JUBILEUMREIS EGYPTE.
Wilrijk 5 april 2008 , 0345 uur. Een tiental voertuigen staan voor de gesloten poort van het complex van de Federale Politie in Wilrijk. Rufin die ervoor gezorgd heeft dat we de toelating kregen om onze voertuigen binnen het kwartier te parkeren, tracht vruchteloos beweging in de poort te krijgen. Het elektronisch systeem blijkt buiten werking te zijn.
Het kwartier ligt er verlaten bij. In één lokaal, langs de Boomsesteenweg brandt er licht.
Noël, die voorheen vruchteloos over de poort trachtte te klimmen en moest vaststellen dat een oud-para ook ouder wordt, probeert met steentjes tegen de ruit de aandacht te trekken van eventuele aanwezigen. Zonder enig resultaat. Ondertussen is de autocar die ons naar de luchthaven zal voeren aangekomen. Er is nog geen oplossing voor de weerbarstige poort en het lijkt erop dat we de voertuigen onder de brug zullen moeten parkeren. Tot plots Jackie zich herinnert dat hij in het bezit is van het telefoonnummer van het verlichte lokaal, dat als een soort transmissie centrum fungeert. Hij belt en inderdaad het is bemand en een brave ziel zal komen kijken of de poort langs de binnenzijde kan geopend worden.
Wat blijkt, de poort is niet slotvast en eenvoudig met de hand te openen. Na dertig minuten kan onze jubileumreis, richting Luxor echt starten.
Bij aankomst in Zaventem stellen we vast dat, niettegenstaande de paasvakantie op haar einde loopt, we zeker niet alleen willen vertrekken. De twee uur voor vertrek hebben we ruimschoots nodig om door de identiteits- en veigheidscontroles te geraken. De vlucht verloopt vlekkeloos en bij aankomst in Luxor dienen we voor het visum opnieuw aan te sluiten aan een lange rij wachtenden. We krijgen als groep een kleine voorgift. We hoeven het visum niet aan het loket te betalen maar kunnen later, op de autocar naar het schip, afrekenen. Bij onze inschrijving werden we ingelicht dat het visum ons 17 euro zou kosten en we betalen dan ook braaf die 17 euro met gepaste munt aan de jonge gast die rond komt. We hadden wel al gezien dat in de luchthaven, met grote affiches, de prijs van het visum 15 USD bedraagt. Een Amerikaans gezin dat eveneens op onze autocar zit en ook vanuit Brussel was vertrokken weigert de 17 euro te betalen en wil 15 USD geven. De jonge bediende die slecht Engels spreekt, weet niet wat hij daar mee moet doen en vraagt raad bij de hostess van Neckermann die niet wil tussenkomen bij dit dispuut. Uiteindelijk betaalt het gezin 15 USD per persoon of omgerekend 9,73 euro.
Ik heb aan de reisorganisatie om uitleg gevraagd voor dit grote prijsverschil, maar nog geen antwoord gekregen.
M/S Semiramis 3
Rond 1400 uur kunnen we inschepen op de M/S Semiramis 3. Een in 2007 volledig ontmanteld en vernieuwd vijfsterren schip. De eerste indruk is overweldigend. Hier zullen we zeven dagen verblijven en genieten van drie buffetten daags. Tijdens ons verblijf wordt het schip geïnspecteerd door een internationale jury en krijgt het naast zijn vijf sterren de vermelding Elegance.
De bar van het schip
We worden in de bar verwelkomd door scheepsreisleidster Malka Lamine en na een korte programmabespreking naar het restaurant begeleid. De lunch in buffetvorm is uitstekend en het restaurantpersoneel is bijzonder vriendelijk. Alle dagen zullen we hier kunnen genieten van drie afwisselende buffetten. Ook de kajuiten met zicht op de Nijl stralen klasse uit. Iedereen is uitermate tevreden en kijkt al uit naar een druk maar uitermate gevarieerd en leerrijk programma onder leiding van Lafitte, de gids die zich al vlug benoemd als Super Lafitte. En terecht hij heeft gedurende die zeven dagen op en langs de Nijl bewezen dat hij zijn kennis van duizenden jaren Egyptische geschiedenis perfect en met de nodige humor kan aan de man brengen.
