Gipsen sint-Maartenbeeld. Sint-Martinuskerk te Retie. De heilige als bisschop van Tours. Hij geeft een bedelaar een geldstuk. In 1998 verplaatste men dit beeld van de middenbeuk naar de noorderkruisbeuk, links.
En daar laaien de vlammen boven onze hoofden!
Begeleid door muziek en oude gilden rijdt sint-Maarten naar het gemeentehuis.
Sint-Martinus en de bedelaar. Zeer beroemde schilderij van El Greco.(1541-1614)
Toen heette de Markt nog "Groote Plaets."
Een eenzame fietser voor de kerk. Nog geeneens zo lang geleden!
Drie dikke vrienden poseren op de tramrails. Toen kon dat nog!
Onze statige "sinte-Mettenkerk" rond de eeuwwisseling.
Binnenzichten. Onze sint-Martinuskerk. Anno 1900.
Binnenzicht Sint-Martinuskerk. Retie. Zicht op het oude orgel. (ca.1940)
Binnenzicht sint-Martinuskerk te Retie. Omstreeks 1950.
H.Hartbeeld voor de kerk te Retie. Ingehuldigd in 1925.
Even poseren voor onze ferme kerk van sint-Job! Schoonbroek. (Omgeving van Rethy.) Begin 20ste eeuw.
Sint Job, 16de eeuw. Sint-Martinuskerk Heeze. Dit beeld is op 28 jan. 1976 gestolen!
Sint-Job bedekt met zweren.
Colmar. Glasraam 1910.
Aalst. Sint-Maartenskerk. Glasraam.
Alfred Ost. ( 1884 - 1945 ) Sint-Maarten. Pentekening in Oostindische inkt, grijs gewassen.
Luxueus! Dat is het minste dat je kan zeggen van deze medaille. Op de voorkant de manteldeling van sint-Martinus. Ontwerper: Ed. Grielens.Gemeente Beveren. Op de achterkant: " Onderlinge bijstand. Beveren Waas. Vlaggefeest. 17 mei 1896." Prachtig "bekroonde" medaille.
Martinus Van Herck. Echtg. Maria Cath. Staes. Rethy 1793 - 1864.
Martinus Moelans. Echtg. A. C. Mermans. Rethy 1784 - 1863.
Martinus Vos. Echtg. E. Brusseleers. Rethy 1834 - 1870.
Martinus Melis. Echtg. A. M. Marien. Rethy 1821 - 1876.
Martinus L. Mertens. Kandidaat-Notaris. Rethy 1853 - 1877.
Martinus Staes. Wed. T. Slaets. Rethy overl. 1878. Bijna 83 jaar.
Martinus Staes. Rethy overl. 1879. Vierenzestig jaar oud.
Martinus Hoskens. Rethy overl. 1879. 82 jaar oud.
Martinus Meulders. Weduwnaar M. Nijs. en A. C. Deckx. Rethy, overleden 1895, 73 jaar oud.
Martinus Van den Bergh, Rethy - Schoonbroek. Overleden in 1889. Ouderdom: 64.
Martinus L. Staes. Echtg. A. C. De Bie. Overl. Rethy 1894. 53 jaar oud.
Martinus Van Herck. Overl. te Rethy 1891, op 76 jarige leeftijd.
Martinus Smets. Rethy 18?7-1907.
Martinus Truyens. Weduwnaar M. Van Hout. Rethy 1839-1917.
Nog een oud doodsprentje.
Aegidius Huygen. ex Desschel. 1 oktober 1821.
Geboren te Desschel in 1761. Ging in 1783 de abdij van Postel binnen. In 1787 er tot priester gewijd. Prior daar in 1791. Oorlogsperikelen verjoegen hem uit zijn geliefde abdij. Eerst de troepen van de Verenigde Nederlanden, later het Franse leger. Rebellerende sansculotten lieten hem voor dood liggen. Hij herstelde en vluchtte. Keerde terug. In 1796 weer uit Postel verdreven door de kloosteropheffing. Weer terug in 1801 na heel wat omzwervingen. In 1813 werd hij door het aartsbisdom Mechelen tot pastoor in Arendonck benoemd. Daar stierf hij na een zeer bewogen leven op 1 oktober 1821.
Zeldzaam perkamenten Antwerps prentje uit de 17de eeuw. Op de voorkant de heilige Dominicus met zijn gekende attributen: Als dominicaan, lelietak, hond met fakkel in de bek, O.L.V. geeft hem een rozenkrans.
Prachtige Franse medaille van Georges Crouzat. "Secours Catholique France."
Martinus Deckx. Echtg. I. Janssens. Rethy 1841-1901.
Biljet van de loterij van Winterhulp in 1941. Manteldeling duidelijk naar het schilderij van van Dijck. Links en rechts van sint-Martinus staan groepjes mensen te wachten op hulp. Derde snede. Groene kleur. Het vijfde: 10 fr.
Een ander lot van Winterhulp. 5de snede. Blauwe kleur. Alleen de manteldeling centraal. Geen andere figuren. 1941. Let op de "symetrische" tweetaligheid! Het vijfde: 10 fr. Ontwerper: R. Warnotte.
Secours d'hiver - Winterhulp. Een biljet van 50 fr. 1944. Manteldeling in het midden. Eén schijf. Bruine kleur. Ook dit ontwerp is van R. Warnotte.
Lot Winterhulp uit 1942. Manteldeling in zuilengalerij.
Sint-Martens-Lennick. XVde eeuw. St.- Martinus.
Début XVIIe siècle. St.-Martin. Beek. Prov. de Limbourg.
Saint Martin de Sint Kwintens Lennik. Postkaart met zegel van Winterhulp. Zelfde beeld op zegel en kaart. Afgestempeld op 21-06-42. St.Kwintens-Lennik.
Saint Martin de Dave. Postkaart met zegel Winterhulp. Zelfde beeld op kaart en zegel. Afgestempeld te Dave, op 20-11-42. Waals werk uit de XVII eeuw.
Saint-Martin de Beek. Kaart met zegel Winterhulp. Zelfde beeld op kaart en zegel. Vlaams werk uit de XVIIde eeuw. Afgestempeld te Bree op 28.12.1942.
Loterij Winterhulp 1941. Het vijfde 10 fr. 12de schijf. Groene kleur. Mijnwerker met bloot bovenlichaam. Sintemetten midden onder.
Loterij Winterhulp 1941. Het vijfde: 10 fr. 7de schijf. Geel-bruine kleur. "Graanpikker met hoed." Sintemetten midden onder.
Sint-Martinusaltaar in de kerk van Guerlange. (prov. Luxemburg.)
Deze zwart-wit illustratie lijkt heel erg op de gekleurde, originele prent. Buiten het niet-gekleurd zijn, zien we toch nog kleine, maar duidelijke verschillen: Het monogram van de kunstenaar staat veel hoger, de bedelaar draagt hier geen stoppelbaard, het zadel is verschillend, de arceringen in de bovenhoeken zijn minder en de stenen vóór de arme liggen duidelijk anders en zijn groter.
De figuren zijn opzettelijk kinderlijk eenvoudig gehouden. Het moest volks zijn, onmiddellijk begrijpbaar voor iedereen, jong en oud.
Monaco. 29 - 04 - 68. XX Anniversaire de la Croix-Rouge Monegasque. Premier jour d'émission. First day cover. Grootformaatzegel van 2,30.
Sint-Martinuszegels uit: Liechtenstein, Andorra, Österreich, Helvetia en Ceskoslovensko.
République Française. First Day Cover. Premier Jour d' Emission. Saint Martin. Afst. Tours 3 - 12 - 1960. Zegel van 0,20 + 0,10 en van 0,25 + 0,10.
Deutsche Bundespost. Sankt Martin. Ersttagsbrief. Color de luxe. Afst. Bonn 08.11.1984. Zegel 80 + 40.
Eikenhouten beeld van sint-Martinus als ruiter-soldaat. Fragment van de monumentale preekstoel in de kerk van Wezenmaal. (2de helft 19de eeuw.)
Lindenhouten beeld. Sint-Maarten als bisschop met bedelaar aan zijn voeten. Wezenmaal. (18-19de eeuw.)
I Maarten was de zoon van een Romeinsche veldheer. Hij moest het zwaard omgorden.
II Door zijn godsvrucht en zijn goedheid, deed hij de barbaren hun wapens neerleggen.
III Hij zei het soldatenleven vaarwel, en stelde zijn krachten ten dienste van God.
IV Deed heel wat mirakelen. Door de kracht van zijn gebeden, slaagde hij er in een dode tot leven te wekken.
V De troon van de tyran vatte vuur. Door angst aangegrepen, verleende hij genade.
VI Op het ogenblik dat de boom viel, ging St. Maarten voor hem staan, de boom viel de tegenovergestelde kant op.
S. Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Museum Ruhpolding Seeausen. Eerste kwartaal van de negentiende eeuw. De manteldeling door een linkshandige Sintemetten. Een halfnaakte bedelaar met T-kruk en hoed, die op de grond ligt.
Sint-Maarten. Achterglasschildering. Sandl. 19de eeuw. Waterverf. De manteldeling. Twee enorme bloemen op de achtergrond. (Verz. H. Müller München.)
Sint-Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Duits. Laat 20ste eeuw. Manteldeling. Grote bloem op de achtergrond.
Sint-Martinus als bisschop met de gans. Beeld in "der Benediktiner- Abteikirche Weltenburg an der Donau." Egid Quirin Asam. 1721.
Sint-Martinus laat de "Godenboom" vallen. Fresko "Langhaus von St.Martin" in Sachsenried. Franz Anton Zeiller. 1758.
Sint-Martinus in "vol ornaat" als bisschop van Tours.
Sint-Maarten. Rococo - beeld. Sint-Martinuskerk Bedburdyck. ( Kreis Neuss. )
Breviarum Maguntinense. 1509 Titelblad. Museum Mainz.
Houten gepolychromeerd ruiterbeeld van Sintemetten. 17de eeuw. Kempen.
Houten sint-Martinusbeeld. 18de eeuw. Kempen.
Martinus van Tours. Bisschop. Met één van zijn attributen: de gans.
Duits prentje. Sint-Martinus. Bisschop van Tours. Met gans en kerk.
Likeurstokerij: "St;-Martinus." 35, Kerkstraat, AALST. "Deze bitter bekleed de eerste plaats tusschen de uitmuntende dranken."
Curaçao. Triple Sec. Ancienne Distillerie de Fexhe. Fexhe-le-haute-clocher.
Sint-Martinus. Jenever. L. Bruylant. Aalst.
Grande liqueur St. Martin. "De groote fijne likeur van Aalst." Likeurstokerij St.Martinus. Nieuwe Brugstraat en Tramstraat,2 Aalst.
Perkamenten blad uit een "Gebedenboek." De manteldeling bij een stadspoort. Eigenlijk een "dubbelprentje"! Sint-Martinus en sint-Fiacrius. (Patroon van notarissen, dermatologen, hoveniers, bloemisten,enz.) Met attr.: Spade, lang gewaad met kap, in een tuin.
Gedeelte van de omslag. Voorkant stripverhaal. De manteldeling van " Saint Martin".
In zijn slaap verschijnt de Heer met de halve mantel van Sintemetten om de schouders. "Het is Martinus, Martinus de doopleerling, die mij de helft van zijn mantel gegeven heeft!"
Bij de dood van Martinus in 395 ...
" Heer, mijn volk heeft me nog nodig. Ik weiger geen werk!"
" Dat is het einde! Martinus gaat ons verlaten, hij gaat terug naar het koninkrijk van de Heer!"
Loterij Winterhulp. 1942 Zevende schijf. Het vijfde: 10 fr. Manteldeling tussen de zuilen. Kleur: Grijs.
Loterij Winterhulp. 1942. Zesde schijf. Het vijfde: 10 fr. Manteldeling tussen de zuilen. Kleur: Oranje.
Manteldeling in open lucht. Prachtige miniatuur uit een oud gebedenboek. Perkament. Geweldige randversiering met bloemmotieven.
Manteldeling aan de stadspoort. Simone Martini. Italië. (1283-1344.)
De manteldeling. Perkament. Gotische kunst. Franse school. Litho. Dambourgez. 1880.
Dubbel-prentje. Blijvend aandenken van de Plechtige Wijding der Dekenale St. Martinuskerk te Genk, door Z.H. Exc. Mgr. Van Zuylen Hulpbisschop van Luik Op zondag 14 mei 1961.
Glasraam. Sint-Martinus bisschop. Met gans. Overwegende lila kleur.
Buste sint-Maarten met bedelaar in een muurnis.
Blauw st.-Martinusreliëf. De manteldeling.
Bisschopsbeeld. Sint-Martinus van Tours.
Sint-Maarten als bisschop. Houten beeld. Wevelinghoven.
Sint-Maarten wekt een kind tot leven Schilderij 1480-85. Forchheim, door W. Katzheimer.
Sinterklaas. 6 december.
F. Timmermans.
Sinterklaas, nobele baas, breng wat in mijn schoentje, een appeltjen of een citroentje, een nootjen om te kraken: dat zal wel beter smaken. Geef de kleine kinderen wat en laat de grote lopen!
(Uit: "Van nieuwjaar tot oudejaarsavond!")
Twee sint-Martinuszegels. Paraguay.
Prachtige afbeelding op een postzegel van het standbeeld van sint-Martinus in Bratislava.
Postzegel Grenada. Naar het schilderij van van Dijck.
Abdij Westmalle. Hoofdingang. In een stenen nis, de manteldeling, boven de geweldige ingangspoort.
De manteldeling. Altaarstuk. Hafling St-Katharinakerk.
Hilarius van Poitiers, bisschop ten tijde van Martinus. Hij heeft veel geschreven, maar weinig over zichzelf. Hij werd Gods reddingsboei voor het christendom. Zijn grootste werk: "Over de Drievuldigheid." Hij werd de eerste Latijnse hymneschrijver van de christelijke kerk.
Zwart-witte zichtkaart, van J.Meuleman, rond 1900. We zien naast "Hotel de Keizer" nog de lage woning waar later het prachtige herenhuis "Lindebloem." (1906) zal gebouwd worden.
Zichtkaart van J.Meuleman. Geschreven in 1902. Links zien we duidelijk de doorgang naar Mol. Rechts zien we nog de herberg "In't Lam".
Panorama. Getrokken vanuit de kerktoren, richting Mol. Zichtkaart J.Meuleman geschreven in 1905. In de verte zien we nog de stenen akkermolen.
Zichtkaart uit 1907. J.Meuleman fotograaf. Links de toegang tot de sint-Martinusstraat. Op de voorgrond een eenzame hond. Tramsporen op de markt die verdwijnen in de sint-Martinusstraat.
Zichtkaart van J.Meuleman. Afgestempeld in 1907. De tramstatie.Hotel de Keizer. Hier poseren nog twee dames in de linker benedenhoek.
Zichtkaart van J.Meuleman. Uitgegeven door het Hotel de Keizer. Zelfde cliché als voorgaande. Latere uitgave, waarop de twee dames in de linker benedenhoek moesten onherkenbaar gemaakt worden. Vandaar het zwarte rechthoekje.
Zichtkaart uit 1908. "Aankomst van den stoomtram op de merkt." Uitgave Edw. Sledsens. De groene locomotief met een sliert veewagens achter zich.
Een opgeleefde, uitgemergelde Lodewijk De Koninck op zijn sterfbed in het kleine huisje op de Molsebaan. Het grote kruisbeeld mocht niet ontbreken. Foto gemaakt door J.Meuleman. Treurig eenzaam, maar gelaten, bijna ongemerkt, is hij op 22 maart 1924 heengegaan.
Doodsprentje van onze dichter Lodewijk De Koninck. Dit aandenken werd gedrukt in het winkeltje van zijn trouwe vriend en kunstenaar Jan Jozef Meuleman. Er bestaan twee versies, één met, en één zonder foto op de voorkant.
