Gipsen sint-Maartenbeeld. Sint-Martinuskerk te Retie. De heilige als bisschop van Tours. Hij geeft een bedelaar een geldstuk. In 1998 verplaatste men dit beeld van de middenbeuk naar de noorderkruisbeuk, links.
En daar laaien de vlammen boven onze hoofden!
Begeleid door muziek en oude gilden rijdt sint-Maarten naar het gemeentehuis.
Sint-Martinus en de bedelaar. Zeer beroemde schilderij van El Greco.(1541-1614)
Toen heette de Markt nog "Groote Plaets."
Een eenzame fietser voor de kerk. Nog geeneens zo lang geleden!
Drie dikke vrienden poseren op de tramrails. Toen kon dat nog!
Onze statige "sinte-Mettenkerk" rond de eeuwwisseling.
Binnenzichten. Onze sint-Martinuskerk. Anno 1900.
Binnenzicht Sint-Martinuskerk. Retie. Zicht op het oude orgel. (ca.1940)
Binnenzicht sint-Martinuskerk te Retie. Omstreeks 1950.
H.Hartbeeld voor de kerk te Retie. Ingehuldigd in 1925.
Even poseren voor onze ferme kerk van sint-Job! Schoonbroek. (Omgeving van Rethy.) Begin 20ste eeuw.
Sint Job, 16de eeuw. Sint-Martinuskerk Heeze. Dit beeld is op 28 jan. 1976 gestolen!
Sint-Job bedekt met zweren.
Colmar. Glasraam 1910.
Aalst. Sint-Maartenskerk. Glasraam.
Alfred Ost. ( 1884 - 1945 ) Sint-Maarten. Pentekening in Oostindische inkt, grijs gewassen.
Luxueus! Dat is het minste dat je kan zeggen van deze medaille. Op de voorkant de manteldeling van sint-Martinus. Ontwerper: Ed. Grielens.Gemeente Beveren. Op de achterkant: " Onderlinge bijstand. Beveren Waas. Vlaggefeest. 17 mei 1896." Prachtig "bekroonde" medaille.
Martinus Van Herck. Echtg. Maria Cath. Staes. Rethy 1793 - 1864.
Martinus Moelans. Echtg. A. C. Mermans. Rethy 1784 - 1863.
Martinus Vos. Echtg. E. Brusseleers. Rethy 1834 - 1870.
Martinus Melis. Echtg. A. M. Marien. Rethy 1821 - 1876.
Martinus L. Mertens. Kandidaat-Notaris. Rethy 1853 - 1877.
Martinus Staes. Wed. T. Slaets. Rethy overl. 1878. Bijna 83 jaar.
Martinus Staes. Rethy overl. 1879. Vierenzestig jaar oud.
Martinus Hoskens. Rethy overl. 1879. 82 jaar oud.
Martinus Meulders. Weduwnaar M. Nijs. en A. C. Deckx. Rethy, overleden 1895, 73 jaar oud.
Martinus Van den Bergh, Rethy - Schoonbroek. Overleden in 1889. Ouderdom: 64.
Martinus L. Staes. Echtg. A. C. De Bie. Overl. Rethy 1894. 53 jaar oud.
Martinus Van Herck. Overl. te Rethy 1891, op 76 jarige leeftijd.
Martinus Smets. Rethy 18?7-1907.
Martinus Truyens. Weduwnaar M. Van Hout. Rethy 1839-1917.
Nog een oud doodsprentje.
Aegidius Huygen. ex Desschel. 1 oktober 1821.
Geboren te Desschel in 1761. Ging in 1783 de abdij van Postel binnen. In 1787 er tot priester gewijd. Prior daar in 1791. Oorlogsperikelen verjoegen hem uit zijn geliefde abdij. Eerst de troepen van de Verenigde Nederlanden, later het Franse leger. Rebellerende sansculotten lieten hem voor dood liggen. Hij herstelde en vluchtte. Keerde terug. In 1796 weer uit Postel verdreven door de kloosteropheffing. Weer terug in 1801 na heel wat omzwervingen. In 1813 werd hij door het aartsbisdom Mechelen tot pastoor in Arendonck benoemd. Daar stierf hij na een zeer bewogen leven op 1 oktober 1821.
Zeldzaam perkamenten Antwerps prentje uit de 17de eeuw. Op de voorkant de heilige Dominicus met zijn gekende attributen: Als dominicaan, lelietak, hond met fakkel in de bek, O.L.V. geeft hem een rozenkrans.
Prachtige Franse medaille van Georges Crouzat. "Secours Catholique France."
Martinus Deckx. Echtg. I. Janssens. Rethy 1841-1901.
Biljet van de loterij van Winterhulp in 1941. Manteldeling duidelijk naar het schilderij van van Dijck. Links en rechts van sint-Martinus staan groepjes mensen te wachten op hulp. Derde snede. Groene kleur. Het vijfde: 10 fr.
Een ander lot van Winterhulp. 5de snede. Blauwe kleur. Alleen de manteldeling centraal. Geen andere figuren. 1941. Let op de "symetrische" tweetaligheid! Het vijfde: 10 fr. Ontwerper: R. Warnotte.
Secours d'hiver - Winterhulp. Een biljet van 50 fr. 1944. Manteldeling in het midden. Eén schijf. Bruine kleur. Ook dit ontwerp is van R. Warnotte.
Lot Winterhulp uit 1942. Manteldeling in zuilengalerij.
Sint-Martens-Lennick. XVde eeuw. St.- Martinus.
Début XVIIe siècle. St.-Martin. Beek. Prov. de Limbourg.
Saint Martin de Sint Kwintens Lennik. Postkaart met zegel van Winterhulp. Zelfde beeld op zegel en kaart. Afgestempeld op 21-06-42. St.Kwintens-Lennik.
Saint Martin de Dave. Postkaart met zegel Winterhulp. Zelfde beeld op kaart en zegel. Afgestempeld te Dave, op 20-11-42. Waals werk uit de XVII eeuw.
Saint-Martin de Beek. Kaart met zegel Winterhulp. Zelfde beeld op kaart en zegel. Vlaams werk uit de XVIIde eeuw. Afgestempeld te Bree op 28.12.1942.
Loterij Winterhulp 1941. Het vijfde 10 fr. 12de schijf. Groene kleur. Mijnwerker met bloot bovenlichaam. Sintemetten midden onder.
Loterij Winterhulp 1941. Het vijfde: 10 fr. 7de schijf. Geel-bruine kleur. "Graanpikker met hoed." Sintemetten midden onder.
Sint-Martinusaltaar in de kerk van Guerlange. (prov. Luxemburg.)
Deze zwart-wit illustratie lijkt heel erg op de gekleurde, originele prent. Buiten het niet-gekleurd zijn, zien we toch nog kleine, maar duidelijke verschillen: Het monogram van de kunstenaar staat veel hoger, de bedelaar draagt hier geen stoppelbaard, het zadel is verschillend, de arceringen in de bovenhoeken zijn minder en de stenen vóór de arme liggen duidelijk anders en zijn groter.
De figuren zijn opzettelijk kinderlijk eenvoudig gehouden. Het moest volks zijn, onmiddellijk begrijpbaar voor iedereen, jong en oud.
Monaco. 29 - 04 - 68. XX Anniversaire de la Croix-Rouge Monegasque. Premier jour d'émission. First day cover. Grootformaatzegel van 2,30.
Sint-Martinuszegels uit: Liechtenstein, Andorra, Österreich, Helvetia en Ceskoslovensko.
République Française. First Day Cover. Premier Jour d' Emission. Saint Martin. Afst. Tours 3 - 12 - 1960. Zegel van 0,20 + 0,10 en van 0,25 + 0,10.
Deutsche Bundespost. Sankt Martin. Ersttagsbrief. Color de luxe. Afst. Bonn 08.11.1984. Zegel 80 + 40.
Eikenhouten beeld van sint-Martinus als ruiter-soldaat. Fragment van de monumentale preekstoel in de kerk van Wezenmaal. (2de helft 19de eeuw.)
Lindenhouten beeld. Sint-Maarten als bisschop met bedelaar aan zijn voeten. Wezenmaal. (18-19de eeuw.)
I Maarten was de zoon van een Romeinsche veldheer. Hij moest het zwaard omgorden.
II Door zijn godsvrucht en zijn goedheid, deed hij de barbaren hun wapens neerleggen.
III Hij zei het soldatenleven vaarwel, en stelde zijn krachten ten dienste van God.
IV Deed heel wat mirakelen. Door de kracht van zijn gebeden, slaagde hij er in een dode tot leven te wekken.
V De troon van de tyran vatte vuur. Door angst aangegrepen, verleende hij genade.
VI Op het ogenblik dat de boom viel, ging St. Maarten voor hem staan, de boom viel de tegenovergestelde kant op.
S. Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Museum Ruhpolding Seeausen. Eerste kwartaal van de negentiende eeuw. De manteldeling door een linkshandige Sintemetten. Een halfnaakte bedelaar met T-kruk en hoed, die op de grond ligt.
Sint-Maarten. Achterglasschildering. Sandl. 19de eeuw. Waterverf. De manteldeling. Twee enorme bloemen op de achtergrond. (Verz. H. Müller München.)
Sint-Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Duits. Laat 20ste eeuw. Manteldeling. Grote bloem op de achtergrond.
Sint-Martinus als bisschop met de gans. Beeld in "der Benediktiner- Abteikirche Weltenburg an der Donau." Egid Quirin Asam. 1721.
Sint-Martinus laat de "Godenboom" vallen. Fresko "Langhaus von St.Martin" in Sachsenried. Franz Anton Zeiller. 1758.
Sint-Martinus in "vol ornaat" als bisschop van Tours.
Sint-Maarten. Rococo - beeld. Sint-Martinuskerk Bedburdyck. ( Kreis Neuss. )
Breviarum Maguntinense. 1509 Titelblad. Museum Mainz.
Houten gepolychromeerd ruiterbeeld van Sintemetten. 17de eeuw. Kempen.
Houten sint-Martinusbeeld. 18de eeuw. Kempen.
Martinus van Tours. Bisschop. Met één van zijn attributen: de gans.
Duits prentje. Sint-Martinus. Bisschop van Tours. Met gans en kerk.
Likeurstokerij: "St;-Martinus." 35, Kerkstraat, AALST. "Deze bitter bekleed de eerste plaats tusschen de uitmuntende dranken."
Curaçao. Triple Sec. Ancienne Distillerie de Fexhe. Fexhe-le-haute-clocher.
Sint-Martinus. Jenever. L. Bruylant. Aalst.
Grande liqueur St. Martin. "De groote fijne likeur van Aalst." Likeurstokerij St.Martinus. Nieuwe Brugstraat en Tramstraat,2 Aalst.
Perkamenten blad uit een "Gebedenboek." De manteldeling bij een stadspoort. Eigenlijk een "dubbelprentje"! Sint-Martinus en sint-Fiacrius. (Patroon van notarissen, dermatologen, hoveniers, bloemisten,enz.) Met attr.: Spade, lang gewaad met kap, in een tuin.
Gedeelte van de omslag. Voorkant stripverhaal. De manteldeling van " Saint Martin".
In zijn slaap verschijnt de Heer met de halve mantel van Sintemetten om de schouders. "Het is Martinus, Martinus de doopleerling, die mij de helft van zijn mantel gegeven heeft!"
Bij de dood van Martinus in 395 ...
" Heer, mijn volk heeft me nog nodig. Ik weiger geen werk!"
" Dat is het einde! Martinus gaat ons verlaten, hij gaat terug naar het koninkrijk van de Heer!"
Loterij Winterhulp. 1942 Zevende schijf. Het vijfde: 10 fr. Manteldeling tussen de zuilen. Kleur: Grijs.
Loterij Winterhulp. 1942. Zesde schijf. Het vijfde: 10 fr. Manteldeling tussen de zuilen. Kleur: Oranje.
Manteldeling in open lucht. Prachtige miniatuur uit een oud gebedenboek. Perkament. Geweldige randversiering met bloemmotieven.
Manteldeling aan de stadspoort. Simone Martini. Italië. (1283-1344.)
De manteldeling. Perkament. Gotische kunst. Franse school. Litho. Dambourgez. 1880.
Dubbel-prentje. Blijvend aandenken van de Plechtige Wijding der Dekenale St. Martinuskerk te Genk, door Z.H. Exc. Mgr. Van Zuylen Hulpbisschop van Luik Op zondag 14 mei 1961.
Glasraam. Sint-Martinus bisschop. Met gans. Overwegende lila kleur.
Buste sint-Maarten met bedelaar in een muurnis.
Blauw st.-Martinusreliëf. De manteldeling.
Bisschopsbeeld. Sint-Martinus van Tours.
Sint-Maarten als bisschop. Houten beeld. Wevelinghoven.
Sint-Maarten wekt een kind tot leven Schilderij 1480-85. Forchheim, door W. Katzheimer.
Sinterklaas. 6 december.
F. Timmermans.
Sinterklaas, nobele baas, breng wat in mijn schoentje, een appeltjen of een citroentje, een nootjen om te kraken: dat zal wel beter smaken. Geef de kleine kinderen wat en laat de grote lopen!
(Uit: "Van nieuwjaar tot oudejaarsavond!")
Twee sint-Martinuszegels. Paraguay.
Prachtige afbeelding op een postzegel van het standbeeld van sint-Martinus in Bratislava.
Postzegel Grenada. Naar het schilderij van van Dijck.
Abdij Westmalle. Hoofdingang. In een stenen nis, de manteldeling, boven de geweldige ingangspoort.
De manteldeling. Altaarstuk. Hafling St-Katharinakerk.
Hilarius van Poitiers, bisschop ten tijde van Martinus. Hij heeft veel geschreven, maar weinig over zichzelf. Hij werd Gods reddingsboei voor het christendom. Zijn grootste werk: "Over de Drievuldigheid." Hij werd de eerste Latijnse hymneschrijver van de christelijke kerk.
Zwart-witte zichtkaart, van J.Meuleman, rond 1900. We zien naast "Hotel de Keizer" nog de lage woning waar later het prachtige herenhuis "Lindebloem." (1906) zal gebouwd worden.
Zichtkaart van J.Meuleman. Geschreven in 1902. Links zien we duidelijk de doorgang naar Mol. Rechts zien we nog de herberg "In't Lam".
Panorama. Getrokken vanuit de kerktoren, richting Mol. Zichtkaart J.Meuleman geschreven in 1905. In de verte zien we nog de stenen akkermolen.
Zichtkaart uit 1907. J.Meuleman fotograaf. Links de toegang tot de sint-Martinusstraat. Op de voorgrond een eenzame hond. Tramsporen op de markt die verdwijnen in de sint-Martinusstraat.
Zichtkaart van J.Meuleman. Afgestempeld in 1907. De tramstatie.Hotel de Keizer. Hier poseren nog twee dames in de linker benedenhoek.
Zichtkaart van J.Meuleman. Uitgegeven door het Hotel de Keizer. Zelfde cliché als voorgaande. Latere uitgave, waarop de twee dames in de linker benedenhoek moesten onherkenbaar gemaakt worden. Vandaar het zwarte rechthoekje.
Zichtkaart uit 1908. "Aankomst van den stoomtram op de merkt." Uitgave Edw. Sledsens. De groene locomotief met een sliert veewagens achter zich.
Een opgeleefde, uitgemergelde Lodewijk De Koninck op zijn sterfbed in het kleine huisje op de Molsebaan. Het grote kruisbeeld mocht niet ontbreken. Foto gemaakt door J.Meuleman. Treurig eenzaam, maar gelaten, bijna ongemerkt, is hij op 22 maart 1924 heengegaan.
Doodsprentje van onze dichter Lodewijk De Koninck. Dit aandenken werd gedrukt in het winkeltje van zijn trouwe vriend en kunstenaar Jan Jozef Meuleman. Er bestaan twee versies, één met, en één zonder foto op de voorkant.
1. Rethy. "De eeuwenoude linde." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
2. Rethy. "Een gedeelte van de Peperstraat en Markt." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
Rethy. De kerk. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L.De Koninck.
Rethy. Het gemeentehuis. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Prachtige Meuleman-kaart. Afgestempeld in 1913. Merk ook de garage in dezelfde Art nouveau-stijl.
Nog een ingekleurde Meuleman-kaart. Maar nu met een andere tekst. Afgestempeld te Rethy in 1913.
Doodsprentje van "de Klomp". Ludovicus Luyten. 1888-1941 Weduwnaar C.Dierckx Echtg. Pauline Melis.
Tijdens de eerste W.O. Er werd honger geleden. Een kom soep met een "warte" boterham, was al heel wat. In de "Katholieke School" werden 's morgens vroeg de vuren onder de grote ketels aangestoken. Met de kruiwagen ging men de groenten halen. Op de achtergrond onze fiere sint-Martinustoren!
Deze foto-kaart van Meuleman werd door Antonia Verstraelen (zit op de foto) verzonden in 1917, naar haar schoonbroer Jan Moonen te Turnhout. Er kleeft een Duitse postzegel op van "5 cent". "Belgien" op de zegel gedrukt. Men heeft er nog taks moeten op betalen ook!
"De Burcht" in 1956. Ook hier werd ooit lesgegeven. Mijn vader brak dit herenhuis af in 1964.
Andere zichtkaart van "De Burcht", gebouwd in 1620. In die tijd één van de zeldzame huizen met een verdiep. Jammer dat het verdween!
Het is nog vroeg. Alleen het karretje van Jef Loodts staat te wachten.
Gekleurde wikkel met de manteldeling. " Light" kaas van de zuivelfabriek "Sint-Martinus" te Retie.