s Anderdaags begint het weekprogramma al heel vroeg. We worden gewekt om 0500 uur en om 0600 uur aan het ontbijtbuffet verwacht, waarna een eerste bezoek op het programma staat : West-Thebe. Met de tempel van Hatsheput, de Memnonkolossen en vooral de Vallei der Koningen worden we onmiddellijk ondergedompeld in de rijke geschiedenis van Egypte. We weten nu ook waarom alles in de vroegte moet gebeuren, de temperatuur in de Vallei der Koningen stijgt al vlug boven de dertig graden en op het einde van de trip zitten we al in de veertig.
Kort na de middag ,tijdens de lunch, vaart het schip af naar Esna en Edfu.
Er varen zo een 350 schepen op de Nijl, tussen Luxor en Aswan. De Nijl heeft amper een diepte van twee meter en het schip heeft een diepgang van 1,50 meter zodat het tegen 15 km per uur, zigzag over de Nijl vaart. Langs de oevers zien we wat primitieve landbouw maar ook de woestijn is altijd in zicht.
Bijna alle uitstappen zijn zo georganiseerd dat we tegen het middagmaal terug op het schip zijn en kunnen genieten van de airconditie of de verkoeling op het dek, met ligbedden, een plonsbad en een bar waar o.a. lekker Egyptisch bier geserveerd wordt.
Op weg naar Aswan is het sluizencomplex een terugkerende hindernis. Tientallen schepen liggen er te wachten voor de sluis. De plaatselijke handelaars maken er gebruik van en bieden hun waren op een wel bijzondere manier aan. Ze naderen de schepen in kleine sloepen (roeibootjes) en gooien hun waar tot op het dek van de wachtende cruiseschepen, tien tot twaalf meter hoog. Het is een luidruchtige bedoening, die duurt tot dat de duisternis is ingetreden. Wachtend voor de sluis gaan we een volgende nacht in. s Morgens bij het ontwaken stellen we vast dat het schip door de sluis kan.
Met kleine bootjes prijzen ze hun waren aan en gooien deze tot op het dek Foto : Jackie Carvers
Gezien het tijdverlies zullen we het bezoek aan de Horustempel in Edfu op de terugweg doen. We bezoeken nog wel de dubbele tempel van Kom Ombo.
In Aswan aangekomen bezoeken we de stuwdam. De stuwdam, gebouwd in de jaren zestig, is de oorzaak van het ontstaan van het Nassermeer dat vijfhonderd kilometer zuidwaarts tot in Soedan loopt. Het zorgt er voor dat het pijl van de Nijl onveranderd blijft en dat er ten Noorden van de afdamming geen overstromingen meer kunnen voorkomen. Ook de legendarische Nijl krokodillen blijven aan de Zuidkant, komt er toch één door dan is het een sjakos , dixit onze gids. De dam zorgt eveneens voor stroom in het Zuidelijk Egypte. Vervolgens rijden we naar de onvoltooide obelisk en de tempel van Philae. We sluiten deze trip af met een panoramische boottocht en een bezoek aan de botanische tuin.
In de late namiddag staat er nog een facultatieve citytour Aswan op het programma. Een gelegenheid om de levendige bazaar van Aswan te ontdekken, een kijkje te nemen in een moskee en die godsdienst te leren kennen uit een andere invalshoek. In een plaatselijke kroeg kunnen we bij een glaasje thee de waterpijp uitproberen. Het klank en lichtspel in de tempel van Philae laat iedereen aan zich voorbijgaan. Op de laatste dag staat nog een klank en lichtspel in Karnak op het programma.