1. Rethy. "De eeuwenoude linde." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
2. Rethy. "Een gedeelte van de Peperstraat en Markt." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
Rethy. De kerk. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L.De Koninck.
Rethy. Het gemeentehuis. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Prachtige Meuleman-kaart. Afgestempeld in 1913. Merk ook de garage in dezelfde Art nouveau-stijl.
Nog een ingekleurde Meuleman-kaart. Maar nu met een andere tekst. Afgestempeld te Rethy in 1913.
Doodsprentje van "de Klomp". Ludovicus Luyten. 1888-1941 Weduwnaar C.Dierckx Echtg. Pauline Melis.
Tijdens de eerste W.O. Er werd honger geleden. Een kom soep met een "warte" boterham, was al heel wat. In de "Katholieke School" werden 's morgens vroeg de vuren onder de grote ketels aangestoken. Met de kruiwagen ging men de groenten halen. Op de achtergrond onze fiere sint-Martinustoren!
Deze foto-kaart van Meuleman werd door Antonia Verstraelen (zit op de foto) verzonden in 1917, naar haar schoonbroer Jan Moonen te Turnhout. Er kleeft een Duitse postzegel op van "5 cent". "Belgien" op de zegel gedrukt. Men heeft er nog taks moeten op betalen ook!
"De Burcht" in 1956. Ook hier werd ooit lesgegeven. Mijn vader brak dit herenhuis af in 1964.
Andere zichtkaart van "De Burcht", gebouwd in 1620. In die tijd één van de zeldzame huizen met een verdiep. Jammer dat het verdween!
Het is nog vroeg. Alleen het karretje van Jef Loodts staat te wachten.
Gekleurde wikkel met de manteldeling. " Light" kaas van de zuivelfabriek "Sint-Martinus" te Retie.
Bruine zichtkaart. Uitgave Goris-Goossens. Eén van de weinige kaarten waarop " De St-Martinusstraat" staat vermeld.
Zichtkaart van het huis Seuntjes. De zuivelfabriek "Sint-Martinus" in volle expansie! Een echte bouwwerf. Wat een zwarte rook!
Witte postkaart. Tweetalig: Frans-Duits. "Themabelga 1975." Postzegel van 5 fr.
Ingekleurd Antwerps santje. Ste.-Catharina als jonge vrouw met kroon en zwaard waarmee ze werd onthoofd.
Antwerps santje op velijn. De heilige Catharina met haar beul die haar gaat onthoofden. Ze is de patroonheilige van: Advocaten, dichters, maagden, naaisters, spinners, kantwerksters, wevers, scharenslijpers, enz. Aangeroepen tegen: Ademnood, hoofdpijn, gewrichtsziekten, hersenziekten, enz.
Antwerps santje op papier. Hier de heilige Catharina met O.L.V. en het kindje Jezus. Met het vernielde rad. Dikwijls is ze met dit attribuut afgebeeld, al werd ze niet met dit foltertuig ter dood gebracht.
Antwerps santje. Sinte Catharina in de open lucht. Als jonge, rijke, gekroonde vrouw. Met rad, zwaard en palmtak, het symbool van de martelaren.
De manteldeling. Stenen beeld tegen de gevel van de Dom van "San Martino". Lucca. Italië.
Duits prentje uit de negentiende eeuw. De manteldeling.
Oorlogsbuit! De eenzame sint-Martinusklok op de trappen van de sint-Martinuskerk te Retie, wachtend op vervoer naar Duitsland.
5 augustus 1943. Op de trappen van de sint-Martinuskerk. De trappen liggen nog vol brokstukken, stukken steen weggekapt om de galmgaten te vergroten. Het neerlaten van de klokken gebeurde pas. De dikke zelen en de zware katrollen zijn nog aan de sint-Martinusklok vast.
De jeugd van Retie, voor een foto, op en rond de neergelaten klokken. Wat beseften zij van het waanzinnige oorlogsgebeuren! Voor hen was het een welkome afwisseling van de dagelijkse "oorlogssleur". Ze waren de onwetende getuigen van een zwarte bladzijde uit onze dorpsgeschiedenis.
Niet alleen kinderen, ook volwassen, poseerden nonchalant, de handen in de broekzakken, voor de fotograaf. Heel hun leven zouden ze deze belevenis niet vergeten. Deze foto was het duidelijkste bewijs dat zij "erbij" waren, toen onze klokken "gepikt" werden, zonder dat we een vinger konden uitsteken!
De geroofde sint-Martinusklok ontdaan van haar kettingen en zelen. Vlak voor de open ingangsdeur van de kerk. Het glasraam van Sintemetten in het portaal is duidelijk zichtbaar. Je ziet ook dat ze de klok op zware houten balken hebben gezet, waarschijnlijk om ze niet te "beschadigen". Een Retiese "specialist" geeft woord en uitleg aan een groepje jonge mannen.
De sint-Martinusklok, behangen met papieren versieringen, opgesteld in de sint-Matinuskerk te Retie. Met meter Maria Hulselmans en de deken Franken uit Mol, die de klok kwam wijden.
Op de markt, aan de linde, een belangrijk deel van de optocht: (midden) Deken Franken, pastoor Karel Govaerts en priester Jef Van den Eynde. Een massa mensen wou de wijding van dichtbij meemaken!
Bij een klokkenwijding hoort feest! Een dans met wimpels door een groep Retiese meisjes, onder het oog van een talrijk opgekomen publiek. Op de achergrond een deel van het gemeentehuis, het prachtige herenhuis (nu apotheek) en het huis van Van Gansewinkel.(Brouwer.)
Tekst op het "dubbel" doodsprentje van E.H.Jef Van den Eynde.
Uitnodigingskaartje tot de plechtige uitvaartdienst van E.H.Jef Van den Eynde. ( Dit kaartje kregen alle Retiese huisgezinnen in hun brievenbus.)
Geschreven postkaart. Postzegel "Winterhulp". Blauwe kleur. 1.75 fr. + 4.25 fr. Angre. Parochiekerk en eeuwenoud sint-Martinusbeeld. Beide ook te zien op de postzegel. Afstempeling 22.07.1944.
De manteldeling. Bronzen plaket. Stommeln. G. Weinert. 20st eeuw.
Sint-Martinus. De manteldeling. Noord-Frankrijk. Einde 17de eeuw. Houten beeld. Oude polychromie. Voorstelling zonder bedelaar.
Sint-Martinusprent uit: "De heiligen en het dierenrijk" of " De heiligen in hunne betrekkingen tot de dieren." "Naar het Frans van H. Bourgeois. Versierd met platen. Maatschappij sint-Augustinus, Desclée De Brouwer en Cie. MCMI."
Sint-Martinus. De manteldeling. Hout 20st eeuw. Oostenrijk.
Sint-Maarten. Houten beeld. De manteldeling. Volkskunst. Oostenrijk.
Altaar van sint-Martinus uit de vroegere kerk van Onkerzele. Gemaakt in 1694. Het schilderij stelt de priesterwijding voor van Sintemetten. Geschilderd door M. Van den Bossche.
Binnenblad van: "Schat-kiste der Litanien." Houtsnede. 1778. "t Is noodig altyd te bidden: zonder den moed verloren te geven. Luc. 13.v.I."
Litanie van de heilige sint-Nicolaas. Aangeroepen o.a. tegen echtelijke onvruchtbaarheid.
Litanie van de heilige Leonardus. Patroonheilige van de gevangenen. Aangeroepen tegen o.a. lichamelijke gebreken.
Litanie van de heilige sint-Theodorus. Patroonheilige van soldaten en legers. Aangeroepen tegen storm.
Litanie van de heilige sint-Trudo. Patroonheilige van Sint-Truiden en van fruithandelaren.
Litanie van de heilige Rochus. "Tot afkeeringe van de PESTE, en haestige Ziektens." Houtsnede 7 aug. 1747. "Tot Brussel, by L. Jorez, in de Boter-straet."
Plat Frans bord. "St.-Martin" 1765. De manteldeling in het midden en op de rand bloemmotieven.
Romaans stenen beeld. Sint-Martinus. De manteldeling. Tegen de gevel van de kathedraal te Lucca.
Duomo di San Martino. Lucca, stad in Toscane. Ong. 90 000 inwoners. Eén van de rijkste steden van Noord-Italië. Op ong. 50 km. ten westen van Florence. Lucca tevens de hoofdstad van de provincie Lucca.
Houten sint-Martinusbeeld uit de 16de eeuw. Stedelijk museum "Het Toreke." Tienen.
Saint Martin. Patron de la Compagnie Royale des Anciens Arquebusiers Visétois, fondée en 1579. Postkaart Visé.
Arendonks doodsprentje. Ontwerp Jos Speybrouck. Oorlogsslachtoffers. Allen om het leven gekomen te Arendonk op 03.09.1944.
Volledige bladzijde uit een middeleeuws getijdenboek.
De manteldeling. Prachtige miniatuur geschilderd in de hoofdletter M. (M van Martin.)
Firenze. De manteldeling. Muurschildering. Piazza S.Martino. Een knecht houdt het paard van de heilige bij de teugel, terwijl sint-Martinus zijn mantel deelt met een staande bedelaar.
Onkerzele. Het altaar van sint-Maarten, patroon der kerk. Dit altaar is afkomstig uit de vroegere kerk van Onkerzele. Het werd gemaakt in 1694. De schilderij stelt de priesterwijding voor van sint-Martinus. Ze is van de hand van M. Van den Bossche.
Grote toegangspoort van de abdij van Westmalle. Met in de centrale nis de manteldeling van sint-Martinus.
De sint-martinuspoort. Abdij van Westmalle. Postkaart geschreven in 1906. Uitgave: G. Hermans. "Lichtdrukkerij."
Abdij "Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart" van Wetsmalle.
Deze abdij behoort tot de orde van de Cisterciënzers, die gesticht werd in de twaalfde eeuw. Deze orde wordt kortweg en gemakshalve "Trappisten" genoemd, naar de Normandische abdij "La Trappe." Van daaruit verspreidde zich sinds de 17de eeuw een hervorming. De abdij van Westmalle, gesticht in 1794, maakt deel uit van de "Cisterciënzers van de Strikte Observatie", maar is vooral bekend als de abdij van de Trappisten van Westmalle. Het leven van de monniken is in de eerste plaats een leven van gebed. Maar het is tegelijk ook een leven in gemeenschap en een leven van arbeid. Vooral in de Kempen bekend voor zijn lekkere trappist, gebrouwen in eigen brouwerij.
De manteldeling, zonder bedelaar. Gepolychromeerd houten beeld uit de 14de eeuw. Sint-Martinuskerk te Eindhoven - Tongelre.
Vóór 1930. Molen van Schoonbroek. Deze open standaardmolen behoorde in vroegere tijden toe aan de priorij van Korsendonk. Hij werd afgebroken in 1932. Stan Wens was de laatste molenaar.
De monumentale sint-Jobkerk en pastorie te Schoonbroek. Vóor 1930. Devotie tussen veel groen. Kapelaan Vitalis Brems begon in 1851 met de bouw van de huidige kerk. In 1861 werd de kruisbeuk en het koor opgetrokken. In 1875, onder pastoor Felix Bongaerts, werd de toren voltooid.
Emiel Van Hemeldonck. 1897 - 1981. Echtg. P. Janssens. Letterkundige. Begon op aanvraag van kanunnik Dils, witheer te Averbode, met enkele verhaaltjes in "Zonneland". Zo kreeg hij de schrijversmicrobe te pakken en die liet hem nooit meer los. In 1923 verscheen "Op de Grindershoeve" in de Duimpjes-uitgaven van Delille te Maldegem. Het eerste van een hele reeks verhalen en romans. Hij behaalde enkele belangrijke literaire prijzen. Bv. "Maria, mijn kind." 1944. Gottmer-prijs. Men bestempelde hem als "Kempische heimat-schrijver."
Gesigneerde "Ex-libris" Vosselaar. Em. Van Hemeldonck. 1956.
Naamkaartje van de Kempische heimat - schrijver.
Dubbel doodsprentje van Emiel Van Hemeldonck. Op de voorkant zijn foto. Op de achterkant een gedicht van Remi Lens. (Oud - pastoor van Arendonk.)
Binnenkanten. Persoonlijke gegevens. Tekst door de letterkundige zelf geschreven.
Retiese gesneuvelden uit de "Grote Oorlog".
Eerw. Frater Gaston de Vel. Aspirant - Missionaris in het Missiehuis te Scheut. Brancardier in het Belgisch Leger. Geboren te Merksplas 3 aug. 1892. Stierf de dood der helden op het veld van eer en plicht in het Houthulsterbos op 28 september 1918.
Petrus Frans Brijs. Belgisch soldaat, kanonnier, 7de comp. 1ste Divisie. Geboren te Rethy op 1 juli 1893. Gevallen op het Yzerveld den 25ste maart 1916. Eervol begraven op het militaire kerkhof te Reneghem.
Oud, schildvormig reclamebord (geëmailleerd) van het tabaks- en sigarenmerk "Caritas". Voorstelling van de manteldeling naar het schilderij van van Dijck te Zaventem.
Twee sigarenbanden verschillend in grootte van het sigarenmerk "Caritas". Een gouden manteldeling op rode achtergrond.
Sint-Sebastianus van Rome.
Antwerps santje. Jacobus de Man. 17de eeuw. Perkament.
In de 5de eeuw was st.-S. officier die christen werd. Om zijn geloof werd hij met pijlen doorboord en dood gewaand. Hij herstelde door de verzorging van st.-Irene. Hij verweet de keizer diens wandaden. Hij werd daarom doodgegeseld en in de riool gegooid. Anicia van Rome zorgde ervoor dat zijn lichaam werd begraven naast dat van paus st.-Fabianus in de catacomben aan de Via Appia. Hij is een pestheilige vanwege de pijl, symbool voor het toeslaan van de pest. Opvallend is dat de marteling die hem niet fataal werd het meest door kunstenaars werd uitgebeeld! Door vele schuttersgilden gekozen als schutspatroon. (Natuurlijk om de marteling hem niet doodde.)
Groot Antwerps santje. Perkament. 18de eeuw. Met de hand ingekleurd. Tafereel in een ovaaltje gezet. Geen graveursnaam.
Volgens weer een andere legende zijn de drie bijfiguren drie schipbreukelingen die onterecht voor diefstal waren veroordeeld en door Sinterklaas gered werden. Daarom is hij ook patroonheilige van schippers en matrozen en wordt hij wel eens afgebeeld met een anker of een schip.
Antwerps santje op papier. Cor. De Boudt. 1660-1735. Weer een ovaaltje met de hand netjes ingekleurd.
In sommige gevallen liggen er drie beurzen of drie gouden bollen aan zijn voeten. Ze herinneren aan de drie meisjes die hij redde van de prostitutie.
Antwerps papieren santje. L. Fruytiers. 1713-1782. Overdreven randversieringen.
Soms liggen de gouden bollen op een boek, soms zijn het drie appels of broodjes. De broodjes verwijzen naar de drie schepen vol met graan waarmee hij een hongersnood voorkwam. Vandaar ook Nicolaas' patronaatschap van de bakkers.
Sint-Antonius de Grote. Of: sint-Antonius met zijn varken. Ook: sint-Antonius Abt.
De christenen zochten hun heil in een groep heiligen die om de één of andere reden iets te maken hadden met de pest. De pestheiligen zijn niet overal dezelfden, vaak genoemd worden echter: Antonius Abt, Christophorus, Rochus, Adrianus, Rosalia van Palermo en Sebastianus.
De volkstelling.
Keizer Augustus (8 vóór Chr.) vaardigde een decreet uit voor een volkstelling. Om dit te kunnen doen moest iedereen terug naar zijn geboorteplaats. Jozef ging met zijn verloofde Maria naar Betlehem in Judea. (Omdat hij van David afstamde die in Judea woonde.) Bij hun aankomst was er geen slaapplaats meer te vinden. (De waard uit "de Maan" doet teken dat ze verder moeten zoeken. Hij heeft voor hen geen plaats.)
