Ik ben guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam skodaman.
Ik ben een man en woon in duffel (belgie) en mijn beroep is invalide.
Ik ben geboren op 30/01/1962 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: alles over autos.
De Alfa Romeo 33 is een compacte wagen van het Italiaanse automerk Alfa Romeo. De 33 volgde in 1983 de Alfasud op in het segment van de compacte voorwielaangedreven middenklassers. De naam 33 verwijst naar de Tipo 33 racewagens van Alfa Romeo uit de jaren '60 en '70.
De mechanische onderdelen werden licht gewijzigd overgenomen van de Alfasud, maar het uiterlijk van de wagen veranderde wel aanzienlijk. De 33 kreeg een moderner ontwerp van het Centro Stile Alfa Romeo waarbij de stationwagen, de Sportwagon, werd ontworpen en geproduceerd door Pininfarina. Opvallend aan het interieur was dat het in de hoogte verstelbare stuur één unit vormde met het instrumentenpaneel. Als je het stuur in hoogte verstelde, bewogen de instrumenten automatisch mee. De 33 kwam er alleen als vijfdeurs, de kleinere en goedkopere Alfa Romeo Arna zou de driedeurs Alfasud moeten opvolgen. De 33 kon beschikken over een 1351 cc motor van 79 of 88 pk, of een 1490 cc motor van 84 of 95 pk, afhankelijk van het aantal gebruikt carburateurs. De 1490 cc versie was ook beschikbaar als Quadrifoglio Verde (QV) en dan kon hij een maximaal vermogen van 105 pk produceren. Quadrifoglio Verde, Italiaans voor groen klavertje vier, werd in de jaren '20 en '30 gebruikt als geluksbrenger op de racewagens en werd later gebruikt op de snelste uitvoeringen van de modellen.
In 1985 kwam er een stationwagen van de 33 op de markt onder de naam 33 Giardinetta en werd er een 4WD systeem aangeboden.
De Alfa Romeo 75 is een sportieve sedan van het Italiaanse automerk Alfa Romeo. De 75 kwam in 1985 op de markt, 75 jaar na de Alfa 24 HP, het eerste eigen model van Alfa Romeo. In de Verenigde Staten werd de wagen ook verkocht als Alfa Romeo Milano.
De Alfa Romeo 75 maakte gebruik van de techniek uit de Alfetta Ook de carrosserie ontleent de lijnvoering van de Nuova Giulietta (model Giulietta 116). Opnieuw kreeg hij achterwielaandrijving en werd de motor voorin geplaatst, maar de versnellingsbak en de koppeling achteraan (trans-axle) met de schijfremmen tegen de versnellingsbak aan geplaatst ipv op het uiteinde van de as in de velgen. De viercilindermotoren met carburator van de Alfa 75 waren een 1570 cc met 110 pk, een 1779 cc met 120 pk en een 1962 cc met 130 pk, allemaal . De Quadrifoglio Verde (QV) kon beschikken over een 2492 cc V6 met een vermogen van 156 pk, vanaf 1990 werd dit een 3000 cc V6 (als America en QV uitvoering) met maximaal 192 PK. De dieselmotor was een 1995 cc turbodiesel met 95 pk. Opvallend in het interieur is de handrem in de vorm van een vliegtuig gashandel, die nu weer regelmatig wordt gekopieerd in moderne auto's als de Renault Megane en Opel Zafira.
De Alfa 75 Turbo zag in 1986 het levenslicht en kreeg de 1779 cc motor met een injectiesysteem en een turbocompressor. Het maximaal vermogen kwam op 155 pk te liggen.
Een jaar later werd de 2.0 motor opnieuw ontworpen. De motor kreeg twee bougies (spark plugs) per cilinder, net zoals dat reeds gebeurd was bij racewagens. De Alfa Romeo Twin Spark motor was geboren (150PK) . In hetzelfde jaar werd ook een 3.0 V6 ontwikkeld, gericht op de Amerikaanse markt.
In 1988 werd de 1.8 motor vervangen door de 1.8 IE met injectiesysteem en er werd een 2.4 L turbodiesel toegevoegd aan het gamma. In 1990 verscheen ook nog de 1.6 IE met hetzelfde injectiesysteem.
De Alfa Romeo 75 bleef tot 1992 in productie, tot hij werd opgevolgd door de voorwielaangedreven Alfa Romeo 155. De laatste 75's waren in speciale uitvoeringen leverbaar, de 1.8 IE Imola en de 1.8 IE Epoca (tijdperk) en een in beperkte oplage gelverde Limitata met een sportief Recaro interieur. De 75 was de laatste Alfa Romeo die volledig in eigen beheer was ontwikkeld; in 1986 was Alfa Romeo opgekocht door Fiat.
Bij de constructie van de opvolger van de Saab 93 hadden de ingenieurs geen half w verricht. De 96 had een grotere achterruit. Het dak was vlakker ontworpen, wat de hoofdruimte voor de achterpassagiers ten goede kwam en ook het dashboard was nieuw. Na enkele jaren kregen de Saabs ee langere neus. De Saab Sport, ook wel GT 8 en later Monte Carlo genoemd, was voor c sportievere rijders. Vanaf 1967 heeft de wagen een viertakt V4 van Ford Keulen.
Aantal cilinders: 3 of V4 Cilinderinhoud in cm3: 841 of 1498 Vermogen in pk hij toeren/minuut: 38/4250 c 68/5500 Topsnelheid in km/uur: 125-155 Carrosserie/Chassis: zelfdragend Uitvoering: coach Productie-aantallen: 547.221
De Fiat 127 is een auto die door FIAT werd geproduceerd tussen 1971 en 1983. De auto werd in 1971 geïntroduceerd als opvolger van de Fiat 850. De productie eindigde in 1983 na de introductie van de Fiat Uno.