Bruine zichtkaart. Uitgave Goris-Goossens. Eén van de weinige kaarten waarop " De St-Martinusstraat" staat vermeld.
Zichtkaart van het huis Seuntjes. De zuivelfabriek "Sint-Martinus" in volle expansie! Een echte bouwwerf. Wat een zwarte rook!
Witte postkaart. Tweetalig: Frans-Duits. "Themabelga 1975." Postzegel van 5 fr.
Ingekleurd Antwerps santje. Ste.-Catharina als jonge vrouw met kroon en zwaard waarmee ze werd onthoofd.
Antwerps santje op velijn. De heilige Catharina met haar beul die haar gaat onthoofden. Ze is de patroonheilige van: Advocaten, dichters, maagden, naaisters, spinners, kantwerksters, wevers, scharenslijpers, enz. Aangeroepen tegen: Ademnood, hoofdpijn, gewrichtsziekten, hersenziekten, enz.
Antwerps santje op papier. Hier de heilige Catharina met O.L.V. en het kindje Jezus. Met het vernielde rad. Dikwijls is ze met dit attribuut afgebeeld, al werd ze niet met dit foltertuig ter dood gebracht.
Antwerps santje. Sinte Catharina in de open lucht. Als jonge, rijke, gekroonde vrouw. Met rad, zwaard en palmtak, het symbool van de martelaren.
De manteldeling. Stenen beeld tegen de gevel van de Dom van "San Martino". Lucca. Italië.
Duits prentje uit de negentiende eeuw. De manteldeling.
Oorlogsbuit! De eenzame sint-Martinusklok op de trappen van de sint-Martinuskerk te Retie, wachtend op vervoer naar Duitsland.
5 augustus 1943. Op de trappen van de sint-Martinuskerk. De trappen liggen nog vol brokstukken, stukken steen weggekapt om de galmgaten te vergroten. Het neerlaten van de klokken gebeurde pas. De dikke zelen en de zware katrollen zijn nog aan de sint-Martinusklok vast.
De jeugd van Retie, voor een foto, op en rond de neergelaten klokken. Wat beseften zij van het waanzinnige oorlogsgebeuren! Voor hen was het een welkome afwisseling van de dagelijkse "oorlogssleur". Ze waren de onwetende getuigen van een zwarte bladzijde uit onze dorpsgeschiedenis.
Niet alleen kinderen, ook volwassen, poseerden nonchalant, de handen in de broekzakken, voor de fotograaf. Heel hun leven zouden ze deze belevenis niet vergeten. Deze foto was het duidelijkste bewijs dat zij "erbij" waren, toen onze klokken "gepikt" werden, zonder dat we een vinger konden uitsteken!
De geroofde sint-Martinusklok ontdaan van haar kettingen en zelen. Vlak voor de open ingangsdeur van de kerk. Het glasraam van Sintemetten in het portaal is duidelijk zichtbaar. Je ziet ook dat ze de klok op zware houten balken hebben gezet, waarschijnlijk om ze niet te "beschadigen". Een Retiese "specialist" geeft woord en uitleg aan een groepje jonge mannen.
De sint-Martinusklok, behangen met papieren versieringen, opgesteld in de sint-Matinuskerk te Retie. Met meter Maria Hulselmans en de deken Franken uit Mol, die de klok kwam wijden.
Op de markt, aan de linde, een belangrijk deel van de optocht: (midden) Deken Franken, pastoor Karel Govaerts en priester Jef Van den Eynde. Een massa mensen wou de wijding van dichtbij meemaken!
Bij een klokkenwijding hoort feest! Een dans met wimpels door een groep Retiese meisjes, onder het oog van een talrijk opgekomen publiek. Op de achergrond een deel van het gemeentehuis, het prachtige herenhuis (nu apotheek) en het huis van Van Gansewinkel.(Brouwer.)
Tekst op het "dubbel" doodsprentje van E.H.Jef Van den Eynde.
Uitnodigingskaartje tot de plechtige uitvaartdienst van E.H.Jef Van den Eynde. ( Dit kaartje kregen alle Retiese huisgezinnen in hun brievenbus.)
Geschreven postkaart. Postzegel "Winterhulp". Blauwe kleur. 1.75 fr. + 4.25 fr. Angre. Parochiekerk en eeuwenoud sint-Martinusbeeld. Beide ook te zien op de postzegel. Afstempeling 22.07.1944.
De manteldeling. Bronzen plaket. Stommeln. G. Weinert. 20st eeuw.
Sint-Martinus. De manteldeling. Noord-Frankrijk. Einde 17de eeuw. Houten beeld. Oude polychromie. Voorstelling zonder bedelaar.
Sint-Martinusprent uit: "De heiligen en het dierenrijk" of " De heiligen in hunne betrekkingen tot de dieren." "Naar het Frans van H. Bourgeois. Versierd met platen. Maatschappij sint-Augustinus, Desclée De Brouwer en Cie. MCMI."
Sint-Martinus. De manteldeling. Hout 20st eeuw. Oostenrijk.
Sint-Maarten. Houten beeld. De manteldeling. Volkskunst. Oostenrijk.
Altaar van sint-Martinus uit de vroegere kerk van Onkerzele. Gemaakt in 1694. Het schilderij stelt de priesterwijding voor van Sintemetten. Geschilderd door M. Van den Bossche.
Binnenblad van: "Schat-kiste der Litanien." Houtsnede. 1778. "t Is noodig altyd te bidden: zonder den moed verloren te geven. Luc. 13.v.I."
Litanie van de heilige sint-Nicolaas. Aangeroepen o.a. tegen echtelijke onvruchtbaarheid.
Litanie van de heilige Leonardus. Patroonheilige van de gevangenen. Aangeroepen tegen o.a. lichamelijke gebreken.
Litanie van de heilige sint-Theodorus. Patroonheilige van soldaten en legers. Aangeroepen tegen storm.
Litanie van de heilige sint-Trudo. Patroonheilige van Sint-Truiden en van fruithandelaren.
Litanie van de heilige Rochus. "Tot afkeeringe van de PESTE, en haestige Ziektens." Houtsnede 7 aug. 1747. "Tot Brussel, by L. Jorez, in de Boter-straet."
Plat Frans bord. "St.-Martin" 1765. De manteldeling in het midden en op de rand bloemmotieven.
Romaans stenen beeld. Sint-Martinus. De manteldeling. Tegen de gevel van de kathedraal te Lucca.
Duomo di San Martino. Lucca, stad in Toscane. Ong. 90 000 inwoners. Eén van de rijkste steden van Noord-Italië. Op ong. 50 km. ten westen van Florence. Lucca tevens de hoofdstad van de provincie Lucca.
Houten sint-Martinusbeeld uit de 16de eeuw. Stedelijk museum "Het Toreke." Tienen.
Saint Martin. Patron de la Compagnie Royale des Anciens Arquebusiers Visétois, fondée en 1579. Postkaart Visé.
Arendonks doodsprentje. Ontwerp Jos Speybrouck. Oorlogsslachtoffers. Allen om het leven gekomen te Arendonk op 03.09.1944.
Volledige bladzijde uit een middeleeuws getijdenboek.
De manteldeling. Prachtige miniatuur geschilderd in de hoofdletter M. (M van Martin.)
Firenze. De manteldeling. Muurschildering. Piazza S.Martino. Een knecht houdt het paard van de heilige bij de teugel, terwijl sint-Martinus zijn mantel deelt met een staande bedelaar.
Onkerzele. Het altaar van sint-Maarten, patroon der kerk. Dit altaar is afkomstig uit de vroegere kerk van Onkerzele. Het werd gemaakt in 1694. De schilderij stelt de priesterwijding voor van sint-Martinus. Ze is van de hand van M. Van den Bossche.
Grote toegangspoort van de abdij van Westmalle. Met in de centrale nis de manteldeling van sint-Martinus.
De sint-martinuspoort. Abdij van Westmalle. Postkaart geschreven in 1906. Uitgave: G. Hermans. "Lichtdrukkerij."
Abdij "Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart" van Wetsmalle.
Deze abdij behoort tot de orde van de Cisterciënzers, die gesticht werd in de twaalfde eeuw. Deze orde wordt kortweg en gemakshalve "Trappisten" genoemd, naar de Normandische abdij "La Trappe." Van daaruit verspreidde zich sinds de 17de eeuw een hervorming. De abdij van Westmalle, gesticht in 1794, maakt deel uit van de "Cisterciënzers van de Strikte Observatie", maar is vooral bekend als de abdij van de Trappisten van Westmalle. Het leven van de monniken is in de eerste plaats een leven van gebed. Maar het is tegelijk ook een leven in gemeenschap en een leven van arbeid. Vooral in de Kempen bekend voor zijn lekkere trappist, gebrouwen in eigen brouwerij.
De manteldeling, zonder bedelaar. Gepolychromeerd houten beeld uit de 14de eeuw. Sint-Martinuskerk te Eindhoven - Tongelre.
Vóór 1930. Molen van Schoonbroek. Deze open standaardmolen behoorde in vroegere tijden toe aan de priorij van Korsendonk. Hij werd afgebroken in 1932. Stan Wens was de laatste molenaar.
De monumentale sint-Jobkerk en pastorie te Schoonbroek. Vóor 1930. Devotie tussen veel groen. Kapelaan Vitalis Brems begon in 1851 met de bouw van de huidige kerk. In 1861 werd de kruisbeuk en het koor opgetrokken. In 1875, onder pastoor Felix Bongaerts, werd de toren voltooid.
Emiel Van Hemeldonck. 1897 - 1981. Echtg. P. Janssens. Letterkundige. Begon op aanvraag van kanunnik Dils, witheer te Averbode, met enkele verhaaltjes in "Zonneland". Zo kreeg hij de schrijversmicrobe te pakken en die liet hem nooit meer los. In 1923 verscheen "Op de Grindershoeve" in de Duimpjes-uitgaven van Delille te Maldegem. Het eerste van een hele reeks verhalen en romans. Hij behaalde enkele belangrijke literaire prijzen. Bv. "Maria, mijn kind." 1944. Gottmer-prijs. Men bestempelde hem als "Kempische heimat-schrijver."
Gesigneerde "Ex-libris" Vosselaar. Em. Van Hemeldonck. 1956.
Naamkaartje van de Kempische heimat - schrijver.
Dubbel doodsprentje van Emiel Van Hemeldonck. Op de voorkant zijn foto. Op de achterkant een gedicht van Remi Lens. (Oud - pastoor van Arendonk.)
Binnenkanten. Persoonlijke gegevens. Tekst door de letterkundige zelf geschreven.
Retiese gesneuvelden uit de "Grote Oorlog".
Eerw. Frater Gaston de Vel. Aspirant - Missionaris in het Missiehuis te Scheut. Brancardier in het Belgisch Leger. Geboren te Merksplas 3 aug. 1892. Stierf de dood der helden op het veld van eer en plicht in het Houthulsterbos op 28 september 1918.
Petrus Frans Brijs. Belgisch soldaat, kanonnier, 7de comp. 1ste Divisie. Geboren te Rethy op 1 juli 1893. Gevallen op het Yzerveld den 25ste maart 1916. Eervol begraven op het militaire kerkhof te Reneghem.
Oud, schildvormig reclamebord (geëmailleerd) van het tabaks- en sigarenmerk "Caritas". Voorstelling van de manteldeling naar het schilderij van van Dijck te Zaventem.
Twee sigarenbanden verschillend in grootte van het sigarenmerk "Caritas". Een gouden manteldeling op rode achtergrond.
Sint-Sebastianus van Rome.
Antwerps santje. Jacobus de Man. 17de eeuw. Perkament.
In de 5de eeuw was st.-S. officier die christen werd. Om zijn geloof werd hij met pijlen doorboord en dood gewaand. Hij herstelde door de verzorging van st.-Irene. Hij verweet de keizer diens wandaden. Hij werd daarom doodgegeseld en in de riool gegooid. Anicia van Rome zorgde ervoor dat zijn lichaam werd begraven naast dat van paus st.-Fabianus in de catacomben aan de Via Appia. Hij is een pestheilige vanwege de pijl, symbool voor het toeslaan van de pest. Opvallend is dat de marteling die hem niet fataal werd het meest door kunstenaars werd uitgebeeld! Door vele schuttersgilden gekozen als schutspatroon. (Natuurlijk om de marteling hem niet doodde.)
Groot Antwerps santje. Perkament. 18de eeuw. Met de hand ingekleurd. Tafereel in een ovaaltje gezet. Geen graveursnaam.
Volgens weer een andere legende zijn de drie bijfiguren drie schipbreukelingen die onterecht voor diefstal waren veroordeeld en door Sinterklaas gered werden. Daarom is hij ook patroonheilige van schippers en matrozen en wordt hij wel eens afgebeeld met een anker of een schip.
Antwerps santje op papier. Cor. De Boudt. 1660-1735. Weer een ovaaltje met de hand netjes ingekleurd.
In sommige gevallen liggen er drie beurzen of drie gouden bollen aan zijn voeten. Ze herinneren aan de drie meisjes die hij redde van de prostitutie.
Antwerps papieren santje. L. Fruytiers. 1713-1782. Overdreven randversieringen.
Soms liggen de gouden bollen op een boek, soms zijn het drie appels of broodjes. De broodjes verwijzen naar de drie schepen vol met graan waarmee hij een hongersnood voorkwam. Vandaar ook Nicolaas' patronaatschap van de bakkers.
Sint-Antonius de Grote. Of: sint-Antonius met zijn varken. Ook: sint-Antonius Abt.
De christenen zochten hun heil in een groep heiligen die om de één of andere reden iets te maken hadden met de pest. De pestheiligen zijn niet overal dezelfden, vaak genoemd worden echter: Antonius Abt, Christophorus, Rochus, Adrianus, Rosalia van Palermo en Sebastianus.
De volkstelling.
Keizer Augustus (8 vóór Chr.) vaardigde een decreet uit voor een volkstelling. Om dit te kunnen doen moest iedereen terug naar zijn geboorteplaats. Jozef ging met zijn verloofde Maria naar Betlehem in Judea. (Omdat hij van David afstamde die in Judea woonde.) Bij hun aankomst was er geen slaapplaats meer te vinden. (De waard uit "de Maan" doet teken dat ze verder moeten zoeken. Hij heeft voor hen geen plaats.)
Antwerps perkamenten santje. Met de hand ingekleurd. Anna-Maria Bunel. (rond 1730.)
De drie wijzen uit het oosten.
Kaspar, Melchior en Balthasar.
" ... en de ster ging hen voor ... en zij vielen neder en bewezen Hem hulde en boden Hem geschenken aan: goud, wierook en mirre."
Antwerps perkamenten santje. Handgekleurd. Cornelus de Boudt.
"Saint Martin partageant son manteau." Frans schilderij van R. Damon. De manteldeling aan een stadspoort speelt zich af in een sneeuwlandschap.
Antwerps nieuwjaarsprentje. L. Fruytiers. (1713-1782) Burijngravure op papier. Handgekleurd.
Kindje Jezus met een vollaard of krulkoek in Zijn handen. Een kroon op het hoofd. Op de koek duidelijk de letters I.H.S. (Jesus Hominum Salvator.) Jezus verlosser der mensen.
In de banderol onderaan: "O Mensch, mijn Bloedt en lijden swaer Geef ick u, voor een nieuwe Jaer."
Koek werd meestal gegeven als nieuwjaarsgeschenk.
De manteldeling. Gouden gedenkmunt van de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958.
Voorzijde: de manteldeling van Sintemetten met de Engelse tekst: "Greater hope and love."
Keerzijde: afbeelding van de wereldbol, een vijfbenige ster met daarin het stadshuis van Brussel en het jaartal '58. In de rand de tweetalige tekst: "Wereldtentoonstelling Brussel, Exposition universelle Bruxelles."
Rond glasraam in het portaal van de sint-Martinuskerk te Retie. De manteldeling van Sintemetten. Het wapen van Retie is verwerkt in dit prachtige kunstwerk van Edward Steyaert.
De manteldeling van sint-Martinus. Zeer eenvoudige voorstelling uit een kinderboek.
Stenen reliëf van sint-Martinus. Gaanderen. Het paard van de heilige vertrappelt een slang (het kwaad). Deze voorstelling met het serpent komt zeer zelden voor. Geen bedelaar te bespeuren. Nadruk ligt hier echt op het bestrijden van het kwaad. (Meer dan op de liefdadigheid.)
Houten schild van de "Sint-Martinus" schuttersgilde te Gaanderen. Nederland. Prachtige voorstelling van de manteldeling en de naam van de schuttersgilde in een zwierige banderol. Ook het embleem van de Federatie van Gelderse Schuttersgilden "Sint-Hubertus" is duidelijk te zien. ( In het groen.)
Belgische postkaart. Hoofd van sint-Maarten. Gedeelte uit het schilderij van Van Dyck. (Zaventem.)
De manteldeling. Duits marmeren beeld. Osterkommunion 1958 St.-Martin, Jöhlingen.
St.-Martin. "Il a tout donné pour J. C."
Letaille. Paris.
Bidprentje (doodsprentje.)
Bernard Desmet. Né à Waerschoot le 12.02.1774. Décédé au couvent des Soeurs du Crombeen, le 28 avril 1842.
St. Martin. Déposé, "St.-Norbertus", Mit kirchl. Genehmigung. Wien.
Voorzijde.
Aandenken aan het 25-jarig priesterjubileum van Peter Sir. Wenen. 26 juli 1917.
Keerzijde.
Staande manteldeling. Sintemetten in volledig harnas met rode mantel. Origineel voorontwerp voor een glasraam. Begin 20ste eeuw. Ontwerper onbekend.