Antwerps perkamenten santje. Met de hand ingekleurd. Anna-Maria Bunel. (rond 1730.)
De drie wijzen uit het oosten.
Kaspar, Melchior en Balthasar.
" ... en de ster ging hen voor ... en zij vielen neder en bewezen Hem hulde en boden Hem geschenken aan: goud, wierook en mirre."
Antwerps perkamenten santje. Handgekleurd. Cornelus de Boudt.
"Saint Martin partageant son manteau." Frans schilderij van R. Damon. De manteldeling aan een stadspoort speelt zich af in een sneeuwlandschap.
Antwerps nieuwjaarsprentje. L. Fruytiers. (1713-1782) Burijngravure op papier. Handgekleurd.
Kindje Jezus met een vollaard of krulkoek in Zijn handen. Een kroon op het hoofd. Op de koek duidelijk de letters I.H.S. (Jesus Hominum Salvator.) Jezus verlosser der mensen.
In de banderol onderaan: "O Mensch, mijn Bloedt en lijden swaer Geef ick u, voor een nieuwe Jaer."
Koek werd meestal gegeven als nieuwjaarsgeschenk.
De manteldeling. Gouden gedenkmunt van de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958.
Voorzijde: de manteldeling van Sintemetten met de Engelse tekst: "Greater hope and love."
Keerzijde: afbeelding van de wereldbol, een vijfbenige ster met daarin het stadshuis van Brussel en het jaartal '58. In de rand de tweetalige tekst: "Wereldtentoonstelling Brussel, Exposition universelle Bruxelles."
Rond glasraam in het portaal van de sint-Martinuskerk te Retie. De manteldeling van Sintemetten. Het wapen van Retie is verwerkt in dit prachtige kunstwerk van Edward Steyaert.
De manteldeling van sint-Martinus. Zeer eenvoudige voorstelling uit een kinderboek.
Stenen reliëf van sint-Martinus. Gaanderen. Het paard van de heilige vertrappelt een slang (het kwaad). Deze voorstelling met het serpent komt zeer zelden voor. Geen bedelaar te bespeuren. Nadruk ligt hier echt op het bestrijden van het kwaad. (Meer dan op de liefdadigheid.)
Houten schild van de "Sint-Martinus" schuttersgilde te Gaanderen. Nederland. Prachtige voorstelling van de manteldeling en de naam van de schuttersgilde in een zwierige banderol. Ook het embleem van de Federatie van Gelderse Schuttersgilden "Sint-Hubertus" is duidelijk te zien. ( In het groen.)
Belgische postkaart. Hoofd van sint-Maarten. Gedeelte uit het schilderij van Van Dyck. (Zaventem.)
De manteldeling. Duits marmeren beeld. Osterkommunion 1958 St.-Martin, Jöhlingen.
St.-Martin. "Il a tout donné pour J. C."
Letaille. Paris.
Bidprentje (doodsprentje.)
Bernard Desmet. Né à Waerschoot le 12.02.1774. Décédé au couvent des Soeurs du Crombeen, le 28 avril 1842.
St. Martin. Déposé, "St.-Norbertus", Mit kirchl. Genehmigung. Wien.
Voorzijde.
Aandenken aan het 25-jarig priesterjubileum van Peter Sir. Wenen. 26 juli 1917.
Keerzijde.
Staande manteldeling. Sintemetten in volledig harnas met rode mantel. Origineel voorontwerp voor een glasraam. Begin 20ste eeuw. Ontwerper onbekend.
Buste Sintemetten. Heilige in vol bisschoppelijk ornaat, met mantel en mijter.
Beeld uit 1677.
De manteldeling. Doek geschilderd in Rome. (1824) Door Schmetz. Het meesterwerk hangt nu in de kathedraal "Saint-Gatien" te Tours.
Le tombeau de Saint-Martin dans la crypte. Basilique Saint-Martin. Tours. France.
"Aandenken aan mijn zilveren priesterjubileum 1966 - 1991"
Miel Verbruggen. Pastoor st.-Martinus-Duffel.
Reliquaire de Saint Martin. Prière du pèlerin à Saint Martin.
Tours, le 20 décembre 1987. Jean Honorè. Archevèque de Tours.
Op de achterzijde: Rencontre des Blessés de la Vie avec M. Bernard-Nicolas Aubertin Archevêque de Tours.
30 septembre 2006.
Houten ruiterbeeld. Sint Martinus. De manteldeling. Begin 16de eeuw.
De H. Martinus. Bisschop. (316-400)
"Ziehier den Hoogepriester, die in zijne dagen aangenaam was aan God."
Sir. 44.
Sint-Martinus siert met zijn manteldeling een papieren biljet Duits noodgeld.
Duits devotieprentje. De manteldeling van sint-Martinus.
Grenada. Telekaart. Anthony van Dyck. "St.-Martin dividing his cloak"
Een oude voorstelling van de manteldeling met twee bedelaars.
Der heiligen Martinus. Bischof. Benziger & co. Einsiedeln, Schweiz.
Met op de achterkant een gebed voor Sintemetten.
Duits prentje van rond 1900. Zeer kleurrijk. De manteldeling aan de stadspoort van Amiens.
Rugkant onbedrukt.
Houten ruiterbeeld uit de 16de eeuw. Sint-Martinus en de manteldeling.
Miniatuur uit een zeer oud getijdenboek. Sintemetten deelt zijn zware mantel met een bedelaar aan de stadspoort van Amiens. Vlak bij hem, met spade, staat sint-Fiacrius, de patroonheilige van ondermeer de hoveniers.
De liefdadigheid van Sintemetten. Postkaart van rond 1900. Naar het beroemde werk van van Dyck in de parochiekerk te Zaventem.
Duitse postkaart. Met houten ruiterbeeld van Sintemetten. Een postzegel met de manteldeling en een speciale "ruildagstempel" van 11. 11. 1984.
Duitse postkaart uit 1911.
"St.Martin. Zur Erinnerung an den Kornblumentag zu Gunsten bedürftiger Veteranen.
Offizielle Fest-Postkarte zum Kornblumentag 14. 5. 1911 zu Gunsten bedürftiger Veteranen gestiftet von der Freiburger Zeitung."
Zo zie je dat de Duitse oorlogsveteranen al vóór W.O.I ook Sintemetten hoog in hun vaandel droegen.
Dieven gaan aan de haal met "Sintemetten" - vlaggen!
Op vrijdagavond, 2 maart 2012, hebben de Retiese handelaars uit de Sint-Martinusstraat een zeer gesmaakt gemeentefeest gegeven naar aanleiding van de heropening van het kruispunt met de Nieuwstraat. Na maanden van verkeers - en financiële ellende, was iedere winkelier (en met hen elke Retienaar) in de wolken dat eindelijk alles weer normaal zou worden. Maar ... dieven (?), misschien wel sint-martinusverzamelaars, gooiden de daaropvolgende nacht roet in het eten. Ze stalen twee ferme vlaggen die het Retiese handelaarscomité had laten maken met de afbeelding van de heilige sint-Martinus, hun patroonheilige. De prachtige vaandels kondigden de acties aan van de maand maart en symboliseerden het einde van de nodige maar toch vervelende wegwerkzaamheden. De uitbaters van babyspeciaalzaak "Villa Kakelbont" en "Drukkerij Feyen" waren de gedupeerden. Tot op heden is er van de daders, noch van de gegeerde sint-martinusvlaggen geen spoor. Dat dit juist gebeurde in het dorp van de "Kortoren" (*) is toch wel erg toevallig.
* "Kortoren" is de spotnaam van de Retienaren. Lang geleden was het in het graafschap Vlaanderen en in het hertogdom Brabant (waartoe Retie behoorde) gebruikelijk het oor af te snijden, of het tenminste in te korten, van dieven die voor een tweede diefstal werden veroordeeld.
Plechtige vergadering in de Koninklijke Vlaamsche opera ter gelegenheid van de eerste viering der stichting van Winterhulp.
Zondag 14 december 1941.
Opgeluisterd door een koper-ensemble onder de leiding van meester Jef Van Hoof.
Programma: Feestklanken door Karel de Schrijver.
Spreekt: De heer J. Grauls, voorzitter van het Provinciaal Comité, Gouverneur a.i. der Prov. Antwerpen. De heer P. Heymans, voorzitter van Winterhulp.
IIde Scherzo door Paul Gilson.
Spreekt: De heer De Pooter, Provinciaal Secretaris van Winterhulp. De heer T. De Backer, burgemeester van Mol.
Miniatuurmarsch door Jef Van Hoof.
Spreekt: De heer F. Timmermans, letterkundige.
a) Alva's intocht door Peter Benoit. b) Beiaardlied door Peter Benoit.
Op de voorkant van dit programmablaadje prijkt een "gewassen" sint-Martinus te paard. De manteldeling, door niemand minder dan Alfred Ost getekend. De kunstenaar hanteerde hier, helemaal in zijn eigen krachtige stijl, de techniek van de "gewassen pentekening". Meestal zet de tekenaar met pen de contouren van de tekening op papier. Met het penseel kan hij vervolgens lijnen accentueren of vlakken in verschillende tinten aanbrengen. Het met penseel bewerken van een pentekening wordt ook wel "wassen" genoemd. Ost gebruikte deze techniek heel vaak. Zo werden zijn tekeningen nog forser en sterker. Uit deze manteldeling straalt één en al kracht. Een topwerk van de zo fel besproken artiest. De figuur van Sintemetten, symbool van liefdadigheid, was het boegbeeld van Winterhulp. Geen ander kunstenaar had de heilige van Tours beter kunnen uitbeelden. Een prachtwerk.
Origineel "Ontwerp der Sanctuarium Vensters van de Kerk van Rethij. April 1873." Met drukstempel atelier: "Samuel Coucke Peintre Verrier Rue courte des Foulons 53 Bruges." Grootte: 29 cm x 47 cm. Dik papier. Tekeningen met de hand ingekleurd.
Dit ontwerp van een bijzonder mooi brandglasraam voor de sint-Martinuskerk te Retie, ( één van de negen) werd door de zeer gekende en alom geprezen glaskunstenaar SAMUEL COUCKE getekend en geschilderd. S.Coucke (Brugge, 1 oktober 1833 - 7 november 1899) was een glazenier en keramiekschilder in Brugge. Hij was één van de Belgische kunstenaars die zich de kunstrichting bekend als neogotiek eigen maakte. Deze kende in Brugge tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw zijn grootste bloei. Voor zijn glasramen spande Coucke zich in om te werken met aangepast glas (" verre antique" en " verre cathédrale") teneinde het coloriet en de kleurenwarmte uit de glorietijden van de glazenierskunst te evenaren. Dat ook de brandtechniek op punt stond zie je aan de frisheid van zijn glasramen, honderdveertig jaar na hun fabricatie. De negen Retiese glasramen zijn daarvan een goed voorbeeld. De Brugse kunstenaar deed ook duidelijke inspanningen om iconografisch correct werk af te leveren ( juiste attributen bij de juiste heiligen bv.) en om heraldisch juist te zijn. De mecenas wenste meestal zijn familiewapen vereeuwigd te zien. In zijn kleuren, houdingen, klederdrachten van zijn personages, trachtte hij de middeleeuwse voorbeelden na te volgen. De productie van zijn atelier in de Korte Vuldersstraat was aanzienlijk. Honderden glasramen werden geleverd, zowel in België als in het buitenland. Heel wat ontwerptekeningen van het atelier worden bewaard door het Provinciaal archief van West-Vlaanderen en door musea in Brugge. Een belangrijke collectie van ontwerpen werd door een particulier aangeboden aan deze instanties, die ze echter niet wilden. Deze omvangrijke verzameling werd dan in de loop van 2009 door het veilingshuis Van de Wiele (Brugge) verkocht. Mijn zeven (van de negen) originele ontwerpen van de negentiende eeuwse Retiese glasramen komen waarschijnlijk uit deze veiling. Gelukkig zijn ze opnieuw in Retie.
Beschrijving van het ontwerp voor het glasraam in het hoogkoor, midden boven het hoofdaltaar van de sint-Martinuskerk. Het hoge glasraam is verdeeld in twee smalle delen met daarboven een "klaverblad" met het Lam Gods of Agnus Dei. (Een lam dat een kruisstaf met wimpel draagt.) In het neogotisch ontwerp zijn vier heilige figuren verwerkt: sint-Martinus, sint-Philipus, sint-Josephus en sint-Boudewijn.
Links boven: De heilige Martinus, patroonheilige van deze parochiekerk. Afgebeeld door Coucke als staande bisschop van Tours in vol ornaat met rode bisschopsmantel, met bisschopsstaf en mijter. Een bedelend kind aan zijn voeten. (Het leven en werk van Sintemetten zijn voldoende bekend.)
Links onder: Sint-Philipus. Eén van de eerste apostelen , vriend van st.-Andreas en leerling van Johannes de Doper. Afkomstig uit Betsaïda (Galilea.). Predikte in Hiërapolis in Frygië, waar hij ca. 80 gekruisigd werd met het hoofd omlaag. Attributen: op blote voeten, met volle baard en kruisstaf. Boek in linker hand. Patroonheilige van o.a.: Brabant, Luxemburg, banketbakkers, marskramers en winkeliers.
Rechts boven: Sint-Josephus. Bruidegom van de maagd Maria en voedstervader van Jezus. Zoon van Jacob, stamt af van David. Attr.: Hier in een paars kleed, als oudere man met baard en met een bloeiende staf. (Symbool van zijn kuisheid.) Patroon.: België, echtelieden, schrijnwerkers, aanroepen bij oogziekten, enz.
Rechts onder: Sint-Boudewijn. De hier afgebeelde kruisridder is Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen, held van de vierde kruistocht. Overleden in 1205. Merk het geweldige slagzwaard op, de kroon op zijn hoofd als teken van zijn adellijke stand, het schild met kruis van de kruisvaarders. In harnas en maliënkolder.
Dit sprankelend neogotisch gebrandschilderde glas-in-loodraam is van hoge kwaliteit en werd geschonken door Filips, graaf van Vlaanderen, broer van koning Leopold II en vader van koning Albert I. De wapens van deze grafelijke familie zijn onderaan aangebracht, samen met hun wapenspreuk (in een banderol ): "L'union fait la force." Het raam werd geplaatst in 1875. Kostprijs 1500,00 frank.
Dit schitterend (voorlopig) ontwerp uit 1873 is nooit uitgevoerd. Het was inderdaad slechts een ontwerp. Vooraleer de brandglasramen gemaakt en geplaatst mochten worden, moest het ontwerp met omschrijving aan de toezichtscommissie van het bisdom gezonden worden. Dikwijls vroeg deze commissie om wijzigingen aan te brengen. Er zijn dan ook grote veranderingen te zien bij de definitieve uitvoering. Op het 19de eeuwse ontwerp is met potlood bijgeschreven: " Bovenaan; Salvator Mundi en Philippus Apostel" en "Onderaan; Martinus en Balduinus"
En inderdaad, bij de plaatsing in 1875 van dit prestigieuze glasraam, op de belangrijkste plaats van de sint-Martinuskerk, vlak midden boven het hoofdaltaar, zien we dat Sintemetten met zijn bedelaar naar rechts onder is verplaatst. Links van hem schittert de kruisridder sint-Boudewijn. De apostel sint-Philippus verhuisde op zijn blote voeten naar rechts boven. En links boven heeft sint-Jozef moeten plaats ruimen voor "de Verlosser van de wereld".(Salvator mundi.) Samuel Coucke was echter sint-Jozef niet vergeten en heeft de voedstervader een plaats gegeven in een glasraam van de sint-Luciakapel (samen met st.-Cornelius, st.-Joanna en st.-Theresia.) en ook in het linker glasraam van het hoogkoor. (Samen met O. L. V. en Kind.) Zie:"Ontwerp der Vensters van de transeph kapellen van de Kerk van Rethij. Januarij 1886." en " Ontwerp der Sanctuarium Vensters voor de Kerk van Rethij. April 1873. B" De kleurrijke taferelen op de brandglasramen, in voege vanaf de late middeleeuwen, waren net zoals de talloze devotieprenten, een essentieel element in de catechese van de ongeletterden.
