevangen zich refereert. De beschuldiginge van Jane Willems behelst, dat deze gevangene op Saturdag den 4 Febr. 1797 den getuige zoude gedwongen hebben om op de weg te koomen of dat hem anders de kop kloven, de glasen inslaan zou, etc. moet Ul: al suspect voorkomen, dewijl voor eerst de gevangen alleen geen grote vreese ijmand konde aanjaagen, wijl hij een klein en geensins sterk persoon is, maar ook bovendien des gevangens reporbatoire getuigen Fokke Abrahams en Tjepke Djoerds deponeren dat hij Jan of Jane Willems onder de oproerige menigte op weg geweest is, niet behoevende gedwongen te worden. Verders koomt een Harmen Tomas op, die zegt, dat de gevangen op Saturdag den 4 Febr. 1797 ten zijne huise gekomen is, met een bloote sabel in de hand, hem dwingende om met na Zwaagwesteinde te reijsen, of anders hem de kop en glasen in te zullen slaan, - dog hoe weinig credit die Harmen Tomas verdient, blijkt uit de reporbatoire getuigen Hendrik Geerts en Baukje Tjeerds die deponeren dat hun kind een oorijser verlooren had, dat Harmen Tomas 't zelve ras te Dokkum verkogt had sonder sulks bekend gemaakt te hebben, dus hij als dief was, te meer dat zij 't hem overgeslaagen hadden, dog dat hij 't sterk ontkend had. Egter toen hij Harmen Tomas de zaak naader indagte, en bevreesd wierde, of men hem desweegens niet in 't kastje zoude sluiten, heeft hij 't naderhand voor die getuigen geconfesseerd, en drie guldens daar van te rug gegeeven. Dan verhaalt eindelijk de getuige Jacob Aukes, dat hij door de gevangen op den 3 Febr. 1797 circa drie uur te Collumerswaag gedwongen is geworden om met te gaan, 't welk immers suspect is, daar hij zelve vrijwillig op de weg geweest is, volgens de reporbatoire getuige Lammert Annes, en nog meerder wort dit twijffelagtig, en strijdig, daar in 't nader Proces Hendrik Gialts Sandurg en Adam Marinus voorgeeven dat de gevangen op die tijd te Collum voor 't regthuis zou geweest sijn, hoewel de gevangene zulks stellig ontkent. Etc.
Bron: Speciecohier 1794 Zwaagwesteinde: nr. 99. Salomon Levy na 't Gedemolieerde, de vrouw in Groningerland; op de plaats zit nu Tade Sybes, gealimenteerd van alhier.
Bron: Kollumer Oproer 1797 (Berend van der Veen). Op een lijst van 14 maart 1797, een maand na het Kollumer oproer, komt Salomon Levi voor met de toevoeging 'gevlugt'.
Uit: De Joodse gemeenschap in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden. Pag.25: In 1787 woonde in Niezijl een Salomon Levij. Van deze man weten we iets meer doordat hij zich op 15 december 1789 voor het Hof van Friesland moest verdedigen tegen de beschuldiging dat hij twee schapen gestolen zou hebben uit het land van Jan Zuirds uit de Westerhorn onder Lutjegast. Hij vertelde bij die gelegenheid dat hij rond 1759 was geboren in Hessenland, "vandaar door het Paderbornsche en Munstersche is gereisd na IJme Til (Enumatil?), alwaar hij zig een paar dagen heeft opgehouden". Daarna was hij gaan wonen in Niezijl. Een bijzonderheid was dat hij daar ging samenwonen met een niet-joodse vrouw met wie hij niet getrouwd was. Zij heette Fokje Theunis en was in 1759 geboren in Burum. In 1788 kreeg het paar in Niezijl een zoon Theunis. Na 3 4 jaar in Niezijl gewoond te hebben vertrok het gezin naar Zwaagwesteinde in Friesland, waar Salomon als "slagter en coopman" een beter bestaan meende te vinden. Door een getuige in de zaak van de twee schapen werd Salomon Levij omschreven als "een persoon klein van statuir.. gelijkende seer wel na een Jood". Pag. 27: Tekenend voor de omzwervingen van een "reysende Jood" zijn de ervaringen van Salomon Levij. Nadat hij zijn geboorteplaats in Hessen had verlaten trok hij eerst enige tijd door Duitsland. Na verloop van tijd belandde hij in de Republiek. Waarschijnlijk via de stad Groningen kwam hij terecht in Enumatil. In dit kleine dorp zal hij wel gelogeerd hebben bij Izak Abrahams. Het was gebruikelijk dat joden die een gevestigd bestaan hadden weten op te bouwen gastvrijheid verleenden aan rondtrekkende geloofsgenoten. Het bleek niet mogelijk om in Enumatil te blijven en na korte tijd vertrok Levij naar Niezijl. Hij wist vergunning te krijgen om daar te gaan wonen. Economische argumenten (verbetering van zijn slagerij en koophandel) deden hem na enige jaren besluiten om door te trekken naar Kollumerzwaagwesteinde.
Marriage 1 Fokje Theunis b: 1751 in Pieterzijl (Gr.) Note: Salomon had rond 1786 een buitenechtelijke relatie met Fokje Teunis. Uit "De Joodse Gemeenschap" in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden: C 1786, d.w.z. dat ze toen leefden in concubinaat. Children 1. Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Pieterburen (Gr.) 2. Ytje Salomons de Bruin b: 13 NOV 1792 in Pieterburen 3. Aaltje Salomons de Bruin b: NOV 1793 in Zwaagwesteinde
De Westereen Zwaagwesteinde is een streekdorp op het westelijke einde van de zwaag van Kollum, een keileemrug op de grens van een redelijk hoge streek en lagere veengebieden aan de noorden westzijde.
Dantumadeel liep aanvankelijk in oostelijke richting door, maar toen Kollumerland aan het einde van de 14de eeuw werd gevormd, kwam de grens ten oosten van Zwaagwesteinde te liggen. De grens met Achtkarspelen ligt aan de zuidzijde. De landschappelijke verkaveling met wegen en paden en de bebouwingsstructuur lopen door bij de dorpen Zwaagwesteinde, Zwagerbosch en Twijzelerheide. De even westelijker liggende Nieuwe Vaart is noordelijker als Petsloot en Nieuwe Zwemmer met het Dokkumer Grootdiep verbonden. Naar het zuiden vormt hij als Kuikhornstervaart de verbinding naar het Bergumermeer en is al eeuwen een goede ontsluiting van het dorpsgebied van Zwaagwesteinde. Voorheen behoorde ook een deel van het noordelijke gedeelte van de grensbuurt Kuikhorne bij Zwaagwesteinde. Aan de ontginningsweg in het noorden, de Voorstraat, was al vroeg agrarische bebouwing te vinden.
In de 18de eeuw vestigden verarmde mensen, losse arbeiders, veenarbeiders en venters zich op de afgeplagde heide in het zuiden en vormden daar een archipel van spitketen en heidehutten. Spoedig gingen de spitketen de al bestaande woningen en woudboerderijen aan de Voorstraat in aantal overtreffen. Vanaf 1910 kwam er geleidelijk verbetering in de woontoestanden door de activiteiten van onder meer de woningbouwverenigingen. De aanvankelijk nog kleine huizen vervingen de keten. Van de vroegste woningwetwoningen (1912) bestaat alleen nog een tweetal aan de Tolweg, ten zuiden van de spoorweg. De laatste spitkeet kon in 1939 worden gesloopt.
De hervormde kerk uit 1836 was een eenvoudig gebouw op een T-vormige plattegrond met een kleine geveltoren. In 1966 werd zij afgebroken en vervangen door een grote, moderne kerk aan de Schoolstraat waarvan de kerkzaal met een zadeldak is gedekt en het front gemarkeerd wordt door een hoge, open klokkentoren. De doopsgezinde kerk aan de Voorstraat, een kleine, traditionele zaalkerk met decoratieve rondboogvensters, heeft een front met een licht uitgebouwde toegangspartij die boven het dak doorloopt tot een torenvormige muurschijf met een hoge pinakel ter bekroning.
Aan het eind van de 18de eeuw vestigde de uit Hessen afkomstige joodse koopman Salomon Levy zich in Zwaagwesteinde. Hij legde er de basis voor kleinhandel in onder meer textiel en daarmee voor het venten en kramen met allerlei producten en bovendien voor de kledingnijverheid. Het heeft het karakter van de bevolking en de nederzetting gevormd.
