Hebben we een familiewapen? Zodra iemand in de familie op zoek gaat naar verre verwanten in de familiegeschiedenis, ontstaat een vreemd soort nieuwsgierigheid. Openlijk wordt daar zelden over gesproken, maar stiekem wordt gehoopt op roemrijke verhalen. Zou ergens in Frankrijk nog een chateau aan de familie toebehoren? Of is een voorvader in de middeleeuwen in de adelstand verheven, en zijn we zonder het te weten misschien wel een graaf of jonkheer, want er zijn een paar ooms en tantes die zich wel héél deftig gedragen, om niet te zeggen dat ze capsones ten toon spreiden.
Voor ruïnes, gespuis en piraten heeft de familie geen belangstelling. Maar van Franse afkomst moeten we wel zijn, want opa kon bij tijd en wijle een driftig mannetje zijn, wat hij aan zijn Frans bloed toeschreef. en zo had hij nog wel een paar andere latijnse eigenaardigheden. Zoals zijn werklust ook niet van dien aard was, dat je hem van tomeloze ambities kon verdenken. Maar is dit wel een reden om van zijn Franse afkomst te zijn? Zijn naam Klercq moest daar het bewijs van zijn, vond hij. We hebben het laten onderzoeken.....
Klercq zo oud als het Latijns Is Klercq dan wel of geen Franse naam? Nee....en toch een beetje weer wel waar. In de Franse taal komt het gebruik van de letter "K" zelden voor, wel in het Bretagne. In de Bretoens-Keltische taal komt "klercq" inderdaad voor, zelfs in het het Frankisch en Oud-Nederlands. Henri VIII liet al in 1544 melding maken van een klercq in zijn protocollen. En in 1785 wordt in Hollandse archieven verwezen naar een klercq ter secretarie.
Klercq blijkt daarmee een beroepsnaam te zijn, net zo gewoon als Molenaer, Dijkgraaf of Paerdecooper. Niets Frans aan de naam Klercq zou je zeggen, hoewel de uitgang 'cq' toch exotisch lijkt en veel familieleden in fysiek opzicht het stoere evenbeeld zijn van de Bretoense bevolking. Zou het dan toch waar zijn? Opa's familie Klercq blijkt onomstotelijk uit de streek van West-Brabant in Nederland afkomstig te zijn. Daar is niets Frans aan.....
Graaf Klercq, hij bestaat echt..... Maar toch, hij bestaat echt! Graaf Klercq duikt op tijdens het interbellum rond 1926 in Parijs. De schatrijke graaf leeft een flamboyant kleurrijk bestaan op Mont Martre. Zijn vriendenkring is van een bedenkelijk allooi, doordat hij zich inlaat met de Parijse Apaches. Grote risico's neemt hij met gokken bij de paardenraces, maar wordt daar nog rijker van. Met al zijn voorspoed en welgesteldheid, dat er ook voor zorgt dat zijn vrienden hem afperssen slaat het noodlot toch toe. Terwijl hij zijn jachtgeweer schoonmaakt, schiet hij zichzelf per ongeluk naar de eeuwige jachtvelden. Zijn ontroostbare weduwe blijft wenend achter, zijn afpersers zijn onthutst, omdat ze de macht over de graaf verliezen. Zo beschrijft Patrick Pecherot zijn literair hoofdpersoon in Les Brouillards de la Butte. Dus Klercq is weldegelijk ook een Franse naam.
Haagsche chic....... Toen een tante met aangeboren gevoel voor "Haagse chic" lucht kreeg van de familiegeschiedenis, vroeg ze heel voorspelbaar; "Hebben we een familiewapen?" Ze kreeg van mij te horen; "Ja tante Louise, er bestaat een familiewapen." Waarop ze gretig vroeg; "Mag ik daar dan een voorbeeld van hebben? Dan kan ik daar een mooi borduurseltje van maken." Haar hebberigheid was van een misplaatse pronkzucht. Ze wilde zich beter voordoen tegenover haar vriendinnen in het persionado paradijs van Benidorm. Ik moest haar teleurstellen; "Het familiewapen behoort toe aan een andere tak van de familie, wij mogen het niet voeren."
Een bittere deceptie overviel haar zichtbaar. "Troost u tante, ik wil wel een wapen voor u ontwerpen. Wat vindt u van een mandje apart met sleutels op een kwadrantschild met rondom eiken lovers en een casque d'or, dat verwijst naar opa's occupatie als mandenmaker." Ze was helemaal onder de indruk van mijn antwoord en zeer verrukt van het idee. "Het vraagt wel tijd, tante." Ik moet er nog steeds aan beginnen, er knaagt verzet in mij.
Uit de verhalenbundel; 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins
|