Uit: "Ons Volk ontwaakt." Zesde jaargang nr. 45. 6 november 1920.
""Ons Volk" wijdde verleden jaar een artikel aan Sint-Niklaas, den grooten kindervriend. Sint Maarten is een niet min populaire heilige in Vlaanderen en zijn wonderbaar leven reeds alleen, waarover de legende ook rijkelijk haar goudstof uitstrooide, leent er zich bijzonder toe om de fantazie der kinderen te treffen. Onze Vlaamsche schilder Antoon Van Dijck vereeuwigde het edelmoedig gebaar waarmede hij, aldus de legende, nabij de poort der stad Amiens, zijn rijken krijgsmantel in tweeën kapte en de helft er van aan een naakten bedelaar gaf. Zulk een gebaar verovert onmiddellijk het volkshart. Het is ook onder de gedaante van een jeugdigen, fraaien krijger, die te paard zit en zijn fluweelen mantel met zijn zwaard doorhakt, dat ons volk den later zo beroemd geworden bisschop het liefst afgebeeld ziet. En in menige kerk in Vlaanderen staat hij aldus gestambeeld. Tot voor een vijftiental jaren prijkte boven het hoogaltaar der St.-Martenskerk, te Aalst, een reusachtige ruiter, gedrapeerd in een wijden mantel welke hij met de eene hand strak opengevouwen hield, terwijl hij met de andere, in een sierlijk gebaar, het zwaard in de hoogte hief, gereed om te kappen. Zijn gelaat, fijn getekend en aanminnig van profiel, wendde hij meteen naar den geknielden bedelaar onder hem. Bij feestdagen vooral rees de liefdadige krijger daar, als de verschijning uit een wonderwereld, majestatisch en glorieus, tegen den kleurigen gedempten lichtgloed der glasramen, in een apotheose van wierook en orgelmuziek. Onze kinderverbeelding omhing hem met een schoonheidstoover uit hemelsche landen, en toen de groote Sint-Maartensdag, 11 November naderde, dan werd het ruiter standbeeld in onze illuzievolle oogen iets ontzagwekkends en zalig-vreeswekkends meteen. Toen gebeurde het mirakel waarbij ons heerlijk kindergeloof zich geheel neerlegde: de ruiter daalde van zijn hoogen altaartroon en werd de stralende, witbebaarde bisschop, met gouden mijter en gouden staf, die des nachts met zijn knechten uitreed op paarden, met gouden hoefijzers beslagen, en door de schouw onze korven en mandjes kwam vullen met koeken en suikergoed uit 't paradijs. Den avond te voren hadden we een raapje en een worteltje voor 't paard van den heiligen man in den korf neergelegd, wij hadden hem een briefje geschreven waarin wij zegden dat we braaf geweest waren als Sanctjes, en bedelden om bergen van suiker en chocolade. en toen waren we met onze mandjes en paanders in triomfprocessie door het huis getogen, en hadden gekraaid met volle longen het refreintje dat de verfranschte "masoeurkes" (God vergeve 't hun!) ons aanleerden:
Sint Martin, mon bon ami, Descendez du paradis, Apportez de suite, Vite, vite, vite, Du bonbon, Et du macaron!
Waar haalt het feest, van Sinte Maarten zooals het vooral vroeger heel Vlaanderen door, en elders werd gevierd, zijn oorsprong vandaan? Vele gebruiken van het Germaansche kerstfeest, aan "Wodan" gewijd, houden hiermee verband. Onder de afgoden door onze voorouders aangebeden, stond op de eerste plaats Woen of Wodan, de machtige godheid die winden en wolken regeerde. De scheppingsgrage volksverbeelding stelde zich Wodan voor als een wilde jager, die des nachts op zijn stormros door de luchten draafde. De zwarte wolken waren zijn mantel. Bij oogsttijd lieten de boeren een schoof haver op hunne velden staan: dat was voor zijn paard. Hiermede hoopten zij de gunst van den machtigen god te winnen, en hun veld tegen alle rampspoed te beschutten. Weber rept hierover in zijn boek "Dreizehnlinden", (vertaald door E. De Lepeleer) waar hij zegt:
Jongens zoekt niet al te neerstig Ieder aarken voor den menner: Laat den laatsten schoof op 't veld voor Ouden Woên's gezwinden renner; Laat voor d'ouden Wodan zelve 't Laatste vruchtjen te uwen boome Dat om't jaar hij meer nog drage, en Geler nog uw tarwe kome.
Toen de eerste geloofszendelingen als Sint Eloy, Sint Amand en Sint Omaars in onze streken belandden, om er het licht van het Evangelie te brengen, gingen zij aanstonds het heidendom te keer. Om het volk des te gemakkelijker tot de nieuwe leer over te halen, schaften zij hunne gebruiken en feesten niet af, doch zij beijverden zich om ze te "verchristelijken". In plaats van Wodan stelden zij Sinte Maarten, den grooten apostel van Gallië die de wereld vervuld had met de faam zijner mirakelen. Geen heilige paste beter om den wintergod onzer heidensche voorouders te vervangen. Zijn sterfdag werd ook bij wintertij gevierd. Hij reed ook te paard en had zijn mantel met den arme gedeeld. Sinte Maarten werd eertijds gevierd met een niet te zeggen uitbundigheid en geestdrift. Zijn feest was het volksfeest bij uitnemendheid. Eenige dagen te voren reeds liepen de jongens te schooien achter hout voor het Sint Martensvuur. Bij 't vallen van den avond waren zij nog op de baan, en zongen dat het kletterde, met brandende fakkels in de hand:
Stookt vier Maakt vier Sint Maarten komt alhier Met zijnen blooten arme Hij zou hem geern warmen.
In Limburg zongen de knapen die van deur tot deur hout bedelden:
Sint Maarten heeft zoo 'n groote kou, geef ons maar zoo groot als een boone Onze lieve Heer zal 't in den hemel loonen.
Des avonds ontstak men groote vreugdevuren, en dan vingen de rondedansen aan bij luid gejoel van liederen. In de "Anthologie Belge" par Amélie Struman et Godefroid Kurth, blz. 200, vinden wij daarover de volgende verzen:
"Lorsque la brume était venue, On allumait un grand foyer, La flamme montait vers la nue, Le vent la faisait tournoyer. Et puis, quel plaisir d'être au monde! Chaque enfant, gai comme un lutin, Dansait et chantait à la ronde Près des feux de la Saint Martin."
Enkele schrijvers beweren dat de Sint Maartensvuren, evenals deze van het "groot carnaval" ontstoken werden om het begin van den vasten aan te kondigen, want de vasten van den advent, die ook genoemd werd "de vasten van Sint Maarten" duurde eertijds zes weken. Karl Simrock schrijft er over in zijn "Deutsche mythologie": "Die Martinsfeuer sollten vielleicht die wiedergeburt des jezt verdunkelten sonnenlichts verheiszen. Wie hernach der Advent, so scheint diese zeit schon den Heiden eine vorbereitung auf das Julfest, wo die Sonne sich verjüngte und nun auch das natürliche Neujahr eintrat." Deze openbare vreugdevuren werden naderhand verboden, omdat er brand of andere ongelukken van voort kwamen. Dit was o. m. het geval te Kortrijk waar ten jare 1736 eenige vuurvonken, door den wind voortgeblazen, brand veroorzaakten in het college der Jezuïeten en andere huizen. Naar aloud gebruik doorliepen de kinderen op den vooravond van Sinte Maarten, de straten van Kortrijk met zwaaiende wierookvatjes, wijl ze riepen om ter luidst:
Sinte Maarten avond Den torre ga meê naar Gent En als mijn moeder wafels bakt, Ik zit er zoo geern omtrent, Stokt vier, Makt vier, Sinte Maarten komt alhier; Al met zijnen blooten arme, Hij zou zoo geren warmen, Warmen tot den vieren; 't Is van dage Sinte Liere 't Is morgen Sint Lap, Eet uwen buk vul zoetepap.
Bij onze voorouders was het gebruik in zwang op Sint Maartens-avond feestmalen te houden, waarop de arme geburen uitgenoodigd werden. Te Gent en in de omstreken van Brussel kende men in de laatste jaren nog de "St. Maartens wafels of koeken". Te Bergen in Henegouwen vergaderden 's avonds de huisgezinnen en er worden gestoofde appels met worsten gesmuld. In Brabant bakte men koeken, en in de omgeveing van Venloo kregen de dienstboden een goed en lekker avondmaal. Of dit nu nog gebeurt? Eertijds, in België zoo wel als in Duitschland at men de "Sint-Maartens gans". Ten onzent komt die niet meer op tafel. Langs de boorden van den Rijn werd er van de "Sint Maartens gans" druk gezongen in liederen. Van zingen heeft ook ons volk immer veel gehouden, en in vele dier oude Sint-Maarten-deuntjes ligt er een naïeve, gemoedelijke poëzie, terwijl zij tevens vroegere zeden en gewoonten op heel karakteristieke wijze belichten. Te Leffinghe, Middelkerke, Mariekerke, en langs de zeekust van West-Vlaanderen klonk het op den vooravond van de geliefden feestdag, terwijl de jeugd met allerhande lichten in de hand door de straten stoeide:
Sinte Maartensavond Den torre gâ meê naar Gent, En als mijn moeder koeken bakt Ik zit er zoo geern omtrent Ik zit al in het hoekske, Ik krijg daar een koekske, Ik zit al onder de tafele, Ik krijg daar ne wafele, Ik zit al onder den zoldertrap Ik krijg daar nen scheutel pap.
Uit: "Voor hart en geest." Leesstof voor de lagere school. Teekeningen van Edmond VAN OFFEL. E. SNEYERS. "Schoolopziender." L. Opdebeek, uitgever, Antwerpen. 1924. Blz. 3 en 4. Deel III.
"Eeuwen geleden leefde er een volk, dat meester was over bijna de geheele aarde, voor zoover men die toen kende. Dat volk heette de Romeinen. Die Romeinen lagen ook met een groot leger in Frankrijk, en één van de hoofdmannen heette Martinus. Martinus was een vroom en dapper jonkman die, zonder dat zijn vader het wist, christen was geworden. Eens gaf zijn bevelhebber hem last, om zo spoedig mogelijk een boodschap naar een ver verwijderde stad over te brengen. 't Was in 't hartje van den winter en 't vroor dat de boomen kraakten. Martinus sprong te paard en zijn medelijdend hart deed hem telkens in den zak tasten, om zo aan de armen die hij ontmoette, eenig geld te geven. Spoedig was al zijn geld op, en hij had niets meer om voor zich zelven een stuk brood te koopen. Bij de poort van de stad, waar hij wezen moest, zag hij een ouden man half naakt aan den weg zitten. - Een aalmoes, edele Heer! smeekte de arme. Martinus tastte in den zak, doch hij had niets meer. Maar wat deed hij nu? Hij sprong van zijn paard, nam zijn zwaard, sneed zijn mantel in tweeën en gaf de eene helft aan den ouden man, die het kleed dankbaar aannam. In de stad werd Martinus uitgelachen om het korte manteltje dat hij droeg. Het stond ook zoo bespottelijk. Maar Martinus was zoo gelukkig, een arme geholpen te hebben, dat hij er niet aan dacht, kwaad te worden, omdat ze hem beschimpten. Den volgenden nacht, gedurende zijn slaap, had Martinus een visioen. Hij zag den Heere Jezus op een schitterende troon gezeten, en omringd, rechts en links, van heel het hemelsche hof. Eerst kon hij niets onderscheiden; zijn oogen schemerden van den glans en de klaarheid van het verschijnsel. Hij wreef zijn oogen en toen zag hij hoe Ons Heer bekleed was met de helft van den mantel, dien hij den vorigen dag aan den armen man had gegeven. En hij hoorde dat Jezus tot de gelukzalige hemelbewoners zei: "Martinus heeft mij dat kleed gegeven." Kort nadien verliet Martinus het leger. Hij werd priester en later bisschop van Tours, in Frankrijk."
Uit "Zonnige Jeugd". Reeks leerboeken voor de lagere school. 5de studiejaar. Blz. 32. Door L. Pissen en I. Van Goidsenhoven. 1931. Uitg. Procure. 161 Huidevettersstraat. Brussel.
"Die is vroolijk den hemel binnen gehaald! 'n Andere heilige heeft 't gezien: engelen vóór en rond en achter hem, en allemaal even blij, dat Martinus aankwam. Tachtig jaren hadden ze op hem zitten te wachten: 'n heelen tijd wel: maar in den hemel gaat alles veel gauwer, omdat 't daar zoo fijn is. En Martinus zelf? Och jong, die was zóó blij! Want nu zou hij O. L. Heer zien en nu veel mooier dan toen op aarde. En toen was 't al zo heerlijk. 't Kwam zoo: 'n keer, hij was soldaat in 't Romeinsche leger, reed hij te paard naar Frankrijk. Onderweg kwam hij 'n bedelaar tegen. Die zat langs de straat, heelemaal in elkaar. Mager was hij en bijna geen kleeren had hij aan. Toen hij den ruiter aan zag komen, stond hij op en stak zijn hand omhoog om 'n aalmoes. Martinus was al bijna voorbij. De bedelaar liep achter hem aan. - Die heeft het ook niet te warm, dacht Martinus, terwijl hij 't bibberlijf van den man achter hem bekeek. En zonder zijn eigen verder te bedenken, zwaaide hij zijn mantel af, sneed hem met zijn zwaard in tweeën en gaf een van de stukken aan den bedelaar. -Zoo, ieder de helft, zei hij, geld heb ik niet, maar hiermee zult ge ook wel tevreden zijn. Toen reed hij door en vergat verder den man en 't bibberlijf en den halve mantel. Maar 's nachts in zijn droom, verscheen hem O. L. Heer zelf, met 't stuk mantel van den bedelaar aan en Hij zei: Martinus, gij hebt Mij bedekt met dit kleed ... Was me dat 'n belooning! Jammer dat 't maar eventjes duurde. 't Was zoo gauw voorbij en Martinus had O. L. Heer graag nog veel langer willen zien. 't Zou hem niets verveeld hebben, al had O. L. Heer twintig keer achter elkaar gezegd: Martinus gij hebt Mij bedekt met dat kleed. Hé, 't klonk zoo heerlijk en 't was zoo mooi. Maar nu in den hemel zou het veel langer duren. Nooit meer komt daar 'n einde aan. Gij moogt er blijven voor altijd, bij O. L. Heer en bij Maria en bij al die witte blije engelen!"
Uit "Winterhulp". Officieele uitgave van het centraal uitvoerend comité. 2 Koninklijke Plaats Brussel. 11 november 1942. Blz. 33 en 34, door E. Vandenbroeck, Voorzitter van Winterhulp te Assche.
Hij maant ons aan een wintervoorraad op te doen.
"Sinte Maarten steekt er zijn staf in" zegt één van de vele spreekwoorden rond dezen zeer geliefden Volksheilige. Daarmee wordt bedoeld dat men ter plaats blijven wil waar een goede voorraad, hetzij eetwaren, hetzij van andere noodwendigheden is. Een legende uit het leven van sinte Maarten gewaagt van deze voorraad. Om zijn geschenken zoveel mogelijk aan de armen en misbedeelden te kunnen ronddragen bereed Martinus een mooi wit paard. Dit paard moest op tijd en stond zijn haver en hooi hebben. De heilige was echter de goedheid en de lankmoedigheid zelve en hij liet toe dat de maaiers zijn weide kwamen afmaaien wanneer het gras van de meerschen der naburige boeren reeds gedroogd en geschelfd was. Maar daardoor was het reeds laat op het jaar geworden. Het was volop Bâmis. En wie ziet men nu nog hooien gedurende de herfstdagen? Het regenachtige weer laat het hooi niet meer droog worden. De heilige bisschop vroeg dan ook Ons Heer nog drie dagen zonneschijn te verlenen; opdat het hooi voor zijn paard zou kunnen drogen. En alhoewel hij nu reeds lang in de hemel Allerheiligen meeviert, toch blijft hij bidden opdat de achterblijvers, de verstrooiden en nalatigen en de niet vooruitzienden een laatste kans zouden krijgen en hun voorraad zouden opdoen. En 't is of er Ons Heer mee gemoeid is, want telkenjare komt er een kentering in het weer. De boeren zeggen dan: " Sinte Maarten brengt ons zijn zomerken."