Buste Sintemetten. Heilige in vol bisschoppelijk ornaat, met mantel en mijter.
Beeld uit 1677.
De manteldeling. Doek geschilderd in Rome. (1824) Door Schmetz. Het meesterwerk hangt nu in de kathedraal "Saint-Gatien" te Tours.
Le tombeau de Saint-Martin dans la crypte. Basilique Saint-Martin. Tours. France.
"Aandenken aan mijn zilveren priesterjubileum 1966 - 1991"
Miel Verbruggen. Pastoor st.-Martinus-Duffel.
Reliquaire de Saint Martin. Prière du pèlerin à Saint Martin.
Tours, le 20 décembre 1987. Jean Honorè. Archevèque de Tours.
Op de achterzijde: Rencontre des Blessés de la Vie avec M. Bernard-Nicolas Aubertin Archevêque de Tours.
30 septembre 2006.
Houten ruiterbeeld. Sint Martinus. De manteldeling. Begin 16de eeuw.
De H. Martinus. Bisschop. (316-400)
"Ziehier den Hoogepriester, die in zijne dagen aangenaam was aan God."
Sir. 44.
Sint-Martinus siert met zijn manteldeling een papieren biljet Duits noodgeld.
Duits devotieprentje. De manteldeling van sint-Martinus.
Grenada. Telekaart. Anthony van Dyck. "St.-Martin dividing his cloak"
Een oude voorstelling van de manteldeling met twee bedelaars.
Der heiligen Martinus. Bischof. Benziger & co. Einsiedeln, Schweiz.
Met op de achterkant een gebed voor Sintemetten.
Duits prentje van rond 1900. Zeer kleurrijk. De manteldeling aan de stadspoort van Amiens.
Rugkant onbedrukt.
Houten ruiterbeeld uit de 16de eeuw. Sint-Martinus en de manteldeling.
Miniatuur uit een zeer oud getijdenboek. Sintemetten deelt zijn zware mantel met een bedelaar aan de stadspoort van Amiens. Vlak bij hem, met spade, staat sint-Fiacrius, de patroonheilige van ondermeer de hoveniers.
De liefdadigheid van Sintemetten. Postkaart van rond 1900. Naar het beroemde werk van van Dyck in de parochiekerk te Zaventem.
Duitse postkaart. Met houten ruiterbeeld van Sintemetten. Een postzegel met de manteldeling en een speciale "ruildagstempel" van 11. 11. 1984.
Duitse postkaart uit 1911.
"St.Martin. Zur Erinnerung an den Kornblumentag zu Gunsten bedürftiger Veteranen.
Offizielle Fest-Postkarte zum Kornblumentag 14. 5. 1911 zu Gunsten bedürftiger Veteranen gestiftet von der Freiburger Zeitung."
Zo zie je dat de Duitse oorlogsveteranen al vóór W.O.I ook Sintemetten hoog in hun vaandel droegen.
Redactie en beheer: V. K. S. J. Jozef II straat . 173. Brussel. November 1955.
"We volgen de grote betonweg van Houthalen naar Zonhoven, die met een machtige boog dwars door de oude Kempen heenrukt langs langgevelhoeven als een gordel van kostbaarheden neergezet op de rand van de heide. Onze aandacht wordt getrokken door een hoog oplaaiend vuur dat waarschijnlijk op "Den Teut" is aangestoken. Deze ronde heuvel ligt daar als een reuzenaltaar op de vlakte. Het lijkt wel of er vuur uit de hemel is gedaald om het altaar tot altaar te maken... Doch tijdig herinneren we ons dat het vandaag 11 November is: de dag der St. Maartensvuren...
Welk volk kon beter doorheen de loop der eeuwen haar oeroude zeden en gewoonten bewaren als de arme, stille lieden der Kempen? Hier volgt het opstelletje van een tienjarig knaapje uit Zonhoven dat de volledige beschrijving geeft van de St. Maartensvuren of de Hololool-pret.
"Met ongeduld verwachten we elf November, want op die dag is het Sint-Maartensvuur stoken, en hier wil zeker ieder van ons bij zijn. Lang voor dat deze dag is aangebroken, hebben we ons geweerd om maar een grote houtstapel te hebben. Van zodra wij enige uren vrij waren gingen wij het bos in, en haalden hier al het droge hout dat er maar te vinden was. Andere jongens gingen dan dorre varens afsnijden en zo ging onze stapel steeds de hoogte in. We deden ook dennenspelden (naalden) bijeen, omdat het beter tegenhield doordat het vaster ineen viel. Op de dag zelf gingen we heel vroeg met stootkar en kruiwagen naar het bos om alles wat we daar vergaard hadden naar het gehucht te brengen. Iedere gemeente of gehucht had haar eigen stapel en wij mochten niet op het andere gehucht komen om iets te vragen. Bij de boeren zongen wij: "Hololool, geef ons ne kool, om Sint Merten zijn tiën te wermen." Dan gaf de boer een bussel stro of een mutsaard. Als het een goede was gaf hij beide. De mensen die geen boeren waren gaven ons wat geld. Hiervoor werden sigaretten en snoep gekocht. We zorgden er ook voor wat oude fietsbanden vast te krijgen omdat deze zo flink sissen en stinken konden. Op het laatst hadden wij een stapel zo hoog als een stromijt. Het was heel lastig te wachten tot het donker was met het aansteken. Doch dan zou de pret maar klein geweest zijn, want dan gaf het vuur geen schijn in het daglicht en zo was het dan een mislukt Sint Maartensvuur. Soms gebeurde het ook dat de jongens van een ander gehucht, die jaloers waren omdat wij een zo grote stapel hadden, beproefden de onze nog voor de avond in brand te komen steken. Als Indianen slopen zij dan naar onze stapel. Als deze dan gesnapt werd kreeg hij een flink pak slaag en kon hij afdruipen. Als dat alles goed was afgelopen en indien de stapel er nog stond kon de pret beginnen. Doch eerst en vooral moest er nog een oude man gehaald worden. Dit was een boeremens, die veel werk had en altijd moest gehaald worden, want anders zou hij het zeker vergeten. Dan eindelijk was hij daar, samen met de andere mensen van het gehucht die het spektakel niet wilden missen. Op een gegeven teken van de omstaanders werd dan de stapel ontstoken. Hoge vlammen laaiden op. Eerst stond men in stille bewondering voor de hoge vlammen. Doch dan kwamen wij allemaal los. Brandende fietsbanden werden de hoogte ingeslingerd, die dan sissend terug neerkwamen. Anderen begonnen de oude man te pramen, dat hij een liedje zou zingen en lang duurde het niet of hij begon. Het ene liedje na het andere met daartussen wilde kreten; als een Indiaanse stam op oorlogspad. Als dan de stapel kleiner werd en er hier en daar wat verbrande stokken vrij kwamen begon men met elkaar het gezicht zwart te maken. Zwart als negers rolden en tuimelden ze dan rond het hoopje smeulende asse. Dan door de donkere avond op huis aan; waar ze nog een flinke wasbeurt zouden moeten ondergaan en dan het bed in waar we nog droomden van de pret, die weer voor een jaar voorbij was. Op sommige plaatsen liet men daarna een vlieger op met aan zijn staart een venetiaanse lantaarn met kaars. Elders ging men van huis tot huis met een uitgeholde pronkappel of suikerbeet op een stok met vier gaten die ogen, neus en mond moeten verbeelden en erin een brandende kaars."
Het zijn deze oeroude gebruiken die elk jaar terug keren, die onze boerenmensen zo dicht bij elkaar brengen.
"De legende van Sint Maarten in de Kunst, de Folklore en de Philatelie."
Drukkerij "De Vlijt", Nationalestraat , 46, Antwerpen.
Boekje van 16 bladzijden, geschreven door Ateleia. (Zonder jaartal.)
"Het verschijnen van de nieuwe postzegels ten voordele van het Winterhulp-werk en gewijd aan St. Maarten, deed bij ons de gedachte opkomen dit onderwerp wat nader te beschouwen."
"Het is niet enkel die eenvoudige beeldjes die we in deze nieuwe Sint-Maarten-reeks moeten zoeken, maar wel het nauwe verband met onze folklore, onze kunst, onze geschiedenis."
Inhoud.
Voorwoord.
Geschiedenis, aardrijkskunde, heraldiek, munten.
Kunsten.
Folklore.
Philatelie.
Afgebeelde postzegels.
Op de kaft, zegel Winterhulp 1941. 3,25 F + 3,25. Met afbeelding sint-Martinusbeeld uit de kerk van Beek.
Op eerste bladzijde, zegel Winterhulp 1941. 5 Fr + 5 Fr. Met afbeelding sint-Martinusbeeld uit de kerk van St.-Truiden.
Blz. 9, "Caritas"-zegel 1910 van 1c. Afbeelding naar het schilderij van Van Dyck door H. Lemaire.
Blz. 14, zegel Winterhulp 10c + 5c, met de afbeelding van het sint-Martinusbeeld uit de kerk van Onhaye bij Dinant. Zegel Winterhulp 35 c + 5 c , met afbeelding sint-Martinusbeeld uit de kerk van St. Maartens-Lennik.
Blz. 15 zegel Winterhulp 60 c +10 c , met afbeelding van het sint-Martinusbeeld uit de kerk van het Waalse Dave. Zegel Winterhulp 1,75 Fr + 50 c , met afbeelding van sint -Martinusbeeld uit de kerk van Hal.
Standaard uitgeverij. Eerste albumuitgave in 1963.
Korte inhoud:
Door een vergissing van professor Barabas met zijn Teletransfor (Uitvinding waarmee hij beelden kan opnemen en tot leven brengen.), wordt het wit paard weg geflitst uit het schilderij "Sint-Maarten zijn mantel delend". Het dier komt zo terecht in onze moderne wereld. Een wonderpaard dat vliegt, in rijmen spreekt en dat bij elke hoefslag een bloem uit de grond tovert! Het schuwe dier is wanhopig op zoek naar zijn meester, Sint-Martinus. (Ook Sint-Maarten genoemd.) Suske en Wiske, in dit spannend verhaal fervente paardenliefhebbers, trachten het wit paard te helpen. Een meester-misdadiger Krimson, hier voor het eerst te zien in een Suske en Wiske album, wil het dier vangen om het voor zijn eigen louche praktijken te gebruiken: de botersmokkel. Ook de verstrooide professor Barabas probeert het paard te pakken te krijgen om zijn fout te kunnen herstellen. Krimson verliest de strijd en onze vrienden slagen in hun opzet. Uiteindelijk komt het bijzonder paard, na heel wat boeiende avonturen, terug op zijn plaats in het beroemde 17de eeuwse meesterwerk van Antoon van Dyck. (Nog steeds te bewonderen in de parochiekerk van Zaventem.)
Enkele Sintemetten-weetjes:
- Willy Vandersteen leende veel uit de legende van Sint-Martinus. Hij laat professor Barabas op een heel eenvoudige, speelse manier de legende uitleggen aan Suske, Wiske en Lambik. Verduidelijkt het begrip: liefdadigheid. - Hij gebruikt het gekende schilderij van Antoon van Dijck. Het tableau is zeer herkenbaar getekend. - Hij noemt nergens Zaventem, de gemeente waar het kunstwerk nog steeds te zien is in de parochiekerk. - Op zeven verschillende plaatjes wordt het schilderij geheel of gedeeltelijk afgebeeld. - Op vijf plaatjes is Sintemetten te zien buiten het schilderij. - Vandersteen laat de heilige zelf aan het woord in drie plaatjes.
Citaat Sint-Maarten: "1500 miljoen mensen lijden honger! Wie NU niet helpt, WIL niet helpen en is zijn eigen welvaart niet waardig!"
"Het rijmende paard" is één van de beste Suske en Wiske albums, spannend, humoristisch, goed getekend en ... met een duidelijke boodschap!
Ongewone voorstelling in reliëf van de manteldeling van Sint-Martinus. Naar het meesterwerk van Antoon van Dyck te Zaventem: "Sint-Maarten zijn mantel delend." Het enorme werk (152 cm X 132 cm) werd "geschilderd" door M. Laermans in 1950. Waarschijnlijk uit de omgeving van Tienen. Pogingen om meer te weten te komen over de schilder en zijn werk bleven zonder resultaat. Toch wilde ik jullie in dit jubeljaar het opvallende schilderij niet onthouden. Het is nu te bewonderen in de sfeervolle brasserie "Klynhoeve" te Retie. Deze prachtig gerenoveerde tiendenschuur bevindt zich naast het domein van het voormalige "Kasteel du Four".
Sint-Maartenviering te Mechelen. Frans Perckmans 1945.
"Sinte Metten oep de kruk!"
Ontmoeting met de bedelaar in een bos?
"De heilige Martinus was bekend om zijn groote liefde voor de ongelukkigen. Op zekere dag, toen het fel gevroren had, en hij, in krijgsgewaad door een woud op zijn sneeuwwit paard reed, ontmoette hij een arme, halfnaakte kreupele, die hem om een aalmoes smeekte. ..."
Speciale kinderrondgang.
"Een maand voor de viering reeds, brengen de kinderen het noodige bij mekaar: ze koopen papier en karton voor mantel, hoed en kroontjes. De hoed wordt gemaakt in de vorm van een bisschopsmijter; de mantel bestaat uit twee bladen blinkend gekleurd papier, beplakt met vergulde sterretjes; daarbij wordt een draagberrie of "KRUK" om Sinte Mette te dragen, samengetimmerd uit een eenvoudige zeep- of suikerbak, waaraan twee panlatten of bezemstokken worden bevestigd.
Op Sint Maarten, 11 November en den Zondag daarop, dat men groote Sinte Mette noemt, halen ze de kruk, mantel, kroontjes en mijter voor den dag. Wat blink en roodsel om het gezicht te sminken, een prop watten voor den baard van den "Sinte Mette oep de kruk", en klaar zijn ze! Vier bengels met holleblokken zetten de kruk, waarop Martinus gezeten is, op de schouders. De "Heilige" houdt een pollepel in de hand, vangt daarin de "suskens" (centiemen) en lekkernijen op, die hem worden gegeven en legt ze in een groote kabas, (korf), die aan de kruk hangt te zwieren.
De snaken bellen overal, aan burgershuizen, kloosters, begijnhof, pastoorswoningen, herbergen en winkels. Maar het liefst gaan ze bij de suikerbakkers en snoepwinkeltjes of aan de "krommekens" (kraampjes), ze zingen dan liedjes in 't sappig Mechelsch dialekt, zooals ze het van hun ouders hebben afgeluisterd... "
"Sinte Mette oep de kruk, Ik geef oe îen stuk; Gef me nen hiele,
Ik zal hem diele, Gef me nen halve, Ik zal hem dalve, Gef m'ien kwartier,
Ik goei het in't vier."
De kleuters met de schoonste kruk, bijzonder die welke 'n "baldekijn" rijk zijn, oogsten den meesten bijval. Sint Maarten wordt ook zonder kruk gevierd, doch dit is minder interssant! ...
Ook in Retie zingen de kinderen over "de kruk"?
"Vandoag is't Sintemetten en mergen is't de kruk!"
Maar hier krijgt "de kruk" een heel andere betekenis!"
Karl Friedrich Boehle werd geboren in Emmingen (Duitsland) op 7 februari 1873. Hij stierf in Frankfurt am Main op 20 oktober 1916. Schilder, tekenaar, etser, beeldhouwer.
Reeds één jaar na de geboorte van Fritz in Emmingen verhuisde de familie Boehle naar Frankfurt. Zijn vader werkte daar als koopman. In 1886 volgde de jonge Boehle lessen aan het "Städelsche Kunstinstitut", dat nog altijd bestaat. Een medeleerling was Rudolf Yelin, de oude. ( Schilder en vooral bekende glasschilder). Rudolf noemde de bijna tien jaar jongere Boehle :"Iemand die belangrijke invloed had op zijn werk." In 1892 werkte Fritz even in München, maar keerde al snel naar Frankfurt terug. Van zijn beschermheer, Conrad Binding, oprichter van de brouwerij met dezelfde naam, krijgt hij heel wat opdrachten. Dikwijls bezoekt de kunstenaar zijn grootouders in Emmendingen. Ze zijn eigenaars van het"Gasthof Zum Lamm." Daar tekent hij naar hartelust de gasten en ... rare bezoekers!
Fritz Boehle overleed in 1916 te Frankfurt aan de gevolgen van een toen nog niet behandelbare ziekte: diabetes. Hij werd op het "Hauptfriedhof" begraven. Opmerkelijk, op zijn eigen ontworpen zerk staat een prachtig half reliëf van sint-Martinus.
In zijn tekeningen zie je duidelijk de invloed terug van één van de allergrootsten: Albrecht Dürer. Mensen en dieren, vooral dan paarden, waren zijn geliefkoosde onderwerpen. Hij was ook een begaafd etser, een groot graficus! Maakte ook heel wat ontwerpen voor schitterende standbeelden. "Schreitende Stier" te Frankfurt en een groots ruiterstandbeeld op het Winceslasplein te Praag getuigen van zijn grote kunnen.
Sint - Maarten en de bedelaar. Litho, zwart - wit, uit 1908. Gehandtekend : F. Boehle 1908. (Rechtsonder.) Sintemetten met baard in volledige Romeinse wapenuitrusting. Gezeten op een fors, bijna monumentaal paard. Halfnaakte bedelaar rechts op het voorplan. Het tafereel speelt zich buiten af, bladerloze bomen, grauw grijze donkere lucht, guur weer. En toch sint-Martinus met blote armen en benen. Je voelt de bijtende koude! Deze "manteldeling" met een ongekende virtuositeit getekend in zware potloodlijnen straalt een ongekende kracht uit. Bijna monumentaal. Paarden en mensen, de geliefkoosde onderwerpen van deze tekenaar. En 't is er aan te zien! De invloed van die andere "grote", Albrecht Dürer, is duidelijk merkbaar.
