Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Mailinglijst

Vercauteren-home@telenet.be


Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Zoeken in blog

HET SCHARNIEREND SCHUURTJE II
de actieve 60 plusser
Begin te lezen van 1st verhaaltje !
13-03-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOMO'S
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik hoor jullie al denken: “Waar waagt ze zich nu weer aan. Waar gaat ze nu weer over schrijven?” Ik ken teveel ‘gayboys’, lesbiennes of mensen die langs twee seksuele walletjes willen eten, om deze vriendenkring te willen schofferen. Dus nee hoor, ik wil gewoon schrijven over de homo, met als enige juiste vertaling ‘de mens’.Vorige week las ik in de krant dat men in Ethiopië opnieuw een stuk skelet gevonden heeft. De beenderen van deze homo blijken nog 400.000 jaar ouder te zijn dan de vorige menselijke resten, die men reeds op meer dan 2,8 miljoen jaar oud gedateerd had.Na de eerste van aap tot mens getransformeerde homo’s kwam de homo erectus. Nee hoor weer mis gedacht. Ik heb het hier niet over dat stukje mannelijk aanhangsel dat te pas en te onpas in erectietoestand komt of niet meer wil rechtop staan, maar over de mens die gewoon rechtop ging lopen. Op deze manier kon hij zijn handen gebruiken en ontwikkelde hij langzaam zijn hersenen. Men noemde hem nu de homo sapiens, de mens die denkt, de mens die weet. Jarenlang heeft men ons allemaal onder deze ene noemer gerangschikt. Ik ben er echter zeker van dat onder deze homo sapiens ondertussen verschillende onderverdelingen ontstaan zijn. 

De eerste groep is de HOMO MARGINALES.

Sinds de homo sapiens bestaat, is dit de groep die zich het meest op deze aarde verspreidt. Je vindt ze overal en eender waar. Het is de groep homo sapiens die overal lak aan heeft en die tijdens het uitdelen van de hersens ergens heel ver achteraan gestaan heeft. Dus het woord homo sapiens is al een veel te strelende benaming voor deze groep mensen. Zo ook hier op Tenerife hebben zij zich al vrolijk jaar na jaar vermeerderd. Als je hier in de urbanisaties aan de Costa del Silencio rondloopt, kom je deze debielen zonder uitzondering dagelijks tegen. De Europeanen die om de één of andere dubieuze reden in deze zonnige uithoek bleven hangen. Zij huren appartementjes met lage huurprijzen, hebben geen verwarming- en kledingkosten. Ze zien er niet uit dat ze de praktijk van de tandarts en de haarkapper plat lopen en trachten met hun elders opgebouwd minimum pensioen hier te overleven. Hun enige zorg is het dagelijks innen van het statiegeld van de lege bierflessen, zodat ze hun volgend drankfestijn bij enkele dolgedraaide en doorzopen vrouwmensen kunnen financieren. Elke avond is er dan ook ergens een fiësta marginales.De grootste groep marginales komt hier echter zonder twijfel uit Engeland. Het zijn meestal uitgezette moddervette haantjes, die niet van de Engelse straat geraken en de vooropgezette huwbare jaren al geruime tijd overschreden hebben. Zij trakteren zich in groep op een zuipvakantie in Los Cristianos, waar ze met de Engelse pond het driedubbele aan bier kunnen verzetten. Ze hijsen zich tegen het middaguur uit bed en slenteren met een nog niet verteerde discoroes naar het eerste beste terras. Ze zwalpen rond in bloot bovenlichaam met alleen een shortje, zodat iedereen hun volgetekende armen en benen kan bekijken. Op de terrassen, volledig gericht op de Engelse toerist, kan men voor 2.5 Euro een English breakfast bestellen. Voordat deze Britse eilandbewoners zich opnieuw met alle mogelijke alcohol laten vollopen, eten ze eerst twee toasten, twee gebakken eieren, twee stukken spek, een bord vol bonen in tomatensaus geflankeerd door twee worstjes en een handvol frieten drijvend in een pollepel olie en vet. Daarna begint opnieuw het hijsen van de literglazen bier. Met een achttal maken zij zoveel kabaal als een volledig bus met hyperkinetische schoolkinderen. Lachend met hun boeren en winden overstemmen ze de achtergrondmuziek van de plaatselijke Julio Iglesias. Nadat ze elk zo’n drie liter klef warm bier naar binnengegoten hebben, staan de pappige ‘would be body builders’ knikkebollend op en schuifelen naar het strand. Daar laten ze zich op hun handdoeken vallen. De zon brandt hard op hun witte blubberende lichamen. Al snel draaien ze zich op hun buik. Op het ritme van hun beschonken gesnurk, deinen hun getatoeëerde ruggen als stripverhalen op en neer. Acht blauwzwarte Chinese inktruggen, vol ankers, bliksemschichten, schorpioenen, vuurspuwende draken, spinnenwebben, op elke schouder een engelenvleugel, vrouwennamen , schele Jezus hoofden, Chinese onleesbare tekens en zinnen en doodshoofden, krijgen na een uurtje bedwelmd zonnen een knalrode achtergrond. Door de hitte verschrompelt hun ene hersencel tot de grote van een rozijn. Als hun ochtendmarinade bijna verdampt is en ze hun strandroes uitgeslapen hebben, is het bijna aperitieftijd. Ze kloppen het zwarte lavastrandzand van hun identiek gekleurde billen en benen en zwalpen luid geeuwend tussen de wandelende toeristen richting terrasjes. Als ze met veel lawaai tafels en stoelen bij elkaar schuiven, zie je de paniek in de ogen van de seniorenbond, die met veel moeite een dinerplaatsje in de schaduw bemachtigd heeft. De paella, die met Spaanse gitaarmuziek naar het bejaardentafeltje gebracht wordt, heeft door het gejoel van de Engelse zuipschuiten al op voorhand alle glans en smaak verloren. Bij de Union Jack-feestvierders gaat er regelmatig een glas tegen de vlakte en loopt het bier tussen de askegels van de morsige tafel. Met een mengeling van Mojito’s, Cuba Libres en liters bier worden vervolgens acht vettige hamburgers, ketchup en friet besprenkeld met azijn doorgespoeld. Vol geroep en getier worden de onbereikbare voorbij slenterende vrouwenborsten en het Britse voetbal besproken.Later die nacht, zal je deze Engelse homo marginales, na een avondje comazuipen, kotsend, brallend en ruziezoekend tegen de gevel van hun hotel of één of andere discotheek terugvinden.En dan heb ik nog niet geschreven over al die andere homo marginales- groepen zoals de voetbalhooligans, de Hells Angels, de nazi- groepen, de pesters en de parasiterende onterecht alimentatieontvangende ex-vrouwen die onder de zelfde noemer voortleven. 

Als tweede hebben wij de HOMO CREATOS.

Zoals zoveel mensen de zin van het leven zoeken, zo zoekt de homo creatos in de godsdienst de zin na het leven. Men belooft de homo creatos allerlei hemelse tombolaprijzen, zo lang ze tijdens het leven maar tussen de godsdienstige lijntjes kleuren. Van hen wordt verwacht dat ze gaan en zich religieus zoveel mogelijk vermenigvuldigen. Zo worden ze met allerlei verhaaltjes, sprookjes, religieuze mist en antieke thrillerscenario’s om de oren geslagen. De angst voor de dood en de verdere verwijzing naar de hemel en de hel gaat een groot deel van hun leven op aarde bepalen. Ze moeten hun 70 maagden, hun zalig- en heiligverklaringen, hun eeuwigdurend rondzwevende zieltjes en het beloofde weerzien met vroeger ten hemel opgestegen familie en vrienden in het paradijs, tijdens hun leven op aarde verdienen. Wat men in de Vlaamse Christelijke kerken als hiernamaalshoofdprijs aanbiedt is een stuk minder interessant. Wie wil er nu voor een bord rijstpap met gouden lepeltjes zondeloos leven?Ik begrijp echter niet dat de mensheid, ondanks alle mogelijke wetenschappelijke bewijzen, nog steeds niet wil inzien, dat de goden de homo sapiens niet gecreëerd hebben, maar dat de homo creatos al deze goden zelf in het leven geroepen heeft om de mensen volledig onder de goddelijke duim te houden. Maar de homo creatos is meestal gelukkig in zijn geloof en vindt in een mogelijke tweede kans waarschijnlijk een troost. De homo creatos is in mijn ogen een zwevend wezen, waar de sapiens een heel klein beetje zoek is, maar zolang ze mij er niet van willen overtuigen vind ik het al lang goed. 

De derde groep is de HOMO TERRORISMOS.

Dit zijn meestal de homo’s die braaf onder het juk van de homo creatos begonnen zijn, maar die door indoctrinatie, frustratie en jaloezie nog een stap verder gaan en iedereen willen meesleuren in hun geloof en politiek denken. Je vindt ze niet alleen in het Midden Oosten want waar ook op aarde men fundamentalistisch met zijn religie of politiek bezig was, begon men elkaar uit te moorden. Veel meer ga ik over de homo terrorismos niet meer schrijven want ik gun ze geen forum of publiciteit. Op Face-boek zou ik ze direct blokkeren, unliken en ontvrienden. 

En dan de vierde afsplitsing de HOMO NORMALES.

Via alle mogelijke televisieprogramma’s, radio-interviews, kranten en glanzende weekbladen, worden wij dagelijks overspoeld met de drie vorige vormen van homo’s. Als ik hier in de drukke toeristencentra rondkijk, ben ik er meer en meer van overtuigd dat deze homo normales spijtig genoeg een uitstervend ras is. De homo normales wordt, als hij niet assertief genoeg is, volledig door de homo marginales verdrongen. De homo creatos drijft de homo normales bijeen in kerken,moskeeën, synagogen en tempels om hun toch te overtuigen van het leven na de dood. De homo terrorismos tracht al eeuwen lang, waar ook op de aardbol, alle politiek- religieus- en andersdenkenden, volledig zonder tegenspraak uit te roeien. De homo normales staat volgens mij op de lijst van de bedreigde diersoorten, juist achter de Indische tijger en voor de witte neushoorn. Willen er binnen een paar eeuwen nog wat normale mensen op deze aardbol rondlopen, zal men een uitgekiend kweekprogramma moeten uitwerken! Anders zullen binnen een paar eeuwen de restanten van de homo sapiens/homo normales nog enkel als een paar botten en skeletten in de musea te bewonderen zijn. Musea die waarschijnlijk nooit door de homo marginales, de homo creatos en de homo terrorismos bezocht zullen worden. 

Sim, Tenerife 13/3/2015

13-03-2015 om 20:33 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
03-03-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE BERG VAN BABEL
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Een paar kilometer van de kust verwijderd, begint in Tenerife het lavaberglandschap.

Steile rotsen, ingesneden door barranca’s (kloven) en afgewisseld met hoogplateaus reiken helemaal tot aan de krater. Alle wegen lopen hier niet naar Rome maar naar de hoogste berg van Spanje, de Teide. In de loop der jaren zijn de Canaries er zich bewust van geworden dat er ook toeristen zijn die meer verlangen dan alleen maar aan het strand of naast het zwembad te liggen zonnen. Sinds kort markeren ze wandelpaden met gekleurde streepjes of cijfers. Soms lukken ze erin om een volledige wandeling foutloos te bewegwijzeren, maar uit ondervinding weten wij, dat de gekleurde aanwijzigen of cijfers ergens op het traject op een mysterieuze wijze verdwijnen. Een paar keer zijn wij, bij vroegere wandelingen, hopeloos verloren gelopen. Zo hebben ook wij meer dan eens dubbele, niet geplande, afstanden gewandeld. We laten ons echter niet meer beetnemen en hebben sinds enkele jaren een wandelkaart gekocht.

De zon schijnt warm over onze hoofden en we puffen tussen de lavarotsen de berg omhoog. Klimmend als berggeiten steken wij onze wandelstokken tussen het lavagrind. Naargelang wanneer de vulkaan uitgebarsten is, variëren de kleuren van de lavastenen. Grote zwarte piekerige rotsblokken tot kleine ei- grote witte, roze/roodbruine naar azulejos blauw/groene lavabrokken. Naargelang het stijgende pad steiler en steiler en de lucht op deze grote hoogte van ca. 2500 meter ijler en ijler wordt, vertraagt het wandelritme en dreunt ons hart sneller in onze oren. Op elk plat plateautje houden we eventjes halt om te drinken en om ons hartritme terug op mensenniveau te krijgen. Rond het middaguur komen we aan een wandelkruispunt waar de gekleurde streepjes en cijfertjes weer onvindbaar zijn. Wij zoeken hier een min of meer platte lavasteen uit en laten ons vallen om te picknicken. We zullen daarna onze wandelkaart raadplegen. Achter ons komen een paar echtparen de berg opgeklommen. In de stilte van de ijle berglucht zweven Duitse, Scandinavische en Franse woorden onze richting uit. De Duitsers struikelen bijna over onze voeten .Ondanks hun omvangrijke buikenomtrek denderen zij ons op een marsritme als blinde moffen (heu sorry) mollen voorbij. Zij kregen met de moedermelk vermoedelijk de basisbeginsels van het wandelaarjargon niet mee. Nu moet men niet zoals de Oostenrijkers overdrijven en alle tien stappen god met hun Grüss Gott aanroepen, maar met een Spaans ola, een halo of een universeel vriendelijk knikje kom je als kruisende wandelaar toch ineens een stuk sympathieker over. De Franse man hijgt calorieverbrandend het bergpad op. Hij ziet knalrood van inspanning. Het zweet gutst van zijn onbeschermde glanzende kale hoofd. Ik hoop alleen maar dat hij op onze hoogte geen hartinfarct krijgt. Van de tegenovergestelde richting naderen twee jongelui. Een prachtig gebruinde jonge man en een jonge vrouw met benen tot aan de hemel. Haar short bedekt amper de ronding van haar achterste. Haar borstjes wippen als puddingen op en neer. De zon weerkaatst blauw op haar lange pikzwarte haar dat ze telkens heel sexy naar achter zwiept. Geen druppel zweet is op haar mokkakleurige lichaam te bespeuren. Zij heeft twee koolzwarte oogjes, een redelijk grote neus en parelwitte tanden in een glimlachende mond. Manlief staart haar vol bewondering aan. Als ik vraag of zijn pornografische voorstellingen voer voor publicatie zijn, lacht hij: “Het is wel duidelijk dat als je mooie vrouwen wil zien, je niet gedurende deze senioren- overwinterperiode op het strand moet rondkijken. Het is niet omdat ik wat ouder word, dat ik niet kan genieten van een Miss Spanje die hoog op de berg mijn pad kruist. En, daarbij, je weet dat ik van grote neuzen hou.” Dat is voor mij, die met Pinokkio een spelletje ‘om ter langste’ zou kunnen spelen, weeral een geruststelling.

De zes wandelaars houden halt op ons vier- armenkruispunt en zoeken allemaal een stukje in allerlei richtingen naar de ontbrekende kleurige aanwijzingen.

Er ontstaat een Babylonische spraakverwarring als ze elkaar om raad vragen.

De jongelui zijn Spanjaarden, die enkel een woordje Engels lispelen. Het ene koppel blijken Noren te zijn, die een mondje Duits spreken. Het andere koppel zijn twee Fransen, die alleen…Frans praten. Alle zes proberen ze elkaar te begrijpen. Ze wijzen naar alle mogelijke richtingen maar slagen er niet aan elkaar een zinnige uitleg te geven. Het enige woord waar ze het over eens zijn is ‘senderos’, wandelweg. We zien de vraagtekens in de blauwe hemel opstijgen. In welke taal zij ook praten, wij begrijpen elke zin die de berglucht in zweeft. Wij zitten een beetje te grinniken om de pantomime op de berg van Babel! Eerst negeren ze de twee op de lavastenen zittende sandwichknabbelende wandelaars maar als ze de wandelkaart op onze knieën zien liggen beginnen ze taalbarrièrebrekend naar ons te glimlachen.

Manlief kan het niet laten en roept in het Frans, Duits, Engels en in ‘t Spaans dat hij eventjes met de wandelkaart zal komen. De wandelaars kijken hem vol ongeloof aan. Als ik manlief dan nog iets in het Vlaams naroep, kunnen ze helemaal niet meer plaatsen waar wij vandaan komen. Meertalig wordt de wandelkaart bestudeerd. Wij fungeren als vertalers tussen dit bonte allegaartje. Onze borst zwelt als ze vragen hoe het toch mogelijk is, dat wij Vlamingen al die talen kennen? Met een zekere trots verklaren wij dat wij ons zelfs met een beetje Italiaans ook verstaanbaar kunnen maken. De Noor lacht en zegt in het Duits: “Prachtig, zes talen maar Noors kennen jullie niet hé?”. Ik glimlach en zeg stralend een van de zinnen die nog uit een ver verleden in mijn hoofd zijn blijven hangen: “Jeg forstår og snakke litt norsk .“* De mond van het Scandinavische koppel valt open. Ik ga onmiddellijk verder met de tweede zin die ik nog ken: “Min ex mans mor e fra Trondheim.”*. Nog voor de Noren de kans krijgen om van blijdschap in zwijm te vallen en hun levensverhaal op mij af te vuren, spoort manlief ons aan om de wandeling verder te zetten. Hij weet ondertussen wel dat mijn Noorse talenkennis maar uit drie zinnen bestaat. We stappen verder het lavapad af.  Ik kan het niet laten en draai me om, wuif naar de Scandinaven en roep mijn laatste zin: “Beholde deg godt!”*

Het Franse echtpaar besluit, gezien het warmlopen van monsieur en zijn niet hittebestendige en overkokende hersenpan, rechtsomkeer te maken. De Spaanse jongelui huppelen hand in hand verder heupwiegend de berg af. De Noren twijfelen nog of ze de grote of de verkorte versie van het wandelpad zullen afmaken en roepen nog “Takk”* naar ons. Nog één Noors zinnetje borrelt nog in mijn spraakcentrum omhoog: “Vaer sa god!*

Al deze talen op een vierkante meter, hoe is het toch mogelijk?

Ja, weten jullie nog dat verhaaltje van de Toren van Babel? Verschillende volkeren bouwden in volledige samenhorigheid in Babylon een hele hoge toren die tot aan het hemels paradijs zou moeten reiken. God hield de bouwwerkzaamheden angstvallig in het oog. Nooit zou hij toestaan dat de toren tot aan zijn voordeur zou komen en er allerlei bouwvakkers in zijn voortuin zouden bivakkeren. Een van zijn slechte karaktertrekjes kwam boven en vanaf zijn wolk in de hemel bliksemde hij zijn toorn over deze metselende volkeren. Vanaf dat moment zouden zij allemaal een andere taal spreken. Plots verstonden de architecten, de aannemers en de metselaars elkaar niet meer. Het werd een Babylonische spraakverwarring en na een daverende ruzie werd de bouwwerf stilgelegd! Vanaf dan spraken alle mensen op aarde verschillende talen en verspreidden ze zich over de ganse aarde. Leuke vent hé? Nu ging het eens de juiste richting uit! Ja, van een slecht karakter gesproken. Dat verhaaltje van Adam en Eva en die appel is nog zo iets. Eva dacht: “A apple a day, keeps the doctor away!” Zij plukte die appel dan nog niet voor zichzelf, maar voor Adam. Maar dat was buiten de wil van God gerekend hoor. De twee geliefden werden uit het paradijs gegooid en om Eva extra te straffen zouden vanaf dan alle vrouwen in geweldige pijnen kinderen baren. Sadistisch machotrekje? Vindt de helft van de bevolking dit nu nog zo’n leuke man? En dan dat spelletje met Maria en Jozef. Maria zwanger maken en negen maanden met een dikke buik, als overspelige maagd laten rondlopen terwijl hij wist dat Jozef zijn vruchtbaarheiddatum al lang verstreken was. Drieëndertig jaar later liet hij zijn enige zoon aan het kruis nagelen. Het moet je vader maar zijn! Je zou bijna schrik krijgen, als hij op zondagochtend na het klokkengelui, juist jouw gebedje er uit de miljoenen andere zou uitkiezen om er zich een beetje mee te amuseren. Hopelijk verstaat hij zelf al die mensentalen nog een beetje, een verkeerde vertaling en je hebt de poppen aan het dansen. Babel, Babel, babbel, babbel!