Vanwaar komt het Sint-Maartensvuur?
Sint Maarten had een ezel. Het wit paard, dat zijn herfsthooi moest hebben, is nu plots verdwenen. Zo zijn nu eenmaal de volkslegenden. De heilige kwam, gezeten op zijn grauwtje, op zekeren avond in een onzer kustdorpjes binnengereden. Als er te sermoenen viel was hij niet tegen te houden. Het volk stond naar hem te luisteren en hij predikte zoo schoon dat de honderden Vlamingen, ruwe visschers en keikoppige boeren niet moe werden zijn doorslaande bewijzen te aanhoren. Ze bleven luisteren ... maar het ezeltje van sint Maarten had zoveel geduld niet, het had meer werkelijkheids zin en meer honger naar distels en goede hapjes dan naar rechtvaardigheid. Het muisde er vandoor en deed zich tegoed aan de lekkere duindistels. Toen nu het sermoen ten einde was riep de heilige zijn ezeltje. Maar tevergeefs. Hij ging op zoek. De menschen zochten mee. En daar het reeds donker geworden was ontstaken de inwoners toortsen en licht. Het ging nu duin op duin af. Eindelijk vonden ze het ezeltje. Allen hadden er honger van gekregen en de vrouwen bakten gauw koeken onder de smeulende assche van de aangestoken vuren. Ten teeken van vreugde namen allen plaats aan denzelfden disch. Het werd een plezierig kampvuur. En jaarlijks werd aan dit feit herinnerd door een toortsengang in de duinen en 't verorberen van de eene of andere lekkernij, zoogezegd door sint Maarten gebracht. In onze gouwen zijn nu nog sporen te bekennen van den fakkelstoet, welke vroeger, op Sint-Maartensavond luisterrijk door de straten van stad en gemeente toog. Sommigen zien in de Sint-Maartensvuren een oeroud heidensch gebruik. Wat wel waar kan zijn. De evangelisatie heeft de heidensche gebruiken aangepast of omgevormd en de volksverbeelding doet dan de rest. Zoo het verband tusschen de heidensche vuurgebruiken en de hooger vermelden kampavond in de duinen. Deze Sint-Maartensvuren worden nog op tal van plaatsen ontstoken, o. a. te Genk, waar de kinderen het vuur aanbrengen op een hoogte, buiten het dorp. Dan wordt er gezongen:
Sint Marten heeft zoo groote kâ Hij zou hem wel warmen Als hij maar wa hâ.
In de Vlaanders heet het "Keerskensloopinge"; geen geregelde stoet of optocht. De kinderen gaan rond met keerskens, gestoken in flambeeuwen van uitgeholde beetwortels of rapen, grillig en koddig uitgesneden: een paar oogen, een neus en een mond. Onderin de beet hebben ze een gat gemaakt waardoor het kaarsje gestoken wordt op een koolstek, die tegelijkertijd als handvat dienst doet. Als het kaarslicht door de dunne wanden van de uitgeholde beet schijnt, maakt dat in den avond een fantastisch effect als van zwevende maskers. De kinderen dansen en zingen:
Stookt vier, stookt vier; Sint Marten komt alhier Met zijn bloote armen, Hij zou zich geerne warmen.
Ze gaan van deur tot deur en bedelen pannekoeken, galetten, lukken, wafels of andere lekkernijen of centen.
De vriend van de kinderen.
Door de verschillende legenden - dat van dien mantel, dat van dit herfsthooi en dat kampvuur met den laten koekenbak - werd sint Maarten evenals sint Niklaas den gullen kindervriend, die door de schouw van allerlei speel- en sneukelgoed werpt. Hij is de geschenkbrenger in Aalst, in Mechelen en op vele plaatsen in Vlaanderen, Brabant en de Kempen. De kinderen zetten 's avonds, vóór Sinte-Metten, hun korfje, of hunnen kloef of hangen de kous aan de schouw. Ze leggen er een raap, een wortel en wat hooi in. Dit voor den ezel van den braven man. Soms worden er de schrijfboeken uit de school bij gelegd of een briefje. 's Anderendaags vinden ze dan de lekkernijen of ... de roede!
Wanneer zal de heilige de kinderen weer dingen brengen zooals in onzen tijd: appelen, peertjes, nootjes, mispelen, muntebollen en speculaus?
Kunstexperts van het Prado-museum te Madrid hebben een tot nu toe onbekend schilderij van Pieter Breughel de Oudere ontdekt. Volgens "El Pais" gewagen de specialisten van een "buitengewoon belangrijk werk". Het meesterwerk was door de huidige eigenaars naar het Prado gezonden voor restauratie. Daar ontdekten de experts dat het zeker om een originele Breughel gaat. Het doek heet "De wijn van het Sint-Maartensfeest." Het Prado, toch niet het minste museum, gewaagd van een buitengewoon belangrijk werk uit het oeuvre van de 16de-eeuwse Vlaamse schilder, zowel wat de thematiek als de compositie betreft. Het Spaanse ministerie van Cultuur zou het doek willen kopen van de huidige eigenaars. Onderhandelingen zijn al aan de gang. Het doek zou dan in al zijn glorie in het Prado worden tentoongesteld. Het ministerie wil tot zeven miljoen euro vrijmaken voor het schilderij. Op de vrije markt zou het meesterwerk 25 miljoen euro waard zijn. Het Madrileense museum heeft al een andere Breughel in zijn bezit, "De triomf van de dood."
Uit "De Kempenaer." (Weekblad voor Arendonk, Dessel, Kasterlee, Retie.) Woensdag 15 september 2010.
11 november.
Reeds jarenlang viert Retie op 11 november zijn patroonheilige Sint-Martinus. Heel wat inwoners zijn een aantal weken van tevoren in de weer om een zo groot mogelijk Sint-Maartenvuur te maken. Het mag een groot vuur zijn, maar geen vuilnisbelt die wordt opgestookt. Om problemen te vermijden bij het opzetten van de vuren en het opruimen ervan, stelde de gemeenteraad een politiereglement op. Dit reglement werd goedgekeurd op 5 juli 2004. De tekst van het reglement wordt hieronder integraal gepublceerd.
Artikel 1: Elk jaar wordt op 11 november de patroonheilige Sint-Martinus gevierd.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de locaties in de gemeente waar de vieringen mogen plaats vinden. Deze locaties zijn minstens op 100 meter afstand gelegen van huizen, bossen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of plaatsen waar vlas te drogen is gelegd.
Artikel 3: Vanaf 15 september, en op de dagen en uren bepaald door het college van burgemeester en schepenen (woensdagnamiddag, zaterdag en tijdens de week van Allerheiligen), mag snoeihout, afkomstig van het onderhoud van de tuinen en eigendommen van de buurtbewoners, worden aangevoerd op de locaties. Het aanvoeren en verbranden van volgende producten is verboden (niet-limitatieve lijst): boomstronken, behandeld hout, huishoudelijk afval, oliën of benzines, autobanden, matrassen, ...
Artikel 4: Iedereen die snoeihout aanbrengt, staat in voor de goede opstapeling van het hout teneinde een stevig en compact vuur te verkrijgen.
Artikel 5: Het vuur wordt ten vroegste om 18.00 u. ontstoken. De buurtbewoners treffen de nodige maatregelen opdat het vuur niet uitbreidt en bewaken het vuur tot het gedoofd is.
Artikel 6: De locatie van de feesten wordt zo spoedig mogelijk en uiterlijk veertien dagen na 11 november opgeruimd en in zijn oorspronkelijke toestand gebracht. De kosten die ontstaan zijn bij het opruimen van de resten, worden gedragen door de organiserende buurt en kunnen in geen geval verhaald worden op het gemeentebestuur.
Artikel 7: Het niet naleven van de bepalingen van dit reglement wordt gesanctioneerd met politiestraffen.
Afwijkingen op de aanleverdagen worden enkel toegstaan door burgemeester en schepenen, na samenspraak met de contactpersoon van de desbetreffende Sint-Maartenhoop.
Uit: "Een jaarkring in legenden." Illustratie van Leon Holman. Utrecht 1948. Uitg. W. De Haan N. V. Blz.: 236-239.
"Op 11 November wordt er in Italië over het algemeen flink gedronken, maar in Sicilië moet men dien dag tenminsten den wijn gaan proeven, zelfs al zou men daar geen lust toe hebben. Doet men het niet, dan wordt de wijn in de vaten zuur. Maar wat erger is, zo zegt het volk, wie geen wijn drinkt komt niet in de hemel. De deskundigen beweren, dat op dien dag de most in wijn veranderd wordt. In Noord-Italië bewaren de boeren een tros druiven van den wijnoogst die ze dan op 11 November, als herinnering aan het mooie jaargetijde, opeten. De eerbiedwaardige bisschop Sint Maarten wordt in Sicilië als de patroon van de dronkaards beschouwd en zelfs gaat het volksgeloof zo ver, dat men deze Heilige, natuurlijk geheel ten onrechte, voor een onvervaarden wijndrinker houdt. Van hem is echter bekend, dat hij zo sober was, dat men in een door hem gesticht klooster, waar hij met tachtig leerlingen woonde, zelfs nooit wijn heeft gedronken. St. Maarten geldt trouwens algemeen als een voorbeeld van de meest onbaatzuchtige christelijke liefdadigheid. Deze deugd komt mooi tot uiting in een legende, die ons verhaalt hoe Maarten, toen hij eens een armen man zonder klederen op straat ontmoette, met zijn zwaard zijn mantel in twee gedeelten verdeelde en de ene helft aan den arme gaf. Den volgenden nacht zag hij Christus, gekleed met het deel van zijn mantel dat hij daags te voren aan den armen man geschonken had, terwijl Hij tot de rond Hem vergaarde engelen sprak: "Weet, dat Maarten, toen hij nog catechumeen was, mij met dezen mantel heeft gedekt!" Volgens een Noord-Italiaanse legende hadden St. Maarten en de duivel beiden een molen. Nadat de duivel eens de molen van St. Maarten had bezichtigd, vroeg de Heilige hem of hij ook eens zijn molen mocht komen bekijken. De duivel willigde den wens van den Heilige in onder voorwaarde, dat hij gedurende zijn bezoek geen kruistekens zou maken. Maarten beloofde dit, maar, toen hij voor den molen van den duivel stond, maakte hij toch kruistekens met gevolg, dat de molen plotseling onbruikbaar werd. "De molens;" zeide de duivel, "zullen voortaan aan U behoren, maar de molenaars aan mij!" Om niet in de handen van de duivel te vallen, vasten de molenaars op het vigilie van St. Maartensdag. Een Siciliaanse legende vertelt ons weer, dat de duivel, die de bijnaam Culicchia draagt, zich vermomde als een arm man, die op het punt stond van honger om te komen, en die aan de weg gezeten was, waar St. Maarten gewoonlijk voorbijkwam. De Heilige had die dag geen geld bij zich en zei tot den arme, dat hij hem niets kon geven. Maar de arme hield aan zeggende, dat hij sinds twee dagen niets gegeten had. Maarten kreeg medelijden, trok zijn mantel uit en gaf hem aan den arme met de woorden: "Ziedaar deze mantel, ik heb niets anders, neem hem en ga dan eten!" De duivel was zeer tevreden, dat hij Maarten had kunnen bedriegen, wierp zijn vermomming af en vertoonde zich in zijn ware gedaante. Doch Maarten liet zich niet uit zijn lood slaan en sprak tot de duivel: "Ik geloofde dat je arm was, daarom heb ik datgene gegeven dat ik bezat, maar nu, verachtelijk beest, verdwijn in de diepten van de hel!" Naar een andere versie gaf de heilige zijn mantel aan een armen man, die dronken aan den weg lag, om hem tegen de koude te beschutten. Aan deze daad van liefdadigheid is het waarschijnlijk te danken, dat men aan St. Maarten het niet bijzonder eerbiedwaardige beschermheerschap der dronkaards heeft toegedacht. St. Maarten heeft met dronkenschap niets te maken. Het ongelukkige toeval wil, dat zijn feestdag op 11 November valt, den dag waarop in Italië de wijn geproefd en de vaten aangebroken worden. Deze gewoonte lijkt de directe voortzetting te zijn van het oude wijnfeest der Grieken, dat in de eerste helft van de maand Anthesterion ter ere van Bacchus gevierd werd. Die dag wordt in Italië in vreugde, uitgelatenheid en braspartijen doorgebracht. Meestal begint het feestmaal op den Zondag na 11 November, wanneer een ieder vrij is. In Sicilië is het zede bij deze gelegenheid kalkoen te eten en natuurlijk wijn te drinken. Is er geen kalkoen dan mag varkensvlees niet ontbreken. De beschuiten, die men op dien dag eet en van welke reeds dagen te voren de etalages vol liggen, heten in het Siciliaanse dialect Viscotta di S. Martinu "St. Maartensbeschuit." en zijn werkelijk artistiek van vorm. De banketbakkers bereiden ook allerlei uit suiker vervaardigde gebakjes, die St. Maarten in een theatrale houding te paard voorstellen, zwaaiend met zijn zwaard. Het moet voor de kleine Italiaantjes een probleem zijn die gebakjes op te eten. Komt eerst het paard aan de beurt en dan de Heilige of omgekeerd? Op vele plaatsen is St. Maartensdag in Italië een intiem en gezellig familiefeest. Men ontvangt niet graag bezoek, aangezien de hele familie in de keuken bezig is om de feestmaaltijd klaar te maken en zij wenst daarbij niet gestoord te worden. De arbeiders en boeren haasten zich om zo vlug mogelijk thuis te zijn. Welk een drukte heerst er op de stations, waar de mensen zich verdringen om 's avonds zo vroeg mogelijk te Mestre of te Treviso bij hun gezin te kunnen komen! Terwijl in Noord-Italië op de bergen reeds de eerste sneeuw gevallen is, is het over het algemeen tegen St. Maartensdag in heel Italië zacht en mild weer: men noemt dan ook te Venetië de tien dagen die op 11 November volgen istadela de S. Martin "het St. Maartenszomertje." Juist omdat tegen 11 November voor een korten tijd de natuur ontwaakt, wensen de Sicilianen elkaar op dien dag, Bon Sammartinu "Goede St. Maarten.", d.w.z. overvloed van wijn, olie, melk, enz. Wanneer de bedienden hun St. Maartenswensen komen aanbieden, ontvangen ze enkele der voor St. Maartensdag gebakken beschuiten ten geschenke. Misschien staat met het mooie weer de minder mooie gewoonte te Venetië in verband om op St. Maartensdag te verhuizen. Dat onze Heilige oorspronkelijk soldaat is geweest, blijkt niet alleen uit de gebakjes, die hem te paard met het zwaard in de hand voorstellen, maar ook uit het feit, dat St. Maarten, te zamen met St. Joris, de beschermer is van de Italiaanse soldaten, die hem niet zelden met den omineuzen wijn, waarmee hij eigenlijk niets te maken heeft, vereren."
Rijmgedicht over de H. Martinus in het maandschrift van de Engelbewaarder. 1897.
't Is snerpend koud, de winter zwaait Zijn staf meedoogloos rond; De noordenwind snijdt door de leën, De sneeuwjacht stuift verwoed doorheen En dekt den killen grond.
Een arme, naakt, verkleumd van kou, Ter poort van Amiensstad, Smeekt biddend om een bete brood; Maar niemand, die zich in zijn nood Erbarmde, hoe hij bad.
