Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Terug naar Thailand
Verhalen van onze winterreis door Thailand
19-01-2025
Rond Bangkok.
We trekken nu naar een stuk Thailand dat voor ons nieuw is.
We hebben al een week in een grote en drukke stad doorgebracht en nu hebben we behoefte aan terug een beetje natuur.
We kiezen voor twee natuurgebieden niet te ver van Bangkok en zoeken in de buurt naar een gepast onderkomen.
Onze eerste stop wordt de stad Pak Chong. We vinden een proper hotel aan de hoofdstraat.Na Bangkok zijn we hier in een heel andere wereld beland: totaal geen westerse toeristen. Alles is hier op zijn minst Chinees geïnspireerd: opschriften in Chinese lettertekens, langs de straten grote rode Chinese lampions, veel Chinese mensen in het straatbeeld en in ons hotel.
We krijgen een grote kamer met airco, TV, (zeer) grote boxspring.... één nadeel: om in onze badkamer (douche/toilet) te geraken moeten we over ons terras. Koud 's nachts! Voor de rest: euk hotel, vriendelijke mensen en raar (inheems) ontbijt: waterige rijstsoep en een assortiment kruiden om zelf je soep op te leuken. Daarnaast is er gelukkig fruit, toast met jam, muesli, fruitap en koffie of thee.
We ontdekken twee straten voorbij ons hotel een tempel bovenop een heuvel. De weg die er naartoe leidt loopt langs een rivier, zodat het een ideale plaats is om 's morgens te gaan vogelen. Dat doen we dan ook bijna elke dag dat we hier zijn.
We hebben deze stad ook gekozen omdat ze redelijk dicht bij het Khao Yai Nationaal park ligt. Van hieruit boeken we dus een tocht naar dat park. We vragen expliciet naar een vogeltocht, en dat zou volgens de receptie van ons hotel helemaal geen probleem zijn.
Met een taxi (Uber) naar de vertrekplaats. Onze groep bestaat uit 9 mensen (Zwitsers, Engelsen, een Israëlische, …. plus een gids.
We nemen plaats in een open Jeep (met zeer hoge instap, met mijn knie bijna niet te doen) en rijden naar het Nationaal Park. Dat park is vrij hoog gelegen en met de minuut wordt het kouder. We waren gewaarschuwd, maar de kou was erger dan we ingeschat hadden. Enfin , eindelijk kwamen we aan in het park. Na tickets gekocht te hebben was het nog een kwartier rijden naar de eerste vogelspotplaats. Onze gids wist een (soort) vijgenboom waar dikwijls toks (hornbills) kwamen eten en ja hoor, na tien minuten hadden we prijs: drie exemplaren van de grote tok zaten aan het ontbijt in de boom. De grote tok is, zoals de naam zegt, een zeer grote vogel. Zittend is hij van kop tot poten een meter en tien tot een meter twintig hoog, met een vleugelspanwijdte van twee meter. Een indrukwekkend beest!
En toen was het gedaan. Onze gids bleek meer te zoeken naar apen (makaken en gibbons) en vooral naar wilde olifanten (één gezien).
De belanrijkste activiteit was een dier (aap …) in de telescoop te krijgen en er dan met ieders gsm een foto van te nemen. Weinig vogels gezien, hoewel de teller op het einde van ons bezoek op zes 'lifers' stond. (Een lifer is een vogel die je de eerte keer in je leven ziet). Lekker gegeten (à la carte!!) en dan een ijzingwekkende (= koude) terugrit. Al bij al een beetje een teleurstellende ervaring.
's Avonds in ons hotel enkel lezen en slapen. Te moe om te eten!
Nog een dagje vogelen bij ons hotel en dan naar onze volgende stopplaats.
Als volgende bestemming kiezen we Bang Poo (of Bang Po of Bang Pu of Bangpoo of . Het verschil in schrijfwijze ligt aan de letters van het Thai schrift en aan de klanken van de Thaise taal, die niet helemaal overeenkomen met onze spreek- en schrijftaal.
