Langs de kust van Hylpen
Langs, bij en in de buurt van de zeedijk, zo de zeewering van het ijselmeer nog altijd wordt genoemd, zijn vele dingen veranderd en verdwenen. Bepaalde namen van diverse punten langs de dijk raken hoe langer hoe meer in onbruik. Ook de herkomst van namen die nog wel gebruikt worden is vaak minder bekend. Aan de hand van het kaartje wil ik een poging doen de namen van locaties langs de zeedijk, die bij mij bekend zijn, te beschrijven.
Opmerking vooraf: De dijk vanaf Workum tot Hindeloopen is een vrij jonge dijk. Deze werd aangelegd in 1624 toen men het Workumer Nieuwland drooglegde.(zie kaart Workumer Nieuwland) De min of meer bij de dijk horend basalt glooiing is echter van latere datum. Voorheen werd de dijk ondersteund door een hoge dubbele palenrij. Tijdens de oorlogsjaren 40-45 zaagde de plaatselijk bevolking echter vele van deze palen weg voor gebruik in de kachel. Dit was kort na de oorlog mede aanleiding de palen te vervangen door een basalt glooiing. Opmerking: de palen en nu ook de glooiing lopen niet overal evenwijdig aan de dijk.
1. Ut Tontjen Een woninkje met een klein vierkant torentje boven op de dijk. Deed oorspronkelijk dienst al baken (vuurtoren?) voor de invaart van het Workumer Soal. In de oorlog 40-45 was dit een post voor de Duitse bezetter.
2. De Twadde Plasse Een inham in de rietkraag. Deze plasse of inham moet een restant zijn van een vroeger vaarwater dat via de grote Wiske, klûns en de Haanmeer naar Koudum liep. (Zie kaartje Haanmeer) Deze plas is nog redelijk in tact maar is al veel kleiner dan b.v. 20 jaar geleden. Het helemaal dichtgroeien van deze plas is mij dunkt een kwestie van tijd. Voor deze plas is op de kaart een klein eilandje te zien. Dit is ontstaan toen men in de zeventiger jaren een gasbuis door het IJselmeer bracht. In de begin broeden daar vele meeuwen. Het werd dus ook wel het vogeleiland genoemd.
3. Gat Hier brak de dijk in 1825 door. (zie kaartje Workumer Nieuwland.) Om snel in te kunnen grijpen bij nieuwe calamiteiten heeft nabij de plaats van de doorbraak lange tijd een hokje met een voorraadje dekkleden gestaan waarmee men in geval van nood de dijk mee kon afdekken. Tevens braken tijdens diezelfde nacht ook elders in Friesland diverse dijken. Naar mij is verteld liepen er die bewuste rampnacht grote gedeelten van Friesland onder water. De plaats waar de dijk doorbrak is nog duidelijk als zodanig te herkennen. Daar is aan de binnenkant van de dijk de rietkraag, die elders langs de dijk aanwezig is, weggespoeld. Ook is de put ter plaatse, door de kracht van het instromende water, veel dieper dan elders. Dit stuk dijk wordt dan ook de Gatsdijk genoemd. Langs deze dijk waren, net als overal in de tijd van de Zuiderzee, z.g.n.hoofden oftewel golfbrekers. Daar is echter niets meer van terug te vinden in de huidige geaën.
4. Putten Aan de binnen kant van de de Gatsdijk is een rietkraag en veel water. Deze worden de Putten genoemd. Ze zijn, zo te begrijpen valt, ontstaan door daar grond voor de dijk weg te graven.
5. Geaën Dit zijn de z.g.n Geaën (gea is laag land) In de tijd van de Zuiderzee waren dit een soort kwelders welke regelmatig onder water stonden en zeer schaars begroeit was. Na de aanleg van de afsluitdijk ontstond er meer begroeiing en werden in 43-44 al snel plannen gemaakt om deze grond in cultuur te brengen: Vermoedelijk heeft de oorlog 40-45 deze plannen vertraagd. In de begin vijftiger jaren werd de huidige sloten gegraven in het kader van het werk gelegenheid programma D.U.W. (dienst uitvoering werken).Na het in cultuur brengen werd het als landbouwgrond gebruikt. Eind tachtiger jaren kreeg het beetje bij beetje de status van natuurgebied en werd uiteindelijk aangewezen als staatsnatuurmonument.
6. De Earste Plasse Deze plas water deed in vroegere jaren min of meer dienst als de ijsbaan van Hindeloopen. Op deze plas, beschut gelegen tussen het riet, was het ijs doorgaans in 1 à 2 nachten sterk. Tot het moment dat het ijs ook op de grotere waters sterk waren beoefende Hindeloopen hier de wintersport. Deze plas is ontstaan door het uitstromen van het achterliggend land.( zie 5) Nu anno 2000 is deze plas nagenoeg dicht gegroeid.
7. Stoeckherne Stoenck = stank. Herne = inspringende hoek. In de tijd van de Zuiderzee spoelde met storm daar het kroes en ander afval tegen de palen. Na enkele dagen gaf dit dan een onwelriekende geur af zodat het de naam de Stoenckherne kreeg. Nadat de palen echter vervangen werden door de basaltgloooiing kreeg men te maken met een nieuw probleem. Bij hoogwater, storm en een hoge vloed spoelde kroes,wier en ander afval uit het IJselmeer tegen de dijk. Om verspreiding tegen te gaan werd een betonmuur als vangnet gebouwd. Wie echter goed oplet zal het opvallen dat deze betonmuur uit twee gedeelten bestaat. Het eerst gedeelte, tegen de schuinte van de dijk, is vrij licht en overal even dik. Het onderste gedeelte is veel zwaarder en loopt min of meer taps af. Oorspronkelijk was echter de hele muur van de constructie zoals tegen de dijk. De onderkant kreeg echter bij zwaar weer zoveel kroes en water te verwerken dat het de druk niet kon weerstaan en op zeker moment bezweek. Toen heeft men onderaan de dijk een veel zwaardere muur gemaakt.
