In de tuin staat een roos. Heel gelukkig staat ze daar in de late zomer. Ze kan goed opschieten met de anderen. Met andere bloemen wel te verstaan. Nooit voelt ze zich eenzaam. En dat is toch het begin van alle geluk. Op een dag, als de herfstwind komt, ziet de roos zich verwelken, ze voelt dat ze gaat sterven. Want bloemen bloeien tot de wind komt, dan zijn ze verdwenen. Door het raam boven haar dwarrelt iets naar beneden. Papier. Een roos van papier. Wat ben je mooi, zegt de roos. Maar ik ben van papier, zegt het papier. Maar ik ben aan het sterven, zegt de roos. Ik ben al dood, zegt het papier. En daar ligt het, op de aarde. Wat is beter, vraagt de roos, kort te leven of lang dood te zijn, Maar het papier zwijgt.