Bang Poo is een 'recreatie centrum'. Stel je er niet te veel van voor: een lange pier in zee met op het eind een gebouw en aan het begin een aantal kraampjes met snacks (gebakken worsten, ijskreem, gebakken insecten, klappermelk...). De 'recreatie' van de Thais bestaat er blijkbaar in om de pier op te wandelen, een bakje voer voor de vogels te kopen en dan de meeuwen te voeren die hier met duizenden rondvliegen. Om dat te bevorderen heeft men in het water een reeks palen gezet waarop de meeuwen (en sterns) kunnen komen rusten. Op zich een indrukwekkend schouwspel, maar voor ons niet zo interessant.
De rit hier naartoe was gedenkwaardig. De bus komt ons stipt op tijd ophalen aan het hotel. Na twee uur en een half naderen we de stad Bangkok. We hadden gevraagd om ons af te zetten aan de minibus-terminal, maar als er een paar mensen uitstappen komt de chauffeur ons vragen waar we juist naar toe willen. Hij zegt dat we dan beter hier afstappen, hier zijn meer taxi's. We stappen uit, de chauffeur gaat mee om met de taxivoerders te spreken en vertrekt dan.
Zelfde liedje: niemand wil met de taximeter op rijden. De bedragen die gevraagd worden rijzen de pan uit, maar uiteindelijk, en mits goed afdingen, geraken we het eens over de prijs van 550 bath (omgerekend zo'n € 15). De rit zal 1 ½ uur duren. In alle drukte vergeet de buschauffeur ons nog te laten betalen voor de busrit.
De plaats Bang Poo was (is?) een militair domein. Het is eigenlijk een enorm mangrovegebied waar men banen, buizen onder de weg door en bruggen heeft aangelegd om het water toe te laten dagelijks naar zee en terug in de mangroven te stromen. Elke dag komen er klassen schoolkinderen om jonge mangroveplantjes te planten en zo het gebied te onderhouden.
Ons hotel was waarschijnlijk vroeger een verblijf voor legerofficieren: ruime kamers, airco, TV, degelijke meubels …. Alleen: alles is een beetje verwaarloosd en overal zijn militairen druk bezig de muren bij te plamuren, te schilderen, deuren te vervangen ....
De mensen van de receptie zijn heel vriendelijk, spreken alleen Thais en zijn duidelijk niet gewend om toeristen te ontvangen. Toch vinden wij het een goed hotel in een heel interessant gebied. De eerste dag ontdekken we twee 'hides': speciaal ingerichte plaatsen waar je vogels kan observeren en fotograferen zonder dat je hen verstoort.
De eerste hide staat aan een waterpoel waar de kleine vogels op het heetst van de dag komen drinken.
De tweede plaats is groter en moderner en heeft uitzicht op een wetland waar duizenden Europese vogels komen overwinteren.
Onze dagindeling is dus vlug gemaakt: kwart voor zeven opstaan en turnoefeningen (voor de knieën) en dan vertrekken.
Een wandeling door de mangroven op zoek naar ijsvogels, reigers, aalscholvers …
Tegen tien uur een ontbijt in het enige restaurantje dat de plaats rijk is. Nog een korte wandeling en dan wordt het warm en gaan we naar de kamer.
Foto's bewerken, lezen en tegen drie uur op weg naar de drinkplaats. Een uurtje zitten en fotograferen dan een wandeling langs de tweede kijkhut en avondmaal.
Het Thais eten blijft het beste ter wereld. Twee schotels (rijst of noedels, geroerbakte groenten, kip) en twee pintjes kosten rond de tweehonderd bath (een kleine zes euro).
Dan naar de kamer, foto's bewerken, lezen en slapen.
Ondertussen krijgen we telefoon van ons vorige hotel: de busmaatschappij is er achter gekomen dat we onze busrit niet betaald hebben.