8. Diikshusjen Nu een particuliere woning. Behoorde vroeger aan het waterschap. Bewoner had een soort wachter/beheerder functie.
9. Earste spui Uit overlevering weet ik dat ook hier een spui moet zijn geweest: Heb dit echter niet gekend. Dus geen bijzonderheden. Opmerking: De grond tussen dijk en de glooiing behoorde tot in de tachtiger jaren toe aan het waterschap. Nu is het eigendom van jachthaven Hindeloopen. Het wordt echter nog wel steeds agrarisch gebruikt. En qua bestemming mogen er ook geen andere activiteiten plaatsvinden.
10.Twadde spui Op de meeste plaatsen loopt de gloeiing langs de zeedijk. Op enkele plaatsen is dit niet het geval. Ook hier ligt de stenen gloeiing (stippellijn) een eind van de dijk verwijderd. (glooiing is niet meer te zien maar nog wel aanwezig, is weggewerkt onder de grond).Het land tussen dijk en gloeiing liep echter bij storm en extreem hoog water onder. Om dit dan weer af te voeren werd daar een spui sluisje gemaakt. Anno 2000 zijn de restanten van dit spui nog te zien maar allang niet meer in functie omdat het sinds het IJselmeer niet meer onder water loopt. Het regenwater wordt indien nodig nu afgevoerd door een windmolentje.
11.De Kösse Klein stukje grond tussen Hielper haven en IJselmeer. Waar de naam de Kösse wegkomt is mij onbekend. Daar deze de Kösse is ontstaan met de aanleg van de haven is deze grond, in tegenstelling tot wat velen denken, geen eigendom van het waterschap maar van de gemeente. Ook is bij weinigen bekend dat het stukje glooiing voor de Kösse langs eigendom is van de gemeente.
12.Ids sien hooft Deze naam van dit hoofd (golfbreker) wordt nog algemeen gebruikt. De naam komt waarschijnlijk van een bewoner daar in de buurt.
13.De Hon = uitstekende hoek(?). De naam de Hon wordt nog regelmatig gebruikt. Minder bekend is dat daar vroeger, in de tijd van Zuiderzee, er een peilschaal stond. (zijn nog wel fotoas van). Nu anno 2000 wordt er wel over gepraat deze peilschaal weer in ere te herstellen. Of dit er ook van komt is nog een vraag.
14.Earste hooft Deze golfbreker is nog steeds in tact.
15.Aalde voetbalveld Hier was vroeger het voetbalveld van Hindeloopen. Nu wordt deze grond vaak nog aangeduid als het Aalde voetbalveld.
16.Twadde hooft In tegenstelling tot het Earste hoofd was dit hoofd van houten palen (met daartussen steen) gemaakt. Hier was vroeger, voor een IJselmeerstrand, een vrij groot strand. Maar doordat dit zand niet meer nat werd met eb en vloed kreeg men te maken met stuifzand wat op en over de dijk waaide. Gezien het hoofd inmiddels zijn oorspronkelijke functie als golfbreker had verloren werd het hoofd er in de zeventiger jaren weggehaald waardoor het strand verdween en het overwaaiende zand tot het verleden behoorde. Dit tot spijt van vele Hindeloopers en toeristen.
17.
18.Trodde hooft Ook bij dit was een hooft van palen was een klein strand. Ook dit werd de zeventiger jaren verwijderd. Omdat het strand toch als een gemis werd gezien werd in de tachtiger jaren een poging ondernomen om rond het bad en het voormalige Trodde hooft weer nieuw strand te maken. Er werden van kleine palen met daartussen gevlochten wilgentenen een soort zand kering gemaakt. Daarachter werd zand opgespoten wat vrijkwam uit de laatste uitbreiding van de jachthaven Hindeloopen. Helaas de zandkering bleek te licht en het strand was maar een kort bestaan toebedeeld.
19.Ut Bad Werd in 1912 gebouwd als badhotel. Eerst stond er een houten gebouw. Werd al vrij snel tot huidige staat verbouwd.
20.Spuisluisje Ook hier was een spuisluisje zoals bij 5 en 6 beschreven. Voor die gene die het weet is er nog iets van te herkennen. In dien men niet op de hoogte is zal niemand de nog aanwezige restanten als een ex spuisluis herkennen.
21.Skulenburg (Schuilenburg)Herkomst naam onbekend. Was vroeger een waterschapshuis.
Werd bewoond door opzichter. (o.a Ypema) Ook was er een vergaderkamer waar de heren
bestuurders af en toe vergaderden. Rond vijftiger jaren verkocht aan particulier.
22.Haigsaand Haig = hoog. Ten tijde van de Zuiderzee een zandplaat met enige begroeiing. Na aanleg van de afsluitdijk steeds meer begroeiing. In de negentiger jaren legde het Fryske Gea voor dit Haigsaand een soort kunstmatige dijk/eiland aan zodat er voor de vogels een meer beschermde omgeving ontstond. Ook werd er toen een vogel kijkhut gemaakt (zie ook verhaaltje modernaarshooft elders in dit boek)
W.Wurmenstraand Wurmen = wormen. Hier is nu de jachthaven Hindeloopen. Vroeger was dit echter een drassig rietachtig veld en werd het wurmenstraand genoemd. Dit uiteraard naar de wormen die men daar kon vinden.
|