Op basis van de Fiat 128 begint Fiat in 1971 met de ontwikkeling van een kleiner model, de Fiat 127. Dit model past kwa vormgeving beter bij de vooruitstrevende techniek en wordt in 1972 beloond met de titel 'Auto van het jaar'.[1] Vanaf het begin wordt dit model zowel in Italië als in Spanje geproduceerd. In Spanje onder de naam Seat, waar er al snel een vierdeurs uitvoering volgt.
In 1977 wordt de 127 vernieuwd en aangepast. De 127 wordt in lijn gebracht met de 126 en 128, die ook gefacelift zijn. Voor Italië komt er ook een nieuwe motor bij, namelijk een 1050cc. Deze wordt niet zelf ontwikkeld, maar afgenomen van de dochteronderneming uit Brazilië.
In januari 1983, wordt de 127 vervangen door de Fiat Uno. Op sommige Europese markten blijft de 127 nog leverbaar tot 1987. In Latijns-Amerika blijft de 127 nog in productie tot 1995.
wielbasis: 2230 mm lengte: 3594 mm breedte: 1524 mm hoogte: 1372 mm gewicht: 705 kg draaicirkel: 10m tankinhoud: 30 liter bandenmaat: 135/80-SR13 cylinderinhoud: 903cc boring x slag: 65.00 mm × 68.00 mm kleppen: 2 per cilinder compressie: 9.00:1 maximum vermogen: 47.7 pk bij 6200 tpm specifiek vermogen per liter: 52 pk/l maximum koppel: 63.0 Nm bij 3500 tpm aandrijving: voorwielen versnellingen: 4 vooruit en 1 achteruit voorremmen: schijven achterremmen: trommels topsnelheid: 135 km/u acceleratie 0-100 km/u: 18,5 sec benzineverbruik: 12.66 km/l (7.90 l/100km)
Een heel interessante wagen was de 600 Multipla, een soort voorloper van de huidige space-wagons. Hoewel de voortrein van de Fiat 1100 stamde, was de wagen opgebouwd uit Fiat 600-onderdelen. De Multipla was in drie uitvoeringen verkrijgbaar, voor vier of zes personen of als taxi, en vooral in deze laatste uitvoering zag men hem in Italië veel voor de stations staan. In Nederland was dezé wagen bij kleine middenstanders geliefd. Na 1960 was er de grotere motor en die was zeer welkom bij volledige belasting.
Aantal cilinders: 4 Cilinderinhoud in cm3: 633 en 767 Vermogen in pk bij toeren/minuut: 22/4600 en 29/4800 Topsnelheid in km/uur: 90-110 Carrosserie/Chassis: zelfdragend Uitvoering: coach Productiejaren: 1956-1966 Productie-aantallen: 160.260
Bij de DS werd vanaf de introductie in 1955 een hydraulisch systeem gebruikt voor vering, besturing, remmen en zelfs gangwissel en koppeling. Voor de aandrijfgroep werd een klassieke versnellingsbak toegepast die op vernuftige wijze hydraulisch werd bediend met een vederlicht werkende selecteurhendel. Er werd gebruik gemaakt van een gewone enkelvoudige droge plaatkoppeling maar ook die werd geheel automatisch bediend. Zo ging er geen motorvermogen verloren in een koppelomvormer. Naast deze oorspronkelijke versie met halfautomaat, de 'hydraulique' werd de DS vanaf het voorjaar van 1963 ook leverbaar met een mechanisch bediende versnellingsbak en koppeling
In 1961 kreeg de Victor een nieuwe darrosse rie. Verdwenen was de panoramische voorruit tot groot plezier van die velen die bij he in- en uitstappen hun knieën bezeerd hadden. De Victor kon met een gesynchroniseer de 3-bak geleverd worden, die door een hen del aan de stuurkolom geschakeld werd of met een 4-bak met pook. In 1964 werd de motor vergroot en kwamen er schijfremmen aan de voorwielen. De versie VX 4/90 had dubbele carburateurs en meer luxe.
Aantal cilinders: 4 Cilinderinhoud in cm3: 1508 en 1596 Vermogen in pk bij toeren/minuut: 50/4600 en 59/4600 Topsnelheid in km/uur: 130 en 135 Carrosserie/Chassis: zelfdragend Uitvoering: sedan en stationcar Productiejaren: 1961-1963 en 1964 Productie-aantallen: 328.640
De nieuwe serie, bij Mercedes als W110 bekend, was in 1961 naar een bekend recept gemixt. Men neemt de carrosserie van de zescilinder en kort de neus in om er een viercilindermotor in te bouwen en klaar is de 190. Vier jaren later volgde de 200 met een iets grotere motor en toen de 230, een zescilinder met eerst 105 en later zelfs 120 pk. Het heeft lang geduurd voordat de vleugeltjes Mercedessen een liefhebberswaarde kregen. Duur zijn ze nog steeds niet. In België bouwde men vanaf '66 een stationversie.
Aantal cilinders: 4 en 6 Cilinderinhoud in cm3: 1897, 1988 en 2281 Vermogen in pk bij toeren/minuut: 80/5000, 95/5200 en 120/5400 Topsnelheid in km/uur: 150-170 Carrosserie/Chassis: zelfdragend Uitvoering: sedan Productiejaren: 1961-1965 en 1965-1968 Productie-aantallen: 130.554, 70.207 en 40.258