Serieus probleem, want er is geen kantoor van die maatschappij in de buurt en je kan blijkbaar van een Belgische rekening geen bedrag in Thai bath overschrijven naar een Thaise rekening. Dat alles werd uitgelegd in het Thai. Gelukkig bestaan er vertaalapps.
An vind de oplossing: wij betalen cash aan ons hotel en die storten onmiddellijk door (waar wij bij staan) aan de busmaatschappij. Wij krijgen na een paar minuten bevestiging dat alles in orde is.
Na een paar dagen wenkt het onbekende en trekken we verder.
Waar we heen gaan en wat we daar gaan doen lees je in een volgend verslag.
Bangkok is de hoofdstad en met 10.283.615 geregistreerde inwoners tevens de grootste stad van Thailand. De bevolking van de hele agglomeratie Bangkok, die zich tot buiten de grenzen van de speciale bestuurlijke regio uitstrekt, wordt geschat op zo'n 21 miljoen inwoners.
De stad is gevestigd op de oostelijke oever van de rivier de Chao Phraya, dicht bij de Golf van Thailand.
De Thaise naam voor Bangkok is Krung Thep Maha Nakhon, waarin "Maha Nakhon" 'grote stad' betekent. Vaker wordt de stad kortweg Krung Thepgenoemd. De volledige ceremoniële naam van de stad is: Krung Thep Mahanakhon Amon Rattanakosin Mahinthara Ayuthaya Mahadilok Phop Noppharat Ratchathani Burirom Udomratchaniwet Mahasathan Amon Piman Awatan Sathit Sakkathattiya Witsanukam Prasit.
Krung Thep (of Bangkok) heeft dan ook het wereldrekord van de langste plaatsnaam!
Bangkok begon als klein handelscentrum en als haven voor Ayutthaya, de toenmalige hoofdstad van het land. In 1767 werd deze stad door het Birmese leger veroverd en volledig platgebrand. Generaal Phraya Tak moest zich met zijn leger terugtrekken uit Ayutthaya maar het lukte hem om de Birmezen uiteindelijk uit centraal Thailand te verdrijven. Nadat de koning overleed kroonde Phraya Tak zichzelf tot koning (koning Taksin) en stichtte in 1768 een nieuwe hoofdstad in de provincie Thonburi aan de westoever van de rivier de Chao Praya. De tempel (Wat Arun) bevond zich binnen de toenmalige paleismuren.
Later liet de opvolger van Taksin, koning Rama I, de hoofdstad verplaatsen naar de oostoever, waar de stad nog beter te verdedigen zou zijn tegen aanvallen vanuit Birma. (Bron: Wikipedia).
Deze stad is onze eerste halte in deze reis door Thailand.
Het is (op een kort bezoekje na, met Ingrid op weg naar Indonesië) zestien jaar geleden dat we hier nog geweest zijn.
Een aantal dingen zijn zeker veranderd: het lijkt er nog veel drukker, wijken die vroeger rustig waren zijn nu heel toeristisch, minder tuktuks en katoi, minder (of geen) namaak meer te koop op Khao San Road …..
Maar wat zeker nog hetzelfde is, zijn de vriendelijke Thais, het lekkere eten en de prachtige tempels.
We nemen onze intrek in Wild orchid villa. Een hostal of guesthouse midden in de backpackersbuurt tegenover Khao San Road. Het is een zeer proper maar basic hotel met airco, zwembad, TV, Wifi op de kamer en gelegen boven een groot Thais restaurant.
De eerste aanblik schrikt wat af (je moet in het restaurant zoeken waar de receptie is om je aan te melden), maar het vriendelijke onthaal maakt veel goed.
Onze eerste dag doen we rustig aan: opstaan om zeven uur (we zijn nog niet gewoon aan het tijdverschil). Dan een wandeling naar een klein park aan de rivier, dat we ons nog herinneren van vorig bezoek. Daar tot tien uur vogels kijken en terug in het hotel gaan eten. Beetje rusten, bekomen in onze aircokamer en een beetje vogelfoto's bewerken.
