Tocht door het Meetjesland
Knooppunten: 31 - 27 - 17 - 20 - 71 - 69 - 66 - 63 - 55 - 54 - 50 - 89 - 88 86 - 87 - 90 - 94 - 92 - 96 - 97 - 99 - 1 - 39 - 3 - 43 - 46 41 - 40 - 38 - 44 - 37 - 34 - 30 - 24 - 11 - 17 - 27 - 31 Afstand: 75 km Start: Dorpsplein Sleidinge, richting Lembeke |
Voor deze 75 km-lange tocht langs hoofdzakelijk landelijke wegen ging ik terug naar mijn geboortedorp Sleidinge, het geboortedorp van ex-premier Wilfried Martens. Onze startplaats lag aan het Sleinse dorpsplein. We rijden richting Lembeke en bijna onmiddellijk slaan we voorbij de kerk linksaf naar knooppunt 31. Langs rustige wegen rijden we op weg naar knooppunt 20 dwars door de Oosteeklose bossen. Op weg naar knooppunt 50, we hebben dan ongeveer 22 km gereden, houden we even halt in Boekhoute. Achter de kerk staat het symbool van de gemeente, een vissersboot. In lang vervlogen dagen was Boekhoute immers een garnalendorp. De Bou 8 is een houten lemmerhengst. Is 14 m lang en 5 m breed. Het hele gevaarte weegt 40 ton. Aan dek stond een fornuis waarop de garnalen gekookt werden. Even verder rijden we door het krekengebied en aan knooppunt 90 brengen we een bezoekje aan onze Noorderburen in Sas van Gent. In Zelzate dwarsen we de Kennedylaan en rijden voorbij het Goed ter Looveren. Op weg naar knooppunt 99 rijden we door het bedevaartsoord Ertvelde-Stoepe. De legende wil dat een jonge man die niet kon spreken na het bidden voor een Mariabeeld dat in een eik hing, zijn stem terugkreeg. In Ertvelde zien we de Stenen Windmolen opdoemen. De oudste vermelding dat terug te vinden was, dateert uit 1799. Aan knooppunt 46 zijn we in het geboortedorp van Luc De Vos beland. De gemeente herbergt een mooi 19de-eeuws kasteel en de Geradmolen. Na het centrum van Evergem gedoorkruist te hebben, zoeken we in Belzele de Lieve op. An knooppunt 30 verlaten we het kanaal en rijden via verscheidene knooppunten naar de Bevende Hazelaar, op een boogscheut van Sleidinge. Vroeger was de boom een uit de kluiten gewassen linde. Waarom de boom bevende Hazelaar genoemd wordt, mag Joost weten. De legende wil dat de Oostmoerenaren feest vierden na bevrijd te zijn van het juk van de Oostenrijkers. Ze zagen een vreemde man lopen die verdraaid goed op een Oostenrijker leek. De vreemde werd een kopje kleiner gemaakt, maar nadien bleek dat het graaf van Kleef was. Hij werd ter plaatse begraven en op zijn graf werd een (tril)linde geplaatst. Na wat gerust te hebben, gaat het nu in gestrekte draf terug naar mijn geboortedorp.
|