Martinus reed ter stadspoort uit; Ook hem vroeg de arme teër Erbarming, met gebroken stem, Erbarming in zijn nood met hem; Ter liefde van den Heer.
De krijgsman wierp een liefdeblik op d'arme bedelaar, Met schaam'le lompen nauw bedekt, Die biddend hem de handen strekt, Ter liefdegifte klaar.
Martinus' hart verteedert zich Bij de armoede in de nood; Zijn liefde had reeds al verdeeld, Niets had hij, wat hij bood.
Niets had Martinus, wat hij bood Den armen bedelaar; Zijn mantel, kleeding en zwaard Is 't enigst, wat hem rest op aard Ter gifte op 't liefdealtaar.
De krijgsman grijpt zijn glimmend zwaard, Wijl hij zijn mantel strekt; Hij houwt dien middendoor in twee, Deelt 't eene stuk den arme mêe, Wijl hem het andre dekt.
Nauw sliep dien nacht, ter ruste gevlijd, Martinus, of hij zag Den Heer, omringd door englenschaar, In 't kleed, dat hij den bedelaar Gegeven had dien dag.
"Martinus", sprak tot de englenschaar De Heer, en wees op 't kleed, "Martinus, nog katechumeen, Sloeg mij deez kleeding om de lêen, Toen ik in armoê leed".
De krijgsman door dit droomgezicht Vloeide over van genot; Met meerder vuur nog dan weleer Beminde hij zijn God en Heer En de armen om zijn God.
"11 November! Sint-Maarten! Sint-Maarten, de patroon der ganzen en der drinkebroers! Hoe komt het dat Sint-Maarten, waarvan de eenvoudigheid legendarisch en de matigheid spreekwoordelijk is, de uitverkorene is der volgelingen van Coveces en van Bacchus? Luistert. Ziehier wat de overoude kronieken vertellen: Wanneer in 383, na zijn opstand tegen Gratiaan, Maximus, een Romeins generaal, Gallië, Engeland en Spanje bemachtigde, vestigde hij de hoofdstad van zijn keizerrijk te Trier. Sint -Maarten begaf zich er naartoe om er eenige gunsten te verkrijgen. Maximus ontving hem schitterend. Hij liet hem aan zijne eigen tafel mede eten, hem de eereplaats gevende tusschen de voornaamste en beroemdste mannen van zijn hof. Wanneer bij het einde van het eetmaal, de officier den wijnbeker aan Maximus bood, beval deze hem aan den bisschop van Tours te geven opdat hij hem daarna uit dezes handen zou kunnen ontvangen; maar de beroemde prelaat deed den beker doorgeven aan den priester die hem vergezelde. En dit gebaar voldeed om sint Maarten aan het hoofd der drinkebroers te plaatsen! Over sint Maarten als patroon der ganzen, vertelt de legende dat de duivel om sint Maarten te bekoren, hem eene fabelachtige gedekte tafel voorzette, maar sint Maarten keurde geen enkel gerecht waardig buiten de gans! Moet het bestaan der talrijke Sint-Maartensmaatschappijen in de omringende gemeenten van Brussel, zooals Molenbeek, Jette, Laeken, Koekelberg, Ganshoren, daaraan toegewezen worden? Te Ganshoren bestaat er eene kerk genoemd de St.-Maartenskerk. Zij werd gebouwd in 1369. Nu, volgens de waarschijnlijke gevolgtrekking van MM. de Graaf de Villegas en Van Leeuw, zou Ganshoren betekenen, een plaats gelegen in den vorm van een horen, waar het kweeken der ganzen op groote schaal plaats had in de oudere tijden. Vandaar de kerk van den omtrek (Ganshoren) toegewijd aan sint Maarten. Het dorp Ganshoren is ook nog steeds de bedevaartplaats gebleven der "chocheteiten" van St.-Maarten. Alle jaren op den Maandag volgende op 11 November, geven zij er elkaar afspraak en wonen er de mis bij die gezongen wordt aan het altaar van St.-Maarten. De St.-Maartensmannen zijn te paard evenals hunnen generalen staf, voor de gelegenheid, mannen gekleed in militaire uniformen, met de gestreepte broek der gidsen en de berenmuts der grenadiers van voor den oorlog. Over een vijftiental jaren geleden kwam sint Maarten en zijn gevolg nog te paard de kerk binnen, maar daar er dikwijls ongelukken voorvielen, zo is de gewoonte om met de paarden binnen te komen langzaam verdwenen. Na de mis gehoord te hebben, scheidde de stoet zich uit elkaar en ieder sint Maarten, gevolgd van zijne mannen, trok naar zijne eigene gemeente terug. En hier beginnen de omgangen en de ... drinkpartijen. Nochtans beoefent sint Maarten ook de weldadigheid. Hij snijdt wel zijn mantel niet in twee, maar werpt met volle handsvollen vijgen of noten tusschen de talrijke groepen die den stoet vergezellen. Bij het eindigen van den dag, heeft men het banket van sint Maarten. Ganzen worden er niet opgediend, maar uitmuntend vleesch wordt er gesmuld en buitengewoon veel gedronken, zoodat deze feesten soms in bloedige vechtpartijen uitlopen. Te Mechelen wordt sint Maarten gevierd door de kinderen. Men heeft het klein Sint-Maartensfeest op 11 November, en het groot Sint-Maartensfeest den daaropvolgenden Zondag.Jonge bengels gaan dan zingend van deur tot deur:
"Hij heeft zijnen mantel doorgesneden Om aan de armen te geven, Jufvrouw wil ons kabaske vullen En laat ons nie lang meer staan."
Op den Zondag van het Sint-Maartensfeest zijn de rondgaande kinderen-zangers gekostumeerd op de zotste wijze. Ze hebben dan kleine schoone papieren vlaggetjes en wandelen rond op een soort draagbaar, een St.-Maarten die getooid is met een mijter en gekleed in rok, met de eene hand houdt hij een staf en met de andere een scheel of bakje dienende om geldstukken te ontvangen. Deze met den schoonsten sint-Maarten komen dan zingen in de groote straten van het midden der stad, zij gaan ermede de koffiehuizen binnen en keeren terug naar huis, voorzien van lekkernijen en geld. In de omstreken van Hasselt en in zekere gemeenten van Vlaanderen, bestaat het St.-Maartensvuur. Van af den morgend van 11 November gaan de jonge lieden rond en bedelen droog hout, strooi en eikentoppen. Dit alles wordt dan op eene kar geladen welke geledigd wordt te midden een veld, waar het vuur aangestoken wordt. De jonkheid van het dorp voert daar rond dan de drolligste dansen en sprongen uit die er maar mogelijk zijn. Daarna houdt men eetmalen en drinkgelagen ter eere van St.-Maarten, patroon der drinkebroers en der ganzen." J.L.
In een eenvoudig boekje "Sint-Niklaas gevolgd door andere lezingen." door "Eenen priester", uit 1898, vond ik volgend stukje over Sintemetten:
"De H. Martinus, nog jong zijnde, diende in het Fransche leger, en was reeds alom bekend door zijne groote liefde voor de ongelukkigen. Op eenen kouden winterdag, door een woud rijdende, ontmoette hij eenen armen man die bijna naakt was, en hem om eene aalmoes smeekte. Martinus had reeds al zijn geld uitgedeeld, zoodat hij niets meer bij zich had, tenzij zijne kleederen en de wapens die hij droeg. Wat doet hij? Hij neemt zijnen sabel en snijdt zijnen mantel in twee stukken, waarvan hij het eene aan den bedelaar geeft, terwijl hij de andere helft zoo goed mogelijk rond zich draait. Eenigen, die getuige waren dezer edelmoedige daad, hielden er den spot mede, maar anderen, door dit schoon voorbeeld getroffen, waren beschaamd den noodwendige niet te hebben bijgestaan, en maakten goede voornemens voor de toekomst. Den volgenden nacht zag de H. Martinus in eenen droom, den Zaligmaker, bedekt met den halven mantel, terwijl hij zegde tot eene menigte hemelsche geesten die hem omringden: " Martinus heeft mij met dit kleed bedekt." Het goed, dat wij aan de armen doen, zal ons aangerekend worden als ware het aan God zelf gedaan: hebben wij dus altijd medelijden met de ongelukkigen."
Dit boekje van 48 blz. werd uitgegeven te Brugge, door A. J. Witteryck-Delplace, Nieuwe Wandeling 4. Ook de levens van andere heiligen worden summier in deze uitgave besproken. Zo komen sint-Niklaas, de heilige Antonius van Padua en de heilige Joseph aan bod.
Deze koperen sierplaten met Sintemetten als onderwerp, voorstelling meestal naar het beroemde schilderij van van Dyck, komen nog veelvuldig voor in verschillende vormen en groottes, in geel of rood koper. Ze zijn ontstaan wanneer de koperslager een koperen plaat in een houten mal ( of vorm ) slaat ( of drijft) en die daarmee omvormt tot een echt siervoorwerp. Op deze manier konden deze grote sierplaten betrekkelijk snel in serie worden gefabriceerd, zonder gebruik te maken van speciale ovens. Tijdens de industriële revolutie is het ambacht van koperslager in onbruik geraakt door de opkomst van de persen. Die voerden het werk, waar een ervaren koperslager enkele uren over deed, uit in luttele seconden. Volledig machinale productie van deze koperen "Sintemettenplaten" vond vooral plaats door persen en stampen. Hierbij wordt een koperen plaat onder hoge druk tussen twee stalen modellen tot een sierplaat geperst. Sommige borden dragen de naam van de ontwerper, andere een merkteken van de werkplaats. Ben al lang op zoek naar informatie over fabrieken die deze sierborden hebben gemaakt. Wie kan me daarbij helpen?
In dit boekje van de scouts: "De teervoeteisen." (v.v.k.s.- Uitgeverij st-Joris. Brussel.) zag ik op blz. 60, een afbeelding van de manteldeling van sint-Martinus. Onder het beeld een gedicht (gedeelte) van Alice Nahon.
"En vind ik in het huis mijns harten, de troost dat ik een wee genas, dat ik mijn armen heb gewonden rondom één hoofd dat eenzaam was. Dan voel ik op mijn jonge lippen die goedheid als een avondzoen. 't Is goed in't eigen hart te kijken en zo zijn ogen toe te doen."
Als geen ander kon A. Nahon het zalige gevoel verwoorden dat je krijgt als je een goede daad hebt gesteld. Ook Sintemetten moet zich na de manteldeling zo hebben gevoeld!
Folkloristische sprokkelingen uit de kinderwereld.
Olie op doek. Von Marees Hans. 1869. " Saint Martin et le mendiant." Winterthour, Fondation Reinhart.
Rijmkes en Liedjes uit Kinderspelen. Te Turnhout verzameld door E. H. J. Nuyts. Turnhout. Drukkerij "Lumen" N. V. 1930.
Blz. 24. Hoofdstuk 3. Gelegenheidsliedjes.
"Bepaalde tijdstippen in het jaar hebben voor kinderen hun bijzondere vermakelijkheden met soms spel en lied. Buiten die gelegenheden hoort men die kinderen nooit."
Punt 7. "Op Sint-Maartensdag worden er 's avonds op den buiten vuurkens gestookt. De jongens van heel de wijk gaan dan samen op den bedel om bij elken boer brandmateriaal te vragen, en al wat branden kan, sleuren ze mee, soms op een hondenkar of op een stootwagentje dat ze zelf voortstooten: mutsaards, knuppels, spaanders, turf, enz... Ze bedelen al zingend en ... krijgen ze, dan zingen ze den lof van de goedhartige geefster, maar, krijgen ze niets: dan zingen ze bedreigingen en verwenschingen, en zullen toch wel zorgen dat ze er aan de mutsaardmijt of in't houtkot geraken."
"Vandaag is't Sintre Merten, en morge is't de kruk. Wij komen uit goeder herten. En helpt ons uit den druk. Wij zullen van ze leven van hier nie gaan, of wij hebben wat opgedaan: hout, hout, turven hout, kloere, kloeren haantje, een turfken of een spaantje. Hoe wijd zal da vliegen? Over de markt en over den dijk. 't Zal ne goeie Sintre Merte zijn. Krijg ik wat asteblieft? Daar is nog wel een goei vrouw, die ons nog wel wa geven zal. Hoe lank zal ze leven? Honderd jaar en eenen dag, zoo lank als ze 'n korstje brood mag."
Ofwel: "Ginder achter aan dat hoog huis, daar hangt ne zak me zemelen uit. Hoe menige zemel, hoe menige luis. Daar zit een gierige pin in huis."
Als het een boer is die nietgeven wil; dan verandert het laatste rijmke: "Schup den boer in 't schijthuis!"
Een gierige pin: iemand die heel gierig is, wordt soms wel een "pin" genoemd: daar is 't pinneken-dun, d.i. daar wordt niet veel opgeschept.
Binnen en buiten. Nr. 7. Dertiende uitgave. Blz. 34. Leesmethode Van Hoof en Vermeulen. De Sikkel Antwerpen. 1955. Geïllustreerd door Elsa van Hagendoren. Spelling volgens de Woordenlijst van de Nederlandse Taal 1954.
7. Sint-Maarten.
"Stookt vier, maakt vier, Sint-Maarten komt alhier. Met zijn blote armen, Hij zou zich geerne warmen; Hij kroop al in het hoekske, En daar kreeg hij een koekske; Hij kroop al onder de tafel, En daar kreeg hij een wafel; Hij kroop al onder de zoldertrap, En wij gaven hem een schotel pap."
1. Eeuwen geleden leefde er een volk, dat meester was over bijna de gehele aarde, voor zover men die toen kende. Dat volk heette de Romeinen. Die Romeinen lagen ook met een groot leger in Frankrijk. Eén van de kapiteins heette Martinus. Martinus was zeer braaf, dapper en jonkman, die ook geen heiden meer was. Zonder dat zijn vader het wist, was hij christen geworden.
2. Eens beval zijn bevelhebber hem, zo spoedig mogelijk een boodschap naar een ver verwijderde stad over te brengen. Martinus sprong te paard en reed weg. Het was vinnig koud en de wind sneed in zijn gezicht. Zijn medelijdend hart deed hem telkens in de zak tasten om aan de armen, die hij ontmoette, wat geld te geven. Spoedig was al zijn geld op, en hij kon niet eens voor zichzelf een stuk brood meer kopen.
3. Bij de poort van de stad, waar hij wezen moest, zag hij een oude man half naakt aan de weg zitten. Martinus tastte in zijn zak, doch die was leeg. "Een aalmoes, edele heer!" smeekte de arme. Wat deed hij nu? Hij sprong van zijn paard, nam zijn zwaard, sneed zijn mantel in tweeën en gaf de ene helft aan de oude man, die het kleed dankbaar aannam.
4. In de stad werd Martinus uitgelachen om het korte manteltje, dat hij nog droeg. Het stond ook zo bespottelijk. Maar Martinus was zó gelukkig een half naakte te hebben gekleed, dat hij deed alsof hij die spotternijen niet hoorde. Later werd hij bisschop, en als je nu eens over "Sint-Maarten" hoort spreken, dan weet je, dat die heilige niemand anders was dan de brave Romein, die vol liefde alles aan de armen gaf, totzelfs de helft van zijn mantel.
Jan of Lucas van Duetecum. Deventer (?) ca.1530-1608. Naar Hieronymus Bosch. Gravure en ets, 33,3 x 42,3 cm.
Bij de poort van een middeleeuwse stad waarvan de muren gedeeltelijk in zee staan, deelt Sintemetten, staande op een boot, zijn mantel met een groepje vreemde bedelaars. Op een bootje wat hoger in de gravure zien we weer een wijnvat met de gekende vlag met twee krukken. Duidende op het sint-martinusfeest. Met de wijnstraal uit het midden van het vat vullen enkele drinkebroers hun glazen. De ondankbaarheid van het "creupel vuyl arm gespuijs" wordt zowel in het Vlaamse onderschrift als in de voorstelling benadrukt. Terwijl Sintemetten zijn mantel gaat delen trachten andere bedelaars zich meester te maken van zijn paard dat even zonder berijder is.