Een onvolprezen kunstwerk van Fritz Boehle, een interessante kunstenaar, die bij het grote publiek te weinig gekend is.
Moge ik met dit stukje een klein steentje hebben bijgedragen om deze Duitse "vakman" beter te leren kennen. ...
Henricus Schoonbrood. (Maastricht 28 juli 1898 - 10 november 1972.) Nederlandse kunstschilder, glazenier, boekbandontwerper en mozaïekkunstenaar.
Henri was slechts zes jaar oud toen zijn ouders overleden. Als tweede uit een gezin van zes kinderen had hij het niet gemakkelijk. Hij begon als huis- en decoratieschilder. Pas in 1925 (tot in 1929) begon hij schilderlessen te volgen bij Henri Jonas. Gelijktijdig volgde hij kunstonderwijs aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool in Maastricht. Hij was lid van de Limburgse Kunstkring en was vaak te gast in het Maastrichtse café "Suise". In 1926 nam hij deel aan een wedstrijd van "Arti et Amicitiae" (Willink van Collewedstrijd ) te Amsterdam. Een concours voor schilders onder de 35 jaar. Met zijn schilderij "Het geitje" werd hij samen met Charles Eyck ex aequo primus. In 1930 studeerde hij samen met H. Levigne, P. Kromjong en C. Stauthamer aan de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam. Hij volgde "monumentale kunst" onder de leiding van professor Richard Roland Holst. Na zijn opleiding keerde hij terug naar Maastricht. Hij werkte er een tijdje als leraar aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool. "De Emmausgangers" uit 1929, een topwerk uit zijn aanzienlijk oeuvre hangt in het Museum Catharijneconvent te Utrecht. In Amsterdam kreeg hij zijn eerste opdrachten. Vele andere zouden volgen. Hij maakte meer dan 100 glas-in-loodramen voor kerken, openbare instellingen en particulieren. Vervaardigde ook vele muurschilderingen en mozaïeken. (Zijn muurschildering in de stationrestauratie te Maastricht werd spijtig genoeg overschilderd.) In het muziekconservatorium te Maastricht en in het kantoorgebouw van de Koninklijke Luchtmacht te Den Haag zijn zijn prachtige mozaïeken nog steeds te bewonderen.
Henri woonde het grootste deel van zijn leven in een statig herenhuis in het centrum van Maastricht. Hij overleed in 1972, een jaar na de dood van zijn vrouw Greet en liet een groot aantal werken na. De kunstenaar was een veelzijdig iemand die steeds zijn eigen weg van vernieuwing zocht.
We zien hier een prachtig aquarel van deze begaafde kunstenaar. De manteldeling van Sintemetten! Het werk is getekend "H. Sch." in de rechter benedenhoek. Sint-Maarten als Romeins officier met helm, borstharnas en korte rok. Blote benen. Een mantel die echt aan een "cape" doet denken. Gezeten op een eenvoudig paard dat een knielende bedelaar aankijkt. Deze behoeftige ziet er vrij fors uit, draagt een doek op zijn schouder en is gekleed in een soort lange rok. Op de achtergrond een stadspoort met torens en een vage burcht op een hoogte.
Een aquarel zonder franjes. Henri Schoonbrood laat hier zien dat hij een groot kunstenaar is. Een palet van allerlei schakeringen grijs, blauw en groen, een vleugje diep rood. Het gebruik van zware zwarte omtreklijnen geeft het geheel een rustige, doch monumentale indruk. Het werk doet echt "modern" aan. Ik weet niet goed waarom, maar het geheel doet mij onwillekeurig denken aan een andere "grote" van bij ons: Alfred Ost.
Nederlandse glazenier. Cornelius van Straaten stamt uit een zeer beroemde kunstenaarsfamilie, van Straaten, uit Utrecht. Daar is hij geboren in 1883. Hij zette zijn eerste stappen in de glasschilderkunst in het befaamde atelier van Pierre Cuypers te Roermond. Studeerde daarna aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Al heel vlug begon hij een eigen atelier voor gebrandschilderd glas te Utrecht (1898), nog maar 15 jaar oud, onder zijn eigen naam: "Atelier van Straaten." In 1912 ging Cornelius een vennootschap aan met Hendrikus Antonius Marie de Vos, ook een glasschilderkunstenaar, die zijn ervaring had opgedaan bij Heinrich Geuer. Ze noemden het bedrijf: "De Vos en Van Straaten." In 1920 echter adverteerde Cornelius regelmatig in "Het Gildeboek", uitsluitend onder de naam "van Straaten". Waarschijnlijk was de samenwerking met De Vos toen ten einde. Tot in 1957 ondertekende hij zijn prachtige werken met " Corns van Straaten". De uitgevoerde glas-in-lood-ramen, meestal van religieuze aard, zijn gewoonlijk in neo-gotische, zeer realistische, traditionele stijl. Zijn schitterende ramen getuigen van een verbluffend technisch vakmanschap en van zijn kennis van de bijbel. Zijn atelier vervaardigde ook glasramen naar ontwerpen van andere kunstenaars: G. van Geffen, A. Hermans, en N. Poland. In 1957 vestigde van Straaten zich in Venlo, waar hij in 1964 overleed.
Men treft nog heel wat gebrandschilderde ramen van Corns van Straaten aan in Nederland. Onder meer te: Amersfoort, 's-Hertogenbosch, Montsfoort, Gaanderen, IJsselstein, Breukelen, Woudsend, Vinkeveen, Oirschot, Schiedam, Venlo en Sittard. Waarschijnlijk zijn er nog meer.
We zien hier een glas-in-lood-raam, bestaande uit twee afzonderlijke delen. Samen stellen ze de manteldeling van sint-Martinus voor. Elk deel is ongeveer 60 cm breed, één (met sint-Maarten) is 127 cm hoog, het andere (met de bedelaar) is slechts 75 cm hoog.
Linker raam. Onze heilige te paard. Op zijn hoofd een groen bevederd hoofddeksel. (Hoed?) Hij draagt een gele metalen borstplaat met daaronder een paarse korte rok of broek, tot boven de knie. Met Romeinse sandalen in de stijgbeugels. Warme donkerrode mantel om de schouders. Houdt met zijn rechterhand zijn zwaard bijna verticaal hoog geheven. Gezeten op een fier wit ros, rechter voorpoot geheven. Op de achtergrond een pilaar. (Gedeelte van een poort?) Getekend rechts onder: CORNS V. STRAATEN UTRECHT 1935 Geheel afgeboord met rechthoekige stukjes bruin glas.
Rechter raam. Veel kleiner; waarschijnlijk maar een restant van het oorspronkelijk glasraam. (Onderste gedeelte vernield tijdens de oorlog?) Een halfnaakte, kaalhoofdige bedelaar met volle baard, zit met zijn rug naar de toeschouwer. Neemt met zijn rechter hand de gedeelde mantel aan. Links zie je nog een gedeelte van de linker hand van sint-Martinus die de rode mantel vast heeft. Plantenformaties op de achtergrond geven het geheel een landelijk karakter. Geheel ook afgeboord met bruin glas. (Niet getekend)
Waar komen deze glasramen vandaan. Uit een kapel? Ze zijn niet groot genoeg om ooit te "stralen" in een kerk, denk ik. Wat is er met het "bedelaar-gedeelte" gebeurd? Vragen waarop misschien iemand het antwoord weet ...
Uit: "Wapens, vlaggen en zegels van Nederland." Door T. Van Der Laars. Drukkerij "Jacob van Campen." 1913.
Het wapen van de stad Utrecht stelt voor: De Barmhartigheid, sint-Martinus halven mantel. "Armahairtitha viljace, gah ni hunsl." ("Barmhartigheid wil ik, maar geen offerslagt.")
Sint - Martinus is de schutspatroon van de stad Utrecht. Waarom men juist deze heilige heeft gekozen, kan blijken uit het volgende: Waar het christendom zegevierde, werden de vroegere heidense- of natuurgoden van hun voetstuk geworpen of zonken zoals Ullre diep in de vergetelheid terug. Zo was ook krijgsgod Mars in sint- Maarten overgegaan. Sintemetten werd door zijn vader, een Romeins krijgstribuun aan de god Mars, wiens naam hij draagt, gewijd. Hij werd een held, doch de invloed van het christendom wijzigde naam en karakter. Van heidense afkomst uit de Marsdienst ontsproten, leidt sint-Martinus een christelijk heldenleven, en wordt in elk opzicht de middeleeuwse christenheld, wiens grootste roem zijn geloofsstrijd en barmhartigheid zijn. In die zin werd hij dan ook schutspatroon van Utrecht, waar hij de oude boogschutter of de god Ullr verdrong. Eén van de vele legenden van hem luidt aldus:
"Op enen winter so voer hi te Ambianen in die stat doer die poerte en hem quam een arm man te ghemoete. Ende doe desen armen man daer van nyemant aelmissen ontfinc, so verstont Sinte Martinus dat dese ghesonden was ende hi toech doe syn sweert uyt ende deylde sinen mantel, die hi boven droech, ende dat een deel gaf hi dien armen man en dat ander deel dede hi weder aen. Ende op ten nacht daerna scoe sach hi dat Cristus ghecleet was met den stucken van den mantel, dat hi den armen gegheven hadde. Ende hi hoerde hem segghen, totten enghelen, die bi hem stonden:" Martinus, die noch Cathecumenus is, die heurt mi gedecket mit dezen cleden." De moraal hiervan is: dit deed een heiden; hoe moet dan een Christen wel handelen? Als christenheld passen paard, mantel en zwaard zeer goed bij hem. Mars reed een dubbelspan voor zijn strijdwagen. Odin als krijgsgod zijn achtbenig ros. Het ros Beiaard van de Vier Heemskinderen, de schimmel van sint-Niklaas; het Saksische ros en het paard van sint-Joris zijn bewijzen dat paarden in mythen en legenden lang niet vreemd zijn. Zo ook het zwaard. De aartsengelen, van wie het tweesnijdend zwaard gewijd was. Het zwaard Durendael van Roland, het zwaard Florenberge van de vier heemskinderen, het zwaard van Petrus, het zwaard der gerechtigheid. Ook de mantel is voor de christelijke held een bijdrage, een attribuut om zijn voortreffelijkheid als weldoener te doen uitkomen. We hebben slechts te denken aan de mantel der liefde, aan de tabberd van sint-Niklaas, aan de bisschopsmantel, aan de sneeuwmantel of wollenmantel van Ullr en Siegfrieds tovermantel. "Zo iemand twee klederen heeft, schenke hij één aan een arme!" Doch sint-Maarten ging verder, hij deelde zelfs zijn enige mantel met de bedelaar. Zo wordt die halve mantel op het wapen van Utrecht het symbool der christelijke milddadigheid en liefde. Sint-Maarten heeft als vertegenwoordiger van een christelijke deugd diepe indruk nagelaten in de gemoederen van de Utrechtse burgerij. In vroegere tijden werden er aan de Wittevrouwenpoort op sint maartensdag wollen dekens, brandstoffen en brood uitgedeeld aan de armen. Nog steeds is de spits van de domtoren versierd met het symbool van liefdadigheid, sint-Martinus. De Utrechtse bisschoppen dragen nog steeds met veel trots de naam van "Sint-Maartensmannen"!
Uit: "Herfst." Het vierde boek in de reeks: "Dit nieuw seizoen". Oogstmaand 1946. Drukkerij-uitgeverij J. Lannoo, Meulebeekse Steenweg 641 te Tielt.
"Terwijl de christenheid van de eerste eeuwen alleen de Martelaren vereerde, is St Maarten de eerste belijder geweest die door de Kerk in het Westen werd herdacht en nog wel zóó feestelijk, dat zijn naamdag als een echte heiligdag met vroolijke volksfeesten werd gevierd in Frankrijk, waar hem nu nog bij de 4000 kerken toegewijd zijn en 485 gehuchten en dorpen zijn naam dragen, werd zijn graf tot een nationaal heiligdom; het woord "kapel" waarmede wij kleine heiligdommen aanduiden, zou zijn oorsprong danken aan de "capa" van St Maarten, die vroeger in oorlogstijd vóór de Fransche legers uit gedragen werd, in vredestijd diende om er de plechtige eeden op af te leggen, en aldus het symbool was van St Maartens bescherming over Frankrijk. St Maarten werd in Pannonië (Hongarije) geboren uit heidensche ouders, maar liet zich op twaalfjarige leeftijd doopen. Nog heel jong door zijn vader; een Romeinschen tribuun, bij het leger ingelijfd, rukt hij mede op naar Gallië, waar hij te Amiens gedurende een strengen winter aan een halfnaakten bedelaar de helft van zijn soldatenmantel, dien hij met zijn zwaard doorsnijdt, wegschenkt en dan 's nachts met een verschijning van Christus wordt begunstigd die het ontvangen kleedingstuk op den schouder draagt. Hij wint aller genegenheid door zijn reine zeden en zijn koenen moed. Wanneer hij den krijgdienst wil verlaten om zich aan God te wijden, en de Keizer spot met zijn lafheid die den nakenden veldslag tracht te ontvluchten, zal hij in het eerste gelid, alleen met het kruis gewapend, stoutmoedig tegen den vijand opstappen ... maar de volgende dag komen gevolmachtigden om den vrede smeeken. Uit den dienst ontslagen, vertoeft hij eenigen tijd bij St Hilaar, bisschop van Poitiers, reist dan naar Hongarije, waar hij zijn moeder bekeert maar er niet in slaagt om de ketters op de boorden van den Donau te winnen. Vervolgens keert hij naar Gallië terug, sticht er het eerste klooster en wordt door het volk en den clerus tot bisschop van Tours verkozen. Onvermoeibaar verspreider van het Geloof, vernielt hij de afgodentempels en gelukt er tenslotte in het heidendom in zijn diocees uit te roeien. Hij stak door vele hoedanigheden hoog boven zijn tijdgenoten uit, en werd trouwens zoo algemeen bewonderd, dat de roep, die van hem uitging, talrijke scharen aantrok. Daarom zonderde hij zich af in een eenzame cel nabij Tours, die de bakermat werd van het later vermaarde klooster van Marmoutier. Hij stierf den dood der zaligen in het jaar onzes Heeren 399. Hoe algemeen ook hij bij ons gevierd werd, getuigen nu nog onze talrijke volksgebruiken: de St Maartensvuren, de kaarsjesprocessie, het van deur tot deur rondgaan, het "rijden van St Maarten" enz."
San Martino di Tours: l'Esempio sublime e la nobile Essenza della Chàritas Cristiana.
SINTEMETTEN - SAN MARTINO DI TOURS.
Museale, meravigliosa Immagine devota "habillée" di preziose sete, velluti e broccati policromi sulla base di un'incisione a bulino su rame stampata su pergamena. Il nome dell'Artista-Incisore è rimasto celato dal lavoro conventuale che ha "vestito" l'Immagine.
Un pezzo UNICO.
Anversa, Fiandre - Secolo XVIII.
Collezione privata Dr. Theo Breugelmans.
Sono trascorsi 1700 lunghissimi anni dall'alba annunziatrice del nuovo giorno che diede a Sabaria, nella regione di Pannonia-oggi attuale Ungheria-i natali a un bimbo consacrato con orgoglio dal padre, Ufficiale dell'esercito Imperiale Romano, a Marte, potente dio italico della guerra e delle Legioni. Nato, e, con gli auspici paterni ed il nome di Martino, quasi segnatamente predestinato ad un brillante "cursus honorum" nell'invincibile Esercito di Roma, poco più che adolescente, iniziò una breve e travagliata esperienza militare nelle privilegiate ed ambite fila della Cavalleria della Guardia Pretoriana: a protezione della Sacra Persona dell'Imperatore Costanzo II, figlio dell'Illuminato Cesare, Constantino, che primo riconobbe e sanci la libertà di Culto per i Cristiani, e quindi di Giuliano. Martino, Uomo dalla sensibilità Nobile e Generosa, direttamente da Dio designato a percorrere con Onore, senza medaglie, i gradi della Spiritualità più sublime, ben lungi dalle Glorie effimere del Mondo, compi il suo primo Miracolo vestendo la ricca uniforme militare di Roma; l'antica città di Poitiers fu teatro del mirabile evento e vide un anziano catecumeno, a lui sinceramente devoto, defunto per una febbre maligna, risuscitare, per intercessione dello Spirito Santo inviato da Dio ad esaudire le preghiere di Martino. Esaudito da Dio; lui, figlio e rappresentante dell'élite di Roma nella provincia di Gallia, cosi Umile e semplice, servitore modestissimo dell'unico schiavo che possedeva. In un inverno particolarmente rigido, di gelo e di copiosa neve, Martino, a cavallo, incontra Dio in persona sulla sua strada: lo incontra in un povero, da tutti deriso e allontanato, coperto da pochi, miseri stracci. La sua spada lucente senza esitare un solo istante divide allora in due l'elegante mantello indossato sulle spalle e ne dona la metà al mendico, per non fargli patire il freddo. In sogno, la stessa notte, gli appare Gesù, Figlio di Dio, coperto dalla metà del suo mantello donato al povero. Martino, cosi come meravigliosamente descritto dal sue biografo Sulpicius Severus nella sua Opera Vita Martini, è l'incarnazione della Chàritas Christi, come Francesco di Assisi, quintessenza incantevole della Vita, dono supremo di Dio, al servizio, in abnegazione totale, ai poveri e ai dimenticati.