 

*Jeg forstår og snakke litt norsk. Ik versta en spreek een beetje Noors

*Min ex mans mor e fra Trondheim. Mijn ex-man’s moeder is van Trondheim

*beholde deg godt. Houdt jullie goed

*Takk bedankt

*Vaers sa god aub

 

Sim, Tenerife 3 maart 2015

03-03-2015 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
16-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIFTY SHADES OF GREEN, VIJFTIG TINTEN GROEN

Het begon al zo’n 55 jaar geleden. Ik had spierwitte haren en een bleke glazige groene huidteint. Als ik al een blos op mijn wangen kreeg dan had ik gegarandeerd koorts. Ik had dus als lagere schoolleerling geen al te gezonde uitstraling. Er werd bij mij dan ook anemie vastgesteld, een milde vorm van bloedarmoede. Dit werd destijds verholpen door bovenop de extra groenten, fruit, ijzerpillen, en een poging tot het slikken van levertraan, mij een jaar lang dagelijks, ofwel een bord sla, een bord spinazie, een stuk gebakken kalfslever, gebakken hartvlees of paardenbiefstuk te laten eten. Ik kan jullie verzekeren dat, van zodra ik het ouderlijk huis verliet, al deze ingrediënten nog nauwelijks op mijn aankooplijstje voorkwamen. Ik werd al groen als ik ze ergens in een rek zag liggen.

Tot mijn zoontje geboren werd. Toen baby/peuter Tom aan de gemixte aardappel- en groentepapjes begon, had hij voor zichzelf uitgemaakt dat alle hapjes groen moesten zijn. Niet een beetje heel lichtgroen, niet wit, niet rozig, niet geel of worteltjesoranje, maar groen-groen! Op allerlei slinkse manieren probeerden wij de lepeltjes gepureerde voeding naar binnen te krijgen. “Toet, toet, sjoek, sjoek, daar komt de trein…mondje open, allemaal uitstappen!” Met het lepeltje worteltjespuree heel hoog in de lucht: “Zoef, zoef, vroemmm, het vliegtuigje is daar, vlug mondje open, allemaal uitstappen.” Zijn oogjes volgden de oranje aardappelpuree, maar geen passagier geraakte in de luchthaven. “Broem, broem, hier komt de auto, tuut, tuut, garage open.” Zoonlief bleef zijn lipjes op elkaar persen en bekeek ons met een zekere intensiteit alsof we hem cyaankali wilden voederen.

Aan deze machtstrijd moest dringend een einde komen. Ik kocht een diepvrieszak vol met kleine porties spinazie. Dagelijks roerde ik hiervan een blokje door het aardappelprakje. Zonder het “trein- tram- busdag” toneeltje ging de peutergarage open en verdween het ene lepeltje groene prut na het andere in het opengesperde mondje. Zo fopt men Frederik, maar ook kleine Tommekes. Of het aan zijn Noorse Viking- genen langs vaderskant lag of aan de dagelijkse consumptie van spinazie, zoonlief groeide op als een beer van een vent, een Schwarzenegger met de kracht van een Jerommeke.

Mijn tweede echtgenoot stond bij het uitdelen van de lengtes, duidelijk niet op de eerste rij. Hij werd geboren juist voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog en werd als baby onmiddellijk door zijn ouders meegenomen op de vlucht naar Frankrijk. Door het ontbreken van groenten, fruit en allerlei hoognodige voedingsmiddelen tijdens de oorlog is volgens manlief zijn ganse generatie kleiner van stuk uitgevallen. Zijn lengte kan ook genetisch bepaald zijn omdat zijn moeder en vader beiden amper boven de 1.60 m uitkwamen. Manlief eet het liefst dubbele porties groentes, propt zich vol met allerhande sla’s en is verzot op paling in ‘t groen. Misschien hoopt hij nog steeds op een verlate groeistuip of wil hij gewoon het vitaminetekort van zijn jeugd inhalen. Manlief eet het liefst alle groentes die niet bepaald op mijn hitparade staan. Ik bereid dus als een liefhebbend vrouwtje, spruitjes, savooiekool, groene kool,witte kool en bladspinazie. Ik ben nog van de generatie dat je alles, lusten of niet, moet proberen te eten. Ik laat deze naar schetenruikende bereidingen en groene slijmgroentes dan ook met een licht onbehagen door mijn slokdarm schuiven.Nu we hier op Tenerife overwinteren, leek het wel of manlief een spinaziebacterie had opgedaan. Ook bleek TV- kokend Vlaanderen volledig tegen mij samen te spannen.De eerste week van ons verlof, bereidde Jeroen Meus in zijn programma “Dagelijkse Kost”, een gebakken boerenworst met een berg ‘spinaziestoemp’. Boven in deze groene aardappelberg werd er een kratertje gemaakt, gevuld met een lepel vettige, glanzende vleessaus. Nog voordat Jeroen kon zeggen: “Dit is nu een echt gerechtje van ons moemoe, laat het jullie smaken!” Zei manlief al: “mmmm spinazie, lekker, kunnen we dat morgen eten?”. De week daarna kwam Piet Huysentruyt op de televisie met een stukje kabeljauwfilet op een bedje van spinazie. Het geheel werd versierd met quinoa, met uren in de oven gebakken pelletjes van tomaten, een zalfje van knolselderpuree en rozemarijnbloemetjes. Nog voor ik Piet’s prutserig menuutje kon afbreken, was daar al de vraag van manlief of er nog spinazie in de diepvries zat…grr. En wat dachten jullie dat wij ’s anderdaags aten, juist weer die groene smurrie. Een paar dagen later hoorden we op de radio een interview met een tv- kok. Hierin werd de mythe van Popeye, die door het eten van spinazie, sterker en sterker zou zijn geworden, volledig ontkracht. Er zit inderdaad ijzer in spinazie, maar niet in die mate zoals het tekenfilmwereldje ons wil doen geloven. Manlief hoorde het woord spinazie en toen ik zag dat hij opnieuw het spinazieoffensief wilde inzetten, spurtte ik de badkamer in. Ik heb ondertussen al SM- dromen van vijftig tinten groene mannetjes die mij met lepels slijmerige bladspinazie achtervolgen. Het woord spinazie komt stilaan mijn oren uit en niet alleen uit mijn oren. Het groene goedje komt er bij mij langs achter even groen uit, dan dat het er langs boven ingegaan is! Nu moeten jullie niet denken dat het dagelijkse menu voor mij alleen kommer en kwel is hoor. Op spinazieloze dagen, dat is onze afspraak, bereid ik alles wat ik lekker vind! Inktvis, kippetje, steak met frietjes en een ijsje toe, voor mij chocolade-ijs en hoe kan het ook anders: voor manlief groene pistache…

In de supermarkt leid ik sinds een paar dagen de aandacht van manlief af en loop ik met een grote boog om de vrieskasten heen, waar de zakken diepvries “espinaca” opgestapeld liggen. Er ligt nu nog één portie van het gifgroene goedje in onze eigen Canarische diepvrieskist. Dus nog één keer op de barbecue gegrilde baars op een bedje van groene spinaziepuree en de zaak is rond. Nog één keer een groene ijzer opstoot en wij kunnen meedoen aan de Iron Man..Deze lunch moet ik zeker niet in laatste twee weken van onze vakantie klaarmaken. Stel je voor dat wij anders voor onze terugvlucht, door ons hoog ijzergehalte, niet door de metaaldetector geraken. 

 

Groenige Sim, Costa del Silencio      15/2/2015

 

16-02-2015 om 22:46 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
08-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEEDOGENLOZER DAN NERO, CALIGULA EN DE BORGIA'S SAMEN!

Het is niet omdat wij twee maanden de Belgische winter ontvluchten, dat wij dan ook automatisch afgesneden worden van alle Vlaamse berichtgeving.

Zoals elke allochtoon, die zijn geluk of zijn weersvoorspellingen in een vreemd land gaat zoeken, zijn wij afhankelijk van de gigantische satelliet- antennes die overal in het gastland op de daken prijken.

Rond het nieuws van zeven op Eén of op VTM, laten wij ons, net zoals thuis, in de sofa vallen en brengen wij de rest van de avond televisiekijkend door.

Misschien is het echter beter om niet te veel informatie en allerlei doemscenario’s doorgestraald te krijgen. Beter is het om onbekommerd te genieten van het, in onze ogen, gevaarloze vakantiewereldje. Soms echter word je, of je het wilt of niet, met je bruine neus op de actuele feiten gedrukt. Ook hier in Zuid Tenerife lopen er inmiddels enkele ‘islamitische’ angstkwekers, messentrekkend rond. Dus echt ontsnappen aan alle heisa doe je niet echt.

Wij hebben ook onze laptop meegenomen en lezen dagelijks De Gazet van Antwerpen en Het Laatste Nieuw in beknopte vorm. Via internet houden wij, moderne globetrotter- grootouders, contact met onze kinderen, kleinkinderen en vrienden. Op Facebook volgen wij foto per foto het verjaardagsfeestje van onze achtjarige kleinzoon en het rond dribbelen van onze anderhalf- jarige baby kleindochter. We bekijken foto’s van ons schoondochtertje met haar armen rond haar twee grootste schatten en een afbeelding van onze kaalhoofdige zoon met een zwarte ‘terreurbaard’. Dit baart (mooie woordspeling hé?) ons wel wat zorgen. Terwijl hij ons verklaart dat dit zijn winterpels is, vragen wij ons in stilte af, of zijn Facebook- achterban zich nu ondertussen al niet afvraagt of de indoctrinatie al tot aan de grenzen van Brasschaat en Maria-ter-Heide doorgedrongen is. Wij moeten ons echt geen zorgen maken, want zoonlief loopt thuis niet in een djelaba rond en heeft zijn zoon en dochter niet Mohammed en Fatima genoemd. Bovendien is zoonlief totaal niet gevoelig voor eender welk gelovige gedachtegoed ook. Maar die baardgroei vinden wij een griezelig winterfenomeen. Stel je voor dat de doorsnee geradicaliseerde en terreur bereidwillige islamiet bij het zien van deze weelderige begroeide Facebook- foto bedenkingen krijgt en onmiddellijk denkt aan verhuizen! Waar er één is, willen er meestal meer zijn…Wij geloven echter niet dat deze bevolkingsgroep staat te springen om zijn tenten op te slaan in een gehucht met een zo’n christelijke naam, maar je weet maar nooit. Zo zie je maar dat je onvermijdelijk toch – al was dan met het zien van een foto met zo’n baard - met de ‘wereldterreur’ bezig bent.

Interessanter is het feit dat er zich hier, rond de Canarische Eilanden, door de onderzeese vulkanische activiteit enkele nieuwe eilanden aan het vormen zijn. Spanje claimt deze nieuwe grondoppervlaktes al, nog voor ze boven water gekomen zijn. Ik heb echter een fantastisch Europees idee. Ik geef het toe, het is wel een beetje afgekeken van de Engelsen die vroeger alle criminelen naar het nieuw ontdekte eiland Australië afvoerden, maar volgens mij is het grandioos en probleemloos en praktisch uitvoerbaar.

Eens de nieuwe eilanden hier boven water komen, reserveren wij het eiland dat het verst in de Atlantische oceaan opduikt. Het moet het meest van de westerse beschaving verwijderd zijn. Hier droppen wij per helikopter, alle terugkomende Syrië- strijders, mogelijke terreurverdachten en gevangen genomen aanslagcriminelen. Ik vermoed, dat er op een nieuw ontstaan eiland nog niet veel groeit en leeft, dus gaan we deze lieverdjes bevoorraden. Ik stel voor dat wij daar containers gevuld met alcohol stationeren. Neen, geen water en geen thee..’t moet plezant blijven hé. Om hen ook iets te eten te geven, laten wij er een beer (mannelijk varken) en wat zeugen met biggetjes los. Die kunnen dan voor de etensvoortplanting zorgen. Zie hier min of meer het scenario van de recent uitgebrachte sciencefiction film “The Hunger Games” naar een boek van Suzanne Collins. Voor diegenen die de film niet kennen: Voor de minste vorm van overleving moet tot de dood gevochten worden.

Voor wat ’binnen- eilandvertier’ laten we ook nog wat vlijmscherpe zwaarden achter, zodat ze hun hobby nog wat verder kunnen perfectioneren! Voor eventueel namiddag vertier en mogelijke randanimatie, krijgen zij van ons ook nog een doos met lucifers en wat petroleum. Voor de paar aangevoerde, vroeger meevechtende terreur- moslima’s , moeten ze dan maar eens op de vuist gaan. Niet dat vechten zo in hun aard ligt, maar voor wat hoort wat. Wie wint kan deze dames een cursus ‘seksslavin’ aanbieden. Als dit beroep hen niet zo direct ligt, zal hun mede- crapuul wel een spelletje stenigen uitvinden. Lavastenen genoeg op deze eilanden. Voor het kermisspel “holibi’s van de flatgebouwen gooien” zullen ze een alternatief moeten uitvinden, noch homo’s, noch wolkenkrabbers zijn aanwezig op het vernieuwde sharia- eiland.

Wat zeggen jullie, dat wat ik voorstel barbaars en wreed is? Ja ik ben zonder enige twijfel meedogenlozer dan de tirannen Nero, Caligula en de gifmengende familie de Borgia’s samen. Ik verkracht echter geen vrouwen en stenig ze niet. Ik moord geen kinderen uit en sleep geen lijken achter mijn auto aan. Ik gooi geen homo’s van hoge flatgebouwen, ik hak van niemand het hoofd af en steek geen medemens in brand.

Ik reik ze zelfs een tropisch eiland, eten, drinken en plezier aan… Met een beetje geloof in Allah en Mohammed moeten ze daar toch nog iets van hun leven kunnen maken niet?

 

Sim,   Costa del Silencio 8 februari 2015

08-02-2015 om 17:23 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
02-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERY NICE, VERY CHEAP!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Aan al de mensen die ongestoord op een terrasje van zuidelijk Tenerife een koffie willen drinken: doe dit voor 11 uur! Op dat moment loopt in El Fraila de leurderwekker af en begint de werkdag van de Afrikaanse rommelverkopers en hun vrouwen. De kroezige zwarte vrouwen zijn getooid met veelkleurige Afrikaanse tenten. Diegenen die zich al meer geïntegreerd hebben dragen ‘caleçons’, liefst in vleesroze of allerlei vreemde kleuren. De ‘rekbroeken’ spannen over hun gigantische achtersten, die groter zijn dan Gran Canaria en Lanzarote samen. Zij zitten in groepjes bij elkaar op de rand van de wandeldijken. Soms leunen ze, schaduwzoekend onder een palmboom, achterovergeperst in plastiek stoeltjes die waarschijnlijk mee omhoog komen als ze zich willen verplaatsen. Ze ronselen vrouwen en meisjes met lange haren. Ze vlechten lintjes, wol en pareltjes in de lange manen en proberen van de doorsnee vrouwelijke toeriste een karikatuur van Bo Derek te maken. Na de ‘El Fraile wake up call’ verspreidt de zwarte leurderinvasie zich over alle wandelpromenades van Zuid Tenerife. Volgens ons bestaat er zelfs een zekere hiërarchie onder de rommelvertegenwoordigers. Een Afrikaan zit aan het begin van de dijk met een mobiel in aanslag. Als er ergens in de directe omgeving een Policia Local of een Guardia Civil bespeurd wordt, gaat de Tenerifse tamtam en verspreiden de illegale verkopers zich zo snel mogelijk in alle tegenovergestelde richtingen. Zelfs diegene die op dat moment met een lucratieve transactie bezig is, smeert hem als de bliksem.

De werkwilligen die als laatste aangespoeld zijn, moeten het eerste jaar tijdens een snelcursus verkoop, als een complete idioot rondlopen. Op hun kroeskoppen staan petjes, met glanzend meerkleurige fluo hanenkammen, die ze trachten aan de man te brengen. Je moet als toerist al een zonnesteek opgelopen hebben om zo te willen rondlopen. Wij hebben tot hiertoe nog niemand zo’n hoedje weten kopen, laat staan dragen…zelfs niet met carnaval! Iets hoger op de handelaarladder staan de zonnebrilverkopers. Zij staan aan het begin van de wandeldijk en scannen de terrasjes naar juist ingevlogen bleekscheten. Alle ivoorkleurige en één dag roze verbrande armen en benen worden geregistreerd. Nog voor we de koffie van het terrastafeltje tot aan onze lippen kunnen brengen, schuifelen ze aan onze tafel voorbij en leggen hun koopwaar voor onze neus. “Need glasses sir?”Terwijl wij op onze eigen zonnebrillen wijzen, legt hij toch vol verwachting, een paar namaak Rayban’s en Versaces op het tafeltje.”Very nice, very cheap..” “No Gracias, thank you!” We mompelen wat tegen elkaar en prompt praat die ‘brillen- voyageur’ zeven andere talen. “Bril kopen meneer? Des lunettes Madame? Brillen kaufen, bitte? Maybe for the lady? Only ten euro! Ten euro is very, very cheap!”

Je kan je niet voorstellen hoe dikwijls we “No gracias” moeten zeggen, voor we de koffie of de pint aan onze lippen kunnen zetten. De brillendealer wordt bijna opzij geduwd door de volgende vertegenwoordiger op de maatschappelijke verkoopsladder. De man die petten en broeksriemen verkoopt. “Nice caps and belts, very cheap Sir!” “No necesario, no gracias, no thank you.” Hierna volgt de man die het tot superleurder geschopt heeft. De mooie afgeborstelde Afrikaan die rondloopt met een plateau glinsterende en glimmende uurwerken, armbanden en halskettingen. Het is al goud wat blinkt. Namaak Valentino, Tissot en Guess worden aangeprezen. Ik kan jullie nu al vertellen, dat wie bij hem een gouden uurwerk, armband of halsketting koopt, na twee weekjes vakantie met een zilveren of metaalachtig verschenen prularia naar het thuisfront teruggaat. ”No gracias”. De laatste van de leurderoptocht is een gitzwart- kleurige man. Zijn ogen glinsteren als twee kooltjes in zijn gezicht. Zijn armen hangen vol met hemdjes, rokken en pareo’s. In zijn handen draagt hij verschillende kleerhangers met lange jurken. Afdankertjes die de lokale winkeliers zelfs met hun rabajas-solden niet meer aan de straatstenen kwijt geraken. Als hij dan al niets verkoopt, dan maakt hij toch, door met de kleding over het grond te sleuren als ‘multitaskend’ alternatief, de tegels van de wandeldijk schoon. Uit zijn rugzak tovert hij nog wat vrouwenniemendalletjes. Hij kan het niet weten, maar ik ben het al lang afgeleerd me in de Spaanse mini kleding te willen wurmen. Je zou wel een complete idioot zijn, moest je hier, op een overvolle promenade, jurken gaan passen! Ik gun het de overwinteraargemeenschap helemaal niet om na zulke verkleedpartij mijn opgekweekte spekrepen te becommentariëren. Dus: “No Gracias, no thank you, danke schön, merci en dank u wel!”