Onder de gravure lezen we duidelijk: "De goede Sint Martenis hier gestelt; onder al dit Cruepel Vuyl arm gespuijs haer deylende fijnen mantele inde stede Va gelt; nou Vechtese om de proije dit quaet gedruijs.
Maerten van Cleef. (1527 Antwerpen 1581). Olieverf op paneel. 77 x 108 cm. Duinkerken. Musée de Beaux-Arts de Dunkerque.
Het sint-martinusfeest bood de behoeftigen onder de bevolking op 11 november de gelegenheid de ontberingen van de komende winter uitbundig te lijf te gaan. Op een dorpsplein dansen bewoners om het traditionele vreugdevuur van sint-Maarten. Rechts proberen enkele mannen een vlag, met de beeltenis van Sintemetten, te veroveren. Ook hier dient de wimpel, met de manteldeling, om aan te geven dat het wel degelijk over het feest van sint-Maarten gaat. Op de achtergrond rechts zien we nog een groepje zingende kinderen die van een gulle vrouw in een deuropening iets krijgen toegestoken. Links zien we een vrouw met witte hoofddoek die een deugniet een ferme oorvijg wil geven. Op de voorgrond een moeder met kind op haar schoot, gezeten op een tenen mand. Voor zich een mand noten. Ze geeft de bedelaar met de hoed enkele vruchten. Helemaal in de benedenhoek verkoopt een man appels, een aapje houdt hem gezelschap. Achter hem trekt een bedelkind met schoteltje aan de mouw van een oudere patricïer. Opvallend de vele schakeringen rood die de schilder heeft gebruikt. Of hij de gloed van het vuur wilde weergeven.
Fromista. Beeld van sint-Maarten uit de 12de eeuw.
Voorbeelden van mechanisch kantwerk!
Op ieder wijk wordt het brandhout aangesleept voor de "brandstapel."
"Boeren, we zullen van hier nie goan of we hemme wa opgedoan", zo zingt de Retiese jeugd aan ieders deur.
Sint-Martinus eet de eerste pannenkoek!
Verticale binnenzichten. Begin twintigste eeuw.
Onze parochiekerk, ongewoon in het blauw.
Het monumentale praalgraf van dichter Lodewijk De Koninck voor de sint-Martinuskerk te Retie. ( Twee Retiese kinderen stonden model voor het kunstwerk. )
Schoonbroek. Parochiekerk sint-Job.
Parochiekerk en pastorij van Schoenbroek.
Martinus Maria Peeters. Geboren te Rethy. 20 september 1889. Op het veld van eer gevallen te Cappelle den 12.02.1916.
Marten Karel Cox. Desschel 05. 02. 1893 Eervol gesneuveld voor het vaderland den 15de oktober 1918 te Iseghem( West-Vlaanderen)
Martinus Victor Adriaensen. Soldaat 10 linie regiment. Geboren te Rethy 22.07.1887. Voor de verdediging van ons vaderland gesneuveld op het veld van eer bij Nieuwpoort in maart 1915.
Martinus Dirken. Echtg.A. M. Van Dael. In Rethy overl. 1890, 77 jaar oud.
Martinus Rommens. Rethy 1856 - 1900.
Martinus Michielsen. Echtg. A. M. C. Seuntjes. Rethy 1858-1907.
Martinus Slegers. Deken van de sint-Sebastiaangilde. Weduwnaar M.B.Wynen. Rethy 1834-1911.
Martinus Jozef Smets. Echtg. A.M.Van Mechgelen. Rethy 1861-1919.
Martinus Bertels. Weduwnaar A.E. Engelen. Rethy 1834-1915.
Martinus Slegers. Echtg. M.C. Lemmens. Rethy 1871-1912.
Martinus August Hermans. Rethy 1890-1912.
Marten Van Gompel. Echtg. A. E. Luyten. Rethy 1850-1923.
Marten Van Loy. Echtg. M.C.Van Gansewinkel. Rethy 1849-1923.
Uitzonderlijke voorstelling van de manteldeling. De bedelaar hier afgebeeld is duidelijk een kleurling.
Martinus Van Herck. Weduwnaar M.E.Deckx. Rethy 1830-1917.
Martinus L. De Bie. Echtg. P. Borgers. Rethy 1852-1915
Zuster Maria Agnes. Geb. Barbara Auwerkx. overleden te Rethij de 18 Mei 1820, in den ouderdom van 30 jaren, 5 maanden en 14 dagen.
Zeer oud Reties doodsprentje. Een Antwerps santje uit de 17de eeuw. In de 19de eeuw gebruikt als drager voor dit Reties overlijdens- bericht. Op de voorkant is de heilige Maria Magdalena afgebeeld, met haar attributen: Wierookvat, zalfpot, gesel, crucifix. In deze vroege periode delen alleen geestelijken en adelijken doodsprentjes uit. Te duur voor de gewone man!
Doodsprentje uit Reeth. P. G. Nagels. Weduwnaar A. Coveliers. Echtg. E. R. Van Hoof. Overleden 1870.
Loterij Winterhulp 1942. Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden. (N.W.O.I.) Nationaal Werk voor Oudstrijders en ...(N.W.S.O.) Hulp- en Informatiebureau voor Gezinnen en .. (H.I.B.) Manteldeling vaag in het midden.
Lot Winterhulp 1942.13de schijf. Het vijfde:11 fr. Trekking november. "Het roode kruis." "Het Vlaamsche kruis." "Het Nat. Werk v. Kinderwelzijn." "N.W.B. Tuberculose." Vrouw met twee kinderen. Sint-Maarten op de achtergrond.
Loterij Winterhulp 1942. Het vijfde: 10 fr. Derde schijf. Groene kleur. Een kleermaker met een rol geruite stof en schaar. Kledingbedeling? Sintemetten centraal in onderste "balk".
Ganshoren. XVII de eeuw. St.-Martinus.
St.-Martinus. XVI de eeuw. Wasmes-Aud.-Br.
Dion le Val. ( Grez Doiceau ) Verstuurde fotokaart, met zegel Winterhulp. Links de parochiekerk en rechts het antieke sint-Martinusbeeld. Identiek beeld op zegel en kaart. Afgestempeld in 1944.
Fotokaart met zegel Winterhulp. Martinuskerk te Dion-le-Val en Martinusbeeld op de zegel. ( 35c + 5c toeslag) Op de kaart alleen het beeld. Beeld uit de 16de eeuw. Afstempeling onleesbaar.
Twee grootformaatzegels uit 1944. Nr. 639. ( 10 fr. + 30 fr. ) De heilige met het dal van de Maas op de achtergrond. Nr. 640. ( 10 fr. + 30 fr. ) Martinus met de stad Brugge in de verte.
Sint-Martinuszegels uit: La République Rwandaise, Kathiri State of Seitun, Ludwigshaven en Republica Argentina.
Sint-Martinuszegels. Volkshilfe - Saargebiet. Drie verschillende kleuren en waarden. 1f.,40c. en 60c.
Belgica 72. Magyar Posta 10fr.
Gekleurde tekening uit: "Van nieuwjaar tot oudejaars- avond." Met bijbehorende tekst:
"Stookt vier, maakt vier: Sinte Maarten, komt hier, Sinte Maarten is zo koud. Geeft hem 'n turfjen of een hout, hij zou zich geren warmen met zijn blote armen."
(Sint Maarten, 11 november.)
Deze boekillustratie lijkt op het eerste zicht op de originele tekening hiernaast. Bij nader toezien vallen echter heel wat verschillen op.
Martinus als bisschop met bedelaar. Kerk van Guerlange. (prov. Luxemburg.)
Processievaandel van Wezenmaal met Sintemetten. (Begin vorige eeuw.)
Uit het gebedenboek van Michelino da Besozzo. (rond 1440) Pierpont Morgan Library. New York.
Recent dubbelprentje. Ludovicus Luyten. Echtg. A.M. Leeuw. Maastricht 1911-1985. Op de voorkant van dit doodsprentje een afbeelding van een mooi sint-Martinusbeeld.
Franse litho. Met de hand ingekleurd. Deeltje uit een groot blad met veel heiligen.
VII St. Maarten aarzelde geen ogenblik, sneed zijn eigen mantel doormidden en gaf de helft aan de ongelukkige.
VIII Winterhulp koos St. Maarten als symbool voor zijn acties van solidariteit. Steun Winterhulp! Ge zult dan zelf een soort mirakel doen.
Sint-Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Twintigste eeuw. Naam van de heilige is niet vermeld. De manteldeling.
Sint-Martinus en st.-Catharina. Achterglasschilderingen. Duits. Laat 20ste eeuw. Waterverf. Matige kwaliteit.
Sintemetten. Achterglasschildering. Duits. Laat 20ste eeuw. Waterverf. Manteldeling met bloemmotieven op de achtergrond.
Oude Franse medaille. Voorkant: Manteldeling. "Martin priez pour nous." Keerzijde: Bisschop. Zelfde tekst.
Martinus als bisschop. Steekt met zijn staf door de tongen van twee honden. Kathedraal van Chartres. Rond 1220.
Bijna twee identieke Italiaanse prentjes.
De manteldeling. "Bassenheimer Reiter." Reliëf in Bassenheim. 13de eeuw.
Luikse volkskunst. Geschilderd hout. 18de eeuw. Villers-le-Peuplier. Hoogte 60 cm.
Martinus als bisschop met bedelaar. Sint-Martinuskerk Aalst. J.F. Berlo. Brussel. 1701 Verguld beeld.
De manteldeling. Gepolychromeerd houten beeld. Tweede kwart of midden van de 16de eeuw. Seilles, kapel "Saint-Martin de Reppe".
De manteldeling. Henegouwen of Brabant. Rond 1480. Gepolychromeerd eikenhout. 76 cm hoog.
Sint-Martinus als bisschop. Met bedelaar en engeltje. Antwerps uit 1698-1699. Ludovicus Willemssens. Gepolychromeerd hout. 138 cm hoog. Kontich. Sint-Martinuskerk.
Tekening. Sint-Maarten geneest een bezetene. Antwerps, rond 1628-1630. Jacques Jordaens. Aquarel. Stedelijk Prentenkabinet. Antwerpen.
Staande sint-Maarten, die een zittende bedelaar een geldstuk geeft. Melchior Binder. Begin 17de eeuw. Riedlingen.
De wijdse mantel en op de voorgrond, de zittende bijna naakte bedelaar.
Algemeen zicht op de preekstoel, met zijn twee trappen en het losstaande sint-Maartenbeeld.
De driehoekige draperie omhoog gehouden door naakte engeltjes. De Heilige Geest in de vorm van een duif.
Bronzen reliekhouder. 19de eeuw. Bezet met edelstenen.
En men begon onmiddellijk de enorme boom om te hakken, waaronder sint-Martinus stond.
Nog bij zijn dood.
"Hij is nu bij God!" "Hij gaat het paradijs binnen!" "Hij verdiende zijn rust!"
Simone Martini. "The dream of st. Martin."
Simone Martini. "St. Martin is knighted."
Simone Martini. "St. Martin renouncing the sword."
Simone Martini. "The death of st. Martin."
Martinsbräu. ... aus Liebe zum Bier. Privatbrauerei seit 1883 Marktheidenfeld.
Sint-Martinusvaandel. De manteldeling. Westminster Abbey. Rev. Edward Dorling. 1921.
Sint-Martinusreliëf. Noordportaal van de kerk in Heilbad Heiligenstadt.
Moderne versie van de manteldeling. Verschillende tegels.
Perkamenten prent uit een oud getijdenboek. Bedelaar met twee geamputeerde benen.
Prachtig, vrij modern glasvenster van de manteldeling.
Oud houten drieluik. Centraal een sculptuur van de manteldeling. 2 geschilderde zijpanelen. O.L.V. met kind. St.-Joris met de draak.
Sint-Maartenzegel. 10 c. Malta.
Twee Sintemettenzegels. Oostenrijk.
Oud ruiterbeeld van de heilige Martinus. De manteldeling, met een volledig naakte bedelaar.
Bronzen reliëf. Münsterkirche in Bonn. Ernemann Sander.
Houten altaarbeeld. De manteldeling. Kloosterkerk st.-Lambertus. Düsseldorf.
"Sint-Maarten doopt een ongelovige." Perkamenten blad uit een getijdeboek.
Glasraam. Sint-Martinus geneest een zieke.
Sint-Maarten als bisschop. Houten gepolychromeerd beeld. De heilige van Tours geeft een geknielde bedelaar een aalmoes.
De manteldeling. Glasraam.
Het doopsel van sint-Maarten. Glasraam.
De manteldeling. Dubrovnik. Triptiek. Detail.
De manteldeling. Gepolychromeerd hout. Ambo. 1677.
De manteldeling. Schilderij. Sassetta.(1392-1450)
Belgische postzegel. Detail uit het sint- Job-retabel van Schoonbroek. Retie.
Zegel van Jaques d'Arfeuille. XVde eeuw.
Montpezat-de-Quercy. Wandtapijt. (16de eeuw.)
Italië. Lucca. De manteldeling. "Il duomo" Stenen ruiterbeeld tegen buitenmuur. (13de eeuw.)
"Het spel der wonderen van sint-Martinus." Foto op de kaft van het boek van Henri Ghéon. Toneelspel uit 1942. Uit het Frans vertaald door Jozef Boon. Uitgegeven door "Opbouwen." Toneeluitgaven. Desclée, De Brouwer Houtkaai 22 Brugge.
Postkaart J.Meuleman. Geschreven in 1919. Links de Molsebaan. Onder de lindeboom kruiwagens vol met boeken. Was Retie zijn tijd ver vooruit? Boekenverkoop of eerste bibliotheek?
Ingekleurde zichtkaart. J.Meuleman, 1908. Onder de linde door zien we de voorkant van het "huis met verdiep" van de weduwe Mermans.
Zichtkaart J.Meuleman. Geschreven in 1907. Links de Molsebaan. Achter de linde zien we: "Hotel de Keizer", "Lindebloem" en "In't Lam".
Zichtkaart van J.Meuleman. " De stoomtramstatie." Zelfde cliché als gekleurde kaart. Grotere en dikkere tekst. 1907 afgestempeld.
Zichtkaart "Meuleman Rethy". Zelfde cliché als hierboven. Hotel de Keizer. Tramstatie.- Arrêt du tram. Afgestempeld in 1907.
Zichtkaart van J.Meuleman. Rond 1930. Links de sint-Martinusstraat. Rechts het grijze burchtje, dat in de jaren twintig in de plaats kwam van de herberg "In't Lam".
Lodewijk De Koninck in de fleur van zijn leven. Foto getrokken door R. Morren te Mechelen.
"Weinig vrienden en vereerders waren op zijn uitvaart aanwezig, Kanunnik Vosters las bij zijn graf deze laatste wilsbeschikking voor, het geestelijk testament, waarin de dichter het ideaal van gans zijn leven had vastgelegd."
"Aan den Z. E. Heer Janssens, Pastoor te Rethy.Uit gansch bijzondere genegenheid en zeer eerbiedige hoogachting. Rethy, 30 October 1899." Get. L.D.Koninck.
1. Rethy. "Steenweg op Postel- Chaussée de Postel." Uitgave Meuleman; Rond 1905. Niet verzonden.
2. Rethy. "Het klooster." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
Rethy. De hoeve. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Rethy. De pastorij. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Doodsprentje van Edgard De Vel.
Mini-filmaffiche uit 1939. Deze prenten werden uitgedeeld aan de cinema- bezoekers.
Destijds één van helden van het witte doek: Roy Rogers op zijn paard Trigger. Vele malen gezien in de "Roxy"!
Achterkant doodsprentje. Rustend hoofdonderwijzer. Orgelist. Schatbewaarder vd kerkfabriek. Schrijver van het st.-Vincentius-genootschap. Enz.
