Een beetje later dan gewoonlijk, maar hier zijn we weer, dat ietwat later zijn had eigenlijk te maken met de avondparty die de Vogelzang heeft gegeven. Je weet wel van vorige uitgave die
vette derms, sprot enz. die Kathleen zou uitdelen. Bij deze het verslag van een toch héél opmerkelijke én aangename avond:
Het begon er al slecht uit te zien van smorgens, wind en regen gevolgd door, regen en nog meer wind gevolgd door, nog meer regen en nog meer wind, en dat met een avondparty buiten in het verschiet
. Maar niet getreurd, mijn madam en ik rond zeven uur vertrokken, een half uurtje te vroeg, want eigenlijk hoopten we op nog een plaatsje vrij
binnen in het café, want ik had niet de indruk dat er buiten veel volk zou staan. Aan de Vogelzang aangekomen stond daar gelukkig, een stevig uitziende overdekte bar aan het terras en de zonneluifel was eveneens uitgeplooid, vastgeankerd aan de grond met een reeks stevige touwen. Kathleen was reeds in alle optimisme aan het bakken, hele kledders boter in enorme pannen kieperend, een gedeelte van de sprot wou duidelijk terug naar zee , maar ze vlogen de verkeerde richting uit en gingen richting Kortrijk , ze hadden beter hun GPS meegenomen hé. Een deel van de darmen probeerde eveneens op eigen krachten, vol heimwee, terug naar de boer te kronkelen maar belandden op de oprit van de apotheker aan de overkant van de straat, dit tot zijn groot genoegen.
Ik zag eveneens Luc en Ilse heer en weer zwaaien en zwieren , wanhopig hangend aan de rand van de zonneluifel, met uiterste inspanning proberend dat zeil te beletten om op reis te gaan naar de Ardennen
.
Heb je een beetje een beeld van hoe het was toen ik er aan kwam? Mijn madam en ik hebben ons discreet terug getrokken op mijn vaste stek aan den toog met een pintje en een koffieke. Een half uurtje nadien komt Kathleen zwetend, hijgend binnengestoven met de vermelding dat de darmen en de sprot klaar waren en dat we ze mochten gaan halen buiten, waar eveneens liters jenever en glughwein klaarstonden voor een spotprijske
.enkele van de meest moedigen onder ons waagden zich naar buiten bij Luc die ondertussen het bakken voor zijn rekening genomen had, nu en dan een slok jenever drinkend (om courage op te doen hé, hij was daar tenslotte zijn leven aan het wagen hé!!). Enfin
een beetje later werd het toch wel iéts te gortig buiten want ik zag Kathleen, razende van de zenuwen, met haar armen vol met jeneverflessen en glughwein binnenkomen, en er zou verder binnen gegeten en gedronken worden
wat een zucht van verlichting. Maar dan begon het hé
ik kan namelijk niét tegen de geur, het uitzicht en nog min de smaak van vette derms , ik heb namelijk een traumaatje opgedaan toen ik klein was, je moet weten dat mijn vader daar verlekkerd op was én hij maakte dat klaar met smout (varkensvet) én azijn. Maar die geur van die gebakken darmen
., waarschijnlijk bewust niet helemaal goed gespoeld, (want mijn vader zei altijd dat een goeie vette darm een beetje moet smaken naar dat die erin gezeten heeft),dat was eigenlijk geen geur meer maar pure stank (stront), het was niet te harden en wij allemaal naar buiten tot mijn pa gegeten had én het huis goed doorgelucht
pas dan konden wij terug naar binnen, ik zie mijn vaders gezicht nog steeds voor mij, smekkend en zuchtend van geneugte. Hij at dat ook het liefst in putje winter.
Nu terug naar de Vogelzang, aan weerszijden van mij zaten ze natuurlijk, hoe kon het anders, dampende, geurende,kronkelende darmen te eten, ik probeerde wanhopig naar iets anders te kijken, naar mijn twee sprotjes bijvoorbeeld, maar dat lukte van geen kanten hé. Gelukkig kwam mijn vriend J.M. binnen met zijn exotische vriendin, direct was mijn aandacht een beetje afgeleid, en we gingen aan een tafeltje zitten want de café begon tsjokvol te zitten, allemaal ruim genietend van spijs én drank. Liters jenever, bier en glughwein zag ik daar passeren, kilos darmen en sprot werden geconsumeerd en wanneer deze op waren werden er meterslange bloedworsten en wulloksen binnengespeeld, het was duidelijk het begin van de ramadan in de Vogelzang. Ik zag vanuit de verte (toen kón ik nog een beetje ver kijken) dat Luc nog steeds zijn schrik aan het verdrinken was want hij had discreet een fles jenever mee naar buiten gesmokkeld. Overal zag ik lachende gezichten, ze amuseerden zich allemaal en toen mijn eene oog het andere niet meer zag, insgelijks mijn vriend J.M. werden wij beiden stevig ondersteund naar huis geleid onder de welwillende troebele blikken van de overblijvende klanten.
Dit is voor herhaling vatbaar.
Tot ziens maar weer,
|