Aan de Voorstraat zijn verschillende herinneringen aan de textielindustrie te vinden. ‘Texo Baarsma’, een textielgroothandel, is een fors gebouw dat deels is gepleisterd en van een verzorgde winkelpui is voorzien in vormen van de vernieuwingsstijl. De voormalige confectiefabriek ‘N.V. Handelsvereeniging v/h R. Baarsma’ is een confectieatelier uit 1927 met een voorhuis uit 1926. Ontworpen door A. Pijkstra in de voor die tijd kenmerkende expressionistische vormen. Dat geldt ook voor de voormalige textielgroothandel van de ‘Firma H. Elzinga’ uit eind jaren twintig waarbij het expressionisme in het blokvormige bedrijfsgebouw met fraai metselwerk zakelijk strak is verwerkt. In dit gebouw bevindt zich ook een woning.
De oude ontginningsas, de Voorstraat, vertelt als geheel veel over de geschiedenis van Zwaagwesteinde, maar niet alles. De spitketen zijn allemaal verdwenen, maar er staat nog wel een met riet gedekt woudhuisje uit ongeveer 1880. Verder staan aan de Voorstraat de wat deftiger burgerwoningen, bijvoorbeeld een fraai exemplaar uit het einde van de 19de eeuw in neorenaissancestijl en het woonhuis Jeremi uit 1911 in vernieuwingsstijl. In 1902 kreeg de spoorweg van Leeuwarden naar Groningen, die al in 1866 ten zuiden van het dorp was gelegd, een halte in Zwaagwesteinde. Aan de oostzijde van de Verlengde Stationsstraat staat nog een reeks kleine burgerwoningen uit de eerste tientallen jaren van de 20ste eeuw die van de gevolgen van deze ontwikkeling getuigt. Daarna is het dorp in zuidelijke richting uitgebreid, een proces dat na de oorlog sterk doorzette, waarbij de bouw van sociale woningen sterk overheerst.
Forum de verhalen over salomon - die je te horen kreeg van je ouders
de eerste keer dat ik iets over mijn voorouder te horen kreeg (van mijn vaders kant) was van mijn moeder het ging over een boek de voorouders van (mem) jantje de bruin er was iemand langs geweest die meer wou weten over jantje de bruin en haar vader enz ik denk dat dit ( h de haan moet zijn geweest ) ook werd er gevraagd of het goed was dat de namen van de kleinkinderen van mem (zo als iedereen haar noemde) in het boek mochten komen te staan mijn moeder wou dit niet ( dit om de jodenvervolging ) toch staat mijn oudste zusje (jantje loos) haar naam in het boek
Ja de verhalen over Salomon Levy en zijn nazaten en de inwoners van Zwaagwesteinde,ja wat ik als kleine jongen hoorde van mijn opa Tjeerd en van zijn broer Hendrik ,de verhalen over de beruchte Salomon en zeer geliefd in Zwaagwesteinde zowel bij de handelaren en ook bij de vrouwtjes . Salomon zou gehandeld hebben in alles wat los en vast zat,hij heeft dit ook nagelaten aan velen van zijn nazaten,en Zwaagwesteinde was een handelaarsdorp.Volgens de verhalen van mijn opa zou Zwaagwesteinde zijn ontstaan door vele mensen ,die vroeger uit de gevangenis kwamen uit Leeuwarden en zich vestigden inZwaagwesteinde en op de heide de Wouden vandaar denk ik de naam Woodpyk. De bevolking van Zwaagwesteinde hadden ook de bijnaam de messentrekkers,als je daar als buitenstaander een probleem kreeg in de kroeg dan had je ook een probleem,want zo ik weet zijn ze voor de duivel niet bang. wordt vervolgd.
door tjeerd f de bruin
voor de duivel niet bang die ken ik
je hebt ook het verhaal dat er twee broers waren de een hete lammert van de ander weet ik zo even niet het waren tweelingen eentje is verdronken in de kollumerzwaag hij had te diep in het glaasje gekeken wie weet hier meer van??
mijn oma jantje de bruin was ook echt een handelaar
ook gaat het verhaal dat zij in een woonwagen heeft gewoond
mem zo als iedereen mijn oma noemde is ongeveer in 1958?? in de woonscheephaven in groningen terecht gekomen daar heeft mijn vader (aalf loos) mijn moeder ontmoet
mijn moeder komt uit een schippers fam
maar voor dat mem jantje de bruin in de woonscheephaven kwamen wonen hebben zij eerst nog ergens anders in de stad groningen gewoond wie weet hier meer over???
HERINNERINGEN VAN ZO,N 50 JAAR GELEDEN. Zwaagwesteinde was toen een lang uitgestrekt dorp,en rondom het dorp waren allemaal zandpaden ,en aan een van deze zandpaden lag het zandpad de Vogelenzang .Rechts van de ingang van de Vogelenzang woonde een broer van mijn opa Hendrik de Bruin,in een klein huisje met een rieten dak / Alles was van binnen in de woning ook zeer klein ,en je kon zo met je handen bij het rieten dak,zo,n 60 meter verder lag de boerderij van mijn opa Tjeerd de Bruin .Rondom de boerderij was alles weiland en nog eens weiland,dit is nu allemaal volgebouwd met woningen zo ik weet heeft mijn opa alles verkocht aan de gemeente ,want er moesten woningen komen. Ik was toen een jaar of 8 ,en ik ben zo,n 2,5 a 3 jaar naar school geweest in Zwaagwesteinde,en ik woonde bij mijn opa en oma door de week. En in het weekend ging ik weer met mijn vader en moeder mee naar Zeeland want daar woonden wij officieel.Mijn vader was een van die snelle handelaren uit Zwaagwesteinde.
HERINNERINGEN VAN VROEGER. In de jaren 60 a 65 is de handel in Zwaagwesteinde echt goed op gang gekomen ,en ging de handelaren goed voor de wind.Ik was toen zo,n jaar of 12 oud .Mijn vader reed in zo,n grote zwarte Citroen met van die grote ronde koplampen ,deze auto,s zijn nu goud waard.De handelaren werden ook wel de Heren van Zwaagwesteinde genoemd,en in het cafe aan het spoor in Zwaagwesteinde kwamen de Heren allemaal bij mekaar ,onder het genot van bier en een borrel en zeer grote sigaren. Allemaal strak in het pak werden hier de plannen gesmeed ,en bepaalde technieken van handelen werden onderling uitgewisselt. En jawel ze gingen naar Duitsland om daar te gaan handelen in dekens ,want die had men niet in Duitsland en van huis tot huis en stad tot stad trokken de Heren door Duitsland.Ik weet nog er gingen dozen vol met Roomboter mee naar Duitsland ,en Volkswagenbusjes vol met dekens. En van s,maandags tot vrijdag,s waren deze mensen aan het verkopen in Duitsland,mijn vader regelde hele voorraden met dekens uit Tilburg vandaan en ook komplete rollen stof . Want ze verkochten ook lappen stof langs de deur en deze voorraden kwamen ook eerst in Zwaagwesteinde aan ,en de handel ging goed ik hoorde wel eens bedragen wat er verdiend was in een week .Mijn vader en moeder handelden alle twee van deur tot deur ,en ik zelf werdt met de paplepel het handelen ingegeven . En ik ging heel vaak met mijn vader mee naar het cafe ,als de handelaren bij mekaar kwamen ,mijn vader zei dan altijd je mond houden en alleen maar luisteren ,ik had respect voor mijn vader en deed, want hij was in staat om uien voor aardappelen te verkopen. Het waren geslepen jongens mijn vader zei altijd ,ik weet na 5 minuten al of de handel is verkocht of niet ,of hij praatte net zolang tot de koop was gesloten.
Wat ik mij ook nog kan herrinneren ,bij mijn opa en oma de Bruin op het boerderijtje ,in het keukentje was een grote ronde waterput met daarnaast een emmer .En je kon ook water pompen met zo,n gietijzeren zwengel boven een granieten aanrecht,en wat te denken van de Toilet dat was in een houten hok gemaakt en daar stond de emmer in .Maar deze emmer raakte ook een keer vol,en ik kreeg dan samen met een neef van mij de opdracht om deze emmer leeg te gaan gooien achter in de sloot .Nou had mijn neef pech dat ik iets langer was dan hem ,dus hij had altijd zijn klompen vol staan met stront .