Woensdag wordt een rustdag of kan men kiezen uit enkel facultatieve uitstappen. De kameelsafari St-Simone, het bezoek aan een Nubisch Dorp of de uitstap naar Abu Simbel. Voor deze laatsten wordt het vroeg dag en zeker geen rustdag. Om stipt vier uur worden ze aan de receptie verwacht. Met een lunchpakket en een kussen om nog wat te slapen gaat het met een autocarkaravaan 280 kilometer heen en 280 kilometer terug door de woestijn voor het bezoek aan Abu Simbel. De door de UNESCO beschermde tempels, gebouwd tijdens de regeerperiode van Ramses II werden voor de bouw van de stuwdam afgebroken en 280 km zuidwaarts terug heropgebouwd. Het twee uren durende bezoek ter plaatse doet al vlug de helse ritten heen en terug vergeten. En zoals steeds tegen de lunch is iedereen aan boord en varen we terug richting Edfu, waar we de Horustempel bezoeken. De korte rit door het centrum met koetsjes en de onvermijdelijke animatie van de de koetsier zal ons nog lang bijblijven. Aan de sluis hebben we ditmaal geen oponthoud zodat we donderdag in de late namiddag terug in Luxor aanmeren. De volgende dag zullen we de tempels van Karnak en Luxor bezoeken en voor de liefhebbers is er s morgens, bij zonsopgang (vijf uur) een vlucht met een luchtballon mogelijk. Ook een kameelsafari of het bezoek aan Medinat Habu + de vallei der kunstenaars is mogelijk.
s Avonds staat het klank- en lichtspel Karnak op het programma, waarna we de laatste nacht op het schip ingaan.
Het eerste deel van deze reis heeft ons laten kennis maken met de oudheid in Egypte, maar ook deels met het dagelijkse leven in het zuidelijke deel van Egypte. Is er in Aswan al sprake van recente gebouwen en een meer ontwikkelde kern dan is Luxor voor ons nog een middeleeuwsestad met meer dan 420000 inwoners die allemaal leven van het toerisme. De stad wordt beheerst door in de lucht priemende bossen van betonijzer, op de huizen ontbreekt het dak en meestal ook ramen, de hoop op verdere afwerking of opbouw is niet zichtbaar. Vanuit een luchtballon ziet men de man in het bed liggen, de vrouw op de mat ernaast en de ezel of kameel in de onmiddellijke omgeving. Buiten autocars met toeristen en aftandse taxis rijden of lopen er vooral ezels en ezelkarren. We hebben een hele familie (vier stuks) op de rug van een ezel gezien. Gelijkaardige taferelen op een oude bromfiets. En iedereen rijdt dan nog in het midden van de baan. Het openbaar vervoer bestaat uit pickups, kleurrijk beschilderd die kris-kras door elkaar rijden. De verkeerslichten worden nooit gerespecteerd. Groen licht betekent, je moet doorrijden. Rood licht betekent, je kan doorrijden behalve als de politie er staat en dan nog.
En dan is er nog de politie. Overal ziet men zakkig geklede mannen in zwarte uniformen met een gouden adelaar die ons doen denken aan de soldaten van de eerste wereldoorlog. Ze bemannen niet alleen de talrijke checkpoints, waar ze zich wat doelloos maar duidelijk bewapend onledig houden. Ze duiken zowat overal op, op het schip, in de autocar en op zowat elke hoek van de straat. Ze dienen ons te beschermen tegen hun eigen volk, een volk dat er wat moedeloos en uitgeleefd bijloopt. Veel vertrouwen kunnen ze niet opwekken en ze moeten zich zichtbaar intomen om, zoals het grootste deel van hun lotgenoten met de hand open te staan of iets te verkopen .
Ze kunnen enkel nog overleven bij de gratie van de cultuur en de graven die hun voorvaderen deskundig hebben leeggeroofd.
Vragen over de leefomstandigheden, de positie van de vrouw, het onderwijssysteem en het pensioen gaat ook onze gids deskundig uit de weg. En daar waar hij er niet onderuit kan tracht hij het rooskleuriger voor te stellen.
We zien ook dat er weinig of geen vrouwen te zien zijn en als ze zich dan al op de openbare weg verplaatsen er gesluierd bij lopen. Het personeel op het schip en ook later in ons hotel zijn voor 99 % mannen.