De venters zijn nog vasthoudender dan de persmuskieten die achter Lady Di aansnorden. “You sure? Very nice…beautiful T-shirts!” Manlief en ik negeren de Engels sprekende handelsreiziger en beginnen in een pseudo namaakklinkend Russisch tegen elkaar te brabbelen. Hij kijkt ons stomverbaasd aan. Je ziet zijn hersencellen knarsen, dit is een taal van een land waarvan hij het bestaan nog niet kende. Waar komen deze toeristen vandaan?

Eventjes denken wij dat wij aan de niet aflatende stroom wandelende marktkramers kunnen ontsnappen, maar aan het einde van de wandeldijk keert het rondrijzende volkstheater zich gewoon om. Als na tien minuten het letterlijke zwarte schaap van de Afrikaanse verkoop, met de papegaaien -verenpet, terug voor onze tafel staat en zijn koopwaar weer onder onze neus duwt, is voor ons de maat vol. Hoe dikwijls kan je vriendelijk “No gracias” en “thank you” blijven zeggen. Hoe lang kan je de ergernis bedwingen en “negermoppen” als opkomend zuur terugdringen? “Het ziet zwart vanonder, het heeft één hersencel en heeft haren als een kaketoe?” Het enige woord dat hij meegekregen heeft is “kaketoe”. “Yes, yes…kaketoe!” Terwijl hij met zijn hand bevestigend over de verschrikkelijk kleurige opstaande verenhoed strijkt, zie je dat hij ons als toekomstige carnavalgekken en mogelijke kopers inschat. De euro’s blinken in zijn kinderogen. “Yes, wanna buy, nice for carnaval?”

Grrr…Nog maar net hebben wij deze struisvogel afgewimpeld of de brillenleurder schuift terug voor onze zon. “Nice glasses, schöne Brille.” We kijken hem laconiek, over onze zonnebrillen aan. Een rij witte tanden verschijnt in zijn zwarte pieten gezicht als hij ons herkent. Hij grinnikt vriendelijk: “No brillen today, maybe morgen?” Give me high five en hij klapt lachend zijn chocoladebruine vingers tegen onze witte hand. Naast ons op het terras zitten twee oudere bruine, door de zon gekreukelde en gerimpelde dames. Zij kennen deze venter al sinds jaren en zij doen geen moeite meer om hem in het Spaans of Engels aan te spreken. “Awel menneke, moete gai gien koffeke hebbe?” De Afrikaan laat zich glimlachend bij de dames achter een cappuchino neerzakken. “Slechten bisuness today, menneke?” “Yes crisis in Spain and tourist not buy.. no good for my two wives and four kids!”. Het is een mysterie hoe deze Oom Tom met zijn magere verkoop,hiervan twee vrouwen en vier kinderen kan onderhouden. In september koop ik in Zuid Frankrijk, in de soldentijd, alle zonnebrillen van 3 stuks voor 5 Euro op. Ik vul er een volledige koffer mee, sleep ze door de douane en als ik tegengehouden word, vertel ik hen, dat manlief alle twee dagen boven op een zonnebril gaat zitten of er minstens één verliest (en dan ben ik met mijn uitleg niet ver naast de waarheid). Ik ga hier op de wandeldijk de boel aan 10 Euro per stuk verkopen. Ik zal mijn gezicht wat zwart maken en kan dan in zeven talen de boel proberen te bedonderen. Misschien zet ik voor de lol wel zo’n papegaaiennest op mijnen bol. Laat ons hopen dat ik dan, na een paar dagen intensieve leurderpraktijken,er onze vliegtickets mee kan terug verdienen!

 

Sim, Costa del Silencio       2/2/2015

 

 

 

02-02-2015 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
29-01-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.COSTA DI FLAMINGI
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nadat wij nu al een aantal jaren op Tenerife aan de zuidelijk gelegen Costa del Silencio overwinteren, lijkt het voor ons een beetje op een jaarlijks thuiskomen.

Het hotel dat al sinds zeven jaar, na een faillissement, nog steeds in de eerste bouwfase staat, lijkt jaarlijks meer en meer op een open, skeletachtige ruïne. De Canaries mikken nog steeds hun sigarettenpeuken in de bloemperken, zodat er tussen de lavakorrels en de zorgeloos bloeiende bougainvillea, de hibiscusstruiken, de yucca’s en de palmbomen al een hele filterasbak ontstaan is. Ja, wat maakt een beetje meer of minder as uit op dit vulkaaneiland… Overal in ons vakantiecomplex hangen er grote viertalige aanplakborden waarop staat, dat op straffe van een flinke geldboete, men de hond alleen aan de lijn mag uitlaten en de uitwerpselen door de eigenaars moeten opgeruimd worden. Zulke regelgeving wordt door de ‘locals’ finaal genegeerd. Overal zie je onaangelijnde kleine keffermormels, liefst in het midden van het witte betegelde voetpad , vrolijk hun stinkende drollen leggen. De Urbanisatie is en blijft nog steeds het loslopende kattenwalhalla. Ook de Duitse rolstoel invalide woont nog steeds aan de overkant van ons vakantiehuisje. Elk jaar wordt zijn voorhoofd groter, zijn vieze miezerige paardenstaartje langer en ziet zijn huid er meer en meer verschrompeld en grauw uit. Soms krijgt hij bezoek van een andere leegloper en denkt hij plots dat hij een diskjockey is. Terwijl we zelf op ons terras, in de zon trachten een siësta te houden, vergast hij ons minstens één maal per week op een Woodstock- achtige plaatjesdraaierij. Nu valt de keuze van zijn muziek, die het midden houdt tussen Duitse schlagers en Englebert Humperdink, nog min of meer mee, maar toch... Naargelang de namiddag vordert en het bier waarschijnlijk alle hersenactiviteit uitveegt, gaat het geluidsniveau stilaan over in festivalmodus. Ik denk dat zijn gehoor afneemt in evenredigheid met zijn alcoholinname. Ik veronderstel dat daarentegen zijn reukzin en intuïtie meer ontwikkelen, want blijkbaar ruikt hij mijn toenemende ergernis. Juist als ik vind, dat het genoeg is geweest en bijna als een Vlaamse furie wil opveren, lijkt het alsof Tom Jones van het festivalpodium afdondert, zich in zijn “Green, green grass of home” verslikt en er volgt opeens een aangename stilte.

De Costa del Silencio is het vakantiegebied naast het oorspronkelijke Tenbel (Tenerife-België) complex. De Vlamingen hebben hier vermoedelijk, in het verleden, massaal met zwart geld, witte huisjes en appartementjes, als tweede verblijf aangekocht. In het vakantiecomplex waar vroeger alleen Vlaamse, Engelse en Duitse toeristen overwinterden, wonen nu sinds de crisis meer en meer de Canaries zelf. Overal op de daken staan nu antennes naar TV Canaria en Spanje gericht en zijn wij hier de allochtonen die met vlaaien van schotelantennes TV Vlaanderen binnenhalen. Er is een Belgische bakker, een Vlaamse dokter en een Nederlandstalige tandarts. Verschillende Vlamingen hebben het druilerige België achter zich gelaten en begonnen hier een café of restaurant. In Las Galletas, het vissersdorpje op wandelafstand, staan verschillende menuborden broederlijk naast elkaar. De Engelsman kan hier voor 2.5 Euro zijn gigantisch English breakfast eten waarna hij waarschijnlijk voor de rest van de dag geen ‘porridge’ meer kan zeggen. Iedere nieuw aangevlogen toerist kan hier, zonder problemen, zijn eigen landsdieet voortzetten. Er worden English Roast, of lambchops with mintsauce aangeprezen. Het konijn met pruimen, frieten met stoofvlees, witlof met hesp en kaas, trekt de doorsnee ‘dagelijkse kost etende’ Belgische reiziger over de streep. Alles is voor een prikje voorhanden: een China town buffet, Wiener Schnitzel, verse Hollandse stroopwafels, pizza, paella, papas canarias con mojo, tapas, schelpdieren ,of vers gevangen en gegrilde vis, gambas en inktvissoorten. Een kilometer voorbij Las Galletas heb je de nederzetting El Fraila. In de goedkopere huizen wonen hier alle bevolkingsgroepen die eindigen op ‘alen’ en ‘anen’. Zwarte Afrikanen, Zuid Amerikanen, Illegalen, marginalen en sinds een paar jaar, omdat wij, Vlamingen ons nog meer zouden thuis voelen, Marokkanen. Om ons geen heimwee te laten krijgen, heeft El Fraila sinds een paar weken na het ‘Charlie Hebdo’ drama, nu ook hun eigen ‘M.terrorist’. We mogen het kind niet meer bij de naam noemen, want dan worden wij als racistische stoorzenders aangeduid. Wij hebben ze samen mee in bad genomen, hun alle onderwijsmogelijkheden aangereikt, hen mee van onze sociale pot laten snoepen en ze langs alle kanten gepamperd. Het enige dat wij van hen verwachtten, was dat ze zouden integreren. Dat ze een zekere verdraagzaamheid zouden opbrengen voor onze westerse waarden en normen, tolerant zouden zijn voor onze vrije meningsuiting en onze soms bizarre uitdagende vorm van humor. Maar lange Arabische tenen hebben niet veel nodig. Als dan, zoals hier een dolgedraaide godsdienstwaanzinnige “Allah Akbar” roepend een medemens neersteekt, hebben ze nog het lef, om met hun frustrerende vinger, ons als schuldige aan te duiden. . De Tenerifse politie, kon de messentrekker na een klopjacht inrekenen en vroeg prompt daarop hun autoriteiten onmiddellijk om kogelvrije vesten uit vrees dat ook hier de terreurboel zou escaleren.

Op de wandeldijk van Las Galletas, zitten de meeste overwinteraars en toeristen van hun Barraquito,Sangria, Mojito of pint Duvel te genieten. Als we op de promenade een tafeltje bemachtigd hebben en van onze ‘jarra’ een halve liter bier voor 1Euro, zitten te genieten, kunnen we aan het becommentariëren van de stroom wandelaars beginnen. Het is niet raadzaam deze opmerkingen te luid te verkondigen, want de Vlaamse spionkop luistert mee. Er is duidelijk verschil te bemerken tussen de half naakte zonnende Europese toeristen en de oorspronkelijke inwoners. Voor de Canaries is het nog duidelijk winter. Ze dragen laarzen, lange broeken, dikke truien en hebben meestal nog een anorak over de arm gedrapeerd. We zien ineens de hoofden van de Antwerpenaars van het terrastafeltje naast ons, dezelfde richting uitgaan. Aan het begin van de dijk komt een oudere moslima, met een hoofddoek en djellaba in een hevige grasgroene kleur aangeslenterd.

“Zie naa, Marie, tis greun en twaggelt, hahaha ne Marokkaanse Kermit de Kikker!”

Achter de seniorenversie, loopt pa-Mo met een paar koters aan de hand, in een mouwloos T-shirtje van de zon te genieten. Een paar passen achter hem, drentelt ma-Fatima, met dikke buik. Ze is gesjaald en volledig omwikkeld met de overgordijnen, zodat ze zonder veel problemen de ergste Tenerifse zandstorm zou kunnen trotseren. “Hiersè, Louisa” fezelt de Antwerpenaar: “Een poar vanachter onzenoek, hoe zouwe die hier kome?” “Assevan ’t Kiel of Borgerhout zen, mè tram 24 hé, Eugène, of mè den 12 asse van sintjansplain komennée” Miljaarde godverdoeme, Marie, hier zitte zoekkal”

Deze Spaans- Marokkaanse mensen kunnen misschien de allerliefste, vriendelijkste en misschien tolerantse toekomstige buren zijn, maar van enige westerse geboortebeperking of kledingintegratie is er tot op heden nog niet veel te bespeuren. De overwinteraars beseffen maar al te goed dat de ‘grotemensenspeeltuin’, onder de lappen stof, sneller kweekt dan het babyuniversum en het pamperparadijs aankunnen. De Antwerpenaren en Brusselaars weten uit ondervinding, dat eens de theelokalen en de waterpijpcafés zich tussen de Belgische bakker en de Engelse pub in wringen en de lokale tapas bar vervangen wordt door een ‘pita-shoarma take away’ het vijf voor twaalf is. De Costa del Silencio, hun Costa di Flamingi zal binnen de kortste keren veranderen in het Hallal- paradijs. Wij laten de sakkerende Vlamingen achter ons en slenteren door de winkelstraat. In de etalage staat, onder de plakkaat ‘Rabajes’ een paspop met een prachtig, met papegaaien en palmbomen versierd, exotisch, veelkleurig afgeprijsd haltertopje. Het doet aan passionele nachten vol seks denken. Manlief blijft afwachtend voor de ingang van de boetiek rondhangen terwijl ik met een rotvaart het pashokje induik. Terwijl ik het Spaanse ‘taille unique’ bloesje over mijn hoofd wurm, verander ik terstond in een ‘jungle bookachtige’ salami. Het niemendalletje verhult amper mijn kokosnoten en accentueert overdreven mijn Rubens spekrollen. De twee bandjes camoufleren nauwelijks de twee beginnende kippenfilets, die sinds een paar jaar onderaan mijn bovenarmen heen en weer wiebelen. Zuchtend hang ik het Spaanse kleine maatje terug in het rek. Als ik zonder aankoop buitenstap, schudt manlief vragend: “Nee?” Ik knik instemmend: “Nee de kleur stond me niet!” Terug thuis zal ik mijn overwinteringgarderobe voor volgend jaar wel wat aanpassen en opnieuw aankopen bij mijn hofleverancier ‘Le Marinier’. Als ik bij ‘De Zeeman’ dan niets op de kop kan tikken, dan weet ik in Antwerpen nog een heleboel winkels waar ze djellaba’s, boerka’s en overgordijnen verkopen.

 

Sim, Costa del Silencio 29/1/2015

 

 

29-01-2015 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
20-01-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.COCKPITPRONOSTIEK
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Om drie uur schalde de wekker door de stilte van de nacht. Slaapdronken wankelden wij richting badkamer en wurmden ons in onze kleren. Het licht werd in de living aangestoken, zodat de luchthaventaxi zonder problemen in de donkere nacht, het juiste afhaaladres kon vinden. Tien minuten later schenen twee zaklampgrootte lichtbundels de donkere straat in tot juist voor onze deur. In de taxi zaten nog twee lijkbleke vermoeide, nog vroeger opgestane en afgehaalde vakantiegangers. In de ruimte schalde, op dit onchristelijk vroege uur, op de autoradio, een hypervrolijke Christof het “Onze Vaderlied”, gevolgd door Hoziers’“Take me to the Church”. Man, man, was het misschien het nachtelijk verzoekuurtje “vragen staat vrij” radioprogramma van de geloofsgemeenschappen. Er ontbrak nog juist een islamitisch deuntje aan. Maar die geloofstak zou zich waarschijnlijk na de terreuraanslag van gisteren op het Parijse Charlie Hebdo tijdschrift, wel wat gedeinsd houden.

In de luchthaven was het op dit vroege uur nog behoorlijk rustig. Nadat wij onze koffers aan de incheckbalie afgegeven hadden, konden wij aan de eerste flinke wandeling naar de ‘boardinggate’ beginnen. We moesten enkele roltrappen naar beneden nemen, dan een tochtje langs de nog gesloten taxfree winkels maken, om dan vervolgens opnieuw met een paar roltrappen een paar verdiepingen omhoog te moeten gaan. Hier bevonden zich de ‘antiterreur controletroepen’. Hier scande men de handbagages en keek men met argusogen naar de vertrekkende passagiers. Onze computer moest uit de zak, de jassen en broeksriemen uitgedaan en sleutels en munten uit de broekzakken gezocht. De rugzak waarin onze e-readers en allerlei oplaadsnoeren zaten, moest apart in een bakje gelegd worden. Alles werd gescanned, alsof wij mogelijk ergens een Kalashnikov , granaten of een volautomatisch afweergeschut verstopt konden hebben. Flesjes vloeistof moesten in de laatste afvalbak gedropt worden, met het gevolg dat een waterflesje dat je in Lidl of Aldi voor 25 eurocent gekocht had, na de terreurgrens plots 2,5 Euro kostte. De prijs van de vrijheid moest ergens betaald worden. Ik stapte onder de metaaldetector door en er weerklonk een onverwacht alarm. Onmiddellijk stormde een vrouwelijke agent mijn richting uit. Ze bekeek mij alsof ik een ‘semtexbom’ in mijn wandelschoenen of ergens anders, waar de zon niet schijnt, zou gestoken hebben. De agente beval mij om mijn extra trui uit te doen, de armen opzij te houden en begon mij af te tasten. Ik werd als mogelijke terrorist terug naar de onbeveiligde zone gestuurd. Bij de tweede poging knipperde de boog nog steeds felrood en het alarmsignaal blèrde, dat ik nog steeds een mogelijke gevaarlijke terreurverdachte was. Toen zag de agente plots het horloge dat ik nog steeds rond mijn pols had. Mijn schandalig, peperduur, op een markt in Zuid-Frankrijk aangekocht uurwerk dat wel een volle 5 Euro gekost had, bracht de luchthaven van Zaventem in rep en roer en in onmiddellijke staat van paraatheid. Nadat ik bij de derde poging, lawaailoos door het controlepoortje gegaan was, volgde manlief. Struikelend over zijn broekspijpen, hield hij angstvallig zijn broek omhoog, want zonder broeksband zakte die al snel onder zijn door hem “niet erkende” buik omlaag.

Eindelijk zaten wij in het vliegtuig richting Tenerife. Het ‘boarding’ had een behoorlijke tijd in beslag genomen, want het merendeel van de passagiers, op een paar uitzonderingen na, hadden grijze permanentjes en kale hoofden. Senioren die de Belgische winter ontvluchtten en die met een slow motion tempo van een naaldslak, die in de processie van Echternacht mee stapte (twee passen vooruit en één achteruit) hun plaatsen in het toestel innamen. Zoals hondjes, die viermaal ronddraaiden alvorens zich in hun mand neer te vleien.

Ik ergerde mij al een beetje aan die blinde cijferanalfabeten die wel tot drie keer toe, met hun ‘boardingcard’ in de hand, aan de hostess vroegen, of dit wel de juiste rij en de juiste stoel was. Ze staken hun handbagage in de bak boven hun hoofden alvorens twijfelend uit de midden rij te verdwijnen. De wachtende passagiers drumden voorbij. Nog geen seconde later veerden de met Alzheimer-light geactiveerde reizigers terug op om hun handbagage opnieuw uit de bagageruimte te sleuren, de rij wachtende aanschuivende passagiers negerend, om de stewardessen te vragen of dit wel degelijk de juiste plek was.. De bacillenstoet schuifelde langzaam het vliegtuig in. Overal hoorde men kuchen, hoesten, niezen en snuiten. Het griepvirus had besloten met deze vlucht mee te reizen .Dit toestel leek wel een Pam Vermeulen autobus, die een groep bejaarden voor zondags namiddagvermaak naar het dans/baancafé De Veertien Billekes reed. Terwijl het vliegtuig naar de startbaan taxiede, stelde de gezagsvoerder zichzelf en de copiloot voor. De drie air- hostesses deden een poging om het toneelstukje over de veiligheidsvoorschriften uit te beelden, maar links en rechts hoorde men al ongeïnteresseerd gesnurk. Terwijl wij van de winterse 2 naar de Spaanse 22 graden vlogen, verhoogde België, na een verijdelde terreuraanslag, de alarmgraad van een gematigde 2 naar het gevaarlijke 3 niveau. Na vier uur klonk het ‘fasten seatbell’ geluid en de piloot vroeg de passagiers zich klaar te maken voordat hij de daling naar Tenerife zou inzetten. Dit was het sein, waarop nog enkele senioren onmiddellijk rechtsprongen om alsnog gebruik te maken van het claustrofobisch toiletje. Zij hadden vier uur de tijd gehad maar op de valreep en tegen alle aanwijzingen van de stewardessen in, moesten ze nog eventjes hun plas in het luchtruim achterlaten. Misschien hadden diezelfden, vier uur en vijftien minuten lang, angstig hun anus dichtgeknepen. Toen de wielen van het vliegtuig de Tenerifse bodem raakten, konden zij eindelijk een zucht van verlichting slaken en hun strak gespannen sluitspier ontspannen. Enkelen begonnen van danige opluchting te applaudisseren. In de cockpit stak de gezagsvoerder zijn hand uit naar de copiloot: “Yes, weddingschap weer gewonnen! Wie was er zeker van, dat er dit keer geen paar idioten een debiel applaus zouden inzetten? Je zit niet op een Trans Atlantische vlucht vol yuppies en zakenmensen, maar op de seniorenoptocht naar de zon! Dat kost je vijftig euro, man! Roger en out.”