door tjeerd f de bruin
ik heb ergens gelezen dat salomon klein van stuk was maar snel en fel dit is echt wel door gegeven mijn vader en al zijn broers waren precies zo en voor de duvel niet bang en mem een klein vrouwtje maar die had lef zij is al handelend de oorlog goed door gekomen het verhaal gaat.. dat zij de duitsers dingen verkocht de duitsers kwamen daar gewoon in huis dat terwijl er zoons van haar werden gezocht zo werd er eens een zoon verstopt in een kinderewagen en onder het oog van die duitsers het huis uit gesmokkeld dat is lef hebben en die lef hebben wij wel geerft want als je de verhalen over salomon leest hij had lef
iedereen die meer weet (verhalen over je voorouders) het zou echt leuk zijn als jullie ze hier neer zouden zetten *reageer* zo krijg je een beetje een idee hoe het was vroeger
ik kwam een berichtje tegen dat gaat over wat ik vaker had gehoord dat er iemand verdronken was in de kollumerzwaag het verhaal ging over een tweeling dit is wat ik er over heb gevonden
Zwaagwesteinde. Overleden 27 oktober 1859 des morgens ten acht ure, in het water onder Kollumerzwaag. Aangevers Bartel Wybes Postma, 44 jaren, arbeider te Kollumerzwaag en Pieter Gerbens Hoekstra, 31 jaren, landbouwer aldaar, geburen.
het gaat hier om Fokke Tunnis de Bruin, 52
Overlijdensakte Kollumerland, 1859, akte nr. 150 - Fokke Tunnis de Bruin, 52 jaren, koopman te Zwaagwesteinde, geboren te Zwaagwesteinde, gehuwd met Ytje Tjibbes de Haan, en zoon zijner ouders Tunnis Salomons de Bruin, koopman en Oetske Hendriks Elsinga,
als ik het goed heb de oudste zoon van
Teunis Salomons (zoon van salomon) Oedske Hendriks
het verhaal klopt niet helemaal met wat ik altijd gehoord had het ging niet om een tweeling maar de rest klopt
Beste Zwanny ik denk dat het ging over Lammert en Evert ,daar heb ik wel eens iets over gehoord van mijn vader. Zwaagwesteinde is altijd al een heel apart dorp geweest Zwanny. De verhalen deden jaren geleden de ronde door heel Nederland . In 1973 ontsnapte s,avonds om 21.00 uur ,uit de Blokhuispoort te Leeuwarden ,Aage Meinesz de grootste kluizenkraker van Nederland ,oftewel de man met de Thermische lans.Hij kwam van 8 meter hoogte aan geknoopte lakens naar beneden ,en verdween in een Donkerblauwe Corvette Stingray . Aage Meinesz zou in Zwaagwesteinde 2 dagen hebben ondergedoken gezeten,en deze ontsnapping zou ook vanuit het Friese Zwaagwesteinde zijn beraamd.
tjeerd
de naam Lammert dat klopt het verhaal ging dat het een tweeling was en ze waren stomdronken en lammert is naast de plank die naar het schip ging gevallen en kon niet zwemmen
joodse jaar 5771 - woensdagavond 8 tot vrijdagavond 10 september 2010
vandaag kreeg ik een mailtje van Chaim Caran ik mail al een paar jaar met hem ( over stamboom onderzoek ) een van mijn voorvaders was salomon levie/levy ( kijk tips-privehyves ) altijd leuk om iets van hem te horen
Shana Tova! wenst hij mij
moge U een goed jaar hebben
deze Rosj HaSjana kaarten zijn nog van zijn moeder
de mooiste bewaarde ze , knipte ze af zodat ze nog eens gebruikt konden worden
de aanklachten die tegen hem(salomon levie) zijn ingebracht
Het Hoff Comitteert den Burger Raad Haringsma Articulen deminator de get. op deze art? te exam voor den meren. actum des 7. Sept 1797 procureur generaal deeser Ter ord ?? van den Hore Landschappen Rat opp.? Klager Contra get Salomon Levi van CollumerZwaag gediend en geleverd den gevangene en Beklaagde 12 Sept 1797
Om daar op door een lid van de Raad van Justitie als Commissens verhoort te worden worden - Den Klager Steld waar te Zijn
dat de gevangene op Saturdag den 4 de februarij 1797 onder en met een Hoop muijtelingen of oproermaekers op Weg is Geweest na dokkum dat hij gevangene bij die gelegenheit heeft gesegt dat so hij Abel Keuning ontmoete deselve aan Riemen Soude Snijden dat hij gevangene niet verre van het Huiz van Abel Keuning, afzijnde Gesegt heeft dat hij Abel Keuning, van kant moesten. dat hij gevangene met eene Blote Sabel in de Hand anderen heeft gedwongen om met hem en Zijn oproerigen Bende mede te gaan dreijgende hun anders de Kop te kloven; de Glaasen in te Slaan enz dat hij Gevangene hierop door menschen heeft mede gesleept welke teegen Zin en Wil Enkel uit vreez voor Zijn dreijgementen hebben moeten volgen:
Nicolaas Scheltema
Al het welke Zijnde Zaaken van kwaden gevolgen en daarom Anderen ten Eempel? ten hoogsten Strafbaar En vermits het Hoff de Klager geordoneert heeft de gevangenen Proces te maken. Zoo houd de Klager deeze Articulen voor Zijn Libel
Mits Welken Concludeerende ex dictes dicendes et Nobili curia off: Supplendis Contendeert de Klager ten einde de Gevangene Zoodanig Zal worden gestraft als het Hoff in goeder Justitie verstaan Zal te behoren. idque omni meliori modo ac via cum Expensis.
Implorato te? Nicolaas Scheltema
Mits welken concluderen den ex dictis dicendis et Nobili curia off: Supplendis contendeert de Klager ten einde de gevangen Zoodanig Zal worden gestraft als het Hoff in goede Justitie verstaan zal te behoren idque omni meliori modo ac via cum expensis
Implorato ?? Nicolaas Scheltema
gediend geleverd den 12 Sept 1797 Salomon Levij, van CollumerZwaag gevan gen en beklaagde contra De proc r Generaal deesen Landschappe rat: off: klager Comparerende voor den Hove van vriesland om te dienen van antwoord, Zegt de gevangen en beklaagde onder alle Salutaire Clausulen van rechte.
1tot verstand van art 1 diene dat de gev e gedwongen van zijn huis af, met een verzaa= melde gemeente gevreest is tot het huis ter Noord toe; en dat hij toen de kans voor zig schoon ziende ontsnapt is zijnde art: 2. en 3. geheel onwaar daar art: 4. weeder geheel verkeerd is, alzoo de gevangen geen bloote sabel in Zijn hand gehad heeft, maar Zelve gedwongen is geweest om met te gaan, en wel met een Stok in de hand; Zijnde art: 5 geheel onwaar gelijk meede de 6e geheel Strijdig de waarheid is hebbende hij niet gedwongen, maar is Zelve gedwongen om met te gaan Zoo dat art 7.8.9. geheel niet te pas koomen, en den gev en niet raaken.
Mits welke concludeerende exdietis die: et nob: cur off Supplendis concludeert de gev en en Beklaagden ten einde de klager B?: O: zal worden verklaart tot zijn genomen eisch en conclusie niet ontfangbaar en de bekl e daar af geabsolveerd, en uit Zijne detentie ontslagen id que omni mel?: modo ac via cum expensis
Implorato ? (get)
informatien genomen bij mij onderschreven Raad ord st in den Hoove van Vriesland als Comm ? ter instantie van den procureur? generaal deesen Landschappen Na? F off= klager Ca? Salomon Levij gevangene En Beklaagde
op Mr F probatoir den 12 de october 1797
Jan Coopmans woonagtig op de waard in groningerland, oud 22 jaar en gelijteerd gecompareerd, geedigt, en geexamineerd op Art= 3 6 tot 32 incluis, volgens billet daar af zijnde, verklaarde bij desse los afgegeven depositie, voor de verenigde Commissien van gedeputeerdens er? Committen voor waakzaamheijd provintiaal No i, afgelegd en vertekent, als de Zuiveren waarheijd in zig behebbende te verblijven Zeijde op interrogaat nevens Art= 17, dat zo hij Zalomon Levij, weeder Ziet, deselve dan heel wel te zullen kennen, Schoon hem deponent, ook meer dan eens van anderen gesegt is, dat F= Salomon Levij van Swaagwesterend was, meer van de Zaak niet wetende Sloot, deselve na duidelijke voorleesing en persisteerde onder bekenning Zijne gedane vertekening
Jan Willems woonagtig digt bij ??woudenzijl oud 28 jaar gelijteert gecompareert geedigt, en geexamineert, op Art 33-Tot 60 in Cluis volgens billet daar af Zijnde deponeerde in alles te verblijven, bij desselvs afgegeven verklaring voor F= geregt voor dantumadeel Sub No 2, als de Zuivere waarheijd in Zig behebbende, waar meede Sloot en na duidelijke voorleesing persisteerde
Harmen Thomas woonagtig te CollumerSwaag, oud 55 jaar, gelijteert gecompareert Geedigt en geexamineert op Art= 63 Tot 77 in cluis volgens billet daar af Zijnde Zeijde bij desselvs afgegevene depositie voor t geregt van dantumadeel No 3, als de Zuivere waarheijd in Zig behelsende te verblijven Zegde op interrogaat nevens Nr F= 67, en 68, dat Salomon Levij, zo niet met Een sabel, ten minstens met een hartsvanger is geworden geweest, dewijl den deponent de juiste benaming van Zodanige instumenten niet weet, Zeijde verderen op interrogaat nevens Nr te? 70,71,73 dat Jacob Teedes, en niet Salomon Levij, de dreijgementen had gedaan, waar meede Sloot En na duidelijke voorleesing persisteerde Jacob Aukes thans woonagtig bij hemke Harings op Collumerswaag oud 22 jaar en gelijteert gecompareert geedigt, en geexamineerd op Art 78 tot 84 incluis volgens billet daar af Zijnde verklaarde bij desselvs afgegevene deposijtien Sub /No 4 als de Zuivere waarheijd in Zig behelsende te verblijven Zeijde op interrogaat nevens Art F= 80, dat salomon Levij de ,man was, die de woorden en dreijgementen gesprooken heeft, waar meede Sloot En na duidelijke voorlesing persisteerde
in kennisse van Mij D Hanekamp van Harinxma
De klager en Doteerden? verklaard de getuijgenis niet wijder te admitteeren dan Pro Pauperen Captivo: ?also juren contrateprobande en Imploreert interrogaten Articulen Reprobatoir Zoo naar regten voor,Niclaas Scheltema Salomon Levij, van CollumerSwaag C: gevangen, beklaagde en Posant contra De proc v Gen: deeser Landschappen rat: off: Klaager en Poseerden.