Na de middag terug even langs ons park en dan een grote wandelinng over Khao San Road. Stel je een lange, rechte straat voor van zo'n twee kilometer lang. Langs beide kanten allemaal kraampjes met soevenirs, streetfood, …. Daartussen massa's toeristen, Aka-vrouwen (leden van de Akastam in klederdracht) die souveniers verkopen enz. Een plezierig weerzien!
De volgende dag plannen we een bezoek aan het koninklijk paleis. Met de boot tot aan het paleis, tickets kopen en in de hitte rondlopen op deze schitterende site. De pracht en praal van gouden tempels, de gebouwen met hun speciale daken, de smaragden boeddha (met zijn gouden winterjas aan), de beelden die de tempels bewaken, de tuin met zijn speciaal gesnoeide bomen, de aflossing van de wacht, mensen die (wierookoffers) brengen, je raakt er niet op uitgekeken. We zijn dan ook doodmoe als we in de late namiddag terug op ons hostal zijn.
Na de cultuur een dagje natuur. We gaan vogels kijken in het Lumphinipark. Het park is mooi, goed aangelegd, een speeltuin voor de kinderen, veel watervaranen.... De vogels zijn niet overvloedig, maar er zijn wel een paar speciale exemplaren bij.
De volgende dag plannen we een uitstap naar een lokale (overdekte) markt, in de buurt waar we op onze eerste reis een kamer hadden gehuurd. Er geraken was anders: vroeger kon je er met de boot naartoe, maar nu heeft men de laatste haltes afgeschaft. Met de tuktuk dan maar. De markt was nog niets veranderd: grote katvissen die uit hun vat springen, veel kleurrijke exotische groenten, viskramen waar de vis ter plaatse wordt gevild, beenhouwers die vlees versnijden, kippen met de poten (lekkernij!) nog aan en heel veel eetstalletjes.
s' Avonds weer lekker gaan eten in het restaurant van ons hotel.
Volgende dag terug naar de natuur: vogels kijken in het Rot Fai park. Heel mooi park, veel vogels en varanen, maar er geraken is problematisch: veel taxi's (zelfs die waar 'taximeter' op staat) weigeren die meter te gebruiken en verzinnen een waanzinnige prijs. Om een voorbeeld te geven: de heenrit (zonder taximeter) kostte ons na veel afdingen 350 bath (ongeveer 11 euro). De terugrit (met taximeter) en zonder afdingen of discussie kostte ons 140 bath.
Desondanks een mooie dag, lekker buiten en twee lifers (vogels die je voor de eerste keer ziet).
Onze laatste dag in Bangkok boeken we een georganiseerde uitstap naar de 'trainmarket' en de 'floating market'.
De trainmarket is vreemd, maar authentiek. Stel je een smalle straat voor, waar in het midden een treinspoor ligt. Langs beide zijden van de straat winkels en eethuisjes. Drie keer per dag komt er een trein door. De luifels worden weggedaan en de stoelen opgevouwen en aan de kant gezet. Dan komt de trein heel traag aan, toeterend en voorafgegaan door een man die de weg vrij maakt. Alle mensen gaan plat tegen de kant staan en we merken dat er tussen de trein en de mensen amper dertig centimeter ruimte blijft. Vreemde belevenis.
Vandaar naar de floating market. Dit is een oude gewoonte die op verschillende plaatsen in Thailand bestaat, maar nu zeer toeristisch uitgebuit wordt. De markt vindt plaats in een distrikt van Bangkok dat helemaal doorkruist wordt door smalle riviertjes, de 'klongs'. De boeren en handelaars uit de omgeving kwamen met hun goederen, groenten, fruit, vlees … naar een bepaalde plek. Ook de kopers kwamen met de boot en zo werd er handel gedreven. Dat is nu nog zo: er zijn groenten-, vis-, bier- en eetboten en je kan er zowat alles kopen wat je nodig hebt. Het is er wel heel druk (veel boten met toeristen).