SINTEMETTEN.
L'Immagine devota protetta dallo spesso vetro e dalla pregiata cornice in legno coevi.
Martino di Tours viene acclamato Vescovo dell'omonima città Francese nell'anno 371. Fino a quel momento, come Francesco di Assisi, aveva evangelizzato le campagne e una miriade di piccolissimi, sperduti villaggi di poveri contadini, percorrendo a piedi distanze incredibili. Giusto, difensore dei diritti calpestati della Povera Gente, muore a Candes - cui verrà aggiunto in suo onore - Saint Martin - il giorno 8 novembre dell'anno 397. La Chiesa lo ricorda l' 11 di novembre, giorno della sua sepoltura. Nel secolo XXI un Esempio sublime, come Francesco di Assisi, per portare Luce e Amore in un Epoca- la nostra che viviamo, appunto- fatta del Nulla assoluto; falsi e vacui valori, rara Moralità, ma, ciò che è ancor più deplorevole, senza alcuna Carità nei confronti del Fratello che Dio, a Martino e a Francesco, cosi come a noi tutti, ha insegnato con il suo Esempio ad Amare, con autentica Generosità. Il caro e stimato Amico Dr. Theo Breugelmans, devoto al grande Santo sin dall'infanzia e raffinato Estimatore e Cultore della sua iconografia nelle antiche Immagini devote, con generosità condivide oggi con tutti noi un autentico Capolavoro: un prezioso manufatto di provenienza conventuale Fiamminga del secolo XVIII.
Un Pezzo UNICO.
Realizzata sulla base di un'incisione a bulino su rame stampata su pergamena, con lavoro paziente e minuzioso di Suorine delle antiche Fiandre, l'Immagine sacran nella sincera celebrazione del grande Vescovo di Tours, Protettore degli oppressi e dello stesso Villaggio natale dell'Amico - Retie - nel cuore delle Fiandre, è un trionfo di preziosi broccati, velluti, piccole scaglie di mica applicati sull'incisione à collage e completati da una cornice di elaborati, mirabili intrecci di fili d'oro e d'argento, intercalati con eleganza da fiori in carta policroma. Protetto, infine, da uno spesso vetro coevo che pur non ne mortifica la Bellezza, e da una massiccia cornice in legno pregiato, Martino - SINTEMETTEN -in esso ancora una volta da compimento all'insegnamento di Cristo silbolcamente offrendo con generosità una moneta al Povero che a lui si appressa supplichevole: Martino di Tours, la nobile, autentica Essenza della Chàritas Christi!
Paola Galanzi.
Vertaling door mijn goede vriend Edwin De Bie, bedankt!
Sintemetten - Martinus van Tours.
Een echt museumstuk, deze schitterende afbeelding van de heilige, in zijn kostbare met zijde, fluweel en kleurrijk brokaat versierde mantel. Het betreft een kopergravure op perkament. De naam van de kunstenaar heeft men niet kunnen achterhalen omdat de originele afbeelding door monniken teveel werd bewerkt.
Privécollectie Dr. Theo Breugelmans.
1700 lange jaren zijn voorbij gegaan sinds de geboorte in Sabaria, in een landstreek die de Romeinen Pannonië noemden, ongeveer het huidige Hongarije, van een jongentje dat door zijn vader, officier in het Romeinse leger, trots werd toegewijd aan Mars, de machtige Italische god van oorlog en legioenen. Door dit initiatief van zijn vader, die hem bovendien de naam Martinus gaf, leek hij wel voorbestemd tot een briljante carrière in het onoverwinnelijke Romeinse leger. Als jongeling begon hij aan een korte maar intense militaire loopbaan in de felbegeerde rangen van de ruiterij van de pretoriaanse garde. Deze stond in voor de bescherming van de goddelijke persoon van keizer Constantius II; deze was de zoon van de verlichte keizer Constantijn die als eerste keizer de godsdienst van de christenen erkende en hun vrijheid van eredienst verleende. Later diende Martinus onder keizer Julianus. Martinus was edelmoedig en genereus van aard en helemaal niet geïnteresseerd in het vergaren van rijkdom en roem die toch maar vergankelijk zijn. Hij was door God geroepen voor andere dingen. Nog als soldaat in het Romeinse leger deed hij zijn eerste mirakel. Het wonderlijke voorval speelde zich af in de oude stad Poitiers. Martinus wekte er een oude geloofsleerling, die hem zeer genegen was en die aan hevige koorts was bezweken, weer tot leven nadat hij met grote vurigheid en aandrang tot de Heilige Geest had gebeden. Zo werd door God zelf het gebed verhoord van een bescheiden en eenvoudige zoon en vertegenwoordiger van de Romeinse elite in de provincie Gallië, de nederige dienaar van de enige slaaf die hij bezat. Tijdens een winter die veel strenger was dan gewoonlijk met veel vrieskou en sneeuw, had Martinus te paard, een ontmoeting met een oude bedelaar, slechts gekleed in een paar oude vieze lompen. Iedereen lachte met hem en liep hem voorbij. Martinus begreep dat hij iets moest doen. Zonder aarzelen trok hij zijn zwaard en sneed zijn mantel doormidden. Een helft gaf hij aan de bedelaar. 's Nachts had Martinus een droom. Daarin zag hij Jezus, de zoon van God, voor zich staan, Hij droeg het stuk mantel dat hij aan de bedelaar had gegeven. Toen begreep Martinus dat hij God op zijn weg had ontmoet. Zoals prachtig beschreven door zijn biograaf Sulpicius Severus in zijn werk "Vita Martini", wordt Martinus zo de incarnatie van de Charitas Christi, die net als Franciscus van Assisi zijn leven, het hoogste geschenk van God, totaal in dienst stelt van de armen en miskenden.
Sintemetten - De vrome afbeelding achter dik glas en in een houten kroonlijst uit dezelfde periode.
In het jaar 371 wordt Martnus tot bisschop gekozen van de Franse stad Tours. Daarvoor had hij net als Franciscus van Assisi rond getrokken op het platteland, langs ontelbare verafgelegen dorpjes om er aan de arme boerenbevolking het woord des Heren te verkondigen. Te voet legde hij zo ongelooflijke afstanden af. Zo leeft hij opkomend voor de rechten van de armen en voor rechtvaardigheid. Martinus sterft op 8 november 397 in Candes dat voortaan ter zijner ere Candes-Saint-Martin zal worden genoemd. De Kerk herdenkt hem op 11 november, de dag dat hij begraven werd. Net als Francicus van Assisi is Martinus voor de mens uit de 21ste eeuw een brenger van Licht en Liefde in een tijd vol onechte en zielloze waarden waarin de leegte overheerst en moraliteit steeds zeldzamer wordt. Nog betreurenswaardiger is het stuitend gebrek in onze tijd aan wat God aan Martinus, aan Franciscus en aan ons allemaal heeft getoond door zijn voorbeeld: onvoorwaarlijke liefde voor de medemens. Onze dierbare en geachte vriend Dr. Theo Breugelmans is al sinds zijn jeugd gefascineerd door deze heilige. Hij is inmiddels een gewaardeerd kenner van diens iconografie in oude vrome afbeeldingen geworden en deelt nu met ons een authentiek meesterwerk, handgemaakt en afkomstig uit een Vlaams klooster uit de 18de eeuw. Een uniek stuk. Dit "monnikenwerk" van oud-Vlaamse kloosterzusters, waarop de heilige in volle glorie staat afgebeeld als de grote bisschop van Tours, beschermheilige van al wie wordt onderdrukt, èn van het dorp waar onze vriend Theo werd geboren (Retie, gelegen in het hart van Vlaanderen), is een ware triomf van kostbaar brokaat, fluweel, micaschilfers die in collagevorm op de met een burijn in koper ingeëtste en op perkament afgedrukte afbeelding werden aangebracht. De omlijsting bestaat uit een prachtig vlechtwerk van goud- en zilverdraad, afgewisseld met uit veelkleurig papier vervaardigde bloemen. Tenslotte bevindt het werk zich achter een dikke glazen plaat, uit dezelfde tijd, die als bescherming dient - de schoonheid van de afbeelding wordt er gelukkig niet door geschaad - in een massieve en waardevolle houten lijst. In dit werk brengt Martinus-Sintemetten nog maar eens de les die hij van Christus heeft geleerd in de praktijk door op een symbolische manier en met grote vrijgevigheid een geldstuk aan te bieden aan de arme die hem met smekende blik benadert: Martinus vanTours, de edele en authentieke verpersoonlijking van de Caritas Christi.
Dieven gaan aan de haal met "Sintemetten" - vlaggen!
Op vrijdagavond, 2 maart 2012, hebben de Retiese handelaars uit de Sint-Martinusstraat een zeer gesmaakt gemeentefeest gegeven naar aanleiding van de heropening van het kruispunt met de Nieuwstraat. Na maanden van verkeers - en financiële ellende, was iedere winkelier (en met hen elke Retienaar) in de wolken dat eindelijk alles weer normaal zou worden. Maar ... dieven (?), misschien wel sint-martinusverzamelaars, gooiden de daaropvolgende nacht roet in het eten. Ze stalen twee ferme vlaggen die het Retiese handelaarscomité had laten maken met de afbeelding van de heilige sint-Martinus, hun patroonheilige. De prachtige vaandels kondigden de acties aan van de maand maart en symboliseerden het einde van de nodige maar toch vervelende wegwerkzaamheden. De uitbaters van babyspeciaalzaak "Villa Kakelbont" en "Drukkerij Feyen" waren de gedupeerden. Tot op heden is er van de daders, noch van de gegeerde sint-martinusvlaggen geen spoor. Dat dit juist gebeurde in het dorp van de "Kortoren" (*) is toch wel erg toevallig.
* "Kortoren" is de spotnaam van de Retienaren. Lang geleden was het in het graafschap Vlaanderen en in het hertogdom Brabant (waartoe Retie behoorde) gebruikelijk het oor af te snijden, of het tenminste in te korten, van dieven die voor een tweede diefstal werden veroordeeld.
Plechtige vergadering in de Koninklijke Vlaamsche opera ter gelegenheid van de eerste viering der stichting van Winterhulp.
Zondag 14 december 1941.
Opgeluisterd door een koper-ensemble onder de leiding van meester Jef Van Hoof.
Programma: Feestklanken door Karel de Schrijver.
Spreekt: De heer J. Grauls, voorzitter van het Provinciaal Comité, Gouverneur a.i. der Prov. Antwerpen. De heer P. Heymans, voorzitter van Winterhulp.
IIde Scherzo door Paul Gilson.
Spreekt: De heer De Pooter, Provinciaal Secretaris van Winterhulp. De heer T. De Backer, burgemeester van Mol.
Miniatuurmarsch door Jef Van Hoof.
Spreekt: De heer F. Timmermans, letterkundige.
a) Alva's intocht door Peter Benoit. b) Beiaardlied door Peter Benoit.
Op de voorkant van dit programmablaadje prijkt een "gewassen" sint-Martinus te paard. De manteldeling, door niemand minder dan Alfred Ost getekend. De kunstenaar hanteerde hier, helemaal in zijn eigen krachtige stijl, de techniek van de "gewassen pentekening". Meestal zet de tekenaar met pen de contouren van de tekening op papier. Met het penseel kan hij vervolgens lijnen accentueren of vlakken in verschillende tinten aanbrengen. Het met penseel bewerken van een pentekening wordt ook wel "wassen" genoemd. Ost gebruikte deze techniek heel vaak. Zo werden zijn tekeningen nog forser en sterker. Uit deze manteldeling straalt één en al kracht. Een topwerk van de zo fel besproken artiest. De figuur van Sintemetten, symbool van liefdadigheid, was het boegbeeld van Winterhulp. Geen ander kunstenaar had de heilige van Tours beter kunnen uitbeelden. Een prachtwerk.
Origineel "Ontwerp der Sanctuarium Vensters van de Kerk van Rethij. April 1873." Met drukstempel atelier: "Samuel Coucke Peintre Verrier Rue courte des Foulons 53 Bruges." Grootte: 29 cm x 47 cm. Dik papier. Tekeningen met de hand ingekleurd.
Dit ontwerp van een bijzonder mooi brandglasraam voor de sint-Martinuskerk te Retie, ( één van de negen) werd door de zeer gekende en alom geprezen glaskunstenaar SAMUEL COUCKE getekend en geschilderd. S.Coucke (Brugge, 1 oktober 1833 - 7 november 1899) was een glazenier en keramiekschilder in Brugge. Hij was één van de Belgische kunstenaars die zich de kunstrichting bekend als neogotiek eigen maakte. Deze kende in Brugge tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw zijn grootste bloei. Voor zijn glasramen spande Coucke zich in om te werken met aangepast glas (" verre antique" en " verre cathédrale") teneinde het coloriet en de kleurenwarmte uit de glorietijden van de glazenierskunst te evenaren. Dat ook de brandtechniek op punt stond zie je aan de frisheid van zijn glasramen, honderdveertig jaar na hun fabricatie. De negen Retiese glasramen zijn daarvan een goed voorbeeld. De Brugse kunstenaar deed ook duidelijke inspanningen om iconografisch correct werk af te leveren ( juiste attributen bij de juiste heiligen bv.) en om heraldisch juist te zijn. De mecenas wenste meestal zijn familiewapen vereeuwigd te zien. In zijn kleuren, houdingen, klederdrachten van zijn personages, trachtte hij de middeleeuwse voorbeelden na te volgen. De productie van zijn atelier in de Korte Vuldersstraat was aanzienlijk. Honderden glasramen werden geleverd, zowel in België als in het buitenland. Heel wat ontwerptekeningen van het atelier worden bewaard door het Provinciaal archief van West-Vlaanderen en door musea in Brugge. Een belangrijke collectie van ontwerpen werd door een particulier aangeboden aan deze instanties, die ze echter niet wilden. Deze omvangrijke verzameling werd dan in de loop van 2009 door het veilingshuis Van de Wiele (Brugge) verkocht. Mijn zeven (van de negen) originele ontwerpen van de negentiende eeuwse Retiese glasramen komen waarschijnlijk uit deze veiling. Gelukkig zijn ze opnieuw in Retie.
Beschrijving van het ontwerp voor het glasraam in het hoogkoor, midden boven het hoofdaltaar van de sint-Martinuskerk. Het hoge glasraam is verdeeld in twee smalle delen met daarboven een "klaverblad" met het Lam Gods of Agnus Dei. (Een lam dat een kruisstaf met wimpel draagt.) In het neogotisch ontwerp zijn vier heilige figuren verwerkt: sint-Martinus, sint-Philipus, sint-Josephus en sint-Boudewijn.
Links boven: De heilige Martinus, patroonheilige van deze parochiekerk. Afgebeeld door Coucke als staande bisschop van Tours in vol ornaat met rode bisschopsmantel, met bisschopsstaf en mijter. Een bedelend kind aan zijn voeten. (Het leven en werk van Sintemetten zijn voldoende bekend.)
Links onder: Sint-Philipus. Eén van de eerste apostelen , vriend van st.-Andreas en leerling van Johannes de Doper. Afkomstig uit Betsaïda (Galilea.). Predikte in Hiërapolis in Frygië, waar hij ca. 80 gekruisigd werd met het hoofd omlaag. Attributen: op blote voeten, met volle baard en kruisstaf. Boek in linker hand. Patroonheilige van o.a.: Brabant, Luxemburg, banketbakkers, marskramers en winkeliers.
Rechts boven: Sint-Josephus. Bruidegom van de maagd Maria en voedstervader van Jezus. Zoon van Jacob, stamt af van David. Attr.: Hier in een paars kleed, als oudere man met baard en met een bloeiende staf. (Symbool van zijn kuisheid.) Patroon.: België, echtelieden, schrijnwerkers, aanroepen bij oogziekten, enz.
Rechts onder: Sint-Boudewijn. De hier afgebeelde kruisridder is Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen, held van de vierde kruistocht. Overleden in 1205. Merk het geweldige slagzwaard op, de kroon op zijn hoofd als teken van zijn adellijke stand, het schild met kruis van de kruisvaarders. In harnas en maliënkolder.
Dit sprankelend neogotisch gebrandschilderde glas-in-loodraam is van hoge kwaliteit en werd geschonken door Filips, graaf van Vlaanderen, broer van koning Leopold II en vader van koning Albert I. De wapens van deze grafelijke familie zijn onderaan aangebracht, samen met hun wapenspreuk (in een banderol ): "L'union fait la force." Het raam werd geplaatst in 1875. Kostprijs 1500,00 frank.
Dit schitterend (voorlopig) ontwerp uit 1873 is nooit uitgevoerd. Het was inderdaad slechts een ontwerp. Vooraleer de brandglasramen gemaakt en geplaatst mochten worden, moest het ontwerp met omschrijving aan de toezichtscommissie van het bisdom gezonden worden. Dikwijls vroeg deze commissie om wijzigingen aan te brengen. Er zijn dan ook grote veranderingen te zien bij de definitieve uitvoering. Op het 19de eeuwse ontwerp is met potlood bijgeschreven: " Bovenaan; Salvator Mundi en Philippus Apostel" en "Onderaan; Martinus en Balduinus"
En inderdaad, bij de plaatsing in 1875 van dit prestigieuze glasraam, op de belangrijkste plaats van de sint-Martinuskerk, vlak midden boven het hoofdaltaar, zien we dat Sintemetten met zijn bedelaar naar rechts onder is verplaatst. Links van hem schittert de kruisridder sint-Boudewijn. De apostel sint-Philippus verhuisde op zijn blote voeten naar rechts boven. En links boven heeft sint-Jozef moeten plaats ruimen voor "de Verlosser van de wereld".(Salvator mundi.) Samuel Coucke was echter sint-Jozef niet vergeten en heeft de voedstervader een plaats gegeven in een glasraam van de sint-Luciakapel (samen met st.-Cornelius, st.-Joanna en st.-Theresia.) en ook in het linker glasraam van het hoogkoor. (Samen met O. L. V. en Kind.) Zie:"Ontwerp der Vensters van de transeph kapellen van de Kerk van Rethij. Januarij 1886." en " Ontwerp der Sanctuarium Vensters voor de Kerk van Rethij. April 1873. B" De kleurrijke taferelen op de brandglasramen, in voege vanaf de late middeleeuwen, waren net zoals de talloze devotieprenten, een essentieel element in de catechese van de ongeletterden.