Dat de Posant Stelt waar te zijn, dat de Pos, v,o. bij Probatie tot getuigen heeft belegd vier getuigen Jan Coopmans; Jan Willems, Harmen Thomas, Jacob Aukes alle getuigen van geen beproefde trouw en waar op vrij wat te zeggen val. daar uit het proces van Louw Johannes, anders Lou Corporaal, geblijkt, dat het Jan Coopmans om t even is, of hij liegt dan of hij waarheid Spreekt, wijl de gevangene aldaar t alibi beweesen heeft. dat ook Fokke Abrahams, huisman, en Tjepke Djoeros Koopman beijde op CollumerSwaag, verklaaren waar te zijn, dat Jan Willems, huisman op CollumerSwaag op den 4 febr. 1797 beneevens op groote meenigte menschen met zijn geweer is op de weg geweest, dat de getuigen zulks met eijegen oogen gezien hebbende, perssisteren bij hun afgegeeven assestatie met N. 1. met recognitie van naam teekening of merk daar onder Staande dat de Getuigen Hendrik geerts, mr Schoenmaker, en Baukjen Tjeerds, des medegetuiges huisvrouw beijde woonende in Westerend verklaaren waar te zijn, dat Harmen Thomas woonende tot CollumerSwaag zijnde één van des klaagers Probatoire getuigen ongeveer agt jaaren geleeden een zolveren Borijser, t welk toebehoorde aan één van der getuigen kinderen op de weg gevonden had, Dog dat hij zonder daar van gerugt te maaken, of zulks bekend te maaken, t zelve te Dokkum verkogt had de, en wel voor drie Caroli guldens en Zeeventien Stuivers. Dat toen de meede attestant Hendrik Geerts hem zulks oversloeg, hij Harmen Thomas ten Sterksten ontkende zulks gedaan hebben, dog dat de volgende morgen gemelde Harmen Thomas, en zijn Vrouw Schreijende bij de medegetuige Hendrik Geerts gekoomen zijn, verzoekende om zulks aan den gerechte niet aan te brengen dat de getuigen toen gemelde Somma van drie Caroli guldens van hun weeder gekoomen hebben, dog de Zeeventien Stuivers uit medelijden hun hebben laaten houden zijnde de getuigen mij des bekend, dat Harmen Tomas bij het verkoopen vant Borijser te Dokkum een verkeerde naam heeft opgeroepen. Dat de getuigen, na recognitie hunner handmerken Staande onder Attestatien adnex met N. 2., verklaaren te persisteren bij dezelve als de waarheid behebbende. Dat de getuigen Lammert Anes, arbeider woonende op CollumerSwaag, verklaart waar te Zijn, dat jacob Aukes, woonende te SwaagWesteinde, op den 4 febr. 1797. met het geweer, beneevens de andere menigte op weg is geweest ten tijde van de opStand in Collumerland dat de getuige na recognitie van Zijn handmerk persisteert bij afgegeevene attestatie met N.3. D: informatien genomen bij mij ond z Raad ord n in den hoove van Vriesland, als Commo n , ter instantie van Salomon Levij, gev e en posant en? den proCur. gen ? deesen landschappen ?at,= off: Klager en poseerden
(get) Op Art= Reprobatoir den 24 PV? 1798
Fokke Abrahams woonagtig te Collumerswaag oud 55 jaar, gelieerd geCompareerd, geedigt En geexamineerd op Art 3 en 4 volgens billet daar af Zijnde, Zeijde in alles bij desselvs afgegeven verklaring of Attest No 1 als de Zuivere waarheijd in Zig behelsende te verblijven waar meede na duidelijke voorlesing in recognitie van desselvs hand, Sloot en persisteerde
Tjepken Djoerds woonagtig te Collumerswaag, oud ongeveer 42 jaar Geliteerd Gecompareerd, geedigt en geexameneert op Art 3 en 4 volgens billet daar af Zinde Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 1, als de Zuivere en opregte waarheijd in Zig behelsende te verblijven waar meede na van desselvs gesette Handmerk Sloot en persisteerde
Hendrik Geerts woonagtig op Collumerswaag westeijnde, oud 50 jaar geliteert gecompareerd, geedigt En geexamineert, op Art 5 Tot 12 in Cluis volgens billet daar af Zijnde Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 2 a de den 23 Feb 1798, als Zuiveren waarheijd waar meede na duidelijken voorLesing en bekenning van deselvs gesette handmerk Sloot en persisteerde
baukje tjeerds woonagtig op Collumer swaag westeijnde oud 42 jaar geliteert gecompareert, geedigt en geexamineert op Art 5 Tot 12 in Cluis volgens billet daar af Zijnde Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 2, a d= den 23 Feb? 1798, vertekent als de Zuiveren en opregten Waarheijde in Zig te behelsende te verblijven waar meede na duidelijken voorlesing en bekenning van desselvs gesette handmerk Sloot, en persisteerde
Lammert Annes woonagtig te Collumerswaag oud 78 jaar geliteert geCompareert, geedigt en geexamineert, op Art 13 en 14 volgens billet daar af Zijnde, Zeijde bij desselvs afgegeven Attes Sub No 3, a d= den 23 Feb 1798 vertekent, als de Zuiveren en, opregten Waarheijd, in Zig behelsende verblijven, waar meede na duidelijke voorlesing, en herkenning van desselvs gedane vertekening Sloot en persisteerde, in kennisse van mij
J D Hanekamp van Harinxma
d= als boven F: Gedient en ? en gelevert den 8 Maart 1798 Pro Paupere Captivo
Remonstrantie voor Salomon Levij, van Collumerzwaag gevangen en beklaagde Contra De Proc r generaal van dit gewest rat: off: klaager.
Comparerende voor de Raaden van Justitie ent voormalig gewest vriesland om te dienen van deesen, Zegt onder alle Salutaire Clausulen van Rechte de gevangen en beklaagde.
dat de gev e op den 4 febr 1797 gedwongen is geworden om met eene verzamelde menigte van Zijn huis af te gaan na het huis ter Noord toe. als wanneer hij eene gunstige geleegenheid vonde om uit het gezichte der meenigte te geraaken en alzoo te ontkoomen. Dat egter de klaager hem ten laste legt, dat hij gezegd zou hebben, dat als hij keuning of Abele keuning vond, den zelven aan Riemen Soude Snijden Dan de klaager heeft zulks door een getuige Jan Coopmans beweesen, dog deeze ééne getuige is als gééne, dan hoe weinig Staat te maaken is op deeze Jan Coopmans, is u lieden Raaden reeds gebleeken uit t Proces van Louw Johannes, maar toe de gev e zig refereert.