Het interessantste gedeelte voor ons was de boottocht door de klongs na het marktgedeelte: huizen (hutten) op palen langs het water waar nu nog steeds mensen in wonen.
's Avonds werken we nog mee aan een enquete over Thais voedsel. We krijgen een paar hapjes (groene, rode en massamancurry) en moeten die beoordelen. Na nog een paar vragen (leeftijd, nationaliteit....) Worden we bedankt voor onze medewerking en krijgen we elk een koekje, een flesje water en een geweven draagzak(je) in Thaise stijl.
En daarmee zit ons bezoek aan Bangkok er op. Morgen reizen we verder naar Pakchong, een stadje waar we nog nooit geweest zijn in de buurt van het oudste natuurreservaat van Thailand.
De vlucht verliep rustig: eerst met de trein naar Amsteram. Op Schipol even wachten op de hotelshuttle die ons op een kwartiertje naar het Ibishotel bracht.
Heerlijk geslapen en 's morgens terug met de shuttle naar de luchthaven.
Zoals reeds eerder gezegd: vliegen is vooral wachten.
Stip op tijd vertrekt ons vliegtuig. We vliegen met Cathay airlines, een van de grotere Chinese maatschappijen.
Het eerste deel is de vlucht van Amsterdam naar Hongkong. Hier doen we twaalf uur over. Vriendelijk personeel, echt bestek (metaal, geen houten messen), een echte menukaart, alle mogelijke dranken (gin-tonic als aperitief) en heel de vlucht (dag en nacht) mag je bellen voor drankje of snacks.
Een uurtje wachten in Hongkong en dan op twee uur en een half naar Bangkok.
Daar blijkt ons vooraf aangevraagde visum niet echt in orde. We hadden een verblijsvergunning voor drie maand aangevraagd, maar aan de hand van het papieren visum (afgeleverd door de Thaise ambassade in Brussel), kon men maar een stempel geven voor twee maand. Volgens de (vriendelijke) immigratiebeambte kon dat geen probleem zijn, we moeten wel voor die twee maand ten einde zijn een verlenging van een maand aanvragen.
Hoe dan ook, dat nam allemaal wat tijd in beslag, maar eindelijk stonden we buiten.
Nog drie kwartie met de taxi naar het oude gedeelte van Bangkok en daar vonden we ons hotel.
Gelegen in een zeer drukke straat vol eethuisjes, tatoo-shops, cannabiswinkeltjes (!) en kleermakers die een kostuum op maat maken op 12 uur tijd.
De kamer is basic maar ruim. Airco, zeer goed bed (boxspring), maar geen kleerkast en douche en WC liggen op het terras. Wel is er een groot zwembad.
Onze eerste dag brengen we door met het verkennen van de stad. De buurt van de tempel (waar ons hotel is), Khao San Road met al zijn stalletjes, de rivier …..
Wat we vooral doen is lekker gaan eten: maaltijd voor twee (twee hoofdschotels en een biertje) is veel duurder geworden: nu kost dit € 15!
We gaan ook de eerste keer vogels kijken en beginnen uit te zien naar activiteiten om uit te proberen tegen juli als we met de familie terugkomen.
Na enkele jaren Midden- en Zuid-Ameirika verkend te hebben, trekken we nu terug naar Zuid-Oost Azie, onze eerste liefde.
Onze bestemming wordt dit jaar Thailand. Het is heel lang geleden dat we hier nog geweest zijn en we zijn heel benieuwd om dit prachtige land opnieuw te ontdekken.
We weten dat er schitterende tempels zijn, naast buitengewone landschappen, heel veel bijzondere vogels en vriendelijke mensen en …. je vindt er het beste eten van de wereld.
Je merkt dat we grote verwachtingen hebben!
We hopen dat jullie deze blog gaan volgen. Zet het adres bij je favorieten!