Uit: "Ons Volk ontwaakt." Zesde jaargang nr. 45. 6 november 1920.
""Ons Volk" wijdde verleden jaar een artikel aan Sint-Niklaas, den grooten kindervriend. Sint Maarten is een niet min populaire heilige in Vlaanderen en zijn wonderbaar leven reeds alleen, waarover de legende ook rijkelijk haar goudstof uitstrooide, leent er zich bijzonder toe om de fantazie der kinderen te treffen. Onze Vlaamsche schilder Antoon Van Dijck vereeuwigde het edelmoedig gebaar waarmede hij, aldus de legende, nabij de poort der stad Amiens, zijn rijken krijgsmantel in tweeën kapte en de helft er van aan een naakten bedelaar gaf. Zulk een gebaar verovert onmiddellijk het volkshart. Het is ook onder de gedaante van een jeugdigen, fraaien krijger, die te paard zit en zijn fluweelen mantel met zijn zwaard doorhakt, dat ons volk den later zo beroemd geworden bisschop het liefst afgebeeld ziet. En in menige kerk in Vlaanderen staat hij aldus gestambeeld. Tot voor een vijftiental jaren prijkte boven het hoogaltaar der St.-Martenskerk, te Aalst, een reusachtige ruiter, gedrapeerd in een wijden mantel welke hij met de eene hand strak opengevouwen hield, terwijl hij met de andere, in een sierlijk gebaar, het zwaard in de hoogte hief, gereed om te kappen. Zijn gelaat, fijn getekend en aanminnig van profiel, wendde hij meteen naar den geknielden bedelaar onder hem. Bij feestdagen vooral rees de liefdadige krijger daar, als de verschijning uit een wonderwereld, majestatisch en glorieus, tegen den kleurigen gedempten lichtgloed der glasramen, in een apotheose van wierook en orgelmuziek. Onze kinderverbeelding omhing hem met een schoonheidstoover uit hemelsche landen, en toen de groote Sint-Maartensdag, 11 November naderde, dan werd het ruiter standbeeld in onze illuzievolle oogen iets ontzagwekkends en zalig-vreeswekkends meteen. Toen gebeurde het mirakel waarbij ons heerlijk kindergeloof zich geheel neerlegde: de ruiter daalde van zijn hoogen altaartroon en werd de stralende, witbebaarde bisschop, met gouden mijter en gouden staf, die des nachts met zijn knechten uitreed op paarden, met gouden hoefijzers beslagen, en door de schouw onze korven en mandjes kwam vullen met koeken en suikergoed uit 't paradijs. Den avond te voren hadden we een raapje en een worteltje voor 't paard van den heiligen man in den korf neergelegd, wij hadden hem een briefje geschreven waarin wij zegden dat we braaf geweest waren als Sanctjes, en bedelden om bergen van suiker en chocolade. en toen waren we met onze mandjes en paanders in triomfprocessie door het huis getogen, en hadden gekraaid met volle longen het refreintje dat de verfranschte "masoeurkes" (God vergeve 't hun!) ons aanleerden:
Sint Martin, mon bon ami, Descendez du paradis, Apportez de suite, Vite, vite, vite, Du bonbon, Et du macaron!
Waar haalt het feest, van Sinte Maarten zooals het vooral vroeger heel Vlaanderen door, en elders werd gevierd, zijn oorsprong vandaan? Vele gebruiken van het Germaansche kerstfeest, aan "Wodan" gewijd, houden hiermee verband. Onder de afgoden door onze voorouders aangebeden, stond op de eerste plaats Woen of Wodan, de machtige godheid die winden en wolken regeerde. De scheppingsgrage volksverbeelding stelde zich Wodan voor als een wilde jager, die des nachts op zijn stormros door de luchten draafde. De zwarte wolken waren zijn mantel. Bij oogsttijd lieten de boeren een schoof haver op hunne velden staan: dat was voor zijn paard. Hiermede hoopten zij de gunst van den machtigen god te winnen, en hun veld tegen alle rampspoed te beschutten. Weber rept hierover in zijn boek "Dreizehnlinden", (vertaald door E. De Lepeleer) waar hij zegt:
Jongens zoekt niet al te neerstig Ieder aarken voor den menner: Laat den laatsten schoof op 't veld voor Ouden Woên's gezwinden renner; Laat voor d'ouden Wodan zelve 't Laatste vruchtjen te uwen boome Dat om't jaar hij meer nog drage, en Geler nog uw tarwe kome.
Toen de eerste geloofszendelingen als Sint Eloy, Sint Amand en Sint Omaars in onze streken belandden, om er het licht van het Evangelie te brengen, gingen zij aanstonds het heidendom te keer. Om het volk des te gemakkelijker tot de nieuwe leer over te halen, schaften zij hunne gebruiken en feesten niet af, doch zij beijverden zich om ze te "verchristelijken". In plaats van Wodan stelden zij Sinte Maarten, den grooten apostel van Gallië die de wereld vervuld had met de faam zijner mirakelen. Geen heilige paste beter om den wintergod onzer heidensche voorouders te vervangen. Zijn sterfdag werd ook bij wintertij gevierd. Hij reed ook te paard en had zijn mantel met den arme gedeeld. Sinte Maarten werd eertijds gevierd met een niet te zeggen uitbundigheid en geestdrift. Zijn feest was het volksfeest bij uitnemendheid. Eenige dagen te voren reeds liepen de jongens te schooien achter hout voor het Sint Martensvuur. Bij 't vallen van den avond waren zij nog op de baan, en zongen dat het kletterde, met brandende fakkels in de hand:
Stookt vier Maakt vier Sint Maarten komt alhier Met zijnen blooten arme Hij zou hem geern warmen.
In Limburg zongen de knapen die van deur tot deur hout bedelden:
Sint Maarten heeft zoo 'n groote kou, geef ons maar zoo groot als een boone Onze lieve Heer zal 't in den hemel loonen.
Des avonds ontstak men groote vreugdevuren, en dan vingen de rondedansen aan bij luid gejoel van liederen. In de "Anthologie Belge" par Amélie Struman et Godefroid Kurth, blz. 200, vinden wij daarover de volgende verzen:
"Lorsque la brume était venue, On allumait un grand foyer, La flamme montait vers la nue, Le vent la faisait tournoyer. Et puis, quel plaisir d'être au monde! Chaque enfant, gai comme un lutin, Dansait et chantait à la ronde Près des feux de la Saint Martin."
Enkele schrijvers beweren dat de Sint Maartensvuren, evenals deze van het "groot carnaval" ontstoken werden om het begin van den vasten aan te kondigen, want de vasten van den advent, die ook genoemd werd "de vasten van Sint Maarten" duurde eertijds zes weken. Karl Simrock schrijft er over in zijn "Deutsche mythologie": "Die Martinsfeuer sollten vielleicht die wiedergeburt des jezt verdunkelten sonnenlichts verheiszen. Wie hernach der Advent, so scheint diese zeit schon den Heiden eine vorbereitung auf das Julfest, wo die Sonne sich verjüngte und nun auch das natürliche Neujahr eintrat." Deze openbare vreugdevuren werden naderhand verboden, omdat er brand of andere ongelukken van voort kwamen. Dit was o. m. het geval te Kortrijk waar ten jare 1736 eenige vuurvonken, door den wind voortgeblazen, brand veroorzaakten in het college der Jezuïeten en andere huizen. Naar aloud gebruik doorliepen de kinderen op den vooravond van Sinte Maarten, de straten van Kortrijk met zwaaiende wierookvatjes, wijl ze riepen om ter luidst:
Sinte Maarten avond Den torre ga meê naar Gent En als mijn moeder wafels bakt, Ik zit er zoo geern omtrent, Stokt vier, Makt vier, Sinte Maarten komt alhier; Al met zijnen blooten arme, Hij zou zoo geren warmen, Warmen tot den vieren; 't Is van dage Sinte Liere 't Is morgen Sint Lap, Eet uwen buk vul zoetepap.
Bij onze voorouders was het gebruik in zwang op Sint Maartens-avond feestmalen te houden, waarop de arme geburen uitgenoodigd werden. Te Gent en in de omstreken van Brussel kende men in de laatste jaren nog de "St. Maartens wafels of koeken". Te Bergen in Henegouwen vergaderden 's avonds de huisgezinnen en er worden gestoofde appels met worsten gesmuld. In Brabant bakte men koeken, en in de omgeveing van Venloo kregen de dienstboden een goed en lekker avondmaal. Of dit nu nog gebeurt? Eertijds, in België zoo wel als in Duitschland at men de "Sint-Maartens gans". Ten onzent komt die niet meer op tafel. Langs de boorden van den Rijn werd er van de "Sint Maartens gans" druk gezongen in liederen. Van zingen heeft ook ons volk immer veel gehouden, en in vele dier oude Sint-Maarten-deuntjes ligt er een naïeve, gemoedelijke poëzie, terwijl zij tevens vroegere zeden en gewoonten op heel karakteristieke wijze belichten. Te Leffinghe, Middelkerke, Mariekerke, en langs de zeekust van West-Vlaanderen klonk het op den vooravond van de geliefden feestdag, terwijl de jeugd met allerhande lichten in de hand door de straten stoeide:
Sinte Maartensavond Den torre gâ meê naar Gent, En als mijn moeder koeken bakt Ik zit er zoo geern omtrent Ik zit al in het hoekske, Ik krijg daar een koekske, Ik zit al onder de tafele, Ik krijg daar ne wafele, Ik zit al onder den zoldertrap Ik krijg daar nen scheutel pap.
Uit: "Voor hart en geest." Leesstof voor de lagere school. Teekeningen van Edmond VAN OFFEL. E. SNEYERS. "Schoolopziender." L. Opdebeek, uitgever, Antwerpen. 1924. Blz. 3 en 4. Deel III.
"Eeuwen geleden leefde er een volk, dat meester was over bijna de geheele aarde, voor zoover men die toen kende. Dat volk heette de Romeinen. Die Romeinen lagen ook met een groot leger in Frankrijk, en één van de hoofdmannen heette Martinus. Martinus was een vroom en dapper jonkman die, zonder dat zijn vader het wist, christen was geworden. Eens gaf zijn bevelhebber hem last, om zo spoedig mogelijk een boodschap naar een ver verwijderde stad over te brengen. 't Was in 't hartje van den winter en 't vroor dat de boomen kraakten. Martinus sprong te paard en zijn medelijdend hart deed hem telkens in den zak tasten, om zo aan de armen die hij ontmoette, eenig geld te geven. Spoedig was al zijn geld op, en hij had niets meer om voor zich zelven een stuk brood te koopen. Bij de poort van de stad, waar hij wezen moest, zag hij een ouden man half naakt aan den weg zitten. - Een aalmoes, edele Heer! smeekte de arme. Martinus tastte in den zak, doch hij had niets meer. Maar wat deed hij nu? Hij sprong van zijn paard, nam zijn zwaard, sneed zijn mantel in tweeën en gaf de eene helft aan den ouden man, die het kleed dankbaar aannam. In de stad werd Martinus uitgelachen om het korte manteltje dat hij droeg. Het stond ook zoo bespottelijk. Maar Martinus was zoo gelukkig, een arme geholpen te hebben, dat hij er niet aan dacht, kwaad te worden, omdat ze hem beschimpten. Den volgenden nacht, gedurende zijn slaap, had Martinus een visioen. Hij zag den Heere Jezus op een schitterende troon gezeten, en omringd, rechts en links, van heel het hemelsche hof. Eerst kon hij niets onderscheiden; zijn oogen schemerden van den glans en de klaarheid van het verschijnsel. Hij wreef zijn oogen en toen zag hij hoe Ons Heer bekleed was met de helft van den mantel, dien hij den vorigen dag aan den armen man had gegeven. En hij hoorde dat Jezus tot de gelukzalige hemelbewoners zei: "Martinus heeft mij dat kleed gegeven." Kort nadien verliet Martinus het leger. Hij werd priester en later bisschop van Tours, in Frankrijk."
Uit "Zonnige Jeugd". Reeks leerboeken voor de lagere school. 5de studiejaar. Blz. 32. Door L. Pissen en I. Van Goidsenhoven. 1931. Uitg. Procure. 161 Huidevettersstraat. Brussel.
"Die is vroolijk den hemel binnen gehaald! 'n Andere heilige heeft 't gezien: engelen vóór en rond en achter hem, en allemaal even blij, dat Martinus aankwam. Tachtig jaren hadden ze op hem zitten te wachten: 'n heelen tijd wel: maar in den hemel gaat alles veel gauwer, omdat 't daar zoo fijn is. En Martinus zelf? Och jong, die was zóó blij! Want nu zou hij O. L. Heer zien en nu veel mooier dan toen op aarde. En toen was 't al zo heerlijk. 't Kwam zoo: 'n keer, hij was soldaat in 't Romeinsche leger, reed hij te paard naar Frankrijk. Onderweg kwam hij 'n bedelaar tegen. Die zat langs de straat, heelemaal in elkaar. Mager was hij en bijna geen kleeren had hij aan. Toen hij den ruiter aan zag komen, stond hij op en stak zijn hand omhoog om 'n aalmoes. Martinus was al bijna voorbij. De bedelaar liep achter hem aan. - Die heeft het ook niet te warm, dacht Martinus, terwijl hij 't bibberlijf van den man achter hem bekeek. En zonder zijn eigen verder te bedenken, zwaaide hij zijn mantel af, sneed hem met zijn zwaard in tweeën en gaf een van de stukken aan den bedelaar. -Zoo, ieder de helft, zei hij, geld heb ik niet, maar hiermee zult ge ook wel tevreden zijn. Toen reed hij door en vergat verder den man en 't bibberlijf en den halve mantel. Maar 's nachts in zijn droom, verscheen hem O. L. Heer zelf, met 't stuk mantel van den bedelaar aan en Hij zei: Martinus, gij hebt Mij bedekt met dit kleed ... Was me dat 'n belooning! Jammer dat 't maar eventjes duurde. 't Was zoo gauw voorbij en Martinus had O. L. Heer graag nog veel langer willen zien. 't Zou hem niets verveeld hebben, al had O. L. Heer twintig keer achter elkaar gezegd: Martinus gij hebt Mij bedekt met dat kleed. Hé, 't klonk zoo heerlijk en 't was zoo mooi. Maar nu in den hemel zou het veel langer duren. Nooit meer komt daar 'n einde aan. Gij moogt er blijven voor altijd, bij O. L. Heer en bij Maria en bij al die witte blije engelen!"
Uit "Winterhulp". Officieele uitgave van het centraal uitvoerend comité. 2 Koninklijke Plaats Brussel. 11 november 1942. Blz. 33 en 34, door E. Vandenbroeck, Voorzitter van Winterhulp te Assche.
Hij maant ons aan een wintervoorraad op te doen.
"Sinte Maarten steekt er zijn staf in" zegt één van de vele spreekwoorden rond dezen zeer geliefden Volksheilige. Daarmee wordt bedoeld dat men ter plaats blijven wil waar een goede voorraad, hetzij eetwaren, hetzij van andere noodwendigheden is. Een legende uit het leven van sinte Maarten gewaagt van deze voorraad. Om zijn geschenken zoveel mogelijk aan de armen en misbedeelden te kunnen ronddragen bereed Martinus een mooi wit paard. Dit paard moest op tijd en stond zijn haver en hooi hebben. De heilige was echter de goedheid en de lankmoedigheid zelve en hij liet toe dat de maaiers zijn weide kwamen afmaaien wanneer het gras van de meerschen der naburige boeren reeds gedroogd en geschelfd was. Maar daardoor was het reeds laat op het jaar geworden. Het was volop Bâmis. En wie ziet men nu nog hooien gedurende de herfstdagen? Het regenachtige weer laat het hooi niet meer droog worden. De heilige bisschop vroeg dan ook Ons Heer nog drie dagen zonneschijn te verlenen; opdat het hooi voor zijn paard zou kunnen drogen. En alhoewel hij nu reeds lang in de hemel Allerheiligen meeviert, toch blijft hij bidden opdat de achterblijvers, de verstrooiden en nalatigen en de niet vooruitzienden een laatste kans zouden krijgen en hun voorraad zouden opdoen. En 't is of er Ons Heer mee gemoeid is, want telkenjare komt er een kentering in het weer. De boeren zeggen dan: " Sinte Maarten brengt ons zijn zomerken."
Vanwaar komt het Sint-Maartensvuur?