De beschuldiginge van Jane Willems behelst, dat deze gevangene op Saturdag den 4 febr. 1797 den getuige zoude gedwongen hebben om op de weg te koomen, of dat hij hem anders de kop kloven, de glasen inslkaan zou ect. moet U al suspect voorkomen, derwijl voor eerst de gev e alleen geen grote vreese ijmand konde aanjaagen, wijl hij een klein en geensins Sterk persoontje is, maar ook boovendien de gevenagen reprobatoire getuigen Fokke Abrahams en Tjepke Djoerds deponeren, dat hij Jan of Jane Willems onder de oproerige menigte op weg geweest is, niet behoevende gedwongen te worden verders koomt een Harmen Tomas op, die zegt, dat de gev e op Saterdag den 4 febr. 1797 ten Zijnen huise gekomen is met eene bloote Sabel in de hand, hem dwingende om met na Zwaagwesteinde te reijsen of anders hem de kop en glasen in te zullen Slaan. - dog hoe weinig Credit die Harmen Tomas verdient, blijkt uit de reprobatoiree getuigen Hendrik Geerts, en Baukjen Tjeerds die deponeren dat hun kind een oorijser verlooren had, dat Harmen Tomas zelve was? te Dokkum verkogt had Sonder Zulks bekend gemaakt te hebben, dus hij als diefmens, te meer dat zijn t hem overgeslaagen hadden, dog dat hij t Sterk ontkend had. Egter toen hij Haremen Tomas de zaak naader indagte, en bevreest wierde, of men hem desweegen niet in t kastjen zoude Sluiten, heeft hij naderhand voor die getuigen geconfesserd, en drie gulden daar van te mij gegeeven.
Dan verhaalt eindelijk de getuige Jacob Aukes, dat hij door de gev e op den 3. febr. 1797 circa drie úúr te CollumerSwaag gedwongen is geworden om met te gaan, t welk immers Suspect is, daar hij zelve vrijwillig op de weg geweest is, volgens den reprolatoire Getuige Lammert Annes, en nog meerder wort dit twijfelagtig, en Strijdig, daar in t nader Proces Hendrik Gialts Sandurg? en Adam Mannus voorgeeven, dat de gev e op die tijd te Collum voort regthuis zou geweest zijn, hoewel de gevangene Zulks Stelling ontkent. Hiermede post interlocutonans conclude ende persisteert de gev e en beklaagde voor Remonstrantie
Imploration Sudicum officie (get)
Articulen Probatoir voor de Procureur Generaal deeser Landschappe rat: off Klager en Posant Contra Salomon Levij van Collu merzwaag Gevangen, Be klaagde en Poseerde
De Poseerde admittert de gebilletterde getuigen, niet wijders dan Salvo Sure? reprobandi, en Stelt voor interrogaten
De Klager steld waar te zijn- 1Dat Jan Coopmans woonachtig onder Westergeest in Collumerland verklaard waar te zijn, dat hij op Saterdag den 4e Februarij 1797 ongeveer een uur namiddag door een hoop der muijtelingen gedwongen is geworden mede te gaan na Dockum. Dog niet bewust te wie. Of hoe de naamen zijn van hun die hem gedwongen hebben. Dat hij op weg zijnde met de hoop na Dockum had hooren zeggen van een kobus Jurgens dat hij geweest was op het Collumer verlaat Bij Abele Keuning Dat hij dezelve aangetast had. Waar op Keuning hem uijt vrees de hand had gekust. En hij daar op ten antwoord gaf Bliksem wilt gij mij bijten. Dat zig onder deesen hoop bevond een Feike Luitses. Die de menigte aanvoerden. En encourageerde om op Dockum los te gaan. Dat daar na op Leeuwarden zouden los gaan. Dat verders nog onder de menigte was eenen Marten Joukes Schoolmeester van Driesum. Die ook als een der hoofden scheen te ageeren. Dat deese te paard had gezeeten. Om te spionneeren hoe het bij Dockum gesteld was. Dat eenen Salomon zijnde een Jood, woonachtig te ZwaagWesteinde zig zeer brutaal heeft gedragen.
in marge: af de get e 17 den Poseerde wel eens kent, of niet aan de get e door anderen verhaald is, dat t Salomon Levij van Swaagwesteinde was.
En gesegd dat zoo hij Abele Keuning ontmoete deselve aan riemen zoude snijden. dat onder de hoop meerdere aanvoerders waaren. Die egter bij den Deponent in persoon niet bekend zijn. Dat hij de menigte die bij het huijs ter Noord bij elkanderen waaren begroot op drieduisend. Dog dat bij het laaste Tolhek aan Dockum een hoop agter is gebleeven Die den Deponent oordeelde dat uijt vrees nier verder durfden avanceeren. Dat de getuige nog verklaard, dat bovengenoemde Feike Luitses als Gecommitteerde scheen benoemd te zijn. Wijl hij aldus door de muijtelingen wierd genoemd. Dat den Deponent verders verklaard dat in den Schuijt, waar uijt de Militairen door Canaille gehaald zijn, zig ook had bevonden eenen Louw, bijgenaamd Corporaal. Dat hij van dezelve had hooren zeggen, tot de menigte. Mannen ik heb er de geheele dag de kop goed voorgehouden, past nu op dat wij het bewaaren. Dat den Deponent niet weet dat gemelde Louw, de Soldaaten mede hadden gedwongen Maar wel van hem had hooren zeggen, dat er goed volk in de Schuijt was. Dat nog verder door de menigte was gezegd dat wanneer Sijbren van Rijs Lid van den gerechte van Dockum door hun ontmoet wierd, dezelve van kant zoude brengen. Waar op een Andries Heintje had gezegd, Ja die mag er wel aan, dat is een groote Patriot. Dat Jan Coopmans na prelectie persisteerde bij zijn afgegeven Depositie Sub No 1. Dat Jane Willems, Arbeider te Collumerzwaag verklaard waar te zijn, dat op vrijdag den 3e Februarij 1797 Albert Foppes mede aldaar woonachtig de Getuige heeft aangezegd om zig te Collum te vervoegen. En als dan de Gevangene mede te ontslaan Dat de Getuige daar op na Collum is gereisd. En wanneer daar was gekoomen en veele menschen bij malkander stonden Voor het Rechthuijs. Dat de Getuijge direct gehoord heeft dat degevangen was ontslagen. dat de Getuijge daar op weder na huijs is gereisd. Dat dezelve verders verklaart dat op Saturdag den 4e dito bij hem zijn gekoomen Jacob Taedes van Collumerzwaag. En Salomon Levij van Zwaag Westeinde Hem Getuijge dwingende om op de weg te koomen. Of dat hem anders de kop zouden klooven De glaasen inslaan. En Veele dreigementen meer. Dat de getuijge bevreesd is geworden. Zig daar na op de weg heeft vervoegd. Reisende met meer anderen de weg op na Zwaag Westeinde Dat daar op den Substituut Procureur Generaal, eenige dienaars en gewapende Burgers de getuijgen zijn tegen gekomen. En hem en meer andere in de kerk te Collum hebben gebragt Zijnde de deur eenige tijd daar na met geweld weder geopend. Waarop de getuijge en de anderen uijt de kerk zijn gegaan. Dat de getuijge hier op van Collum na het Collumer verlaat gereisd is. En wanneer digt bij het huijs van Abele Keuning was, deselve heeft hooren kermen. Dog dat zig niet durfde in huijs begeeven om hem te helpen. dat de Getuijge nog verklaard dat Salomon Levij, wanneer niet verre van Abele keunings huijs af waaren, gezegd heeft dat Abele van kant moest. Dog dat de getuijge Salomon bij het schouder heeft gevat. En gezegd, neen daar niet heen. Waar op de getuijge na huijs is gereisd. Dat Jane Willems na prelectie persisteerd bij zijn afgegeven depositie Sub No. 2 Dat Harmen Thomas Arbeider te Collumerzwaag verklaard waar te zijn, dat Albert Foppes van Collumerzwaag. hem op Vrijdag den 3e Februarij 1797 aanzegging heeft gedaan om na Collum te reisen. En als dan de Gevangen aldaar weder te ontslaan. Dat de Getuijge een eind weegs is mede gereisd. En toen weder na huijs gekeerd. Dat de getuijge verders verklaard dat op Saturdag den 4e dito ten zijnen huijse is gekomen Jacob Taedes van Collumerzwaag. En salomon Levij van Zwaag Westeinde Ieder met een bloote Sabel in de hand. Dat gemelde persoonen de Getuijgen hebben gedwongen na Zwaag Westeinde te reisen.
in marge: of get e durft Staande houden, ??? deeze poseerde in zijn hand gez had heeft een Sabel daar de get e zal bedoelen Jacon Taedes.