Terwijl we het vliegtuig verlieten, borrelde een lach in mij op. Toen manlief vroeg wat ik zo grappig vond, zei ik hem, dat hij zich eens moest inbeelden hoe de wereld eruit zou zien, als iedereen die zijn job goed deed op applaus zou onthaald worden. De postbode steekt per uitzondering de juiste brief in de juiste brievenbus. Hoera, hoera, handgeklap! De busbestuurder stopt aan de aangevraagde bushalte. Gejuich en geklap van de medepassagiers!

De slager weegt exact de gevraagde 100 gram vlees af en niet de steeds terugkerende: “mag het iets meer zijn?” Hoera, hoera, groot applaus. Ik vroeg manlief, die vroeger mijn baas was, waarom hij niet steeds mijn d-t-, Franse en Engelse foutloze brieven, ter ondertekening, op een staande ovatie onthaald had.

Waarom onze vrienden mij niet met overweldigend handgeklap beloonden nadat ik een viergangen menu op tafel gezet had..was dit iets om in de toekomst te bespreken?

We wachtten aan de bagageband en zoals gewoonlijk lieten onze koffers weer op zich wachten. Al onze medepassagiers waren al met hun bagage richting aankomsthal vertrokken. Wij vonden het al lang niet meer ongewoon dat onze valiezen in een ander werelddeel terechtkwamen waar ze vruchteloos op een voor ons niet gekozen reisdoel op de band bleven ronddraaien. Terwijl wij ondertussen, op onze vakantiebestemming aan de andere kant van de wereld, wachtend aan de bagageband, wortel schoten.Met een zucht van opluchting wees ik op de twee allerlaatste valiezen, die uit de bagagemond naar boven gestuwd werden.

In de aankomsthal stond de autoverhuurder ons met een groot bord op te wachten, hierop stond met de Spaanse slag RAMON ipv Raymond op. Manlief glunderde toen hij in de auto stapte en was uiterst tevreden met de, in zijn gedachten, glanzende spiksplinternieuwe witte Clio… die overnacht ineens in een Opel Corsa veranderd was…maar er zijn ergere dingen om over te discussiëren!

 

 

 

20-01-2015 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
06-01-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN ROOKMELDER KAN JE LEVEN REDDEN!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het was oudejaarsavond 2012. We vierden met zijn tienen de laatste dag van het oude jaar. We hadden gegeten, gedronken, gezongen, een spelletje gespeeld, gedronken en om middernacht geklonken op 2013, gedronken en gezoend. Heb ik al vermeld dat er gedronken werd? Manlief had de grens van lichtjes vrolijk tipsy naar straalbezopen al eventjes overschreden en zat al geruime tijd met een vol glas maar met een lege blik voor zich uit te staren. Een uur voordien had ik hem, tevergeefs, al aangemaand om te stoppen zich met rode wijn vol te gieten. Hij was toen al over zijn ‘theewater ’en het kalf was toen al behoorlijk verdronken. Ik zou het ondertussen reeds moeten weten; je kan geen rede meer van toeterzatte mannen verwachten. Op elke vraag waarop, in het nauw gedreven mannen op dat moment, geen zinnig antwoord meer weten te bedenken, komt steevast de volgende zin op de proppen: “Ik mag toch iets aan mijn leven hebben hé!” Jong en oud bedient zich hiervan. Mijn oom heeft longkanker, mijn vader is een kettingroker, maar ik rook nu en dan maar eens hoor…:”Ik mag toch iets aan mijn leven hebben hé! Mijn hele leven is een festijn, maar na een glas of vijf rode wijn is het leven dubbel zo fijn..: “Ik mag toch iets aan mijn leven hebben hé!” Ze zijn al in de olie en het is vanaf dan een kleine stap om hun herseninhoud tot mayonaise om te klutsen. Enfin toen de vrienden rond 3 uur ’s nachts huiswaarts keerden, zat manlief, als een levend straatstandbeeld aan de tafel te suffen. Twee vrienden, Frank en Jullietje bleven, zoals jaarlijkse gewoonte, bij ons overnachten. Zij trokken zich terug in de logeerkamer op de tweede etage. Ik griste het volle glas voor manlief zijn neus weg en kieperde de inhoud in de keukengootsteen. Het was als water naar de zee brengen. Het was overduidelijk dat, alhoewel hij geen ‘pap’ meer kon zeggen, het woordje ‘wijn’ er nog vol venijn uitkwam. Er zou niet geslapen worden alvorens de tournee langs alle flessen met rode wijnrestjes afgerond zou zijn. Ik liet manlief dan maar alleen met zijn drankkegel en kroop in bed. In de aanpalende kamer hoorde ik al het zachte gepruttel dat een snurkje voorafging. Plots na enige tijd hoorde ik een snerpend gepiep. Was dit een gerinkel van een mobieltje in de logeerkamer, een verlate telefonische nieuwjaarswens? Na enkele minuten begon het irriterende gepiep opnieuw, nu sneller en sneller op elkaar volgend. Ik kwam uit bed en probeerde het gillende gepiep te lokaliseren. Boven aan de trap, aan het plafond boven de overloop van de tweede verdieping, hadden wij een rookmelder geïnstalleerd. Het ‘kolereding’ snerpte juist op 1 januari om 3.30 uur midden in de benevelde nacht een boodschap dat de batterij leeg was! Ik klopte met een stok tegen de stoorzender die prompt zijn laatste piep inslikte. Yes! Ik lag nog niet tussen de lakens toen het gekrijs opnieuw startte. Ik zette een keukentrapje onder de boosdoener, klom erop, ging op mijn tenen staan en probeerde met een grote schroevendraaier tot aan de rookmelder te geraken. Ik was bij het uitdelen van de lengtes misdeeld en kwam duidelijk een volle tien centimeter te kort. Ondertussen waren Frank en Jullietje slaapdronken op de overloop verschenen en had manlief eindelijk iets van het lawaai waargenomen. Hij kroop de trap op, maande ons onder theatrale gebaren en gesis terug naar de slaapkamers. Hij ‘de grote strijder, de probleemoplosser, de verlosser van alle vrouwelijke onkunde, de handige Harry van Edegem’ zou de zaak van het krijsende toestel eens snel oplossen en moest daarbij geen pottenkijkers hebben. In benevelde toestand tastte hij naar het keukenhulpje, mikte zijn voet op het trapje en zwijmelde met de schroevendraaier de lucht in. Ongerust verdwenen wij van het toneel. Wij hadden de deur van de slaapkamers nog niet gesloten of wij hoorden een geweldig kabaal. Daar viel manlief, in gezelschap van het keukenladdertje en de zwijgende rookmelder de trap af. Met een rotvaart stuiterde hij trede na trede naar beneden, in zijn val een reeks fotokaders van de traphal meevegend. Op de overloop van de eerste verdieping kwam hij, met zijn hoofd naar beneden, tegen de deur tot stilstand. Hij lag er voor Pampus. Vol ongeloof kroop hij op handen en voeten in het halletje rond. Overal was bloed. Ik beval hem om onmiddellijk stil te blijven liggen en te kijken of er niets gebroken was. Alleen een grote glaspunt zat in de hiel van zijn voet. Ik trok het glas eruit en nog voor ik de wond kon ontsmetten, grijnsde manlief ons ‘debielig’ toe en zei: “piep gedaan”, strompelde in gemarineerde toestand de trap terug op en kroop in bed. Ons gastenduo, alhoewel hevig geschrokken, ging proberen ook nog wat slaap in te halen. Mijn hart fladderde en de adrenaline pompte door mijn hoofd. Bijna had ik, in het beste geval, de eerste dag van het nieuwe jaar op de spoed doorgebracht. Toen ik de stukgevallen kaders en achtergebleven glasscherven opgeruimd had, hoorde ik op de bovenverdieping al een snurkcanon. Toen ik naast manlief tussen de lakens gleed, nam hij mij vast en met een dronkemans alcoholwalm vroeg hij: “ziede gij mij nog gère?” Op dat moment zou ik vol overgave de echtscheidingspapieren tegen zijn smoelwerk getimmerd hebben. In zijn droom beleefde hij zijn duikeling waarschijnlijk opnieuw, want slapend riep hij: “Mannekes, mannekes, amaai, amaaai, mannekes, mannekes toch!!” Het dronken gesnurk klonk als een tractor die door de slaapkamer denderde. Na een uur kon ik het niet meer aanhoren. Ik trok met mijn hoofdkussen onder mijn arm één etage lager en ging vol zelfmedelijden op de sofa liggen mokken. ’s Morgens verscheen manlief met een verkreukeld aangezicht aan de ontbijttafel. De rode wijnkegel was verdampt. Toen we hem bezorgd vroegen of hij nergens pijn had, keek hij ons stomverbaasd aan en wees alleen naar het geronnen bloed op zijn voet. Ofwel gaf hij hier een meesterlijk stukje amateurtoneel ten beste ofwel was dit wel degelijk een symptoom van comazuipen of Alzheimer rosé. Hij wist van de ganse’“nieuwjaarsduik’ niets meer. Blijkbaar heeft een dronken man dus toch een speciale beschermengel. De rest van de week werd alcoholloos doorgebracht. Er werd niet meer aan Bacchus geofferd. Mijn nuchtere wil was wet: "Ik mocht toch ook iets aan mijn leven hebben hé!".

Als onze regering ons nu wil wijsmaken dat ‘een rookmelder je leven kan redden’, kan ik onverwijld het tegendeel beweren! “Een rookmelder kan je leven verkorten en ik had per 1 januari 2013 zelfs weduwe kunnen zijn!

06-01-2015 om 21:49 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
29-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IK MAAK ER EEN KOOKBOEK VAN!
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het was kerstvakantie en kleinzoontje kwam bij ons logeren. Nu is voor die kleine snoeper geen etentje volledig als er geen nagerechtje achteraan komt. Hij bedoelt dan niet een doordeweeks ijsje, maar een echt dessert. Griekse yoghurt met honing en fruit (maar dan niet met teveel fruit want dat is te gezond), chocolademousse of pudding, rijstpap met bruine suiker, crème brulée of een taartje gaan er zonder veel problemen in. Die kleine zevenjarige smulpaap kan zijn Nana als geen ander rond zijn vingertje winden en dus zou er voor het afronden van het kerstdiner liefst iets heel speciaals uit de lekkernijhoek moeten komen. Ik pijnigde mijn hersens en dacht onmiddellijk aan de profiterolles die ik zo’n 35 jaar geleden eens zelf gebakken had. Ik vergeet nooit die allereerste keer dat ik de echte profiterolles, gevuld met vanille ijs en overgoten met smeuïge chocoladesaus geproefd had. Wij kampeerden in Zuid-Frankrijk, in de omgeving van Agde en gingen op uitstap naar Pèzenas, de stad van Molière. Het was juli en een hete zonovergoten dag. We hadden voor de lunch een tafeltje in de schaduw gevonden op een terras van een klein restaurantje. Voor dit eethuisje prezen allerlei menuborden de plaatselijke streekgerechten aan. Mijn vader zei altijd: “Probeer zoveel mogelijk van de wereld te zien. Waar je ook bent, ga niet voor de Belgische ‘biefstuk-friet’ maar tracht steeds het locale inwonersmenu te proeven.” Terwijl mijn twee mannen voor een veilige pizza kozen, ging mijn vaderlijk gen in overdrive en wees mijn vinger onmiddellijk het plaatselijk aangeprezen lunchmenu aan. Er stonden twee gerechtjes op die ik helemaal niet kende. De ongekende keuzes lieten het water alvast in mijn mond lopen: Brochette d’abats en als dessert profiterolles. Ik geef toe dat niet alle streekgebonden gerechten overgrote successen waren. Vooral in landen waarvan we de taal niet machtig waren en we de vreemde tekens niet konden lezen, konden we nogal eens voor verrassingen komen te staan. Het was zoiets als Russische roulette spelen. Vier keer ging het goed en de vijfde keer kreeg je soms een met look en peterselie opgesmukte stront op een bordje voorgeschoteld. Dit risico moest je er dan maar bijnemen als je nieuwsgierig en avontuurlijk was. Zo aten manlief en ik, in Thailand gefrituurde krekels en blauwglanzende torren, die lekker knisperend waren en net als onze chips proefden. In Ecuador smulden wij op de markt van cuy, de op de barbecue geroosterde cavia’s, die net als konijn smaakten. In Vietnam sliepen wij bij de plaatselijke bevolking in een ‘homestay’. Hier kregen wij een uiterst lekker stoofpotje voorgeschoteld. Nadat wij onze buiken goed rond gegeten hadden en wij de laatste restjes met brood bij elkaar schraapten, vertelde onze gids ons, dat dit een ‘hondjesstoverij’ was. So what..het was verdomd lekker! Nabij de Victoria Falls in Zimbabwe kregen wij, als inheemse delicatesse, zwarte wormen geserveerd. Onze medereizigers keken kokhalzend toe, toen wij in de wormen beten en er een wit puddingachtig slijm over onze lippen liep. Het liet alleen een afgrijselijke ongedefinieerde verdufte grondsmaak na. Dit was dus de vijfde kogel van de Russische roulette.

In Pèzenas, in de schaduw van de acaciabomen zat ik dus verlekkerd te wachten op mijn nieuwe ontdekkingen. Terwijl mijn ex-man en mijn zoontje hun tanden in de geurige pizza’s zetten, kwam er voor mij een spies met gegrild vleesafval. Abats, abattoir…slachthuis…had ik eventjes doorgedacht dan had ik het kunnen weten! De brochette met stukken tripes, tong, niertjes en lever was versierd met een blaadje sla, een sneetje tomaat en drie stukjes aardappel. Mijn smaakpapillen kwamen in opstand. Als er nu één ding ter wereld was, wat ik absoluut niet binnenkreeg…juist. Het hoofdgerecht was voor mij dus een Franse slag in het water. De Pèzenassenaars mochten hun lokale lekkernij zelf oppeuzelen. Ik was( en trouwens nu nog steeds niet) totaal geen fervente dessertmadam, maar nu zat ik toch hongerig en vol ongeduld op de profiterolles te wachten. Daar kwamen ze dan, vijf luchtige soesjes, gevuld met romige vanille ijs en overgoten met glanzende pure chocoladesaus. En engeltje dat op je tong pieste.

Terug in Antwerpen ging ik op zoek naar diezelfde lekkernij. Het enige wat ik vond waren kartonachtige fabriekssoezen gevuld met slagroom die in de verste verte niet op het hemelse toetje geleken. Ik besloot voor kerstavond de profiterolles dan maar zelf te maken. We bevonden ons nog in het voorhistorische computertijdperk en het woord “google” was een nog niet uitgevonden begrip. Met een recept van soezendeeg, uit het ‘Grote Kookboek van de Boerinnenbond” toog ik aan de slag. Ik mengde, ik roerde en ik kliederde. Ik spoot met een zelfgemaakte spuitzak bolletjes soezendeeg ‘als eieren zo groot’ op het bakpapier. Vol ongeduld keek ik door het raampje van de oven. De krengen bleven groeien en zwellen. Na 25 minuten had ik aan elkaar gekoekte sinaasappelgrote soezen. Het rook heerlijk in de keuken, naar wafelenbak en het smoutebollenkraam. Ik kreeg het niet over mijn hart, mijn eigengemaakte halve tennisbalgrootte ‘profiterolletjes’ in de vuilnisbak te kieperen. Ik sneed ze open, vulde ze met een grote bol vanille ijs en overgoot ze met warme chocoladesaus. Er konden er juist twee naast elkaar op het dessertbordje en toen ik ze opdiende, was het net of ik aan iedereen een paar negerinnenborsten cadeau deed. De mannen likten suggestief de chocolade van de soezen terwijl de dames, een beetje lacherig en maten vergelijkend, de lepel in het nagerechtje duwden. Het gelach en het commentaar over mijn ‘tietendessert’ heeft me nog geruime tijd achtervolgd.

Na 35 jaar zou ik het goddelijke dessert voor mijn kleinzoontje nog eens opnieuw uitproberen. Ik googlede en kreeg onmiddellijk een honderdtal recepten. Dus als een volleerde ‘profiterolkenner’ ging ik opnieuw aan de slag. Ditmaal waren ze perfect van grootte en structuur, ze smolten op je tong. Mijn eigen ‘komen eten’-familie gaf me na het kerstdiner een welverdiende 9/10 voor sfeer en gezelligheid. Mijn zevenjarig kleinzoontje glunderde. De chocoladesaus zat overal, van zijn mondje over zijn neusje tot achter zijn oren. Hij stak zijn bruine duim omhoog en zei dat hij voor dit dessert een overduidelijke 10/10 gaf.

Dus tv koks, Jeroen Meus, Piet Huysentruyt en Sofie Dumont jullie zijn verwittigd. Als het aan mij ligt, komt er dit najaar een nieuw erotisch kookprogramma à la Nigella Lawson “Chez Nana” op de buis. Ik zal kookzappend Vlaanderen overspoelen met mijn chocolade ‘tietendessert’ en leg er dan voor de dames nog een aanschouwelijke banaan bij!

Om de verkoop van mijn eventuele tweede boek, als kookboek, wat aan te zwengelen, volgt hierna het recept van overheerlijke profiterolles!

De ingrediënten in dit recept zijn voor 4 tot 6 personen.

de soesjes:

5 eieren

100 g boter

180 g bloem , 2 grote soeplepels zelfrijzende bloem en de rest patisseriebloem

25 cl water = 1 bierglas

1 vanillestokje of een half zakje vanillesuiker.

1 snuifje zout

de chocoladesaus:

200 g donkere chocolade

100 g suiker

1 klontje boter

1 dl water

de afwerking:

1⁄2 l vanille-ijs

bereiding

de soesjes:

Weeg alle ingrediënten zorgvuldig

Zet een kookpot op een laag vuur en giet het water in de pot. Voeg er de boter bij het halve zakje vanillesuiker of de zaadjes uit de vanillestok . Snij de vanillestok overlangs door en schraap met een mespuntje de zaadjes uit de beide helften van de peul. 

Laat de boter smelten en giet dan de bloem in de pot. Zet het vuur op een laag pitje en meng alle ingrediënten met een houten lepel, tot ze samenklitten tot een deeg. 

Haal de pot van het vuur en voeg nu de eieren één voor één toe. Meng tussendoor krachtig tot elk ei in het beslag verwerkt is. Dit vraagt een beetje inspanning! Om je een idee te geven: het beslag moet de dikte hebben van egale stopverf.  

Voeg een snuifje zout toe, meng goed en vul de spuitzak met het soezenbeslag. Indien je geen spuitzak hebt, neem dan een plastiek diepvrieszakje er snij er aan één hoek een punt af Verwarm de oven voor op 180°C. Hou de ovenplaat er uit. 