Sint Maarten had een ezel. Het wit paard, dat zijn herfsthooi moest hebben, is nu plots verdwenen. Zo zijn nu eenmaal de volkslegenden. De heilige kwam, gezeten op zijn grauwtje, op zekeren avond in een onzer kustdorpjes binnengereden. Als er te sermoenen viel was hij niet tegen te houden. Het volk stond naar hem te luisteren en hij predikte zoo schoon dat de honderden Vlamingen, ruwe visschers en keikoppige boeren niet moe werden zijn doorslaande bewijzen te aanhoren. Ze bleven luisteren ... maar het ezeltje van sint Maarten had zoveel geduld niet, het had meer werkelijkheids zin en meer honger naar distels en goede hapjes dan naar rechtvaardigheid. Het muisde er vandoor en deed zich tegoed aan de lekkere duindistels. Toen nu het sermoen ten einde was riep de heilige zijn ezeltje. Maar tevergeefs. Hij ging op zoek. De menschen zochten mee. En daar het reeds donker geworden was ontstaken de inwoners toortsen en licht. Het ging nu duin op duin af. Eindelijk vonden ze het ezeltje. Allen hadden er honger van gekregen en de vrouwen bakten gauw koeken onder de smeulende assche van de aangestoken vuren. Ten teeken van vreugde namen allen plaats aan denzelfden disch. Het werd een plezierig kampvuur. En jaarlijks werd aan dit feit herinnerd door een toortsengang in de duinen en 't verorberen van de eene of andere lekkernij, zoogezegd door sint Maarten gebracht. In onze gouwen zijn nu nog sporen te bekennen van den fakkelstoet, welke vroeger, op Sint-Maartensavond luisterrijk door de straten van stad en gemeente toog. Sommigen zien in de Sint-Maartensvuren een oeroud heidensch gebruik. Wat wel waar kan zijn. De evangelisatie heeft de heidensche gebruiken aangepast of omgevormd en de volksverbeelding doet dan de rest. Zoo het verband tusschen de heidensche vuurgebruiken en de hooger vermelden kampavond in de duinen. Deze Sint-Maartensvuren worden nog op tal van plaatsen ontstoken, o. a. te Genk, waar de kinderen het vuur aanbrengen op een hoogte, buiten het dorp. Dan wordt er gezongen:
Sint Marten heeft zoo groote kâ Hij zou hem wel warmen Als hij maar wa hâ.
In de Vlaanders heet het "Keerskensloopinge"; geen geregelde stoet of optocht. De kinderen gaan rond met keerskens, gestoken in flambeeuwen van uitgeholde beetwortels of rapen, grillig en koddig uitgesneden: een paar oogen, een neus en een mond. Onderin de beet hebben ze een gat gemaakt waardoor het kaarsje gestoken wordt op een koolstek, die tegelijkertijd als handvat dienst doet. Als het kaarslicht door de dunne wanden van de uitgeholde beet schijnt, maakt dat in den avond een fantastisch effect als van zwevende maskers. De kinderen dansen en zingen:
Stookt vier, stookt vier; Sint Marten komt alhier Met zijn bloote armen, Hij zou zich geerne warmen.
Ze gaan van deur tot deur en bedelen pannekoeken, galetten, lukken, wafels of andere lekkernijen of centen.
De vriend van de kinderen.
Door de verschillende legenden - dat van dien mantel, dat van dit herfsthooi en dat kampvuur met den laten koekenbak - werd sint Maarten evenals sint Niklaas den gullen kindervriend, die door de schouw van allerlei speel- en sneukelgoed werpt. Hij is de geschenkbrenger in Aalst, in Mechelen en op vele plaatsen in Vlaanderen, Brabant en de Kempen. De kinderen zetten 's avonds, vóór Sinte-Metten, hun korfje, of hunnen kloef of hangen de kous aan de schouw. Ze leggen er een raap, een wortel en wat hooi in. Dit voor den ezel van den braven man. Soms worden er de schrijfboeken uit de school bij gelegd of een briefje. 's Anderendaags vinden ze dan de lekkernijen of ... de roede!
Wanneer zal de heilige de kinderen weer dingen brengen zooals in onzen tijd: appelen, peertjes, nootjes, mispelen, muntebollen en speculaus?
Kunstexperts van het Prado-museum te Madrid hebben een tot nu toe onbekend schilderij van Pieter Breughel de Oudere ontdekt. Volgens "El Pais" gewagen de specialisten van een "buitengewoon belangrijk werk". Het meesterwerk was door de huidige eigenaars naar het Prado gezonden voor restauratie. Daar ontdekten de experts dat het zeker om een originele Breughel gaat. Het doek heet "De wijn van het Sint-Maartensfeest." Het Prado, toch niet het minste museum, gewaagd van een buitengewoon belangrijk werk uit het oeuvre van de 16de-eeuwse Vlaamse schilder, zowel wat de thematiek als de compositie betreft. Het Spaanse ministerie van Cultuur zou het doek willen kopen van de huidige eigenaars. Onderhandelingen zijn al aan de gang. Het doek zou dan in al zijn glorie in het Prado worden tentoongesteld. Het ministerie wil tot zeven miljoen euro vrijmaken voor het schilderij. Op de vrije markt zou het meesterwerk 25 miljoen euro waard zijn. Het Madrileense museum heeft al een andere Breughel in zijn bezit, "De triomf van de dood."
Fromista. Beeld van sint-Maarten uit de 12de eeuw.
Voorbeelden van mechanisch kantwerk!
Op ieder wijk wordt het brandhout aangesleept voor de "brandstapel."
"Boeren, we zullen van hier nie goan of we hemme wa opgedoan", zo zingt de Retiese jeugd aan ieders deur.
Sint-Martinus eet de eerste pannenkoek!
Verticale binnenzichten. Begin twintigste eeuw.
Onze parochiekerk, ongewoon in het blauw.
Het monumentale praalgraf van dichter Lodewijk De Koninck voor de sint-Martinuskerk te Retie. ( Twee Retiese kinderen stonden model voor het kunstwerk. )
Schoonbroek. Parochiekerk sint-Job.
Parochiekerk en pastorij van Schoenbroek.
Martinus Maria Peeters. Geboren te Rethy. 20 september 1889. Op het veld van eer gevallen te Cappelle den 12.02.1916.
Marten Karel Cox. Desschel 05. 02. 1893 Eervol gesneuveld voor het vaderland den 15de oktober 1918 te Iseghem( West-Vlaanderen)
Martinus Victor Adriaensen. Soldaat 10 linie regiment. Geboren te Rethy 22.07.1887. Voor de verdediging van ons vaderland gesneuveld op het veld van eer bij Nieuwpoort in maart 1915.
Martinus Dirken. Echtg.A. M. Van Dael. In Rethy overl. 1890, 77 jaar oud.
Martinus Rommens. Rethy 1856 - 1900.
Martinus Michielsen. Echtg. A. M. C. Seuntjes. Rethy 1858-1907.
Martinus Slegers. Deken van de sint-Sebastiaangilde. Weduwnaar M.B.Wynen. Rethy 1834-1911.
Martinus Jozef Smets. Echtg. A.M.Van Mechgelen. Rethy 1861-1919.
Martinus Bertels. Weduwnaar A.E. Engelen. Rethy 1834-1915.
Martinus Slegers. Echtg. M.C. Lemmens. Rethy 1871-1912.
Martinus August Hermans. Rethy 1890-1912.
Marten Van Gompel. Echtg. A. E. Luyten. Rethy 1850-1923.
Marten Van Loy. Echtg. M.C.Van Gansewinkel. Rethy 1849-1923.
Uitzonderlijke voorstelling van de manteldeling. De bedelaar hier afgebeeld is duidelijk een kleurling.
Martinus Van Herck. Weduwnaar M.E.Deckx. Rethy 1830-1917.
Martinus L. De Bie. Echtg. P. Borgers. Rethy 1852-1915
Zuster Maria Agnes. Geb. Barbara Auwerkx. overleden te Rethij de 18 Mei 1820, in den ouderdom van 30 jaren, 5 maanden en 14 dagen.
Zeer oud Reties doodsprentje. Een Antwerps santje uit de 17de eeuw. In de 19de eeuw gebruikt als drager voor dit Reties overlijdens- bericht. Op de voorkant is de heilige Maria Magdalena afgebeeld, met haar attributen: Wierookvat, zalfpot, gesel, crucifix. In deze vroege periode delen alleen geestelijken en adelijken doodsprentjes uit. Te duur voor de gewone man!
Doodsprentje uit Reeth. P. G. Nagels. Weduwnaar A. Coveliers. Echtg. E. R. Van Hoof. Overleden 1870.
Loterij Winterhulp 1942. Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden. (N.W.O.I.) Nationaal Werk voor Oudstrijders en ...(N.W.S.O.) Hulp- en Informatiebureau voor Gezinnen en .. (H.I.B.) Manteldeling vaag in het midden.
Lot Winterhulp 1942.13de schijf. Het vijfde:11 fr. Trekking november. "Het roode kruis." "Het Vlaamsche kruis." "Het Nat. Werk v. Kinderwelzijn." "N.W.B. Tuberculose." Vrouw met twee kinderen. Sint-Maarten op de achtergrond.
Loterij Winterhulp 1942. Het vijfde: 10 fr. Derde schijf. Groene kleur. Een kleermaker met een rol geruite stof en schaar. Kledingbedeling? Sintemetten centraal in onderste "balk".
Ganshoren. XVII de eeuw. St.-Martinus.
St.-Martinus. XVI de eeuw. Wasmes-Aud.-Br.
Dion le Val. ( Grez Doiceau ) Verstuurde fotokaart, met zegel Winterhulp. Links de parochiekerk en rechts het antieke sint-Martinusbeeld. Identiek beeld op zegel en kaart. Afgestempeld in 1944.
Fotokaart met zegel Winterhulp. Martinuskerk te Dion-le-Val en Martinusbeeld op de zegel. ( 35c + 5c toeslag) Op de kaart alleen het beeld. Beeld uit de 16de eeuw. Afstempeling onleesbaar.
Twee grootformaatzegels uit 1944. Nr. 639. ( 10 fr. + 30 fr. ) De heilige met het dal van de Maas op de achtergrond. Nr. 640. ( 10 fr. + 30 fr. ) Martinus met de stad Brugge in de verte.
Sint-Martinuszegels uit: La République Rwandaise, Kathiri State of Seitun, Ludwigshaven en Republica Argentina.
Sint-Martinuszegels. Volkshilfe - Saargebiet. Drie verschillende kleuren en waarden. 1f.,40c. en 60c.
Belgica 72. Magyar Posta 10fr.
Gekleurde tekening uit: "Van nieuwjaar tot oudejaars- avond." Met bijbehorende tekst:
"Stookt vier, maakt vier: Sinte Maarten, komt hier, Sinte Maarten is zo koud. Geeft hem 'n turfjen of een hout, hij zou zich geren warmen met zijn blote armen."
(Sint Maarten, 11 november.)
Deze boekillustratie lijkt op het eerste zicht op de originele tekening hiernaast. Bij nader toezien vallen echter heel wat verschillen op.
Martinus als bisschop met bedelaar. Kerk van Guerlange. (prov. Luxemburg.)
Processievaandel van Wezenmaal met Sintemetten. (Begin vorige eeuw.)
Uit het gebedenboek van Michelino da Besozzo. (rond 1440) Pierpont Morgan Library. New York.
Recent dubbelprentje. Ludovicus Luyten. Echtg. A.M. Leeuw. Maastricht 1911-1985. Op de voorkant van dit doodsprentje een afbeelding van een mooi sint-Martinusbeeld.
Franse litho. Met de hand ingekleurd. Deeltje uit een groot blad met veel heiligen.
VII St. Maarten aarzelde geen ogenblik, sneed zijn eigen mantel doormidden en gaf de helft aan de ongelukkige.
VIII Winterhulp koos St. Maarten als symbool voor zijn acties van solidariteit. Steun Winterhulp! Ge zult dan zelf een soort mirakel doen.
Sint-Martinus. Achterglasschildering. Waterverf. Twintigste eeuw. Naam van de heilige is niet vermeld. De manteldeling.
Sint-Martinus en st.-Catharina. Achterglasschilderingen. Duits. Laat 20ste eeuw. Waterverf. Matige kwaliteit.
Sintemetten. Achterglasschildering. Duits. Laat 20ste eeuw. Waterverf. Manteldeling met bloemmotieven op de achtergrond.
Oude Franse medaille. Voorkant: Manteldeling. "Martin priez pour nous." Keerzijde: Bisschop. Zelfde tekst.
Martinus als bisschop. Steekt met zijn staf door de tongen van twee honden. Kathedraal van Chartres. Rond 1220.
Bijna twee identieke Italiaanse prentjes.
De manteldeling. "Bassenheimer Reiter." Reliëf in Bassenheim. 13de eeuw.
Luikse volkskunst. Geschilderd hout. 18de eeuw. Villers-le-Peuplier. Hoogte 60 cm.
Martinus als bisschop met bedelaar. Sint-Martinuskerk Aalst. J.F. Berlo. Brussel. 1701 Verguld beeld.
De manteldeling. Gepolychromeerd houten beeld. Tweede kwart of midden van de 16de eeuw. Seilles, kapel "Saint-Martin de Reppe".
De manteldeling. Henegouwen of Brabant. Rond 1480. Gepolychromeerd eikenhout. 76 cm hoog.
Sint-Martinus als bisschop. Met bedelaar en engeltje. Antwerps uit 1698-1699. Ludovicus Willemssens. Gepolychromeerd hout. 138 cm hoog. Kontich. Sint-Martinuskerk.
Tekening. Sint-Maarten geneest een bezetene. Antwerps, rond 1628-1630. Jacques Jordaens. Aquarel. Stedelijk Prentenkabinet. Antwerpen.
Staande sint-Maarten, die een zittende bedelaar een geldstuk geeft. Melchior Binder. Begin 17de eeuw. Riedlingen.
De wijdse mantel en op de voorgrond, de zittende bijna naakte bedelaar.
Algemeen zicht op de preekstoel, met zijn twee trappen en het losstaande sint-Maartenbeeld.
De driehoekige draperie omhoog gehouden door naakte engeltjes. De Heilige Geest in de vorm van een duif.
Bronzen reliekhouder. 19de eeuw. Bezet met edelstenen.
En men begon onmiddellijk de enorme boom om te hakken, waaronder sint-Martinus stond.
Nog bij zijn dood.
"Hij is nu bij God!" "Hij gaat het paradijs binnen!" "Hij verdiende zijn rust!"
Simone Martini. "The dream of st. Martin."
Simone Martini. "St. Martin is knighted."
Simone Martini. "St. Martin renouncing the sword."
Simone Martini. "The death of st. Martin."
Martinsbräu. ... aus Liebe zum Bier. Privatbrauerei seit 1883 Marktheidenfeld.
Sint-Martinusvaandel. De manteldeling. Westminster Abbey. Rev. Edward Dorling. 1921.
Sint-Martinusreliëf. Noordportaal van de kerk in Heilbad Heiligenstadt.
Moderne versie van de manteldeling. Verschillende tegels.
Perkamenten prent uit een oud getijdenboek. Bedelaar met twee geamputeerde benen.
Prachtig, vrij modern glasvenster van de manteldeling.
Oud houten drieluik. Centraal een sculptuur van de manteldeling. 2 geschilderde zijpanelen. O.L.V. met kind. St.-Joris met de draak.
Sint-Maartenzegel. 10 c. Malta.
Twee Sintemettenzegels. Oostenrijk.
Oud ruiterbeeld van de heilige Martinus. De manteldeling, met een volledig naakte bedelaar.
Bronzen reliëf. Münsterkirche in Bonn. Ernemann Sander.
Houten altaarbeeld. De manteldeling. Kloosterkerk st.-Lambertus. Düsseldorf.
"Sint-Maarten doopt een ongelovige." Perkamenten blad uit een getijdeboek.
Glasraam. Sint-Martinus geneest een zieke.
Sint-Maarten als bisschop. Houten gepolychromeerd beeld. De heilige van Tours geeft een geknielde bedelaar een aalmoes.
De manteldeling. Glasraam.
Het doopsel van sint-Maarten. Glasraam.
De manteldeling. Dubrovnik. Triptiek. Detail.
De manteldeling. Gepolychromeerd hout. Ambo. 1677.
De manteldeling. Schilderij. Sassetta.(1392-1450)
Belgische postzegel. Detail uit het sint- Job-retabel van Schoonbroek. Retie.
Zegel van Jaques d'Arfeuille. XVde eeuw.
Montpezat-de-Quercy. Wandtapijt. (16de eeuw.)
Italië. Lucca. De manteldeling. "Il duomo" Stenen ruiterbeeld tegen buitenmuur. (13de eeuw.)
"Het spel der wonderen van sint-Martinus." Foto op de kaft van het boek van Henri Ghéon. Toneelspel uit 1942. Uit het Frans vertaald door Jozef Boon. Uitgegeven door "Opbouwen." Toneeluitgaven. Desclée, De Brouwer Houtkaai 22 Brugge.
Postkaart J.Meuleman. Geschreven in 1919. Links de Molsebaan. Onder de lindeboom kruiwagens vol met boeken. Was Retie zijn tijd ver vooruit? Boekenverkoop of eerste bibliotheek?
Ingekleurde zichtkaart. J.Meuleman, 1908. Onder de linde door zien we de voorkant van het "huis met verdiep" van de weduwe Mermans.
Zichtkaart J.Meuleman. Geschreven in 1907. Links de Molsebaan. Achter de linde zien we: "Hotel de Keizer", "Lindebloem" en "In't Lam".
Zichtkaart van J.Meuleman. " De stoomtramstatie." Zelfde cliché als gekleurde kaart. Grotere en dikkere tekst. 1907 afgestempeld.
Zichtkaart "Meuleman Rethy". Zelfde cliché als hierboven. Hotel de Keizer. Tramstatie.- Arrêt du tram. Afgestempeld in 1907.