Of dat hem anders de kop zouden klooven. De glaasen inslaan. En andere uijtdrukkingen meer
in marge: of niet Jacob Taedes die woorden , niet ??? aan de poseerde gesproken heeft
dat de getuijge bevreesd is geworden. En zig een weinig derwaarts heeft begeeven Dog dat de Substituut Procureur generaal eenige dienaars en gewapende mannen de getuijge na Collum in de kerk hebben getransporteerd Dog dat de deur eenige tijd daar na met geweld wierd geopend. Waar op de Getuijge weder na huijs is gegaan. Dat Harmen Thomas na prelectie persisteerd bij zijn afgegeeven depositie Sub no. 3 Dat Jacob Aukes knegt van Jan Jarichs huisman te Collumerzwaag verklaard, waar te zijn, dat op den 3 e Februarij ten huijse van de Boer Jan Jarichs, is gekoomen/ wanneer de Boer en vrouw uijt waaren/ ongeveer 3 Uur. Salomon Levij, en Pieter Cornelis beide te Zwaag Westeinde. Dewelke de Getuijge gedwongen om mede te gaan Of wilden de getuijge doodslaan
in marge: niet Pieter ??? dit gesproken heeft
Waar op de Getuijge is mede gegaan tot Boode Ebes woonende te Collum. Alwaar de getuijge zig versteeken heeft. En is terug gereisd Dat Jacob Aukus na prelectie persisteerd bij zijn afgegeven depositie Sub no. 4
Nicolaas Scheltema
implorerende voorts ik. interrogaten, zoo na regte (get)
Dossier 5031 - Salomon Levi Bevat een plakkaat gedateerd 9 augustus 1797 (het Landschapshuis binnen Leeuwarden) TEKST (gedeeltelijk leesbaar) (Voorts bevelen wij alle logementhouders, Herbergiers, tappers, en andere Winkel- en Neering- doende Lieden/ om die geene/ welke in hunne huizen zodanige daaden mogten pleegen/ en gesprekken voeren/ als vooren omschreeven zijn/ aanstonds/ en zonder eenig tijdverzuim/ aan de Municipaliteiten en Fiscaals aan te brengen/ met opgave van de naamen en woonplaatsen der Persoonen/ welke daar bij teegenswoordig geweest zijn; zullende die geene/ welke hier in nalaatig zijn/ booven verbeurte van Tap, als verdagte Persoonen worden gedetineerd. Verzoeken eindelijk alle brave burgers, en inzonderlijk de Officieren der gewaapende Schutterijen, om mede toezigt te houden op overtreedingen tegen dit ons Placaat. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretendeeren/ zal deeze alomme in dit Gewest worden gepubliceerd en geaffigeerd/ ter plaatsen waar zulks gewoonlijk geschied: want wij zulks alzoo tot Heil des Volks/ bewaaring der rust en waarschouwing der Ingezetenen/ verstaan te behooren. ... Dat alle die geene/ welke zig vergrijpen aan daaden/ waar door de Openbare Rust/ de persoonlijke veiligheid der Ingezetenen/ in hunnen Wooningen/ of buiten deselve/ wordt gesoord/ of hun eenig molest word aangedaan/ over het al of niet dragen van geoorloofde Teekenen/ of Versieringen; of eenige aanranding op hunne Persoonen/ Wooningen of Goederen mogt worden ondernoomen; gelijk ook allen die anderen tot dergelijke daaden mogten hebben aangezet/ (al schoon de daad er niet op gevolgd waare) ingelijk met de dood zullen worden gestraft. ... tegen den Staat/ tegen het Volk zelvs van Nederland/ te doen werken/ zig schuldig maaken aan verraad tegen de Onvervreembare Souverainiteit van het Volk/ en daarom ook/ zonder eenige ontferming hoe ook genaamd, met de dood zullen worden gestraft.
Articulen Examinatoir voor de Procureur deeser Landschappe Rat: Off: Klager CONTRA Salomon Levij van Swaagwesteijnde Gevangen en Beklaagde. Om daar op door een Lidt van de Raad van Justitie als Commissaris te worden verhoord.
1e dat de gevangen vrijdag morgen den 26e Augustus 1796 geweest is te Feenwouden 2e en toen aldaar van Jouke Jans heeft gekogt twee gestoolen lammen voor elf car. gldns. 3e dat hij gevangen deselve lammen direct naar zijn huijs of woning heeft gebragt. 4e en ook die dag heeft willen slagten hebbende reeds een daar van de keel uitgesneeden. 5e en onder het bedsteede verborgen 6e dat hij gevangen voor af order gegeven heeft aan Jouke Jans om hem vette schapen te besorgen. 7e zoo als ook aan hem besorgd heeft.
Nicolaas Scheltema
Burgers, Raaden van Justitie! Nevens gaande informatien weegens het vinden van Twee Lammen ten huijse van Salomon Levij, Koopman te Zwaagwesteinde, en vier Drenten in het land van Gerrit Wybes, huisman in de Valom onder Murmerwoude, hebben wij de Eene hier nevens aan Uwl: door onzen Executeur over te zenden. Wij hebben niet kunnen nalaaten om provisioneel de gevondene Lammen en Drenten, als mede de Persoonen van Jouke Jans en Salomon Levij in goede bewaring te neemen, voorts hebben wij van de gedetineerden hunnen confessien af genomen, dewelke wij hier nevens mede aan Uwl: laaten toekoomen. Wij beveelen Uwl: in Godes heilige Protectie, en verblijven na toewensching van heil, en aanbod van Broederschap. Uwl: toegenegene Medeburgers. Die van 't Geregte van Dantumadeel, Douwe Johannes. Damwoude, den 27 Aug. 1796.
Confessie van Zalomon Levij, koopman te Zwaagwesteinde dog thans gedetineerde bij het Geregte van Dantumadeel. Zalomon Levij, Koopman te Zwaagwesteinde, oud ongeveer 44 jaar, thans gedetineerde bij den geregte van Dantumadeel, confiteerd dat hij donderdag nagt is te huis geweest, dog dat hij op vrijdag den 26e Aug: 1796 's morgens ongeveer 8 uur is gekomen ten huise van Sjoukje Jans, huisvrouw van Douwe Dirks arbeider te Feenwouden met oogmerk of deselve ook iets hadden te verkoopen, dat deselve aldaar heeft gevonden eenen Jouke Jans, arbeider te Feenwouden, dat de gedetineerde en Jouke een Kopje Thee met Sjouke Jans hebben gedronken, en wanneer zulks verrigt was heeft Jouke de gedetineerde aangesogt om vier Drenten van hem te koopen, dog dat de gedetineerde sulks van de hand heeft geweesen, hier op heeft Jouke de gedetineerde gepresenteerd om twee Lammen aan hem te verkoopen, het welk de gedetineerde heeft goedgekeurd, dog begeerde deselve eerst te sien, hier op zijn de gedetineerde en Jouke Jans gegaan na een stuk land toebehorende aan Douwe Eelkes, huisman te Zwaagwesteinde, alwaar de lammeren waaren, en wanneer de gedetineerde deselve had besien heeft de gedetineerde Jouke Jans gevraagd waar de Lammen weg had en voor welke prijs deselve heeft gekogt, waar op Jouke de gedetineerde heeft geantwoord, dat de Lammen te Dokkum had gekogt voor tien Carglds, de gedetineerde heeft hier op Jouke Jans Elf Caroli Guldens voor de Lammen geboden, en voor welke Somma Jouke de gedetineerde de Lammen heeft verkogt, hier op heeft de gedetineerde direkt vier Guldens aan hem betaald en nog aan hem verschuldigt is zeven Caroli Guldens, meer van de zaak niet wetende, sloot na duidelijk voorlesinge. Actum, te Damwoude den 27 Aug: 1796, Douwe Johannes.