Bedek de ovenplaat met een vel bakpapier.  Neem de spuitzak en spuit egale toefjes beslag op de bakplaat. Laat voldoende ruimte tussen de porties beslag, want het volume zal tijdens het bakken verdubbelen.(denk aan mijn eerste baksel 35 jaar geleden!) Kies voor porties die half het volume hebben van de inhoud van je ijsschepper. Bak de soesjes gedurende 25 minuten in een oven van 180°C, en laat ze nadien even afkoelen.Je kan de soesjes ruim op voorhand bakken, ze vullen en ze in de diepvriezer bewaren. Laat ze daarna +- 15 tot 30 minuten ontdooien.

de chocoladesaus:Zet een steelpannetje op het vuur en doe het water en de suiker erin. Breng het mengsel aan de kook zodat er een bleke suikersiroop ontstaat.

Breek de chocolade in stukken en smelt ze in de siroop. Roer voortdurend met een garde, tot je een glanzende saus krijgt. 

Meng ten slotte een klontje koude boter door de saus.

de afwerking:

Snij de gebakken soesjes middendoor. Gebruik hiervoor een scherp mes (bv een steak- of broodmes).  

Leg op elk half soesje een bolletje vanilleijs. Plaats er de hoedjes op, en serveer de profiteroles met een flinke lepel warme chocoladesaus.

 

 

29-12-2014 om 14:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
17-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN EERSTE BOEK
Klik op de afbeelding om de link te volgen

OP ZOEK NAAR EEN LEUK BOEKJE ?

 

Simone (Sim) Cornelis werd op 17 december 1951 te Antwerpen geboren. Hier volgde zij in het SISA een opleiding ‘Sierkunsten en Fotografie’. Samen met haar man woont zij in Edegem bij Antwerpen. Zij is een vrolijke creatieve levensgenieter. Samen met haar man ontdekt zij de ganse wereld en toert zij een paar maanden per jaar met de caravan rond. Zij beschrijft op haar eigen humoristische manier de actualiteit van nu en situaties van vroeger. 

De Antwerpse Sim beschrijft op humoristische wijze heel herkenbare situaties en waargebeurde verhalen. Zij schrijft op een ludieke manier over haar jeugd (als blonde ‘babe’), over haar loopbaan als secretaresse en over haar angst voor kleine ruimtes. Ze vertelt op een grappige manier over de liefde voor haar man, kinderen en kleinkinderen. Komische, lachwekkende vakantieavonturen en het rondtrekken met de caravan zijn steeds terugkerende gegevens. ‘Manlief’ is voor haar een hilarische en onuitputtelijke bron van inspiratie. Zij houdt zielsveel van hem, maar ze kan hem af en toe wel achter het behang plakken. Geniet van haar columns en haar humor!  

Stukje uit mijn eerste boek, column “De zakkenvuller”

quote

Juist toen ik de verpleegster wilde vragen, of het nog voor vandaag zou zijn, ging eindelijk de deur open en een gehaaste Alain Delon ‘lookalike’, kwam met een nog open flapperende doktersjas zijn praktijk binnengespurt. Zonder mij aan te kijken, wapperde de gynicoloog me voorbij richting zijn bureau. Toen gebeurde het onvoorstelbare…ik bleef met mijn grote teen in zijn jaszak haperen! Een voor hem onzichtbare kracht remde zijn tocht af en trok hem terug in achteruit. De dokter keerde zich om en met een: “Héla, hela, wat gebeurt er?” pulkte hij mijn grote teen uit zijn jaszak en ging met een zucht achter zijn bureau zitten. Het ‘schaamrood’ verspreidde zich over mijn ganse lichaam. Hij nam gejaagd een plastiek mapje en haalde hier een dossier uit. “Mevrouw Cornelis?” Hij keek recht in mijn kruis alsof zich daar de bevestiging van mijn naam bevond. Mijn onderste lippen lagen geopend in een grote O, terwijl mijn bovenste lippen in mijn tomaatrode kop gewoon dienst weigerden. Met toe geknoopte doktersjas zette hij zich tussen mijn geopende knieën, duwde een soort metalen eendenbek bij me naar binnen en plukte een stukje uit mijn binnenkant. Dit alles zonder mij één blik te gunnen. “Zie zo Mevrouw Cornelis, toch niet teveel pijn gedaan hoop ik?” “U mag zich terug aankleden.” Terwijl ik in mijn blote reet terug richting kleedkamertje ging, voegde hij er nog aan toe “U mag het resultaat met de post verwachten en bij slecht nieuws, wordt Uw huisdokter op de hoogte gesteld…en in het vervolg, niet meer in mijn zakken zitten hé!”

unquote 

Voor alle verdere informatie kan U mij een mailtje sturen, of onmiddellijk op de website van www.boekscout.nl het boek bestellen of mij contacteren 

Vercauteren-home@telenet.be

Groetjes

Sim

Bij bestelling in een boekhandel, gelieve te verwijzen naar Boekscout.nl met nummer

ISBN 978-94-0221-266-0

“Het scharnierend schuurtje”, waargebeurde humoristische verhalen van Sim

 

17-12-2014 om 17:49 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IK STAAK!

Beste lezers die mij via mail of via mijn blog volgen,

 

Jullie zullen gedacht hebben dat mijn fantasie opgedroogd was of dat ik minstens een writer’s block had. Niets is minder waar. IK STAAK. Jullie lezen het goed! Ik staak!Waarom ik staak? Daar moet ik nog eventjes heel diep over nadenken.

Ik ben nogal trendgevoelig. De laatste maanden lijkt het modewoord in België, ‘werkweigering’ te zijn. Vier dagen in één maand tijd staakt men nu al in België. Men wil duidelijk niet meer werken en al zeker niet ‘langer werken’… Dus modebewust staak ik mee. Geen letter kwam er nog uit mijn PC. 

Ook ik heb recht op verontwaardiging en om af te geven op alles wat krom en scheef zit in onze welvaartmaatschappij.

Op straat komen met een groot spanbord met daarop “Wij willen niet langer werken, of wij willen brugpensioen” is nogal hypocriet, want ik ben al een paar jaar met pensioen.

Rond brandende autobanden gaan staan en roepen: ”Wij willen geen indexsprong” lijkt ook onrealistisch. Met ons povere pensioentje, zie je amper dat er jaarlijks index bij komt, dus zal die geplande indexsprong ons waarschijnlijk geen boterham minder doen eten.

Wil ik een rijkentaks? Eventjes nadenken…ben ik zelf rijk? Meer tijd dan geld, zeg ik altijd. Mensen die van nul een firma opstarten, grote winst maken als ze deze verkopen, hiervoor vervolgens in België geen belastingen betalen, daar wordt schande over geroepen. Miljonairsvoetballertjes en wielrenners die hun geld in Monaco of in Luxemburg wegsassen, dat vindt men normaal en die belonen we dan nog eens met een ‘Gouden schoen’ of een beker ‘Sportman- of vrouw van het jaar’. Die jackpotten zorgen voor het zondagse vertier! Daar mag door het gepeupel niet aan geraakt worden. Geld is een vreemd goedje, als je het bewaart heb je er niets aan, als je het uitgeeft, ben je het kwijt. Waarom staak ik dan?

Ik staak, omdat manlief met een spiksplinternieuwe auto, in plaats van maar eerst na vier jaar, nu jaarlijks naar de autocontrole moet. Doordat wij bij aankoop van de wagen een gloednieuwe trekhaak lieten installeren en een caravan trekken, moeten wij nu alle jaren een controlebelasting in de regeringsla leggen. De autocontroleurs duwen eventjes op de trekhaak, schijnen met een zaklamp onder de auto zijn achterste en je mag langs de kassa passeren.

Ik staak omdat ze in mijn achtertuin sociale woningen gebouwd hebben. Ik preutel niet over het idee ‘sociale woningbouw’ zelf en ook niet omdat het letterlijk in onze achtertuin staat, maar om de grandeur van de appartementen en de tuinen. Ik staak, omdat ik op het merendeel van de supergrote terrassen, hoofddoeken en schotelantennes zie verschijnen. Deze ‘kansarmen krijgen met ons geld, een riant beneden appartement met een tuin van 10 meter breedte en 25 m lengte onder hun zitvlak geschoven. Het zou met wat minder toch ook wel gaan zeker? Terwijl onze kinderen voor hun huis met tuintje, elke maand met moeite hun hypotheek aflossen en nagenoeg niets overhouden om voor een tweedehands auto te sparen, rijden deze ‘minderbedeelden’ plots rond in een Mercedes,in BMW’s met getinte ruiten en in SUV wagens. In één van de sociale tuinen staan plots drie moto’s, drie fietsen, twee grasmachines, een trampoline en een zwembad met een doormeter van 4 meter, helemaal tot de nok gevuld, met door de gemeenschap betaald, water! Daarom staak ik!

Ik staak om het onrecht in de wereld. Omdat alle mensen die geloven niet genoeg bidden om God of Allah te overtuigen dat zij hun geloofswaanzinnige achterban moeten trachten te stoppen. De gelovigen beweren toch dat hun God en Allah almachtig zijn..of niet? Waarom komen deze goden dan niet tussenbeide? Ik staak omdat overal ter wereld vrouwen als vuilnis behandeld worden en kinderen sterven omdat ze willen leren. Ik staak omdat de moslims niet massaal op ’t straat komen om met een heel luid roepend “Not in my name” al die islammoorden te veroordelen. Ik staak voor toestanden die er werkelijk toe doen, niet omdat wij een zuchtje van onze welvaart af moeten geven, zodat onze kinderen en kleinkinderen niet met gigantische schulden zouden moeten opgroeien.

Dus ook ik leg het werk neer. Ik weiger nog één poot in de keuken te zetten. Ik weiger koffie te zetten en in mijn potten te roeren. Gedaan met kuisen voor dat kleine pensioentje. Ik weiger de wasmachine in en de afwasmachine uit te laden. Ik eis dat het werk als huisvrouw net als de job van de bouwvakker en de leraar als zwaar beroep erkend wordt! Het zal zelfs niet ophouden als ik 67 ben, het gaat gewoon door. Staken is staken! Manlief begrijpt het allemaal niet. Hij wil vooral geen olie op het stakersvuur gooien. Hij vraagt me heel zachtjes waarom ik dit allemaal op hem, de onschuldige brave ziel moet uitwerken? Wel, ook dat is een modeverschijnsel, medeburgers pesten om je gelijk te krijgen…en zoals ik reeds vertelde, ik ben heel trendgevoelig! Manlief kijkt me glimlachend aan: “Oké schatje er is nog plaats voor overleg aan de onderhandelingstafel! Wat denk je ervan, je wordt vandaag 63, dus vandaag geen ‘gekook’ en geen ‘gekuis’. Laat ons een beetje feestvieren en eens lekker bij de Thai gaan eten!” Als dit geen toegeving is? Ik grijns van oor tot oor: “Yes, yes toch iets uit de stakingsbrand gesleept!”  

Sim 17/12/2014

 

17-12-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (1)
08-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOOG OP DE GROENE WAGEN...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Hoog op de gele wagen, rijden we door berg en dal, lustige kleppers draven, blij klinkt het hoorngeschal. (carnaval! , riepen wij schoolkinderen dan) Water en wouden en weiden, stromen zo machtig en vrij, ik kan van je schoon haast niet scheiden, maar ’t gaat voorbij en voorbij…

Dit staplied leerden wij vroeger in het lager onderwijs en schalde op elke schooluitstap door de autobus. Het lied weerklonk nu opnieuw door de immense natuur van Ecuador. Wij zaten niet in, maar boven op het dak van een trein. Eventjes waren de muzieknoten in onze bange kelen blijven steken, maar eind goed al goed…

Wat vooraf ging:

Wij keken beteuterd toen onze gids ons vertelde, dat het hoogtepunt van onze Ecuador reis afgelast was. De duivelstrein, de ‘Del Nez de Diablo’ de trein naar de duivelsneus, die vanuit Riobamba via haarspeldbochten steil naar de kust afdaalde zou voor geruime tijd stilliggen. Iedereen had boven op die trein kunnen zitten en had kunnen meehelpen om de wagon op de steile helling in de bochten rond te duwen. Door de aanhoudende regen was er een stuk van het spoor echter weggespoeld en het traject veel te gevaarlijk geworden. Spijtig, helaas, pindakaas, niets aan te doen, het spektakel was ons niet gegund. Onze gids zou een alternatief samenstellen en beloofde ons dat we er zeker geen spijt van zouden krijgen.

Vanuit Ibarra werden wij met een ‘chiva’ (een vroeger slavenvoertuig, maar nu omgetoverd naar folkloristische bus) naar de El Chota vallei gereden. Hier woonde de zwarte gemeenschap van Ecuador, de afstammelingen van de vroegere slaven. Achter in de bus zat een orkestje dat ons de hele trip op vrolijke muziek zou trakteren. Als pleister op de ‘duivelstreinwonde’ mochten wij boven op de bus plaatsnemen. Hotsend en botsend en ‘lalala’ mee zingend, wuifden wij naar de kleurrijke, glunderende terug wuivende Ecuadorianen.

Toen we in het dorpje in de Chota vallei aankwamen, werden wij door de ganse gekleurde gemeenschap met applaus ontvangen. De kinderen dromden rond ons heen, wreven benieuwd over onze blanke handen en klommen in en op de ‘chiva-bus’. Het was duidelijk dat ze nog geen massatoerisme gewoon waren en dat dit bezoek voor hen een fantastische afwisseling was in hun schoolloze bestaan.

Onder begeleiding van gitaarmuziek werden wij mee naar het dorpsplein gevoerd. Hier werden wij verondersteld mee te dansen met de inheemse populatie. Manlief bleek, om de een of andere onduidelijke reden, een geliefde danspartner. Hij werd, door verschillende jonge zwarte schonen tegelijk, uit de groep geplukt. Hij moest met een glas op zijn hoofd met de plaatselijke miss Chota dansen. Die had een fles boven op haar kroeshaar geplaatst. Of dit nu werkelijk de traditionele ‘fles op het hoofd El Chota dans’ was of een danspasje dat ‘à la minute’ uitgevonden werd om de toeristenbende er ridicuul te laten uitzien, blijft tot op heden een mysterie. De zwarte Ecuadorianen klapten in hun handen en stampten in het zand. De zwarte kindjes joelden, schaterden en rolden over de zandvlakte van plezier. De groep wiebelde en huppelde wat mee en sprongen van de ene voet op de andere. Ons enthousiasme kwam echter niet voort door een niet te stuiten drang naar beweging of dansmoves. Noch een dansmicrobe, noch de opzwepende muziek deed ons huppelen, maar terwijl we de capriolen van manlief in het oog hielden werden wij ondertussen aan de rand van de dansvloer tot onze knieën opgevreten door vlooien. De beestjes beten zich jeukend, met rode stippen, tot onder de rand van onze shorts.

Vanuit dit dorpje vertrok de Ferrocarril, de Tropical Railway, een omgebouwde groene bus die op rails geplaatst was. Onze gids wees naar de wagon en wij klommen één voor één boven op het dak van de trein. Niemand zat in het wagentje. Boven op de wagon is het treintraject een stuk spannender en volgens onze gids volledig ongevaarlijk. De enige steun en houvast die we hadden, was een groot touw dat over onze dijen gespannen was. Onze benen bungelden ‘rood vlooienbeet-gestipt’ naast de wagon. Het treintje zou ons, zingend van “In een klein stationnetje, ’s morgens in de vroegte…” met een gezapige snelheid van 40 km per uur naar Ibarra terugbrengen. De trein volgde de rivier en daalde slingerend in de vallei af. Wij waanden ons alleen op de wereld, nergens in de wijde omgeving was een levende ziel te bekennen. Regelmatig krabbend aan onze benen, wiebelden onze voeten richting de sporen. Langs het betoverde tracé stonden overal palmbomen en bloeiende bromelia’s. Wij joelden: “Stonden zeven wagentjes netjes op een rij.” Hij tufte door tunnels, over kleine bruggetjes en jakkerde over de rails . Sommige sporen hingen in het luchtledige want de aarde eronder was weggespoeld. Het parcours werd ruwer en ruwer. Wij fotografeerden en zongen: “Zie het machinisteke draaien aan het wieleke..” De trein toeterde langs steile hellingen en over diepe ravijnen. “Akke akke tuut tuut weg zijn wij.” Hij naderde schokkend en uiterst langzaam de brug die de diepe ravijn over de Chota-rivier overspande…en juist hier in het midden viel hij stil. Ons gezang verstomde en de vlooienjeuk werd op een instant natuurlijke wijze plots onderdrukt. Onder ons gaapte een immens diepe afgrond. Sommigen onder ons, die al een milde vorm van hoogtevrees voelden opkomen, schoven hun achterwerk al wat verder het dak op. Daardoor spande het touw niet meer strak over onze billen. Ik bewoog me wat meer naar voor, want ik wilde wat graag die gigantische diepte op de foto vastleggen, maar de koord gaf teveel mee en ik kukelde bijna de dieperik in. Manlief had me nog juist vast en trok me geschrokken achteruit. “Schatteke, wat jij allemaal niet aanvangt om een foto te maken, ‘k was je bijna kwijt!”

Wij begonnen te morren, wilden weten wat er aan de hand was, en klopten geërgerd op het dak van de ferrocaril. Toet, toet, schommelend zette het treintje zich terug in beweging. Het was de Ecuadoriaanse manier om de reizigersinvasie van spanning en avontuur te voorzien. Met een zucht van opluchting begonnen enkele onder ons terug te zingen: ”Hoog op de groene wagen, trein ik door berg en dal, dal, dal dal…” Het wagonnetje waggelde de weggebrokkelde hellingen af en schuurde langs de afgekalfde bergwanden. De vallei werd stilaan breder en breder. “Lustige kleppers draven, blij klinkt het toetergeschal..” Op het groene grasland graasden lama’s en schapen. Toet, toet, wij reden Ibarra binnen. Daar had de plaatselijke middenstand de rails omgetoverd tot de dorpswinkelstraat. Overal werden vierklauwens de kraampjes opgebroken, de luifels weggeschoven en de stalletjes afgebroken. De veelkleurige hoedjesparade stoof alle kanten op. De eters van de ‘cavia/marmot bbq-restaurantjes’ sprongen verschrikt op en zetten tafeltjes en stoeltjes op elkaar. Voor het station stopte de Tropical Railway en wij klauterden één voor één van het dak naar beneden, klaar voor het volgende avontuur. Galapagos here we come en yes ik had als enige een foto boven de afgrond!

 

08-12-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
01-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIETNAMESE ZELFMOORDPOGING
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Manlief en ik hebben in de jaren dat wij samen rondreizen al verschillende zelfmoordpogingen ondernomen. Zoals jullie kunnen lezen, zijn ze gelukkig, voor ons, allemaal mislukt.

In een ver en onderontwikkeld vakantieland wil je spanning en avontuur en aan eventuele desastreuze gevolgen wil je op dat moment helemaal niet denken. Er hangt een aura van onsterfelijkheid rond je en je bent jong en roekeloos. Enfin wij waren ondertussen al niet meer zo piepjong maar we waren wel overmoedige nieuwsgierige waaghalzen.

