WEETJES

Wat is er zoal verandert op 1 oktober ?

Waarde van postzegel.

Vanaf 1 oktober is de waarde van postzegels niet langer aangegeven in euro, maar aan de hand van een nummer. De zegels verliezen hun waarde dus niet en blijven levenslang geldig. De nieuwe zegels vermelden nu een getal tussen 1 en 7. Voor een standaardbrief tot 50 gram is bijvoorbeeld een zegel met het nummer “1” nodig. Die zegel heeft op dit ogenblik een waarde (en kost) 0,52 euro. Een zegel met het nummer “4” opgedrukt, kost 4 x 0,52 euro en heeft een waarde van 2,08 euro.

Opgelet ter gelegenheid van de feestdagen biedt de post je een voordeeltarief: Een blad met 10 "kerstzegels" voor 46,80 euro.

Win for Life.

Voor de gokkers onder ons: de prijs van een biljet “Win for Live” van de Nationale Loterij steeg met 50 cent tot 3 euro. Maar ook het te winnen bedrag is gestegen. Het verdubbelt zelfs van 1000 euro naar 2000 euro per maand voor het leven.

Zwaarlijvig – Inenting griep.

De ziekteverzekering betaalt ingrepen tegen zwaarlijvigheid, zoals het plaatsen van een maagring, terug voor de mensen die kampen met morbide obesitas. Zowel de operatie als het implantaat worden terugbetaald. De voorwaarden zijn wel dat de patiënt een BMI boven de veertig heeft, tussen achttien en zestig jaar is een jaar lang zonder succes een dieet gevolgd heeft.

De meest ziekteverzekeringen komen nu tussen bij de aankoop van de inentingsstof. Het is zeer verschillend naargelang het fonds. Vraag in ieder geval bij je apotheker je getuigschrift en maak het over aan je ziekenfonds.

Namaak.

De bestaande regelgeving tegen namaak zal verstrengd worden. De nieuwe wet bevat voor het eerst een duidelijke definitie van namaak, dat niet langer een klachtmisdrijf is. Daardoor is niet langer een klacht van de houder van een merkrecht nodig om een inbeslagname uit te voeren. Het openbaar ministerie kan dus eigenhandig optreden. Daarnaast worden de straffen voor het bezit van namaakgoederen verstrengd; De voorziene boetes kunnen oplopen tot ( en ja, je leest goed en er staat geen nul te veel ) 500.000 euro.

Wie proces verliest betaalt mee voor advocaat winnaar.

Wie vroeger 500 euro wilde terugeisen van een schuldenaar, kreeg vaag de raad voor zo’n klein bedrag niet naar de rechter te stappen. “Het sop is de kolen niet waard” luidt het. Daar komt nu verandering in; In mei van dit jaar werd reeds de wet goedgekeurd en de uittredende ministerraad heeft het KB (uitvoeringsbesluit) goedgekeurd. Wie bijvoorbeeld naar de rechter stapt voor een bedrag van 500 euro en zijn proces wint, krijgt voor zijn advocaatkosten een basisbedrag van 200 euro. Als er weinig betwisting over de schuld bestaat, dekt dit de vergoeding voor de advocaat, wiens optreden beperkt zal zijn.

De uitgewerkte oplossing geeft de rechter een ruime en op precieze criteria gebaseerde beoordelingsbevoegdheid om het bedrag van de rechtsplegingvergoeding te bepalen. Het bedrag wordt bepaald op basis van een rooster dat rekening houdt met het financiële belang van het geschil. Het bedrag kan worden verhoogd of verlaagd tot een maximum of een minimum.

Bij de beoordeling kan rekening worden gehouden met de financiële draagkracht van de verliezende partij, de complexiteit van de zaak, de belangrijkheid van de contractuele vergoedingen die overeengekomen werden voor de partij die in het gelijk wordt gesteld en het kennelijk onredelijk karakter van de situatie. Ook wordt voorzien dat, indien de partij die in het ongelijk wordt gesteld van de tweedelijns juridische bijstand geniet, de vergoeding wordt vastgelegd op het minimumbedrag. Dit moet de toegang tot het gerecht van de allerzwaksten garanderen.

Voor de kennelijk onredelijke situaties is echter een uitzondering voorzien. Niemand zal een vergoeding moeten betalen die hoger ligt dan het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding. Indien de beklaagde daarentegen wordt vrijgesproken, zal de burgerlijke partij veroordeeld worden tot het betalen van de rechtsplegingsvergoeding, voor zover de burgerlijke partij de rechtspleging in gang heeft gezet door een rechtstreekse dagvaarding.

Indien het openbaar ministerie de strafvordering in gang heeft gezet of indien dat gebeurde door een burgerlijke partijstelling in handen van een onderzoeksrechter, zal de verhaalbaarheid niet gelden. Ook voor het hof van assisen geldt de regeling niet. De wet zal gelden voor alle lopende zaken en treedt in werking op 1 januari 2008.

15-11-2007, 00:00 Geschreven door Roger Losa