Dossier 5305 - Salomon Levij (Aantekening: Het Hoff committeert den Burger Harinxma om de gev: op deese naderer Artln te examineren, Act. den 24 Oct. 1797. ... Gediend en geleverd den 14 Nov. 1797.) Nadere Articulen Examinatoir ... CONTRA Zalomon Levy van Collumer swaag westeijnde gevangen en beklaagde. No. 1. H(endrik). G(ialts). Sanburg, Scherprechter der Provincie Vriesland, oud 36 jaren, verklaart en attesteert bij deesen dat hij getuijge op vrijdag den 3de februari 1797 als dienaar van den Hove van Justitie van Vriesland, met Adam Marinus mede dienaar van Gemelde Hove in het Regthuijs te Collum in bewaaring hebben gehad eenen door haar geapprehendeerde Abele Reijtses, dat op dieselve dag sig voor genoemde Regthuijs hebben vervoegd eene geheele Bende oproermakers van Collumer Zwaag Westeinde, dat hij getuijge op dat tijdstip om reeden rede kennisse van haar komst hadde, gewaapend in de voordeur stonde; en aan haar heevt gevraagt wat zij so gewapent aldaar zouden doen; dat hier op een Jood met naame Salomon Levi zeijde wij willen Aeble Reitses los hebben, dat is geen schelm of diev; dat hij getuijge hier op heeft gesegt wij laete hem niet los, of het geregte moet ons daar toe orders geeven, dat deese jood hier op heevt gesegt, hij zal er uit; dat hij getuijge hier op gesegt heevt dat zij hadden toe te sien wat zij deeden, dat hij getuijge en zijn mededienars aldaar waaren als dienaars van het Hof van Justitie en op derselver order dat hij Salomon Levi hier op gesegt heevt het Hoff is hier Geen tel, daar schijtte wij wat op, hij zal er uit; dat hij Salomon Levi met de overige Bende voor de getuijge staande, een degen in de hand hadde, dat onder des nog een geheele menigte dit Regthuijs naderden, roepende is hij er nog niet uit; toe maar, er maar in; waar op hij Salomon Levi hem getuijge de deegen op de Borst zette en de andere van die bende sodanig indrongen dat hij getuijge en zijn mededienaer agter uijt moesten deinsen, en de gevangene aan deese bende overlaten, de getuijge geevt reden van wetenschap als in deesen gemeld neemt aan dit verklaarde met Eede te bevestigen. Leeuwarden, den 16 8br (Oktober) 1797. No. 2. Adam Marinus, dienaar 's Hofs van Justitie van Vriesland, verklaart bij desen dat hij getuijge op vrijdag den 3de febr: 1797 als dienaar van voornoemden Hove met H.G. Sandburg mede dienaar van Vrieslands Hof in het Regthuijs te Collum in bewaring hebben gehad eenen door haar getuijgen geapprehendeerden Abel Reijtses, dat op deselve dag, sig voor voornoemde Regthuijs hebben vervoegd eenen geheele Bende oproermakers can Collumer Zwaag Westeinde, dat de getuijge Sandburg op dat tijdstip, om reeden rede kennisse van haar komst hadde, gewaepend in de voordeur stonde en aan haar heevt gevraagt, wat zij so gewapent aldaar zouden doen: dat hier op een Jood met name Salomon Levi zeijde wij willen Aeble Reijtses los hebben, dat is geen schelm of diev, dat hij getuijge hier op heeft gesegt, wij laate hem niet los of het geregte moet ons daar toe orders geeven; dat deese jood hier op gesegt heevt, hij zal er uit: dat hij getuijge hier op gesegt heevt dat zij hadden toe te sien wat zij deeden, dat hij getuijge en zijn mededienaar aldaer waaren als dienaers van het Hof van Justitie en op derselver order - dat hij Salomon Levi hier op gesegt heevt, het Hof is hier geen tel, daar schijtte wij wat op, hij zal er uit. - Dat hij Salomon Levi met de overige Bende voor de Getuijge staande, een deegen in de hand hadde, dat onder des nog een geheele menigte dit Regthuijs naderden, roepende is hij er nog niet uit; toe maar, er maar in. Waar op hij Salomon Levi hem getuijge de deegen op de Borst zette en de andere van die bende sodanig indrongen dat hij getuijge en zij mede dienaar agtter uit moesten deinsen en de gevangene aan deese bende over laaten de getuijgen geevt Reeden van Weetenschap als in deesen gemeld, neemt aan dit verklaarde met Eede te bevestigen, in kennis mijn hand, Leeuwarden, den 17de October 1797. No. 3 en 4. Jacob Aukes en Piettie Wiebes, Egtelieden woonagtig onder Zwaagwesteinde beijde van Competenten ouderdom, verklaren bij desen dat op Sondag nademiddag den 5de febr; 1797 ten haaren huijse gekomen zijn Eenige personen waar onder de Jood Salomon Levi, voorsien met een degen, schijnende so 't scheen, alle zeer verslagen, dat deese Salomon Levi zijn deegen voor het huijs in de grond heeft gestoken, welk van de kinders van haar getuijgen is gesien, dat deze bende niet lang aldaar geweest is, maar van daar vertrokken zijn ingevolge haar seggen ijder na zijn huijs, dat haar getijges kinderen na zulx deese deegen uit de grond hebben gehaald en welke deegen door haar getijgen op haar Cast is gelegen, En bewaerd tot dato deeses den 2de October 1797, wanneer dezelve door haar getuijden aan de Procureur Joh. Stroband is overgelevert, de getuijgen geven rede van wetenschap als in desen gemeld, neemen aan dit verklaaren met Eede te bevestigen. Zwaagwesteinde, den 2de October 1797.
CONFESSIE van Salomon Levi van Collumerswaag westeinde dog thans gevangen op het Blokhuijs. Zeggende hij gevangen daar bij dat ongeveer zeven en veertig jaar oud is en dat wel op zekeren tijd gedwongen is om meede te gaan naar Collum, weet niet anders dan altijd goed gestaan te hebben met Abele Keuning geheel nooijt iets kwaad gedagt of gezegt te hebben van aan riemen snijen of dat Abel Keuning van kant moeste zegt geen bloote sabel gehad te hebben maar wel een stok niemand gedwongen te hebben ook niemand gedreigt te hebben de kop te klooven en de glaasen in te slaan dat om die reedenen ook geen mensch heeft meede gesleept teegen zin en wil alzoo niemand voor hem gev. behoevde te vreesen meer niet zeggende sloot zijn confessie naar deugdelijke voorleesing. Actum op het Blokhuijs, den 7 Sept. 1797. Nicolaas Scheltema, Proc. Gen.
VONNIS: Alzo den Hove van het voormalig gewest Friesland uit de Confessien van Salomon Levij van Collumerswaag westeinde dog geboortig van Hessenland, oud 47 jaaren, tegenwoordig gevangen en anderszins uit de procedures genoegzaam gebleken is; dat de gev. op den 3 Febr. 1797 met eene geheele bende Oproermakers van Collumerzwaag westeinde, gewapend met een deegen, is op getrokken naar het rechthuis te Collum, alwaar twee dienaers van de Criminele Justitie eenen Abele Reitzes In bewaringe hebbende, gewapend in de voordeur stonden, die hun vraagden wat zij dus gewapend aldaar zouden doen? dat de gev. aan het hoofd van die oproerige bende en als aanvoerder van dezelve, geantwoord heeft: wij willen Abele Reitses los hebben, dat is geen schelm of dief, dat een der dienaeren daar op gezegt hebbende, wij laaten hem niet los, of het Gerechte moet ons daar toe order geeven, door de gev: daar op geantwoord is hij zal er uit, dat een der gemelde dienaeren hem gev. en makkers heeft gewaarschuwt, met te zeggen, dat zij hadden toe te zien, wat zij deeden, alzo aldaar waaren in qualiteit als dienaeren van het Hoff van Justitie en op deszelfs orders de gev. daar op gezegd heeft, het Hoff is hier geen tel, daar schijte wij wat op, hij zal er uit, dat de gev. met de deegen in de hand voor de dienaars staande, onderwijl dat nog een geheele meenigte dat Rechthuis naderde, en roepende, is hij er nog niet uit, toe maar, er maar in, daar op den eenen dienaar den deegen op de borst gezet heeft, terwijl de overige bende oproermakers zodanig indrongen, dat de dienaers agter uit moesten deinzen en Abele Reitses aan hem en de overige geweldenaars overlatende, dat de gev. op Zaturdag den 4 Febr. 1797 met een bloote Sabel of deegen in de hand, anderen heeft gedwongen, en wel voornamelijk Jacob Aukes en Jane Willems, beide woonagtig te Collumerzwaag, om met hem en de oproerbende te gaan, dreigende hun anders de kop te kloven en de glazen in te slaan, dat de gev. hier door menschen heeft mede gesleept, welke tegen zin en wil, enkel uit vrees voor zijne dreijgementen hem hebben moeten volgen, dat de gev. op dien dag met een hoop muitelingen of oproermakers op weg is geweest naar Dokkum en bij die gelegenheid gezegd heeft: dat zo hij Abele Keuning ontmoette, hij dezelve aan riemen zoude snijden, dat hij gev. niet verre van de wooning van Abele Keuning af zijnde, heeft gezegd dat voorn. Abele Keuning van kant moestte, zijnde de gev. 's anderen dags ook nog gewapend met een deegen in geselschap van anderen gekomen aan het huis van Jacob Aukes te Zwaagwesteinde, waar omtrent dien deegen toen in den grond gestoken en gelaten heeft. - dat de gev. zich dus als een der voornaamste oproermakers en aanvoerders der Muitelingen heeft gedragen en alzo zich schuldig gemaakt aan daaden die anderen ten exempel wel zwaarlijk behooren te worden gestraft. Zoo is 't, dat het voorschr. Hof op alles rijpelijk gelet ende geconsidereert hebbende, het geene men in deezen behoorde te considereren, in de naame en van wegen het Bataafsche Volk, den voorn. gev. heeft gecondemneert en condemneert hem bij deezen, omme bij den scherprechter op het Schavot geleijdet, aldaar met den Zwaarde geexecuteert en alzo van het leeven ter dood gebragt te worden. Actum den 17 Maart 1798.