In Vietnam ondernamen wij gezamenlijk onze allereerste zelfmoordpoging. Ons hotel bevond zich langs de ene kant van de drukke verkeersader, alle bezienswaardigheden van Hanoi zaten aan de overkant. We stonden beiden langs de kant van de straat en bekeken de aanhoudende stroom vrachtauto’s, auto’s, moto’s, brommertjes en fietsen die langs alle kanten zigzaggend voorbij scheurden. De fietsen waren zo hoog en breed beladen met koopwaar en kwamen met slingerbewegingen nauwelijks vooruit. Op een brommertje zat niet één, zaten geen twee maar soms vier mensen helmloos maar breed lachend met de nodige bagage op elkaar geplakt. De meeste bestuurders droegen een mondlapje om de uitlaatgassen tegen te houden. Daartussen toeterden de toeristenbussen en het openbaar vervoer. Claxonnerend, bellend en roepend koersten ze allen kriskras door de straat, reden frontaal op elkaar af en draaiden op het laatste moment het stuur om. Zebrapad of verkeerslichten geen enkele gemotoriseerde Vietnamees verleende voorrang. De doorsnee spleetoog stapte gewoon met een zekere doodsverachting zonder rondkijken de straat op en de brommertjeszee spleet als de Rode zee uit elkaar. Manlief nam me bij de hand en dwong mij het voetpad af. Ik volgde hem aarzelend, met één voet nog op de stoep, de andere schoen al tussen het moordende verkeer. Ik hield mijn ogen stijf gesloten en met een heel groot ei in mijn broek, sleurde manlief mij naar de overkant van de drukke straat. Niet terugdeinzen, niet twijfelen gewoon zoals de Vietnamees, onbevreesd doorstappen. De kamikazechauffeurs hadden ons wonder boven wonder volledig ontweken. Na enkele dagen werden wij zelfs verkeersovermoedig en ondernamen wij onze volgende suïcideactie. Wij huurden een ‘fiets toek- toek’ richting museum. Wij lieten ons in de stoeltjes van een overdekte stootkar zakken. Zonder enige beveiliging vooraan werden wij door de fietsende eigenaar achteraan, als levende projectielen in het verkeer en het kabaal gestoten. Ik had de camera in aanslag en het zou een uiterst spannend filmpje worden. De man trapte alsof zijn leven ervan af hing, hij fietste zich bijna letterlijk een ongeluk. Hij slalomde tussen de fietsers. Hij sprintte met zijn fietstaxi alle brommers voorbij. Het werd een helse rit, een Disneyland Space Mountain attractie waardig. Onze stuntman probeerde een auto in te halen, bleef op de tegenovergestelde richting voort peddelen en reed pal een autobus van het openbaar vervoer tegemoet. De bus kwam angstaanjagend toeterend dichterbij. Wij gilden en sloegen wild met onze armen in de hoop dat onze fietsbestuurder onze gebaren en waarschuwingen boven het zeteltje zou zien. De schrik sloeg ons om het hart. Mijn fototoestel bengelde al lang werkloos rond mijn arm. De film met het rampscenario ‘the final collision’ zou nooit in België bekeken worden. Onze horrorchauffeur leek stekeblind en doof. We hotsten en botsten. We zochten een uitweg maar de snelheid waarmee we trappend in de verkeerschaos voortgestuwd werden, hield ons bang in het karretje geklemd.

Ofwel hadden de remmen van onze toek-toek fiets het begeven ofwel hield onze fietsheld van spannende thrillers. Juist op het allerlaatste moment, op 10 centimeter voor de luid claxonerende bus, draaide de snelheidsduivel het stuur om en vloog onze ‘taxi-velo’ langs de tegengestelde richting, de stoep op. Onder luid protest sprongen de voetgangers alle kanten op. Krijsende verkopers veerden op en liepen met gebalde vuisten achter onze kamikazeheld aan. Hij ontweek op een haar na de gehurkte ‘straat-restaurant-eters’. Iets verder stopte onze James Dean en met een brede glimlach, zich totaal van geen kwaad bewust, wees hij op het museum en zei: ”Xin vui lòng, viện bảo tang” wat zoveel betekende als “Alstublieft, zie hier het museum”. We scharrelden bibberend onze rugzak en fotocamera bij elkaar, betaalden onze superman en strompelden totaal van de kaart uit het fietskarretje. Met een ‘big smile’ zei hij:” I wait for you, go back to hotel, good price!” Wij bedankten beleefd en zagen af van het gunstig retourprijsje naar het hotel. Aziatisch geel en groenig bleek liepen we met knikkende knietjes in het museum rond. Hoever de terugweg naar het hotel ook zou zijn, ons kregen ze nooit meer in een Vietnamese ‘fiets toek-toek’. Wij gingen nog liever te voet zigzaggend de Vietnamese pijp uit.

 

 

 

 

01-12-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (1)
18-11-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UITGAVE BOEKJE
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Quote

De Antwerpse Sim beschrijft op humoristische wijze heel herkenbare situaties en waargebeurde verhalen. Zij schrijft op een ludieke manier over haar jeugd (als blonde ‘babe’), over haar loopbaan als secretaresse en over haar angst voor kleine ruimtes. Ze vertelt op een grappige manier over de liefde voor haar man, kinderen en kleinkinderen. Komische, lachwekkende vakantieavonturen en het rondtrekken met de caravan zijn steeds terugkerende gegevens. ‘Manlief’ is voor haar een hilarische en onuitputtelijke bron van inspiratie. Zij houdt zielsveel van hem, maar ze kan hem af en toe wel achter het behang plakken. Geniet van haar columns en haar humor!

unquote

 Lezers die geinteresseerd zijn om haar verhalen te lezen en het grappige boekje aan te kopen, kunnen altijd op deze blog reageren. Ik contacteer jullie dan zelf.

Groetjes

Sim

18-11-2014 om 10:48 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (1)
15-11-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BELGIE - HOLLAND
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mijn eerste boekje ‘Het scharnierend schuurtje’ wordt door een Nederlandse uitgeverij uitgegeven. Op zich is daar totaal niets mis mee, ware het niet dat ik van hen de opdracht kreeg om mijn Vlaamse zinnen en uitdrukkingen wat te vernederlandsen. De Vlaamse lezers lezen ‘plezante’ verhalen. Hollanders moeten ze ‘leuk’ vinden. Vermits de uitgeverij niet alleen op mijn Vlaamse achterban mikt, maar tevens mijn schrijfsels in Nederland gaat promoten, zal ik een Hollands tandje moeten bijsteken. Uit statistieken blijkt dat Nederlanders nog steeds fervente boekenkopers zijn. De Vlamingen echter hinkelen ergens krenterig (kijk, nu al komen er Nederlandse woorden uit mijn pc ) achterop. Tijdens al mijn uitgeversopdrachten liep hier, in Antwerpen, inmiddels de jaarlijkse Boekenbeurs. In Vlaanderen werden nog nooit zoveel afhaalmaaltijden, afhaalchinees of thuis geleverde pizza’s besteld en gegeten. Duizend voorbereide schotels werden ’s avonds snel in de microgolfoven geschoven, want half België zat tijdens het kookuurtje voor de buis. In plaats van in de keuken in de potten te staan roeren, zapten zij van het ene kookprogramma naar het andere. Wat de Vlaamse boekenbeursbezoeker dan ook hoofdzakelijk maar interesseerde op deze beurs waren de BV’s en de BK’s. De ‘Bekende Vlamingen’, de ‘Bekende Voetballers’ en de ‘Bekende Koks’. ‘Leesminnend’ Vlaanderen verdrong zich in rijen van 10 voor de signeerstanden van de televisiekoks. Als er een uitgeverij aankondigde dat er een televisienitwit zijn opwachting zou maken en weeral een nieuw kookboek zou komen handtekenen, ontstond er gegarandeerd een lezersfile voor deze stand. Er was ook massale belangstelling aan de stand waar een gesigneerde biografie over een Belgisch miljonairsvoetballertje van 23 jaar te koop was. U leest het goed! De aanvallende middenvelder van 23 is amper de tienerjaren voorbij en er werd al een levensloop over hem geschreven. 

De fans stonden reeds anderhalf uur op voorhand aan de boekenstanden te wachten om hun ‘vedettes’ te zien. Het boek was bijzaak, het werd gekocht en vermoedelijk nooit gelezen noch in de keuken gebruikt. Het enige wat deze ‘boekenbeursgangers’ uiteindelijk wilden, was gewoon allemaal met de tv-koks, de soapsterren en/of hun Rode Duivel op de foto gaan. De echte auteurs, met de pen in aanslag, achter het bureau van de lege uitgeversstand, keken dit met lede ogen aan…

Ik dwaal af. Ik had het dus over de Vlaamse- en Nederlandse taal en mijn columns, die met het oog op de promotie bij onze noorderburen, eventjes onder handen genomen moesten worden.

Zo liet ik manlief, in mijn boekje, met ‘peper in zijn holleke’ naar het sanitair spurten. Geef nu toe, dit klinkt toch veel liefelijker dan ‘peper in zijn reet’. Het ‘anusgebeuren’ klinkt in het Nederlands toch een pak heftiger. Zo komt er bij de Vlamingen ‘verdunde speculoospasta’ uit hun achterste terwijl ze in Holland ‘zeven kleuren bagger schijten’. Hun grote boodschap noemen ze ook ‘poepen’. Bij de Vlamingen komt er met het woord ‘poepen’ niets uit, maar gaat er daarentegen iets in. Zo hebben wij, hier in het zuiden, ‘goesting’ in muizenstrontjes en zwarte jappen en hebben ze daarboven zin in hagelslag en zoute drop. Echte zwarte en bruine muizenstrontjes lijken volgens mij dus veel meer op die chocoladelekkernij. Hebben jullie al eens bruine hagel gezien? Zwarte sneeuw, figuurlijk, dat kan, maar zwarte hagel?? Ze zijn daarboven volledig in de war. Zo geven ze beschuit met muisjes. Dit zijn witte en roze anijsbolletjes op een beschuit. Geef nu toe dat dit totaal niets met muizen te maken heeft maar dat dit eerder op hagel lijkt. In Nederland speelt men verstoppertje en in Vlaanderen noemt men dit kinderspelletje ‘bedot’. Onze grootouders, de bomma’s en bompa’s worden meer noordelijker oma’s en opa’s en onze nonkel is een oom. Hollanders nemen een kiekje, maar Vlamingen trekken nog steeds een foto. Wij zijn met onze taal blijkbaar nog in het tijdperk van de beginnende fotografie blijven steken. Toen ‘trok’ men nog een glazen plaat uit het fototoestel omhoog.

Onze koffer is de belaadbare ruimte in onze auto, boven de noordelijke grens is dit de kofferbak. Een koffer is dan bij hen weer een stuk bagage en bij ons een valies. Wij Vlamingen hebben een ‘curieuzeneuzemosterdpot’ en Nederland heeft een nieuwsgierig Aagje! Wij ‘verschieten’ ons een ongeluk en in Nederland schrikt men zich ‘het apelazarus’?? Terwijl de Nederlanders iets te vrezen hebben, zitten wij in Vlaanderen ‘met de poepers’. Wat een Babylonische spraakverwarring! Nochtans spreken wij dezelfde taal, of niet?

Zo had ik een jaar geleden een misverstand met mijn Amsterdamse vriendin. Zij vertelde mij dat ze bij het overlijden van haar 90 jarige tante, bij het opruimen van de kleerkasten, een kleedje voor mij achtergehouden had. Ik begreep er helemaal niets van. Wat moest ik mogelijkerwijs met een oubollig kleed van een antieke suikertante aanvangen? Ik reageerde lauwtjes want ik wou geen ‘ambras’… sorry ruzie, met mijn vrienden. Bij het eerstvolgende bezoek in Almere kreeg ik ongevraagd toch een plastiekzak in de hand geduwd met daarin het bewuste ‘kleed’. Het bleek een mooi tafelkleedje! Wat wij hier kleedje noemen, is bij de noorderburen een jurk. Een kleed is een tafelkleed of een vloerkleed. Bij ons is een vloerkleed een tapijt. Bij hen is een tapijt, een vast tapijt, iets wat over het ganse oppervlakte van de kamervloer gelegd wordt. Dit noemen wij dan weer ‘tapis plein’, voltapijt.

Om zot van te worden niet? Ho, ho nee hoor..om gek van te worden! Ook de klemtoon wordt bij sommige woorden door onze Nederlandse vrienden totaal anders gelegd. Neem nu bijvoorbeeld het woordje PIJAMA. We schrijven het beiden op identieke wijze. Als wij het uitspreken, wordt het op één of andere manier een totaal ander woord. Wat bij ons met de franse slag als ‘PIsjamma’ met een p dan een korte ‘i’, gevolgd wordt door een ‘ssjj-klank’, daarna een ‘a’, een goed hoorbare dubbele ‘mm’ om dan te eindigen met een korte ‘a’... uitgesproken wordt, roept bij de Nederlanders twee grote vraagtekens op: “Wat wil die Vlaming ons nu weer vertellen?” Bij hen moet pijama als ‘PIE- JAA- MAA’ klinken.

Onderweg naar het zuiden, stoppen wij op een camping in ‘Langres’. Fonetisch uitgesproken Langre. Onze noorderburen kamperen in Langrès…Wij rijden over de brug van Millau, die op zijn Frans klinkt als Mijo, maar Nederlanders blijven het viaduct van Milllaauu   nemen.  

Hierna schrijf ik dus een verhaaltje over een ‘Vlaams weekeindje weg en daarna volgt de vernederlandste versie! 

Vlaams weekeindje weg :

Wij werden door onze Amsterdamse vrienden uitgenodigd om het weekeinde bij hen door te brengen. Ik trok dus mijn schoonste kleedje aan en mijn nieuwe botten. Mijn pelsjas legde ik achterin de auto. Manlief draagt sinds zijn pensionering al lang geen kostuums en plastrons meer, maar blazers. Voor we de deur van onze bel-etage woning in het slot trokken, zette manlief nog rap de vuilbak buiten. Hij keek in de brievenbus of de facteur er de gazet al ingestoken had. Ik opende de koffer van de wagen en legde hier de valiezen in. In de appartementen rondom ons stonden de buren ons vertrek in de mot te houden. Ik had voor onderweg alleen een fles plat water en wat appelsienen ingepakt. Wij zouden op weg naar Almere, de autostrade nemen tot de afrit Breda. Hier in het centrum wilden we nog geld uit de muur halen. Wij wilden bij de beenhouwer eventueel een broodje met hesp kopen. Misschien was er wel een leuk cafeetje waar we een croque-monsieur met een tas koffie konden bestellen. In de viswinkel konden wij dan wat maatjes, met ajuin en stukjes zoetzure augurk, aanschaffen. Dat vonden onze vrienden lekker als aperitiefhapje. We kwamen niet in de verleiding om nog bij een frietkot te stoppen en een pak frieten met stoofvleessaus te bestellen. Mijn vriendin had ons verzekerd dat het geen afhaalchinees in de microgolfoven zou worden maar dat zij voor ons weer die lekkere ‘pekesstoemp’ met stoofvlees zou klaarmaken. Daar had ik nu al zo’n goesting in! Toen we Breda uitreden, zou ik mijn vriendin met onze GSM opbellen en haar verwittigen dat we eraan kwamen.

Op weg naar Nederland.

Wij werden door Amsterdamse vrienden uitgenodigd om bij hen te komen logeren. Ik trok dus mijn mooiste jurk aan en mijn nieuwe laarzen. Mijn bontjas legde ik achterin de auto. Manlief draagt sinds hij in de AOW is, al lang geen maatpakken en dassen meer, maar colbertjes. Voor we de deur van onze aanleunwoning in het slot trokken, zette manlief nog snel de vuilnisbak buiten. Hij keek in de brievenbus of de postbode de krant er al ingestoken had. Ik opende de kofferbak van de wagen en legde hier de koffers in. In de flats rondom ons stonden de buren ons vertrek in het oog te houden. Ik had voor onderweg alleen een flesje Spa blauw en een paar sinaasappels ingepakt. Wij zouden op weg naar Almere, de snelweg nemen tot de uit naar Breda. Hier in het centrum wilden wij nog ergens wat geld pinnen. (Ja het enige wat een Nederlander uit de muur haalt, zijn kroketten) We wilden, bij de slager eventueel een kadetje met ham kopen. Misschien was er wel een leuk kroegje waar we een tosti en een kopje koffie konden bestellen. Bij de visboer konden wij dan wat jonge haringen, met ui en gesnipperde zure bom kopen. Onze vrienden vonden dit lekker bij de borrel. We kwamen niet in de verleiding om nog bij een patatzaak te stoppen en een bakje patat met stoverijsaus te bestellen. Mijn vriendin had ons verzekerd, dat het geen afhaalchinees in de magnetron zou worden, maar dat zij weer die lekkere wortelstamppot met draadjesvlees zou klaarmaken. Daar had ik nu al zo’n zin in! Toen we Breda uitreden, zou ik mijn vriendin nog eventjes met het mobieltje bellen en haar verwittigen dat we eraan kwamen.

Vermoeiend hé.

Beste uitgever, ik zal mijn best doen. Nu geef ik de pijp aan Maarten...Aan wie? Juist, ik stop ermee, het is hartstikke leuk geweest. Doei!

 

 

15-11-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (1)
08-11-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FAMILIEBIJEENKOMST MET KAFKAIAANSE TOESTANDEN

Vorig weekeinde trakteerde ik mijn neven en nichten op een etentje. Toen de wijn al wat gevloeid had en de tongen wat losser werden, kwamen de meest uiteenlopende Kafka-verhalen los. Iedereen had sinds het computertijdperk al eens een aanvaring gehad met de digitale televisie - en telefoon providers, met arrogante medewerkers van allerlei overheidsinstanties en het systeem paraplu. De beste ‘Kafka- verhalen’ wil ik jullie echt niet onthouden.  

Mevrouw Kafka werkt bij de posterijen:

Mijn neef, Guido had een tandartspraktijk met de naam G.Britolli BVBA. Guido stopte zijn activiteit en de firma werd, na een onoverzichtelijk kluwen van administratieve documenten, ontbonden. Na een paar maanden kreeg hij een briefje van de post in de brievenbus, waarop stond dat de BVBA G. Britolli een aangetekend schrijven moest afhalen. Guido ging naar het desbetreffende postkantoor. Vermits de firma niet meer bestond, nam hij de acte van stopzetting van de firma G.Britolli BVBA en zijn paspoort met zich mee. De postbediende bezag het briefje, keek naar de papieren en verklaarde: ”de G. Britolli BVBA is weliswaar op hetzelfde adres gevestigd, maar is volgens mij niet hetzelfde als de BVBA G. Britolli. U krijgt de aangetekende zending niet.” Toen Guido wat aandrong werd de postbediende arrogant en zei ze met een zekere minachting: “Meneer wilt U alstublieft voor mijn loket weggaan. Ik blijf erbij G.Britolli BVBA is niet hetzelfde als BVBA G.Britolli!” Mijn neef probeerde met hand en tand uit te leggen dat de firma stopgezet was, maar dat hij de vroegere bestuurder was. Hij duwde zijn identiteitskaart onder de neus van de postbediende. Hij vroeg of ze hem dan eventueel kon vertellen wie de afzender van de brief was. Dit schrijven was vermoedelijk heel belangrijk anders had men dit niet aangetekend opgestuurd. Als hij de naam van de afzender wist, zou hij deze kunnen bellen om de juiste aanspreektitel te veranderen. De rood aangelopen, kortzichtige bediende weigerde de informatie te geven en zei alleen:“Meneer ik wens U niet verder te woord te staan. Ik blijf erbij G.Britolli BVBA is niet hetzelfde als BVBA G.Britolli, U houdt de achter U wachtende mensen op, verdwijn voor mijn loket!” Gelukkig voor de postdame is Guido de zachtheid in persoon. Manlief had mevrouw Kafka waarschijnlijk door het doorgeefluikje van het loket naar buiten getrokken!  

