Voor ik die tijd afsluit wil ik nog enkele gedichten van de schooltijd op het blog zetten; Dit gedicht is van 1948,we hadden een zuster genaamd Zuster Marie-Jozefa en die kon mooie gedichten schrijven.
Een zonnekind. Ik heb ze niet gekend dan kromgebogen,en leunend op twee stokjes naar de grond. Toch had ze grote blauwe kinderogen,waarin een blijde zon te blinken stond. Gebroken kwam ze langs de weg getogen,waar oude beuken wuiven,bruin en blond. Die recht hun kruinen dragen naar den hoge,en liederen zingen als met gouden mond. Dan leunend aan verweerde kloostermuren,bleef zij in 't water van de wallen turen. Verlangde zij een nenuphaar mischien,die schouwend lagop 't water zonder rimpel. Ik vroeg het haar maar 't antwoord luidde simpel,toch niet,ik kwam hier naar de hemel zien.
woordverklaring nenuphaar=waterlelie
|