Op zaterdag maken we dan de oversteek naar de Rode Zee. Het is weer vroeg opstaan (0500 uur), want om 06 uur dienen de koffers aan de receptie te staan. Om 0700 uur vertrekken we naar het centrum van Luxor. In een zijstraat verzamelen zich een honderdtal autocars en minibussen. In de straat loopt overal de sterk bewapende politie rond. Ze zullen de karavaan begeleiden door de woestijn, zon 400 km. Om klokslag 0800 uur wordt het sein tot vertrek gegeven. Vooraan in de autocar komt een politieman zitten en we zien dat niet alleen vooraan maar ook tussen de kolonne een aantal politiejeeps rijden. Het zijn blauwe pickups met in grote letters TOYOTA op, achteraan zitten telkens een viertal politiemannen, het automatisch wapen in de hand. Alle verkeer wordt stilgelegd. Op elk kruispunt staat politie of een soort militairen met het wapen in de hand. Het is wel of ze op elk ogenblik een aanslag vrezen. De karavaan raast door de dorpen en de autocars beginnen elkaar in te halen. De chauffeur rijdt bijna steeds op de toerenteller in het rood en tegen ruim 130 km per uur van het ene checkpoint naar het andere. De politieagent, die het vooraan in de zon, te warm kreeg is ondertuussen verhuisd naar de derde rij in de autocar en doet een dutje. De gids is helemaal achteraan gaan zitten en doet eveneens zijn dutje. Hij zal slechts terug te voorschijn komen als we El Gouna naderen om ons mee te delen hoe goed de service op de autocar wel geweest is en dat daarvoor wat Baksjisj (drinkgeld) hoort.
Het tweede gedeelte van de reis zullen we doorbrengen in het Sheraton Miramar Resort ***** in El Gouna. Een stadje dat twaalf jaar geleden werd aangelegd en dat in Egypte Het kleine Venetië wordt genoemd. Het ligt 22 km ten noorden van Hurghada en is omgeven door een lagunalandschap. Het oord bestaat vooral uit hotels (13) van een superieure categorie. Het heeft een centrum Downtown en een haventje Abu Tig Marina waar bars en restaurants u uitnodigen tot een drink (zelfs alcohol is hier geen probleem). Het stadje heeft eigenlijk niets met Egypte te maken, behalve dan de weer overal aanwezige politielui in zwart zakkengoed, die de voertuigen op bommen detecteren.
Shutteldienst in El Gouna met o.a deze uit Pakistan komende minibus
Foto: Jackie Carvers
Met een goed georganiseerde shutteldienst (15 pond = voor de zeven dagen) of een Tok-Tok kan men vlot overal komen. Ook golfliefhebbers komen hier aan hun trekken
Het hotel is een reusachtig ressort in een prachtig aangelegde tuin. Het biedt ons alles wat van een vijfsterrenhotel mag verwacht worden. Men kan nauwelijks geloven dat het hier 10 jaar geleden nog woestijn was. Er is zelfs een 1,7 km lang jogging parkoer, naast een zwembadencomplex, een health club en drie restaurants. Het inchecken verloopt bijzonder vlot en iedereen, een beetje verspreid over het ganse complex, beschikt over een bijzonder grote en luxekamer. De start van een zonnige en warme strandvakantie. Goed om te bekomen van het drukke programma op en langs de Nijl. En wie er nog niet genoeg van heeft kan boeken voor een uitstapje op de Rode Zee, een woestijnsafari, dolfijnen spotten of Hurghada bezoeken.
De voorzitter overhandigt de derde prijs van de kaartwedstrijd aan Walter Rikse Foto: Jackie Carvers
Ook de traditionele kaartavond in het hotel was weer een succes. De eerste prijs ging ditmaal naar Noël Gorissen met 96 punten, voor ondergetekende 95 punten en Walter Rikse met 92 punten.
Roger Losa
28-07-2008, 00:00
Geschreven door Roger Losa
|