Tussen het frisse groen vonden wij in Hingene het paviljoen De Notelaer, een pareltje van neoclassicistische bouwkunst. Bouwheer hertog Wolfgang Guillaume dUrsel liet het optrekken tussen 1792 en 1797 naar en ontwerp van Charles De Wailly, een Franse hofarchitect. Het prachtige achthoekige salon à litalienne heeft een schitterende parketvloer, plafond- en muurschilderingen om bij weg te dromen naar de luxe bij hertogen en graven in de eerste helft van de 19de eeuw.
Na een klim van 91 treden bewonderden wij op de koepelgaanderij de Schelde, die hier door een prachtig landschap haar weg zoekt naar het bruisende Antwerpen.
Op de Scheldedijk liet de gids ons kennismaken met de schrijvers en dichters die geïnspireerd werden door het Klein-Babantse Scheldeland Zo leerden wij dat Marie Gevers reeds in 1931 ijverde voor de emancipatie van de vrouw met haar roman La Comtesse des digues. De voorbije eeuwen, en ook nu nog is de titel dijkgraaf, voorzitter van het polderbestuur, omzeggens een exclusiviteit van het sterke geslacht.
Via het 800 m. lange bosleerpad ontdekten wij hoe het landschap eruit ziet als het op een natuurlijke wijze wordt onderhouden. Voorwaar een verschil met onze tuinen met gemillimeterde grasperken.
Na een geslaagde namiddag trokken we voor het avondmaal naar het nabijgelegen Puurs.. Restaurant t Parc had de keuze gelaten tussen paling in t groen of asperges met zalmmootje. De match werd met 20 tegen 11 gewonnen door de palingliefhebbers, alhoewel de witte goudstaven zeker niet te versmaden waren.
Frans Kerremans
|