oLeefden samen/Lived together. In the family tree of 1960 by H.de Haan the Genealogy is divides into three parts (A,B and C) for each of the children. This part regards the descendants of Hendrik Teunis' de Bruin borne 28.08.1810 (A 2). In mei 1995 is de historische roman (In fin mear as in bears' verschenen van Rink van der Velde over de vrijbuiter 'Salomon Levy'. In de Leeuwarder Courant van 12 mei 1995 is daar een hele pagina aan gewijd. Volgens dit artikel in Salomon Levy uit een progrom in het Duitse Urbach gevlucht en terecht gekomen op de 'Grinzer klaa' (Groninger klei). Hij zou 4 jaar gewoond hebben bij een boer en zou hem dan 'gesmeerd' zijn naar de Friesche Wouden (Zwaagwesteinde). Hij heeft meegedaan aan het Kollumer Oproer van 1797 (de opstand van de Prinsgezinden tegen het gezag van de partriotten). Dat heeft hem de kraag gekost. De dood op het schavot te Leeuwarden op 17 maart 1798. Zij vrouw 'weduwe' hertrouwt met Jacob Tjibbes de Haan.
de ouder van fokje
Theunis 1725- Geslacht: man
Aaltje 1725- Geslacht: vrouw
Name: Fokje Theunis Sex: F Birth: 1751 in Pieterzijl (Gr.) Occupation: Winkeliersche Death: 15 FEB 1839 in Zwaagwesteinde Occupation: Arbeidster te Zwaagwesteinde 1815 Occupation: Arbeidster 1823 Occupation: Zonder beroep, wonende te Zwaagwesteinde 1829 Occupation: Zonder beroep, woonachtig te Zwaagwesteinde 1839 Note: Volkstelling 1829 Zwaagwesteinde, huisnr. 93. de Vries, Hendrik Sybes, 36jr. Geb. Sybrandahuis, jongmans, Kramer, Prot. Dijkstra, Bettje Tjietses, 28jr. Geb. Zwaagwesteinde, jonge dochter, zonder beroep, P. de Vries, Sybe Hendriks, 3jr. Geb. Zwaagwesteinde, jongmans, zonder beroep, P. de Vries, Tjietse Hendriks, 6 maand. Geb. Zwaagwesteinde, jongmans, zonder beroep, P. de Bruin, Fokje Theunis, 78jr. Geb. Pieterzijl, jonge dochter, zonder beroep, P.
Overlijdensakte Dantumadeel, 1839, blad nr. 8 - Fokje Theunis, 80 jaren, geboren te Burum, zonder beroep, woonachtig te Zwaagwesteinde, laatst weduwe van Jacob Tjibbes de Haan, dr. v. Theunis en Aaltje, beide overleden, nalatende drie kinderen. Overleden op 15 februari 1839 des voormiddags ten twee ure, te Zwaagwesteinde in het huis gequoteerd met nummer 100. Aangevers: Klaas Ydes Heidstra, 30 jaren en Brant Riemers Wybenga, 24 jaren, kramers, beide woonachtig te Zwaagwesteinde, geburen en geene aanverwanten der overledene.
Noot: In 1829 is Fokje volgens eigen opgave 78 jaar en is ze geboren in Pieterzijl.
Marriage 1 Salomon Levy b: 1751 in Hessen, Duitsland Note: Salomon had rond 1786 een buitenechtelijke relatie met Fokje Teunis. Uit "De Joodse Gemeenschap" in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden: C 1786, d.w.z. dat ze toen leefden in concubinaat. Children 1. Theunis Salomons de Bruin b: 15 MAR 1788 in Niezijl (Gr.) 2. Ytje Salomons de Bruin b: 13 NOV 1792 in Zwaagwesteinde 3. Aaltje Salomons de Bruin b: NOV 1793 in Zwaagwesteinde
Marriage 2 Jacob Tjibbes de Haan b: 1737 in Zwaagwesteinde Married: 25 AUG 1799 in Dantumawoude Note: Trouwregister Hervormde gemeente Dantumawoude-Driesum-Wouterswoude, 1799 DTB: 165, 1752 - 1810 Bevestiging huwelijk van 25 augustus 1799, Dantumawoude, Jacob Tjibbes, Zwaagwesteinde, Fokjen Teunis, Zwaagwesteinde
oLeefden samen/Lived together. In the family tree of 1960 by H.de Haan the Genealogy is divides into three parts (A,B and C) for each of the children. This part regards the descendants of Hendrik Teunis' de Bruin borne 28.08.1810 (A 2). In mei 1995 is de historische roman (In fin mear as in bears' verschenen van Rink van der Velde over de vrijbuiter 'Salomon Levy'. In de Leeuwarder Courant van 12 mei 1995 is daar een hele pagina aan gewijd. Volgens dit artikel in Salomon Levy uit een progrom in het Duitse Urbach gevlucht en terecht gekomen op de 'Grinzer klaa' (Groninger klei). Hij zou 4 jaar gewoond hebben bij een boer en zou hem dan 'gesmeerd' zijn naar de Friesche Wouden (Zwaagwesteinde). Hij heeft meegedaan aan het Kollumer Oproer van 1797 (de opstand van de Prinsgezinden tegen het gezag van de partriotten). Dat heeft hem de kraag gekost. De dood op het schavot te Leeuwarden op 17 maart 1798. Zij vrouw 'weduwe' hertrouwt met Jacob Tjibbes de Haan.
mijn moeder haar moeder mijn lievelings oma ik ben naar haar genoemd
Geboorte 22-05-1909
Kind Zwaantje van der Werff Geslacht v
Vader Tjalling van der Werff Moeder Sibrich Zuidema
Bron Geboorteregister Ezinge 1909
Vader Tjalling van der Werff Moeder Sibrich Zuidema de ouders van mijn opoe
mijn opoe haar moeder overleed toen mijn oma ongeveer 8 jaar was
Overlijden 28-08-1917 Ezinge
Overledene Sibrich Zuidema Geslacht v Leeftijd 44 jaar Geboorteplaats Saaksum
Vader Ewold Zuidema Moeder Henderika Sissingh Relatie Tjalling van der Werff
Bron Overlijdensregister Ezinge 1917
Suzanna VOOS, Landarbeidster, zonder beroep (1907), geboren op 08-05-1875 te Eenrum, overleden op 18-02-1937 te Ezinge op 61-jarige leeftijd.
Relatie met Tjalling van der WERFF, geboren op 02-03-1871 te Dantumadeel, overleden op 06-02-1942 te Ezinge op 70-jarige leeftijd. Zoon van Douwe Cornelis van der WERF en Grietje Rienks SCHAAFSMA. (nb: Suzanna's broer Jelte was gehuwd met Fokeltje Schaafsma!).
suzanna voos werd mijn oma haar stiefmoeder zij was lief en goed voor mijn oma
de kinderen op de foto zijn de kinderen van suzanna voos uit een eerdere relatie
zoon van jantje de bruin en pieter loos ( mijn vader )
dit is mijn vader
aalf loos zoon van jantje de bruin en pieter loos veel kan ik niet over hem vertellen maar ik herken wel veel eigenschappen in hem die salomon ook had klein snel rap en meer
Provincie : Frieslân (Friesland) Gemeente : Dantumadeel Het volgende dorpswapen is bekend : "Doorsneden door een versmalde dwarsbalk van zilver; I in keel twee penningen van goud; II in sinopel een weversspoel van goud; en een hartschild van goud, beladen met een Mercuriushelm van sabel."
Het rood en het groen staan voor de overgang "van heide (rood) naar greide (groen)" (greide betekent ook zwaag of weiland), daar Zwaagwesteinde van oorsprong een heidedorp was. In de laatste eeuw is het "dorp-van-de-armoede" veranderd in een dorp van welvaart, verbeeldt door de twee gouden penningen. De weversspoel verwijst naar de confectie-industrie ter plaatse. Het was ook een dorp van kramers en kooplieden, wat wordt weergegeven door de helm van Mercurius in het hartschild. De versmalde zilveren balk ten slotte, staat voor de Nieuwe Vaart en de spoorlijn Leeuwarden - Groningen, welke ook aan de welvaart hebben bijgedragen. dwarsbalk stelt de spoorlijn en de waterwegen in het dorp voor.
leuk om te kijken welke beroepen de nazaten van salomon nu hebben/of hebben gehad je mag hier reageren en de beroepen in vullen van je zelf of mensen die jij kent / of hebt gekent en van wie jij weet dat zij nazaten zijn van salomon
zelf heb ik in de horeca / fabriek / pompstation / confectiebedrijf / schoonmaakbedrijf
ik ging werken toen ik ongeveer 15 jaar was
mijn vader was schilder zoon van jantje de bruin en pieter loos