Kafka betaalt je rekeningen:

Toen we na een maand vakantie terug thuis kwamen, lag er een onbetaalde rekening te wachten van Water-Link, de vroegere Waterwerken. Deze factuur werd binnen de week na factuurdatum gevolgd door een aanmaning met bijbehorende interesten en administratiekosten. Vermits wij regelmatig uithuizig zijn, laten wij alle doorlopende rekeningen met een domiciliëring bij de bank betalen. We contacteerden onmiddellijk Water-Link. De medewerkster verzekerde ons dat de bank de rekening geweigerd had. Zelf kon ze op de computer zien, dat onze domiciliëring al van 2003 dateerde en er voordien nooit betalingsproblemen geweest waren. Zij was dan ook zo vriendelijk als we de rekening nog diezelfde dag betaalden, om de extra aangerekende kosten te annuleren. Wij namen contact op met de bank. De bankbediende hield vol dat Water-Link zelf de betalingsopdracht geannuleerd had, dat de bank nooit of te nimmer zelf een domiciliëring annuleerde. Een geïrriteerde bediende bij Water-link beweerde dan weer, dat zij ervan overtuigd was dat het hier om een fout van de bank ging. Om een lang verhaal wat korter te maken, na een maand gefrustreerd over en weer mailen en bellen met arrogante betweterige medewerkers, bleven zowel de bank als Water-link de bal naar elkaar doorspelen. Water-link bezorgde ons een status waarop men kon zien, dat bij hen de domiciliëring nog steeds lopende was. De bank mailde een computerfile waarop duidelijk de domiciliëring uitgevinkt was. Toen er na een maand weer een niet betaalde rekening in de bus viel, ontplofte manlief. Hij dreigde ermee van bank te veranderen als de boel niet binnen de 24 uur opgelost was. Wonder boven wonder ging er plots, ergens in het bankwezen, een licht branden. De volgende dag liet onze bankbediende weten, dat op het hoofdhuis, computer veranderingen doorgevoerd waren. Daar waren gedurende de vakantiemaanden ‘vermoedelijk’ verschillende fouten ingeslopen… Moraal van dit verhaal. Als je als klant niet op je strepen staat en van je afbijt, gaat het systeem ‘paraplu’ in werking en word je oeverloos van het kastje naar de muur gestuurd.  

Kafka is Franstalig:

Ook het voormalige Belgacom, nu Proximus ontsnapt niet aan de onafgebroken ergernis en frustratie van de doorsnee klant. Toen de moeder van nichtje Laurie overleed, bracht zij de acte van overlijden naar de klantendienst. Hier werd door een vriendelijke dame verteld, dat zij al het nodige zouden doen om het telefoon- en digitaal kijken- abonnement met onmiddellijke ingang te annuleren. De eerstvolgende factuur zou de allerlaatste zijn. Groot was de verwondering van Laurie, toen er nog zeker een viertal facturen in de brievenbus van het moederlijk huis bleven vallen. Alle rekeningen werden netjes teruggestuurd, maar steeds opnieuw kwamen ze als een boemerang terug naar het inmiddels verkochte appartement. Niet alleen moesten Laurie en haar man het rouwproces verwerken, het appartement leeghalen maar ook nog eens tegen een ‘Kafkaiaanse’ bureaucratie opboksen. Dus wat doet een brave cliënt, hij of zij belt Belgacom/Proximus om uitleg : Indien U nieuwe klant wilt worden, druk 1: om een verhuis te melden, druk 2: om informatie over Uw facturen, druk 3 en zo voort”. Dus oké, 3 werd ingedrukt. “Al onze medewerkers zijn in gesprek, gelieve aan Uw toestel te blijven.” Nadat Laurie een volle tien minuten met een irriterend muziekje en de telefoon tegen het oor gedrukt wachtte, kwam de dame in kwestie nog eens zeggen:” Al onze medewerkers zijn nog steeds in gesprek, daarvoor onze excuses, gelieve aan Uw toestel te blijven”. Nog eens tien minuten verder, viel het muziekje weg en kreeg ons nichtje een bezettoon. Nadat Laurie op verschillende dagen en tijdstippen deze tijdrovende handelingen steeds opnieuw zonder resultaat herhaalde, drukte zij op nummer 1. “Indien U een nieuwe klant wilt worden, druk 1”. Binnen de 5 seconden had zij een medewerkster aan de lijn. Deze mevrouw was heel verwonderd maar nadat zij de gefrustreerde uitleg gehoord had, wilde zij onmiddellijk meewerken. “Ik zie hier, dat Uw moeder destijds het abonnement onderschreef in het Franstalige gedeelte van Brussel en zij verhuisde nadien naar Antwerpen, ja? Ik zal U doorverbinden met de desbetreffende Franstalige klantendienst” Onmiddellijk kwam er een bediende aan de lijn. Madame Kafka verstond geen jota van de Nederlandstalige uitleg. Laurie, zelf half Franstalig opgevoed, legde het probleem in het Frans uit. “Ha, oui, je comprend, ik begrijp het. Je consulte l’ordinateur, ik zal eventjes in de computer kijken. Eh bien, bij het abonnement van Uw moeder ik zie staan une notation, maar je ne comprend pas le Néerlandais, ik versta keen Nederlangs. Alors, voulez- vous, wilt U dit voor mij traduire, vertalen? Ik et miskien zeggen, mot par mot, ou bien vous le préférez phonétiquement?” De bediende hakkelt op zijn Di Rupo’s Nederlands “Ecoutez, er staat ‘on middel li jeke stop zet tinggg van l’abonnement oewegens over lijeiijden’.. et ça veut dire quoi???” ‘Onmiddellijke stopzetting van het abonnement wegens overlijden’, zo simple was het! De omgekeerde wereld, een medewerkster van een gigantisch bedrijf als Belgacom/Proximus die een vertaling aan een klant vraagt??! Geen haar op het hoofd van deze Belgische Franstalige medewerkster had eraan gedacht om ook maar iemand om een vertaling te vragen van wat er voor haar neus stond. “Oewat ikke niet verstaan, moet ik niet veroewerken n’est-ce pas!” Bedankt Belgacom/Proximus voor Uw competente medewerkers!

Als kers op de taart, wil ik jullie zeker ‘The amazing story of the American Kafka’ niet onthouden.

Mijn neef en nicht, Glendon en Marie-Louise kwamen samen met hun kinderen, na een vermoeiende vlucht heel laat op de avond, in Amerika aan. Het was elf uur ’s avonds. Het restaurant van het hotel was al gesloten en de room service niet meer voorhanden. Zij hadden nog geen huurauto en alle eetgelegenheden in de directe omgeving hadden hun rolluiken al geruime tijd neergelaten. Zelfs de fastfoodketen aan de overkant van de straat had alle lichten uitgedaan en zat niet meer te wachten op de legen magen van deze Belgische toeristen. Geen nood, de fastfoodketen bezat een drive in restaurant, open 24h/24h. Glendon en zijn zoon gingen te voet tussen de wachtende auto’s aanschuiven. Aan het kastje plaatsten ze hun order. So far so good! Toen ze aan het doorgeefluik van de drive in kwamen, hadden ze pech. Mister American Kafka, was juist aan zijn nachttaak begonnen. “Sorry Sir, where is your car? Waar is jullie auto?” “We just arrived en wij hebben nog geen huurauto, what’is the problem?” “The problem is Sir, dat ik, volgens our Insurance policy geen maels mag afleveren aan mensen zonder auto!” Alle mogelijke argumenten van het naar eten snakkende duo, werden van het menu gevaagd. Glendon babbelde zich blauw maar de afhaalidioot was niet te vermurmen: “No car, no food!”. Met een gebaar van ‘please leave the area Sir’ zagen de twee Belgen, de voor hun ingepakte fastfood zak in het hokje van de kassa verdwijnen. Ondertussen had er zich al een hele file auto’s gevormd  met hongerige en op vettig eten verlekkerde mensen. De eerstvolgende wagen reed tot voor het loket. De bestuurder draaide de raampjes aan beide zijden van de auto open en riep mijn neef en zijn zoon. Zij moesten zich naast de auto, langs de kant van de medepassagier opstellen. Vervolgens vroeg de Amerikaan de bestelling van Glendon aan de halfgare nachthulp. Deze schoof, zonder mopperen, het ingepakte nachtelijk diner door het raampje van de auto. De bestuurder gaf de zak aan zijn medepassagier, die vervolgens de waarschijnlijk ondertussen koud geworden hap aan Glendon en zijn zoon gaf. Op dezelfde manier werden de dollars ter betaling door de beide autoraampjes, van Glendon opnieuw aan de medereiziger, vervolgens aan de bestuurder en dan aan de fastfood medewerker gegeven. Het wisselgeld ging langs hetzelfde traject opnieuw de andere richting uit. “Sorry Sir, rules are rules!”  

 

 

08-11-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (1)
31-10-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VALENTINA OLIVIA WHAT'S IN A NAME
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het is nog pikkedonker als ik de telefoon hoor. Heel ver weg hoor ik het geluidje en juist als ik uit mijn droom naar half waaktoestand overschakel is het bellen gedaan. Nog eventjes dommel ik terug in, maar na een tijdje begint het gerinkel opnieuw. Samen met het geklingel gaan mijn innerlijke alarmbellen af. Angst klemt eventjes rond mijn slaperig hart, want telefoons zo vroeg op de ochtend, betekenen meestal miserie.

Ik strompel naar de telefoon en hoor ineens de van adrenaline overslaande stem van mijn zoon

“Gelukgewenst bompa en nana, jullie kleindochter is al geboren, bijna een maandje te vroeg, maar alles is erop en eraan en met mama is ook alles OK” Mijn juichkreet stijgt op. Mijn slaapdronken man staat ineens klaar wakker naast mij en wil ineens alle details horen. Hoe heet mijn kleindochter….VALENTINA !

Valentina, een naam, die als een parfum bloemengeur van Valentino ons leven   binnenzweeft.

Valentina, een naam met een belofte aan romantische 14 februari feestjes.

Valentina, die onmiddellijk doet denken aan zonovergoten italiaanse vakantiedagen.

Valentina dove sei, (waar ben je) Matteo non in aqua (niet in het water)…Ik zie het al helemaal voor mij !

Lieve schat ik zal je eens proberen uit te leggen wat voor familie verwarring er allemaal kan ontstaan met namen.

Ik probeer je gewoon je papa’s en mijn tak van de familiestamboom te schetsen en dan zwijg ik nog van je mama’s kant.

Het begon allemaal met je over overgrootvader Franciscus, die ze gewoon Franske noemden, mijn vava.

Je over overgrootmoeder heette Sidonie, maar zij werd overal, ons Nie genoemd, mijn moemoe.

Franciscus-Franske en Sidonie- Nie kregen een dochtertje, Leonie, maar dit werd snel Nieke of Nini. Zij was mijn mama en dus de bomma van je papa, maar voor Matteo werd ze bomma Kiel, omdat ze daar woonde.

Je tweede over overgrootvader werd als Ferdinand geboren, maar dit verkortte men snel naar Nand, mijn bompa.

De andere over overgrootmoeder was een Louiza, maar iedereen zei gewoon Wis tegen haar, mijn bomma.

Wel Ferdinand-Nandje en Louiza-Wis hadden ook twee kindjes, de eerste was een Petrus, die men Pierre noemde. Hij was mijn papa en dus je papa’s bompa.

Pierre was ook een grote broer, zijn zusje heette Maria. Maar Maria werd al snel vervangen door Mariette. Mijn tante Mariette.   Toen tante Mariette haar man leerde kennen, vond zij haar naam ineens niet mooi meer en transformeerde zij zichzelf in een Suzy, dus mijn tante Mariette werd ineen mijn tante Suzy. Toen tante Suzy grootmoeder werd, gingen haar kleinkinderen bomma Boechout zeggen, naar het dorp waar zij woonde. Vermits dit veel te lang was, verkortte men dit naar BB. Om alle misverstanden met de franse sexy pin up Brigitte Bardot te vermijden, werd dit later bibi. Gelukkig heb ik maar één tante, want ik vond het destijds al moeilijk genoeg !

Hé Valentina, non nel sonno..niet in het slaap vallen, want er komt nog meer !

Mijn tante Mariette-Suzy huwde met Lodewijk, in de volksmond Louis. Mijn nonkel (oom)Louis had op zijn beurt een zus, die heette Jeanne, eerst Janneke en later Janci genoemd, die kon het verkleinwoord van Louis, Lowietje niet uitspreken. Zij sprak altijd van Witje. Met het gevolg dat mijn nonkel Louis ineens Ome Witje werd. Om de één of andere onverklaarbare rede werd Janci als grootmoeder plots mamadoes genoemd.

Valentina, proseguire con la lezione, bij de les blijven. ’t Is nog niet gedaan hoor, niet indutten !

Leonie-Nini en Petrus-Pierre kregen ook een schattig dochtertje, dat was ik, jouw Nana. Ik heet eigenlijk Simone, maar de helft van de familie en vriendenkring noemt mij Sim. Ik had geluk, want mijn moemoe vond dat ik Sidonie moest heten ! Stel je voor…

Toen ik grootmoeder werd van jouw grote broer, vond ik bomma zo ouderwets klinken,dus ging ik op zoek naar een leukere naam. Matteoke noemt mij nu Nana, zoals de oma’s en bomma’s in Amerika. Dus voor jou, kleine schat ben ik ook Nana.

Jou Nana was vroeger gehuwd met Leon, de man die zich door jullie nu Don Leon laat noemen; Dit klinkt ook Italiaans maar het doet mij steeds een beetje aan de Siciliaanse maffia tak van de spaghettivreters denken.

Nana hertrouwde met jouw bompa, Raymond, maar veel mensen noemen hem Mon, of Monneke.

Hé, Valentina, waarom geeuw je, io ti annoio, verveel ik je ?

Nana en Don Leon kregen een zoontje, jouw papa Tom, en Tom bleef gewoon Tom.

Tom werd verliefd op jouw mama, Wendy. En Wendy bleef gewoon Wendy.

Dus we dachten dat de warboel van doop- en roepnamen nu eindelijk van de baan was.

Dag Jan…

Je mama heeft ook een grote broer, Dominique, die zichzelf snel tot Nick omdoopte.

Jouw mama en papa kregen eerst jou broertje Matteo, niet Mateo, niet Matheo, maar met twee tt’s. Een fantastische Italiaans klinkende naam. Dat kan later dan een Matt of een Teo worden.

Het tweede kindje moest ook Italiaans klinken.

Valentina, misschien wordt je een Val of een Tina. Maar jouw ouders brengen nu nog meer verwarring in het circus, je heet Valentina Olivia. Ik begin er niet meer aan, deze stamboom chaos is al complex genoeg.

Mijn twee Italiaans klinkende wondertjes, Matteo is mijn grootste schat en jij bent sinds woensdag mij allerkleinste schat, mijn pakketje liefde !

Je moet je van al dat geharrewar en gegoochel met namen totaal niets aantrekken, twee woordjes moet je supersnel leren….MAMA en PAPA en misschien wat later…..nana.

 

 

31-10-2014 om 09:46 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (2)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OVER HIGH-TECH, TV FANATEN, DIGIBETEN EN OUDERE MAMA'S
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Enkele maanden geleden kregen wij van onze provider Telenet een brief. Ons vertrouwd digiboxje moest vervangen worden. Telenet verwachtte van al zijn klanten, dat ze niet meer gewoon, maar met zijn allen in HD (High Definition) televisie zouden kijken. Dus mochten wij gratis onze nieuwe HD box in een van hun winkels afhalen. Voor de meeste senioren klinkt elke verandering in het High-Tech bestand als een rampscenario. In een donkere hoek van onze living staat een trapeziumvormig kastje. Hierop staat de televisie. In het kastje staan de dvd recorder met daarboven het digiboxje. Onderaan in de kast, achter de deurtjes bevinden zich de radio en de cd speler. Alle elektriciteitssnoeren, scart kabels, verbindingen naar luidsprekers, aansluitingen naar het internet en digitaal kijken wurmen zich door een 7 centimeter cirkelvormig gaatje door de achterwand . Achter de kast bevindt zich een kluwen van snoeren, adapters, verstekdozen en een scart verdeelbox. Geen kat die nog wist hoe de vork aan de steel zat. De omwisseling van de digiboxen werd dus zo lang mogelijk uitgesteld. Manlief sputterde al op voorhand: “Stel je voor dat het mislukt en ik straks al het voetbal moet missen!” De complete technische analfabeet die al lang blij was als hij ’s avonds de televisie en digibox zonder problemen kon opstarten en zappend de avond doorbracht, sloeg al in paniek. Eens het zomerse voetbal voorbij en op risico van afsluiting van het net, moesten wij dan toch zonder verder uitstel de Telenet koe bij de horens vatten.

Ik trok de verouderde digibox uit de kast en tekende, voor alle zekerheid op een papiertje, hoe alle aansluitingen in elkaar zaten. Ik schoof het televisiekastje zoveel mogelijk uit de hoek, wiebelde met de digibox om het juiste snoer via het kleine gaatje uit het stopcontact te halen. Alle connecties van en naar de Telenet wandcontactdoos en de scart aansluiting uit de dvd recorder werden met enige twijfel uit elkaar gehaald. In de Telenet winkel kregen wij een grote doos met een spiksplinternieuwe HD digibox inclusief allerlei vreemde snoeren. Terug thuis plugde ik in het donkere hoekje al de kabels en de scarts op identieke wijze terug in de moderne digitale aanwinst. Wonder boven wonder leek alles terug te functioneren! De televisie gaf volgens ons een dieper beeld, de dvd recorder nam programma’s op en speelde ze zonder problemen af. Yes, Yes! Mama had het voor elkaar!