Zichtkaart van J.Meuleman. Rond 1930. Links de sint-Martinusstraat. Rechts het grijze burchtje, dat in de jaren twintig in de plaats kwam van de herberg "In't Lam".
Lodewijk De Koninck in de fleur van zijn leven. Foto getrokken door R. Morren te Mechelen.
"Weinig vrienden en vereerders waren op zijn uitvaart aanwezig, Kanunnik Vosters las bij zijn graf deze laatste wilsbeschikking voor, het geestelijk testament, waarin de dichter het ideaal van gans zijn leven had vastgelegd."
"Aan den Z. E. Heer Janssens, Pastoor te Rethy.Uit gansch bijzondere genegenheid en zeer eerbiedige hoogachting. Rethy, 30 October 1899." Get. L.D.Koninck.
1. Rethy. "Steenweg op Postel- Chaussée de Postel." Uitgave Meuleman; Rond 1905. Niet verzonden.
2. Rethy. "Het klooster." Uitgave Meuleman. Rond 1905. Niet verzonden.
Rethy. De hoeve. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Rethy. De pastorij. Rond 1905. Uitgave Meuleman. Rechtsonder handtekening L. De Koninck.
Doodsprentje van Edgard De Vel.
Mini-filmaffiche uit 1939. Deze prenten werden uitgedeeld aan de cinema- bezoekers.
Destijds één van helden van het witte doek: Roy Rogers op zijn paard Trigger. Vele malen gezien in de "Roxy"!
Achterkant doodsprentje. Rustend hoofdonderwijzer. Orgelist. Schatbewaarder vd kerkfabriek. Schrijver van het st.-Vincentius-genootschap. Enz.
Voorkant doodsprentje. "Ter nagedachtenis van Mijnheer Cornelius Joseph Graulus echtgenoot van mevrouw Anna Paulina Willekens."
Een dynamische onderpastoor. E.H.Van Hoof. Bezieler van de K.A.J. in de zestiger jaren.
In de jaren zestig zijn de paarden al vervangen door lawaaierige tractoren.
Dubbel doodsprentje. Aloysius Johannes MELIS. echtgenoot van Maria Seuntjes. (1897-1960) Voorzitter van de kerkfabriek Sint-Martinus. "Bestuurder van de Zuivelfabriek St-Martinus s.v., lid van de Boerengilde."
Antwerps santje op papier. De heilige Catharina in een ovaaltje. Weer met palmtak, zwaard en rad. Prentje van mindere kwaliteit.
Antwerps santje op perkament. Buste van de heilige Catharina in een ovaaltje. Een rijkelijke dame met een kroontje op haar hoofd en een zwaard in haar hand.
Foto uit de oude doos. De parochiekerk van Arendonk vóór 1900. De O.L.Vrouwkerk uit het Centrum. Ze werd in de loop van de tijden dikwijls beschadigd, maar telkens weer opgebouwd. In 1901 werd ze afgebroken. Wanneer deze kerk werd opgericht is niet geweten.
Houten beeld. Sintemetten en de bedelaar. Rond 1850.
Inkom-ticket. Musée des beaux-arts. Tours. Musée Saint-Martin. Tours. Stenen beeld. De manteldeling.
Reliekhouder van sint-Martinus. Tours.
Stenen sint-Martinusbeeld boven de centrale poort van " Collégiale Saint Martin" te Colmar. Frankrijk.
In een verordening van 10 maart 1943 eiste de Duitse bezetter de kerkklokken op in de Kempen. Ondanks een herderlijke veroordeling op15 maart, ging de klokkenroof gewoon verder. Troosteloze aanblik van de sint-Martinusklok op de trappen van de Retiese sint-Martinuskerk. De kleine sint-Jozefklok mocht blijven hangen. Een "geste" van de Duitsers?
Twee Retienaren die van dichtbij de honderd- jarige sint-Martinusklok vol aandacht bekijken. Het was inderdaad bijna honderd jaar geleden dat deze "tiendenklok" feestelijk werd ingehuldigd. Een stukje eigenheid werd zomaar meegenomen, veel erger dan het verlies van kilo's metaal! Retie treurde niet alleen, heel wat Kempische dorpen moesten tegen hun zin hun klokken aan de Duitsers afstaan.
Vlak na het neerlaten van de klokken. Iedereen die maar even tijd had kwam naar de kerk om het hele gebeuren van dichtbij te volgen. Kinderen in korte broek, vrouwen met blote armen, een warme nazomerdag. Voor velen was het de eerste keer (en ook de laatste) dat ze van zo nabij die enorme klokken konden zien en zelfs betasten. Ze konden toen niet beseffen dat Retie lange tijd het zonder " bronzen stem" zou moeten stellen. Alleen het "schelleken" zou blijven klepperen.
Een ogenblik oponthoud tijdens de optocht. Vlak voor het huis van Van Gansewinkel. Merk op dat het marktplein nog vol ligt met kasseien. De zon was die dag, 1 juli 1962, spijtig genoeg, niet van de partij!
Dit instructieboekje over de wijding van een klok, werd aan iedereen gegeven die de plechtigheid bijwoonde.
Doodsprentje. 1922. Karel A. Van den Eynde.
Doodsprentje. 1960. Octavie Van Ballaer. Wed. Karel Van den Eynde. Ere-voorzitster van de Boerinnenbond.
Sint-Martinus. Bruin sierbord. Gemeente Tessenderlo. De manteldeling in een soort schild, midden in het bord.
Sint-Maarten. Oude druk uit 1880 Berlijn. Zeldzame voorstelling. Blauwe mantel. Geheel met goudpapier versierd. Kloosterwerk?
Houten gepolychromeerd beeld. Sint-Martinus als bisschop. Geeft een aalmoes aan een arme. Een engel is bij hem.
Schildering op papier. De heilige als bisschop van Tours.
Sint-Martinus. Spits-ovale zegelplaat. Messing. De manteldeling met daaronder een schild. LVGDVN= Lugdunum = Leyden.
Zeldzame voorstelling. Sint-Martinusbeeld uit een oude abdij. De heilige, als bisschop van Tours, met een kerk (of is het de abdij?) in zijn rechter hand.
Eindblad van de "Schat-kiste der Litanien." Brugge 1778. Houtsnede. Maria en Johannes aan de voet van het kruis. "Aenmerckt lieve bruyd t'aenzicht van Jesus voor u gekruyst."
Litanie van de heilige Begga van Andenne. Patrones van de begijnen, hakkelaars en stotteraars.
Litanie van de vijf bloedige wonden. Houtsnede.
Litanie van de heilige Victor van Marseille. Patroonheilige van molenaars en van zeelieden.
Litanie van de heilige Isidorus van Madrid. Patroonheilige van arbeiders, boeren en landbouwers. Aangeroepen tegen droogte en voor een goede oogst.
Litanie van de heilige Helena. Aangeroepen bij depressies. Patrones tegen brand, onweer en vuur, voor het vinden van verloren voorwerpen.
Heilige Martinus. Sint-Martinuskerk te Basècles. België.
Manteldeling op Golgotha. Julius Paul Junghanss, 1925. In privaat bezit.
De manteldeling van sint-Martinus. Julius Paul Junghanns. 1930. Stadsmuseum Düsseldorf.
De manteldeling. Houten paneel uit de zestiende eeuw. Richterich.
Reties doodsprentje. Ontwerp Jos Speybrouck. Karel Melis. Echtg. Barbara Van Herck. Overl. 14 juni 1944. Tekst geschreven door de pastoor-dichter Jozef De Voght.
De manteldeling. Zeer kleurrijke middeleeuwse miniatuur.
Duits prentje uit de 19de eeuw. De manteldeling. "Alles was ihr dem Geringsten euer Mitmenschen thut , das thut ihr mir." Carl Poellath, Schrobenhausen.
Postkaart Duitsland. Achterglasschilderij van J. Weber. Met eerste-dag afstempeling. 11. 11. 1984. Drie keer de manteldeling. Op de kaart, op de zegel en op de stempel.
Postkaart Oostenrijk. "25 Jahre Diözese Eisenstadt." 8 november 1985. Zelfde afbeelding van de manteldeling op de kaart en de zegel.
Simone Martini. Italiaans kunstschilder. (Gotiek.) 1284 Siena - 1344 Avignon. Bekend om zijn altaarstukken en andere religieuze schilderijen. Fresco: "De manteldeling van sint-Martinus." Kapel van sint-Martinus in de basiliek van sint-Franciscus in Assisi.
Franse postkaart. Afbeelding op kaart en zegel identiek. Manteldeling uit een getijdenboek uit de 14de eeuw. Met eerste-dag-afstempeling 05 - 07 - 1997 Tours. Uitgegeven ter gelegenheid: " 397 - 1997 "
De manteldeling. Volkse voorstelling. We zien een derde personage: een biddend kind vlak voor het paard.
"Steenweg op Rethy." Rond 1930. Richting Retie. Deze provinciebaan snijdt Schoonbroek doormidden. Links zien we nog het oude tramspoor. De dubbele houten telefoonpalen, oerdegelijk! Een boerenkar ratelend op de oneffen kasseien. Links achter de herberg zien we nog een gesloten tramwagon staan op "de wissel".
Rond 1930. De jongensschool in Schoonbroek. Rustig keuvelend in kleine groepjes voor de schoolpoort! Allen in korte(?) broek. Stress om het behalen van een diploma bestond nog niet. "Stress" was zelfs nog niet uitgevonden!
De meisjesschool te Schoonbroek rond 1930. Ook hier straalt de rust zo van de kaart af. Zalig in het gras zitten, zomaar ...
Emiel Van Hemeldonck woonde een paar jaar in de Peperstraat te Retie. Twee van zijn zonen werden er geboren. Hij schreef heel wat V.F. Slechts één onder zijn eigen naam. "Het gulden zwaard." Nr. 16 van de vooroorlogse reeks.
Onder "H. Van der Schelden" schreef E.V.H. Nr. 203. "Het lied van de Schelde."
Onder de pseudoniem "Joan van der Sande" schreef E.V.H. Nr. 200. "De cirkusjongen."
Ook "De heks van Spiekelspade", Nr 157. door Fonske Reusen is aan E.V.H. toegeschreven.
Vlaamsche Filmkens. "Van den fellen met den rooden baarde." Door P. Van Der Venen. ( pseudoniem E.V.H.) Nr. 118.
Nog meer Retiese gesneuvelden uit de eerste wereldoorlog.
Franciscus Josephus Wens. Vrijwilliger in het Belgisch leger. Geboren te Schoonbroek 25 december 1892. Heldhaftig gesneuveld op fort 8 te Wilrijk den 5 oktober 1914.
Petrus Franciscus Victor Mariën. Geboren te Rethy op 19 januari 1891. De heldendood gestorven op het slagveld te Moorslede, 28 september 1918.
Augustinus Verhappen. Echtg. van J. Meurs. Soldaat der lichting 1909, 5de linie. Geboren te Rethy op 24 oktober 1889. Eervol voor het Vaderland gesneuveld in de loopgraaf, op 12 juli 1915. Begraven te St.-Jacobs-Capelle.
Duitse postkaart. De manteldeling op een achterglasschilderij. Met een zegel van st.-Maarten en een eerste-dag-afstempeling.
Antonius de Grote van Egypte. (Antonius Abt.)
Antwerps santje op papier. Met de hand ingekleurd. Graveur: M.G. (?) 18de Eeuw.
A. was kluizenaar in de woestijn van Thebe en aartsvader der monniken. Ook Antonius Abt, Antonius de kluizenaar en Antonius met zijn varken genoemd. Werd verleid door de duivel vermond als naakte vrouw of als varken. Hij woonde 35 jaar in een grafspelonk en 20 jaar op een berg. Was de eerste christen die zijn leven doorbracht in afzondering. Hij kreeg enorm veel navolging. Hij overleed op zeer hoge leeftijd. Meestal afgebeeld als oudeling met een lange baard. Ook hij behoort tot de pestheiligen, tot de veeheiligen en is één van de drie vriesheiligen. Ook heel wat schuttersgilden kozen st.-Antonius als beschermheilige.
Eenvoudig volks santje. Antwerpen. Papier. Handgekleurd. Th. van Merlen. 1609-1672.
Afbeeldingen van sint-Niklaas met engelen die hem mijter en pallium brengen, komen eveneens voor.
Antwerps santje, papier. Weer van Th. van Merlen, nu een "rijkelijk" prentje. Met bloem-en plantmotieven. Twee engeltjes houden een gouden kroon boven het hoofd van Sinterklaas. Met de hand ingekleurd.
Zijn gebeente zou in de late middeleeuwen zijn verkocht aan kooplui uit Bari door een klooster uit Constantinopel en de volgende dag aan handelaars uit Venetië. Als door een wonder lag echter zijn gebeente nog geheel in het schrijn.
Wij vieren sint-Nicolaas op 6 december. Dat is niet zijn verjaardag, wel zijn sterfdag.
Sint-Rochus. Met de hond aan zijn voeten die hem voedsel bracht. Eén van de pestheiligen.
Sint-Sebastianus. Hier aan een boom gebonden en met pijlen beschoten. Een andere pestheilige.
"Epiphania Domina." Antwerps zwart-wit santje. Kopergravure op perkament. Cor. van Merlen. (1654-1723) De aanbidding van de 3 wijzen. Van een stal of grot is niets te bespeuren.
"Nativitas Christi." Ingekleurd Antwerps santje. Kopergravure op papier. Cor. de Boudt. (1660-1735)
Sint-Martinus als bisschop van Tours. In groot ornaat, met mijter en staf. Hij legt een muntstuk in de bedelschaal van de arme. Duitse prent met tekst door prof. Gerhard Eis. München, 1950.
Museum van Folklore. Antwerpen.
Voedsel en drank. "Speculatie-greef en greevin van halfvasten, prentkoeken en voldaars, harten van biskwiet, roggen Adam en Eva, kannen, liters, kappers en borrelglazen."
Ook op deze krulkoek duidelijk de letters I.H.S. te zien. Deze lekkernijen werden in vroegere eeuwen aan de stadskinderen gegeven met nieuwjaar.
Gelukkig zijn ze nu nog te zien in enkele Vlaamse musea.
Frans prentje. De manteldeling.
"Heureux celui qui s'intéresse au pauvre, au jour du malheur le Seigneur le délivrera."
Sint-Martinus als bisschop van Tours, die een geknielde bedelaar een geldstuk geeft. Houten beeld. Melchior Binder. Begin 17de eeuw. St.- Georgeskerk. Riedlingen.
Miniatuur uit een Hongaars getijdenboek. Rond 1335 - 1340. Bibliotheek Apostolica Vaticana.
Zilveren Italiaanse munt. Lucca. Scudo 1754. Voorkant: Manteldeling van sint-Martinus. "Santus Martinus" Achterkant: Schild met kroon "Lucencis Respublica" 1754.
Houten sint-Martinusbeeld. Prachtige oude voorstelling van de manteldeling. Sint-Martens-Lennik. Ook hier is sint-Martinus de patroonheilige van de gemeente.
Duits bierviltje. ... aus Liebe zum Bier. Martinsbräu. Privatbrauerei seit 1883. De manteldeling van sint-Martinus siert dit viltje. De voorstelling in een cirkel zou een ontwerp voor een glasvenster kunnen zijn.
St.-Martinus. Duits prentje.
Spijtig genoeg knipte iemand er een "mooie" gegolfde rand aan.
S.Martin. Der hl. Martin.
Duits prentje.
Benziger & Co.
Middeleeuwse miniatuur. In een hoofdletter O. De dood van Sintemetten.
Duitse suffragie.
"den 11 November. h.Martinus. Brüder, last mich lieber gegen Himmel als auf die Erde schauen, damit meine Seele beim hinscheiden die rechte Richtung nehme. Der sterbende hert. Martin.
Gesteres Andenken an den Tod.
Bitte Gott um die Gnade, nichts zu thun was Dich in der Todesstunde reuen würde.
Lith. Joh. Kravugl in Innsbruck."
(Einde 19de eeuw.)
De manteldeling. Prentje toont veel gelijkenis met een werk uit 1957 van Lioba Munz. Duitsland.
H. Martinus. Patroon van Weerde. Bid voor ons. Steendruk. Em. Lombaerts-Van de Velde. Deurne-Antwerpen.
Duits prentje. De manteldeling. Staande heilige met bedelaar aan zijn voeten.
H. Martinus. Manteldeling zonder bedelaar. Houten gepolychromeerd ruiterbeeld uit de 14de eeuw. Sint Martinuskerk. Te Eindhoven-Tongelre.
Prentje uit het begin van de twintigste eeuw. De manteldeling aan de stadspoort.
Gele briefkaart. Met reclame van "Winterhulp". Afbeelding van de manteldeling in het loterijbiljet van 50 fr. Naast de zegelafstempeling een stempel van de loterij.
"Deux millions pour 50 francs. Loterie Secours d'hiver. Loterij Winterhulp Twee miljoen voor 50 frank."
2 novembre 1943.
De manteldeling. Prachtig ruiterbeeld van st.-Martinus. Tourinnes-la-grosse. Frankrijk. Uit de romaanse st.-Martinuskerk. Houten, gepolychromeerd beeld uit de 16de eeuw.
Frans machinaal kantprentje. Einde 19de eeuw. Sint-Martinus die zijn mantel doormidden snijdt. Het geheel in een ovaaltje gezet.
De liefdadigheid van Sintemetten. "La charité de Saint Martin." Basilique Saint Martin. Tours.
Litanies de Saint Martin. Basilique Saint Martin. 7, rue Baleschoux. Tours.