Voorkant doodsprentje. "Ter nagedachtenis van Mijnheer Cornelius Joseph Graulus echtgenoot van mevrouw Anna Paulina Willekens."
Een dynamische onderpastoor. E.H.Van Hoof. Bezieler van de K.A.J. in de zestiger jaren.
In de jaren zestig zijn de paarden al vervangen door lawaaierige tractoren.
Dubbel doodsprentje. Aloysius Johannes MELIS. echtgenoot van Maria Seuntjes. (1897-1960) Voorzitter van de kerkfabriek Sint-Martinus. "Bestuurder van de Zuivelfabriek St-Martinus s.v., lid van de Boerengilde."
Antwerps santje op papier. De heilige Catharina in een ovaaltje. Weer met palmtak, zwaard en rad. Prentje van mindere kwaliteit.
Antwerps santje op perkament. Buste van de heilige Catharina in een ovaaltje. Een rijkelijke dame met een kroontje op haar hoofd en een zwaard in haar hand.
Foto uit de oude doos. De parochiekerk van Arendonk vóór 1900. De O.L.Vrouwkerk uit het Centrum. Ze werd in de loop van de tijden dikwijls beschadigd, maar telkens weer opgebouwd. In 1901 werd ze afgebroken. Wanneer deze kerk werd opgericht is niet geweten.
Houten beeld. Sintemetten en de bedelaar. Rond 1850.
Inkom-ticket. Musée des beaux-arts. Tours. Musée Saint-Martin. Tours. Stenen beeld. De manteldeling.
Reliekhouder van sint-Martinus. Tours.
Stenen sint-Martinusbeeld boven de centrale poort van " Collégiale Saint Martin" te Colmar. Frankrijk.
In een verordening van 10 maart 1943 eiste de Duitse bezetter de kerkklokken op in de Kempen. Ondanks een herderlijke veroordeling op15 maart, ging de klokkenroof gewoon verder. Troosteloze aanblik van de sint-Martinusklok op de trappen van de Retiese sint-Martinuskerk. De kleine sint-Jozefklok mocht blijven hangen. Een "geste" van de Duitsers?
Twee Retienaren die van dichtbij de honderd- jarige sint-Martinusklok vol aandacht bekijken. Het was inderdaad bijna honderd jaar geleden dat deze "tiendenklok" feestelijk werd ingehuldigd. Een stukje eigenheid werd zomaar meegenomen, veel erger dan het verlies van kilo's metaal! Retie treurde niet alleen, heel wat Kempische dorpen moesten tegen hun zin hun klokken aan de Duitsers afstaan.
Vlak na het neerlaten van de klokken. Iedereen die maar even tijd had kwam naar de kerk om het hele gebeuren van dichtbij te volgen. Kinderen in korte broek, vrouwen met blote armen, een warme nazomerdag. Voor velen was het de eerste keer (en ook de laatste) dat ze van zo nabij die enorme klokken konden zien en zelfs betasten. Ze konden toen niet beseffen dat Retie lange tijd het zonder " bronzen stem" zou moeten stellen. Alleen het "schelleken" zou blijven klepperen.
Een ogenblik oponthoud tijdens de optocht. Vlak voor het huis van Van Gansewinkel. Merk op dat het marktplein nog vol ligt met kasseien. De zon was die dag, 1 juli 1962, spijtig genoeg, niet van de partij!
Dit instructieboekje over de wijding van een klok, werd aan iedereen gegeven die de plechtigheid bijwoonde.
Doodsprentje. 1922. Karel A. Van den Eynde.
Doodsprentje. 1960. Octavie Van Ballaer. Wed. Karel Van den Eynde. Ere-voorzitster van de Boerinnenbond.
Sint-Martinus. Bruin sierbord. Gemeente Tessenderlo. De manteldeling in een soort schild, midden in het bord.
Sint-Maarten. Oude druk uit 1880 Berlijn. Zeldzame voorstelling. Blauwe mantel. Geheel met goudpapier versierd. Kloosterwerk?
Houten gepolychromeerd beeld. Sint-Martinus als bisschop. Geeft een aalmoes aan een arme. Een engel is bij hem.
Schildering op papier. De heilige als bisschop van Tours.
Sint-Martinus. Spits-ovale zegelplaat. Messing. De manteldeling met daaronder een schild. LVGDVN= Lugdunum = Leyden.
Zeldzame voorstelling. Sint-Martinusbeeld uit een oude abdij. De heilige, als bisschop van Tours, met een kerk (of is het de abdij?) in zijn rechter hand.
Eindblad van de "Schat-kiste der Litanien." Brugge 1778. Houtsnede. Maria en Johannes aan de voet van het kruis. "Aenmerckt lieve bruyd t'aenzicht van Jesus voor u gekruyst."
Litanie van de heilige Begga van Andenne. Patrones van de begijnen, hakkelaars en stotteraars.
Litanie van de vijf bloedige wonden. Houtsnede.
Litanie van de heilige Victor van Marseille. Patroonheilige van molenaars en van zeelieden.
Litanie van de heilige Isidorus van Madrid. Patroonheilige van arbeiders, boeren en landbouwers. Aangeroepen tegen droogte en voor een goede oogst.
Litanie van de heilige Helena. Aangeroepen bij depressies. Patrones tegen brand, onweer en vuur, voor het vinden van verloren voorwerpen.
Heilige Martinus. Sint-Martinuskerk te Basècles. België.
Manteldeling op Golgotha. Julius Paul Junghanss, 1925. In privaat bezit.
De manteldeling van sint-Martinus. Julius Paul Junghanns. 1930. Stadsmuseum Düsseldorf.
De manteldeling. Houten paneel uit de zestiende eeuw. Richterich.
Reties doodsprentje. Ontwerp Jos Speybrouck. Karel Melis. Echtg. Barbara Van Herck. Overl. 14 juni 1944. Tekst geschreven door de pastoor-dichter Jozef De Voght.
De manteldeling. Zeer kleurrijke middeleeuwse miniatuur.
Duits prentje uit de 19de eeuw. De manteldeling. "Alles was ihr dem Geringsten euer Mitmenschen thut , das thut ihr mir." Carl Poellath, Schrobenhausen.
Postkaart Duitsland. Achterglasschilderij van J. Weber. Met eerste-dag afstempeling. 11. 11. 1984. Drie keer de manteldeling. Op de kaart, op de zegel en op de stempel.
Postkaart Oostenrijk. "25 Jahre Diözese Eisenstadt." 8 november 1985. Zelfde afbeelding van de manteldeling op de kaart en de zegel.
Simone Martini. Italiaans kunstschilder. (Gotiek.) 1284 Siena - 1344 Avignon. Bekend om zijn altaarstukken en andere religieuze schilderijen. Fresco: "De manteldeling van sint-Martinus." Kapel van sint-Martinus in de basiliek van sint-Franciscus in Assisi.
Franse postkaart. Afbeelding op kaart en zegel identiek. Manteldeling uit een getijdenboek uit de 14de eeuw. Met eerste-dag-afstempeling 05 - 07 - 1997 Tours. Uitgegeven ter gelegenheid: " 397 - 1997 "
De manteldeling. Volkse voorstelling. We zien een derde personage: een biddend kind vlak voor het paard.
"Steenweg op Rethy." Rond 1930. Richting Retie. Deze provinciebaan snijdt Schoonbroek doormidden. Links zien we nog het oude tramspoor. De dubbele houten telefoonpalen, oerdegelijk! Een boerenkar ratelend op de oneffen kasseien. Links achter de herberg zien we nog een gesloten tramwagon staan op "de wissel".
Rond 1930. De jongensschool in Schoonbroek. Rustig keuvelend in kleine groepjes voor de schoolpoort! Allen in korte(?) broek. Stress om het behalen van een diploma bestond nog niet. "Stress" was zelfs nog niet uitgevonden!
De meisjesschool te Schoonbroek rond 1930. Ook hier straalt de rust zo van de kaart af. Zalig in het gras zitten, zomaar ...
Emiel Van Hemeldonck woonde een paar jaar in de Peperstraat te Retie. Twee van zijn zonen werden er geboren. Hij schreef heel wat V.F. Slechts één onder zijn eigen naam. "Het gulden zwaard." Nr. 16 van de vooroorlogse reeks.
Onder "H. Van der Schelden" schreef E.V.H. Nr. 203. "Het lied van de Schelde."
Onder de pseudoniem "Joan van der Sande" schreef E.V.H. Nr. 200. "De cirkusjongen."
Ook "De heks van Spiekelspade", Nr 157. door Fonske Reusen is aan E.V.H. toegeschreven.
Vlaamsche Filmkens. "Van den fellen met den rooden baarde." Door P. Van Der Venen. ( pseudoniem E.V.H.) Nr. 118.
Nog meer Retiese gesneuvelden uit de eerste wereldoorlog.
Franciscus Josephus Wens. Vrijwilliger in het Belgisch leger. Geboren te Schoonbroek 25 december 1892. Heldhaftig gesneuveld op fort 8 te Wilrijk den 5 oktober 1914.
Petrus Franciscus Victor Mariën. Geboren te Rethy op 19 januari 1891. De heldendood gestorven op het slagveld te Moorslede, 28 september 1918.
Augustinus Verhappen. Echtg. van J. Meurs. Soldaat der lichting 1909, 5de linie. Geboren te Rethy op 24 oktober 1889. Eervol voor het Vaderland gesneuveld in de loopgraaf, op 12 juli 1915. Begraven te St.-Jacobs-Capelle.
Duitse postkaart. De manteldeling op een achterglasschilderij. Met een zegel van st.-Maarten en een eerste-dag-afstempeling.
Antonius de Grote van Egypte. (Antonius Abt.)
Antwerps santje op papier. Met de hand ingekleurd. Graveur: M.G. (?) 18de Eeuw.
A. was kluizenaar in de woestijn van Thebe en aartsvader der monniken. Ook Antonius Abt, Antonius de kluizenaar en Antonius met zijn varken genoemd. Werd verleid door de duivel vermond als naakte vrouw of als varken. Hij woonde 35 jaar in een grafspelonk en 20 jaar op een berg. Was de eerste christen die zijn leven doorbracht in afzondering. Hij kreeg enorm veel navolging. Hij overleed op zeer hoge leeftijd. Meestal afgebeeld als oudeling met een lange baard. Ook hij behoort tot de pestheiligen, tot de veeheiligen en is één van de drie vriesheiligen. Ook heel wat schuttersgilden kozen st.-Antonius als beschermheilige.
Eenvoudig volks santje. Antwerpen. Papier. Handgekleurd. Th. van Merlen. 1609-1672.
Afbeeldingen van sint-Niklaas met engelen die hem mijter en pallium brengen, komen eveneens voor.
Antwerps santje, papier. Weer van Th. van Merlen, nu een "rijkelijk" prentje. Met bloem-en plantmotieven. Twee engeltjes houden een gouden kroon boven het hoofd van Sinterklaas. Met de hand ingekleurd.
Zijn gebeente zou in de late middeleeuwen zijn verkocht aan kooplui uit Bari door een klooster uit Constantinopel en de volgende dag aan handelaars uit Venetië. Als door een wonder lag echter zijn gebeente nog geheel in het schrijn.
Wij vieren sint-Nicolaas op 6 december. Dat is niet zijn verjaardag, wel zijn sterfdag.
Sint-Rochus. Met de hond aan zijn voeten die hem voedsel bracht. Eén van de pestheiligen.
Sint-Sebastianus. Hier aan een boom gebonden en met pijlen beschoten. Een andere pestheilige.
"Epiphania Domina." Antwerps zwart-wit santje. Kopergravure op perkament. Cor. van Merlen. (1654-1723) De aanbidding van de 3 wijzen. Van een stal of grot is niets te bespeuren.
"Nativitas Christi." Ingekleurd Antwerps santje. Kopergravure op papier. Cor. de Boudt. (1660-1735)
Sint-Martinus als bisschop van Tours. In groot ornaat, met mijter en staf. Hij legt een muntstuk in de bedelschaal van de arme. Duitse prent met tekst door prof. Gerhard Eis. München, 1950.
Museum van Folklore. Antwerpen.
Voedsel en drank. "Speculatie-greef en greevin van halfvasten, prentkoeken en voldaars, harten van biskwiet, roggen Adam en Eva, kannen, liters, kappers en borrelglazen."
Ook op deze krulkoek duidelijk de letters I.H.S. te zien. Deze lekkernijen werden in vroegere eeuwen aan de stadskinderen gegeven met nieuwjaar.
Gelukkig zijn ze nu nog te zien in enkele Vlaamse musea.
Frans prentje. De manteldeling.
"Heureux celui qui s'intéresse au pauvre, au jour du malheur le Seigneur le délivrera."
Sint-Martinus als bisschop van Tours, die een geknielde bedelaar een geldstuk geeft. Houten beeld. Melchior Binder. Begin 17de eeuw. St.- Georgeskerk. Riedlingen.
Miniatuur uit een Hongaars getijdenboek. Rond 1335 - 1340. Bibliotheek Apostolica Vaticana.
Zilveren Italiaanse munt. Lucca. Scudo 1754. Voorkant: Manteldeling van sint-Martinus. "Santus Martinus" Achterkant: Schild met kroon "Lucencis Respublica" 1754.
Houten sint-Martinusbeeld. Prachtige oude voorstelling van de manteldeling. Sint-Martens-Lennik. Ook hier is sint-Martinus de patroonheilige van de gemeente.
Duits bierviltje. ... aus Liebe zum Bier. Martinsbräu. Privatbrauerei seit 1883. De manteldeling van sint-Martinus siert dit viltje. De voorstelling in een cirkel zou een ontwerp voor een glasvenster kunnen zijn.
St.-Martinus. Duits prentje.
Spijtig genoeg knipte iemand er een "mooie" gegolfde rand aan.
S.Martin. Der hl. Martin.
Duits prentje.
Benziger & Co.
Middeleeuwse miniatuur. In een hoofdletter O. De dood van Sintemetten.
Duitse suffragie.
"den 11 November. h.Martinus. Brüder, last mich lieber gegen Himmel als auf die Erde schauen, damit meine Seele beim hinscheiden die rechte Richtung nehme. Der sterbende hert. Martin.
Gesteres Andenken an den Tod.
Bitte Gott um die Gnade, nichts zu thun was Dich in der Todesstunde reuen würde.
Lith. Joh. Kravugl in Innsbruck."
(Einde 19de eeuw.)
De manteldeling. Prentje toont veel gelijkenis met een werk uit 1957 van Lioba Munz. Duitsland.
H. Martinus. Patroon van Weerde. Bid voor ons. Steendruk. Em. Lombaerts-Van de Velde. Deurne-Antwerpen.
Duits prentje. De manteldeling. Staande heilige met bedelaar aan zijn voeten.
H. Martinus. Manteldeling zonder bedelaar. Houten gepolychromeerd ruiterbeeld uit de 14de eeuw. Sint Martinuskerk. Te Eindhoven-Tongelre.
Prentje uit het begin van de twintigste eeuw. De manteldeling aan de stadspoort.
Gele briefkaart. Met reclame van "Winterhulp". Afbeelding van de manteldeling in het loterijbiljet van 50 fr. Naast de zegelafstempeling een stempel van de loterij.
"Deux millions pour 50 francs. Loterie Secours d'hiver. Loterij Winterhulp Twee miljoen voor 50 frank."
2 novembre 1943.
De manteldeling. Prachtig ruiterbeeld van st.-Martinus. Tourinnes-la-grosse. Frankrijk. Uit de romaanse st.-Martinuskerk. Houten, gepolychromeerd beeld uit de 16de eeuw.
Frans machinaal kantprentje. Einde 19de eeuw. Sint-Martinus die zijn mantel doormidden snijdt. Het geheel in een ovaaltje gezet.
De liefdadigheid van Sintemetten. "La charité de Saint Martin." Basilique Saint Martin. Tours.
Litanies de Saint Martin. Basilique Saint Martin. 7, rue Baleschoux. Tours.