De volgende zaterdag kwam zoonlief en familie naar ons afgezakt. Ik vertelde vol trots hoe ik onze nieuwe HD digibox zonder problemen helemaal alleen geïnstalleerd had. Kleinzoontje wilde tekenfilms kijken en mocht van ons de televisie aanzetten. Zoonlief bekeek het scherm en verklaarde dat onze televisie helemaal geen HD signaal doorkreeg. Hij vroeg of we geen HDMI kabel meegekregen hadden. Voor ons technische klunzen klonk dit als Chinees, HDMI nooit van gehoord! In de lege Telenet doos zaten inderdaad nog een paar niet gebruikte en voor ons totaal overbodige snoeren. Zoonlief zou dit eens eventjes, ongevraagd, voor ons in orde brengen. Mijn zoon, de jongere generatie, die opgegroeid was met de computer, de tablet, het internet, de smartphone, games, apps en het volledige digitale aanbod zou zonder problemen alle High-Tech problemen eventjes voor ons oudjes oplossen! Vol vertrouwen bekeek ik het wonder der techniek dat ik 37 jaar geleden op de wereld gezet had. Hij wurmde zich met zijn 1,84 m achter het televisiekastje en trok alle scart verbindingen uit. Hij zwoegde in de donkere hoek met de kabels die als een hoop wormen door het kastgaatje naar buiten bengelden en plugde de HDMI kabel in. Vol trots zei hij: “Zie je nu mama, dat is nu HD resolutie!” Manlief en ik bekeken het televisiebeeld, maar konden geen verschil zien tussen de weergave van voorheen en die van nu…Om niet als twee complete idioten door te gaan, hielden wij onze commentaar binnensmonds. “Oké, zoontje, goed hoor, maar functioneert onze dvd recorder nu nog?” Nee dus, het ding weigerde alle commando’s. Zoonlief glimlachte: “Geen probleem hoor, ik fiks dat wel eventjes!”. Drie uur later hoorden wij zoonlief vanuit het donkere hoekje grommen en tandenknarsen. Onze persoonlijke familiale technicus worstelde nog steeds met allerlei scart kabels. Hij zweette als een otter, zijn hemd kliedernat van onmacht. Als wij hem vroegen om alles dan maar terug als voorheen aan elkaar te schakelen, zagen wij de frustratie als een domper over hem heen vallen. Dat was nu juist het probleem… Hij kreeg de boel niet opnieuw aan de praat. Wat een anticlimax, voor ons beloofde dit pure ellende. Als zoonlief met zijn kroost en een enorm grote berg schuldgevoel terug naar huis reed, was manlief zijn enige commentaar: “Nu kan ik het voetbal niet meer met de dvd recorder opnemen en dus zal jij verplicht worden, om twee avonden na elkaar, rechtstreeks mee naar de match te zien!” Later die dag kregen wij van zoonlief een sms met: “Sorry mama, zal ik morgen terug langskomen om het alsnog in orde te brengen?” Manlief reageerde: “Ach je deed het alleen om goed te doen. Je mama zal het wel terug in orde krijgen en indien niet, dan kom je volgend weekeinde maar eens terug wat knoeien.” ’s Nachts lag ik te woelen; kabels, elektriciteitssnoeren, scart kabels en verdeeldozen hielden mij uit mijn slaap. Niet dat ik zo’n televisiefanaat ben, maar iets wat voorheen wel functioneerde, moet kost wat kost, ook nadien op identieke wijze werken. Van zondagavond tot donderdagnamiddag ploeterde ik, als een bezetene, telkens een paar uur aan de verbindingen van het digitale kijkgenot. Duizend mogelijkheden waren er: Scart bovenaan in de dvd recorder, dan weer onderaan erin, van digibox naar dvd recorder, van televisie naar scart verdeelbox, van scart splitter naar digibox. Snoeren en kabels moesten steeds opnieuw door dat pietepeuterige gaatje in de achterwand van de kast gefoefeld worden…! Ik was volledig het noorden kwijt en wist allang niet meer welk snoer bij welk toestel hoorde. Ik kroop op mijn knieën, als een blinde, in het donkere hoekje achter het televisiekastje rond.. Manlief, de grootste digibeet ter wereld gaf, bovenop alle miserie, nog wat nutteloze aanwijzingen: “Moet je de instellingen op de televisie misschien veranderen?” Ik zweette peentjes, mijn haren kleefden op mijn hoofd en de transpiratie liep onder mijn oksels vandaan recht mijn bustehouder in. Ik klom achter het kastje vandaan en trok mijn doorweekte trui over mijn hoofd. Manlief, die zich gezellig op de bank geïnstalleerd had, keek op uit zijn weekblad en beweerde glimlachend: “Ja, ja, lui zweet is rap gereed!” Eventjes wou ik mijn eigenste ‘stuurlui aan wal’ een mep verkopen. Ik dreigde ermee een Telenet technicus te laten komen, maar de in mijn ogen 85 Euro weggegooid geld gaf de doorslag en ik verdween terug richting snoeren en kabels. Wat een afknapper! De drie afstandsbedieningen werden om beurt in- en uitgeschakeld, de televisie werd aan- en weer uitgezet. Op de dvd speler werden tevergeefs de knoppen “record” en afspelen ingeduwd. De digibox flikkerde aan en uit. De hoeveelheid aan mogelijkheden dreef mij tot waanzin. Het zweet druppelde in mijn bilspleet. Ik strompelde achter de kast vandaan en stroopte mijn broek van mijn lichaam. In bh en onderbroek glibberde ik terug naar mijn claustrofobisch donker kamerhoekje. Alleen mijn naakte billen staken naast de kast omhoog. Manlief keek verwonderd naar deze striptease. Hij grijnsde: “Als we die toestellen dan toch niet aan de praat krijgen, is dit misschien wel een even, zij het niet een veel leuker alternatief dan televisiekijken!” Juist als mijn opgekropte frustratie als een vulkaan wou uitbarsten, stak ik de juiste scart in de juiste opening.

Halfnaakte High-Tech mama had het voor elkaar gekregen!

Als onze provider Telenet en zoonlief nog eens iets weten…

 

Sim                         Edegem 31 oktober 2014

31-10-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
24-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE ARK VAN BOMPA
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De twee eerste weken van juli 2014 stonden wij met onze rijdende villa op camping De Schatberg te Sevenum in Nederlands Limburg. Onze kinderen en kleinkinderen huurden hier een huisje en hoopten op twee weekjes zomer samen met bompa en nana. Wat als een mini hittegolf begon, ontaardde na drie dagen in een complete zondvloed.

Geen malse zomerregen maar grote dikke druppels trommelden onophoudelijk op het dak van de caravan en de chalet. De regen gutste non stop in de buitenzwembaden en de vijver. Stilaan werden er mini riviertjes op de paadjes tussen de kampeerplaatsen gevormd . Na een oorverdovend onweer regende het hier vervolgens zonder ophouden pijpenstelen !

Al na de eerste hevige bliksemschichten en grote donderknallen stroomde er een beekje door onze voortent. Ons grondzeil dobberde op de blubbermodder.

Iedereen zocht een doel om de constante regen te negeren. In de binnenspeeltuin en het binnenzwembad was het dus super druk. Langs de rand van het zwembad stonden twee grote boxen waar muziek uitdonderde. Zelfs dit oorverdovende lawaai werd door het gejoel en gekrijs van de jonge zwemmertjes overstemd.. Spelletjes en boeken werden bovengehaald, maar waren maar een magere troost voor alles wat De Schatberg te bieden had.

De moraal van onze kinderen zakte zachtjes aan naar het nulpunt. Eén dag non stop regen was nog te overbruggen, twee dagen continu water uit de hemel was nog met spelletjes op te vangen, maar drie dagen zeiknat rond ploeteren, was om een depressie vragen. Vakantie aan het water, alle plannen vielen letterlijk in het water. Onze kleindochter van 6 maand trok er zich nog niets van aan. Zij kraaide van plezier als je in haar buikje prikte, kiekeboe deed en haar op tijd en stond eten voorhield. Onze kleinzoon van zeven, stapte zonder nadenken door de grote plassen, zodat zijn schoenen en kousen door en door nat werden. Hij vond het echt vakantie als hij twee ganse dagen en nachten bij bompa en nana in de caravan mocht logeren en er onverdeeld alle aandacht kreeg, die hij nu met zijn mini zusje moest delen. De verwarming in de chalet werd aangezet want niets droogde nog. Mijn keukenhanddoek hing al drie dagen tevergeefs wapperend op het rekje te drogen. De voortent veranderde stilaan in een droogkuis. Op elke stoel, op de tafel, overal hingen handdoeken, zwembroeken, badpakken en regenjasjes tevergeefs uit te lekken.

Toen het constante geroffel van de regen overging naar zachte miezerige regen waren we al tevreden en als de nattigheid een half uurtje overbleef, werden wij bijna euforisch.

Zelfs ik kon het niet opbrengen om optimistische en leuke verhaaltjes te schrijven.

Wij besloten dan ook en famille voortijdig de boel op te breken en thuis in onze warme droge huizen de vakantie uit te zitten.

Toen we inpakten hebben wij meegenomen ; 2 eenden, twee mussen, twee eksters, twee vliegen, twee oorwurmen, twee muggen, twee slakken, en na enige twijfel, twee regenwormen. Zo heeft men destijds toch ook de zondvloed overwonnen !

 

Sim                                                         Edegem, 24 juli 2014

 

 

 

 

 

24-07-2014 om 18:20 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:columns
>> Reageer (0)
18-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIVA WOODSTOCK !
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nadat manlief en ik, bijna een kwart eeuw geleden, voor de eerste keer een hele verre reis gemaakt hadden, kwam bij mij het idee op, om onze vrienden hiervan mee te laten genieten.

Vanaf dan organiseerden wij elk jaar een avond, met op de achtergrond de diashow en de aangepaste muziek van het eerdere reisdoel. Onze living werd omgetoverd en vrolijk versierd met allerhande souvenirs, herinneringen, dekens en vlaggen. Ik kocht de meest uiteenlopende kookboeken en kookte een diner bestaande uit de traditionele gerechten van het door ons bezochte land.

Voor onze vriendenkring was er maar één voorwaarde aan verbonden : zij moesten, net zoals wij, gekleed komen in de klederdracht van ons vakantieland. Zij mochten er geen geld tegenaan smijten, geen kleding gaan huren, maar hadden van het ene tot het volgende verlof, de tijd om overal bij vrienden en kennissen, op zolders en in verkleedkoffers, naar de nodige kleding en objecten te zoeken. Het werd een volledige bezigheidstherapie Al na de eerste keer was deze verkleedpartij een geweldig succes. Zo kwamen er na onze Mexico reis, drie mariachis met gitaar over de drempel, die geen van allen één noot muziek konden spelen. Na de nodige Margarita’s ging het gitaargetokkel van heel slecht naar nog slechter.

Na Vietnam, kwamen zowel Vietnamese verkoopstertjes als GI soldaten springrolls eten en na het Indische etentje, stonden alle monden in brand van het spicy voedsel ! Na Peru had iedereen wel een veel te klein hoedje op de kop gedrukt en werden de fleeche dekentjes als jassen gedrapeerd. Na de Egypte reis, vonden de kameraden ook links of rechts djellabas, die dan opnieuw dienst deden met de Marokkaanse avond. Plezant feit was, dat toen er aangebeld werd, manlief en ik geheel verkleed, hij met een djellaba en een grote donkerblauwe tulband en ik met een boerka over mijn hoofd, met op de achtergrond luide Marokkaanse muziek, de voordeur opentrokken.

Op de dorpel stonden er geen vrienden, maar twee Getuige van Jehova, die de schrik van hun leven beleefden…en die, toen ze zagen, dat wij van de slappe lach niet meer bijkwamen, rechtsomkeer maakten met de vermelding “dat ze later nog wel eens zouden terugkomen”…Sindsdien gaat er in Vlaanderen het verhaal, dat het schandalig is, dat men zelfs in de mooie huizen van Edegem, asielzoekers onderbrengt, die helemaal niet willen integreren !

Toen onze reisdoelen wat minder ver werden, kwamen alle Europese landen aan bod. Een Tiroleravond, een Grieks diner, en een Italiaanse avond, waarbij ik de genodigden vroeg om als Romeinen verkleed te komen. Elk jaar opnieuw was het grote hilariteit als de verkleedpartij begon en de vrienden zich twee per twee lieten bewonderen.

Na een aantal jaren in dezelfde Europese landen rondgetoerd te hebben, werd de creativiteit er wat minder op en waren wij al tevreden als de minder fantasievolle makkers in de kleuren van de vlag van het reisdoel, uitgedost waren. Vorig jaar toerden wij voor de zoveelste keer alleen in Frankrijk rond. Rood, wit, blauw, alpinopetten, olijven, tapenade, baguette,franse kazen,sloten wijn en profiterolles, we hadden het al allemaal eens gehad. Er moest dus, wilde het nog interessant blijven, dringend aan het project gesleuteld worden. Dit maal kwamen de kameraden zelf met alle mogelijke alternatieven. Ze wilden nog lang niet stoppen met de bijeenkomsten en zagen er jaar na jaar naar uit, om eens goed te lachen !

Eén van de voorstellen was een “flower power, hippie avond”.

Zoonlief kreeg de opdracht om voor de nodige hippie en “Woodstock”muziek te zorgen. Een uitnodiging uit naam van Sonny en Cher werd verstuurd met de vraag alle wiet en LSD thuis te laten, en vorige week was het dan zover. Terwijl “if you’r coming to San Francisco, be sure to ware some flowers in your hair” door de gang galmde en ons volledig huis naar Patchuli stonk, kwamen de overjarige hippies één voor één aan. Het was ongelofelijk hoe zij weer allemaal hun best gedaan hadden om de hippie tijd weer tot leven te brengen. Wapperende rokken, bloemen in het haar, grote flaphoed en brede olifantenpijp-broeken. Spandoeken met “make love not war” en overal vredestekens. Mannen met pruiken met lange haren, linten en sjaals rond het hoofd. Manlief had zelfs een hele grote zelfgerolde sigaret in zijn mond, waar hij voorin wat mos uit de tuin gestoken had. Tijdens het aperitief, zongen we mee met Joan Baez, “we shall overcome”en Monday Monday van de Mama’s en de Papa’s. Toen ik het diner op tafel zette, bekeek ik onze troep vrienden nog eens goed. Het leek wel of ik de oudere versie van de Rolling Stones aan de tafel had !

Over één ding waren wij het allemaal grondig eens…konden wij de klok maar terugdraaien en het allemaal nog eens overdoen, zonder beginnende diabetes, zonder stramme botten, zonder dikke buiken, dubbel kinnen en alle mogelijk bobokes die de kop opstaken in het ouder worden ! Maar we doen voort, zolang we het kunnen en het nog leuk is..

Op 1 mei vertrekken wij met onze rijdende villa richting Madrid, dus Olé, Olé haal jullie castagnetten, waaiers en toreadorkostuumpjes maar boven water..’t zal Spaanse avond worden, jullie zijn gewaarschuwd !

 

Sim

 

Bijlagen:
DSC_0017.jpg (79.6 KB)   
DSC_0030.jpg (130.6 KB)   
IMG_2188.jpg (53.3 KB)   
PICT0004.jpg (56.6 KB)   
PICT0040.jpg (46.6 KB)   

18-04-2014 om 00:00 geschreven door Sim  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:allerlei leuke verhalen
>> Reageer (1)


Inhoud blog
  • SARZUELA
  • CALIMA, CORONA EN GUAPA, GUAPA
  • ALAAF, ALAAF
  • SCHEEFPOEPERSFEESTDAG
  • BREXITVRIJGEZELLENFEESTJE
  • TERREURUITKERINGKJE
  • OVER EUTHNASIE, VOETBALPLEZIER EN REGERRGEILHEID
  • PECHVOGELS
  • AAN ALLE LEZERS EEN FIJNE KERST EN EEN GELUKKIG 2020 !
  • EN ZO LANG DE SINJOREN BESTAAN, ZAL ANTWERPEN NOOIT NIET VERGAAN...
  • KIJK, DE MOON SCHIJNT DOOR DE BOMEN
  • WIJ ZIJN WEG VAN JOU
  • ROCCO EN DE AIRCO
  • THE KILLING FIELDS
  • SCHIPPER MAG IK OVERVAREN?
  • IEMAND EEN FRANS OOR AANNAAIEN
  • DOOR EEN VEEL TE ROZE BRIL!
  • 'T WAS NACHT, 'T WAS NACHT, 'T WAS MIDDEN IN DE NACHT!
  • R.I.P.
  • REIS ROND DE WERELD IN TACHTIG DAGEN
  • HET NIEUWE PASEN
  • BRAINSTORMEN ROND DE REDACTIETAFEL
  • TABLEAU VIVANT CANARIAS
  • TINDERITIS
  • DE TEN-BEL WACHTTOREN
  • WE HEBBEN DE WIND IN DE ZEILEN.
  • WIE HET SCHOENTJE PAST
  • DONDERDAGNAMIDDAGHOBBY
  • NIEUWJAARSNACHT IN THE HELL HOLE!
  • HET GELE HESJES GOEDE DOEL
  • DE FEESTDAGEN STAAN VOOR DE DEUR
  • 33 GRADEN WEG VAN MEKKA
  • IEDER ZIJN HOBBY
  • DONOR IN THE DARK!
  • MISS CAMPING LE FLORIDE ET L'EMBOUCHURE LE BARCARES
  • DE KOGEL IS DOOR DE KATHEDRAAL !
  • HET JETLAGUURTJE
  • MIJN HERSENS KRAKEN VAN ONGELOOF!
  • WE ARE BELGIUM!
  • WAT RIJMT ER OP STENT EN OP EEN FLUITJE VAN EEN CENT?
  • MOET ER GEEN ZAND ZIJN?
  • DE SCHAAMTE VOORBIJ!
  • DE POLITIE, UW VRIEND!
  • EERSTE MIRAKEL VAN SIM DUIDELIJK MISLUKT
  • HET EERSTE MIRAKEL VAN SIM
  • VLAAMS TELEVISIEAANBOD VOOR GEESTELIJK GESTOORDEN...
  • #TATTOEDELOE
  • OUVERTURE 1812
  • DE ANTWERPSE BURGEMEESTER BART DE WEVER WOENSDAGAVOND MET SPOED NAAR HOSPITAAL!
  • EEN COLA LIGHT OF EEN COLA ZERO NO SUGAR AUB.
  • ER ZIJN GEEN ZEKERHEDEN MEER IN HET LEVEN!
  • #MIETOE
  • MON FRANCAIS PREFERE...
  • HET KUNNEN NIET ALLEMAAL JOVIALE KAMPEERNEDERLANDERS ZIJN...
  • KWAK KWAK, DIE EEND IS DOEIT!
  • SATELLIET TELEVISIE OP REIS
  • DE RARE KAPSELOORLOG
  • TROUBLE IN PARADISE
  • VAN DE PRINS GEEN KWAAD WETEN
  • VAN DIE BOER GEEN EIEREN!
  • DE HEILIGE KOE
  • STRINGELING
  • WANNEER GAAN 'DE GELOVEN' ER EINDELIJK AAN GELOVEN?
  • PANIEK IN MANDAATJESGRAAIERSLAND
  • CANARISCHE PISPALEN
  • TERUG VAN WEGGEWEEST
  • PAISAJA LUNAR HET MAANLANDSCHAP
  • IK BEN DUIDELIJK EEN EMOTIONELE ETER!
  • LIEFDESVERKLARING OP EEN STEUNPILAAR ONDER DE BRUG VAN DE AUTOSTRADE
  • ZIEKENHUISBLUES
  • BEJAARDENGYMNASTIEK
  • Săptămâna trecută în ziare, vorige week in de kranten
  • RODE NEUZEN DAG KOMT VOOR HAAR EEN HALVE EEUW TE LAAT
  • IK MAAK GRATIS RECLAME VOOR DE GEHOORAPPARATEN VAN LAPPERRE, AUDIONOVA, HANS ANDERS EN AMPLIFON
  • PLAS-PIS-POEP EN KAKCONTRACT BIJ ONZE NOORDERBUREN
  • EEN HAAR IN DE BOTER
  • DE EEN ZIJN DOOD IS DE ANDER ZIJN BROOD
  • PEUMPERZWEUDEN
  • HET IS DE WIND MIJN KIND
  • DROMENVANGER GEZOCHT
  • CARAVAN MET EEN ECHO, MET EEN ECHO, MET EEN ECHO
  • ZAKKENVULLER
  • OUDERSCHAPSEXAMEN MISSCHIEN EEN GOED IDEE?
  • AUTOVRIJE ZONDAG IN BRUSSEL
  • HOW MUCH IS THAT DOGGY IN THE WINDOW?
  • HELAAS PINDAKAAS
  • SLAAP TOERISTJE SLAAP
  • DE WERELD SCHOKT EN SCHUDT
  • VIVE LE ROI, VIVE LA BELGIQUE
  • OVER ARTRITISNEKKEN, REUMADUIMEN EN VIRTUELE FIGUURTJES
  • SPROOKJES BESTAAN NIET!
  • ZOEKEN JULLIE EEN REISBIJSTAND IN HET BUITENLAND??
  • DE OUVERTURE VAN WILLEMCAMPERTELL
  • STOELENDANS
  • COMMUNAUTAIRE STRUBBELINGEN OP EEN FRANSE CAMPING
  • NOIR AVEC PARFUM DE PIPI
  • KUDDEGEESTSYNDROOM
  • WHY WHY WHY DELILAH
  • HEMELEN
  • SPAARCENTEN

    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Cornelis Sim, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Sim.
    Ik ben een vrouw en woon in Edegem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerde secretaresse.
    Ik ben geboren op 17/12/1951 en ben nu dus 72 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Reizen, lezen, schrijven, fotografie en koken.

    Foto

    Foto

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Categorieën
  • allerlei leuke verhalen (4)
  • columns (199)
  • humor (0)
  • kleinkinderen (1)
  • vakantie (6)
  • vrouwen (1)

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!