Bij mijn binnenkomst in café Vogelzang is het rustig zie ik, een koppeltje aan de dis en Kathleen, ja
met de haren in pieken omhoog, ogen half toe, zit ze op haar barstoel te geeuwen, ze is namelijk niet uitgeslapen, hélemaal niet zelfs, het ook niet verwonderlijk verneem ik later, want, door omstandigheden is ze véél vroeger moeten opstaan, een volle tien minuten zelfs. Vruchteloos probeert ze die weerspannige stressen terug in de plooi te krijgen onderwijl mopperend dat ze de ganse dag niet volledig wakker zal worden, en dat het haar dagje niet zal zijn, en dat ze oververmoeid zal geraken, enz
. Ik ben er nog niet uit of ik nu de verstrooide Kathleen krijg (want dan is het opletten geblazen), of de rustige Kathleen,(de uitbundige en de gedreven Kathleen zal het gezien haar nachtrust wel niet zijn hé). Of heb ik de vijfde Kathleen ontdekt?
Rustig van mijn pintje genietend (die ik gekregen heb tussen twee geeuwbuien in) luister en kijk ik naar dat koppeltje, van middelbare leeftijd,aan de dis, hij een mager mannetje die steeds met volle smaak en genietend van zijn wijntje drinkt en zijn vrouw (of vriendin), een rustig en vriendelijk koppel waar het aangenaam praten mee is, ze weten ook mee te spreken over het leven want ik denk dat ze allebei niet gespaard werden door het ongeluk en tegenslagen. Beiden hebben, denk ik, een ander leven vol zorg en kwel achter de rug, maar ze hebben elkaar gevonden, en het mooiste van alles is dat het leven ze niet klein gekregen heeft, nee, ze genieten er zelfs van, en dat verdient het grootste respect.
Ondertussen is onze S. (die met de kruiwagen) binnengekomen, met smachtende en verliefde ogen kijkend naar Kathleen
, nu zal het wel gedaan zijn met de rust denk ik, we moeten alleen vermijden van over honden te praten, van het werk of van de voetbal, dan gaat het nog een beetje.
Het ander koppeltje komt ook binnen (die van de negerin), steeds vriendelijk goedendag zeggend tegen iedereen begeven ze zich naar de dis naast het andere koppeltje. Die vrouw heeft een hele aparte manier om die barstoel te beklimmen, ze is namelijk niet groot, redelijk klein zelfs, en die barkrukken zijn zéér hoog, en die toog ook, ik ben ook niet van de grootste dus ik kan het weten, ik kijk verder
eerst zie je een mollig armpje boven de dis uitkomen, met haar hand zoekend naar de verste rand om haar aan op te trekken, dan met de linker voet op de ijzeren trede en
hup haar hoofd verschijnt boven de dis, nu met haar poepe een kwart draai naar rechts en op de stoel, bloedrood kijkt ze dan glimlachend rond, gelukkig, het is weeral gelukt, nu haar voet uit de plaaster is gaat dat veel beter natuurlijk. Uitermate lief kijkt ze naar Stavros, sorry, naar Luc, maar die ziet haar niet, er zit een haar in de boter tussen die twee geloof ik, anders is het steeds van Lukske en Connietje, ze konden niet weg kijken uit elkaars ogen,
maar nu niet, jammer van deze prille liefde hé.
Ik zie dat rode wagentje van de post voorbijschieten, naar achter (een beetje uit het zicht hé), iedereen moet niet zien dat Kathleen dagelijks massas post krijgt die met het autootje moet gebracht worden hé, de facteur komt binnen met zijn twee meter lengte, (voor mij steeds een vraagteken hoe hij zich in dat wagentje kan plooien) en die entréé is steeds voorspelbaar, bij binnenkomst loopt hij steevast, iedereen goede dag wensend, rechtdoor naar de andere kant van de café naar de WC, altijd hoog water denk ik, een pint bier wordt reeds préventief getapt tegen dat onzen facteur gedaan heeft met zijn arbeid in de WC, hij placeerd zich daarna aan de dis, en doet luidkeels mee aan de débatten en discussies, na nog een volgende pint verdwijnt hij zwaaiend naar iedereen terug naar zijn werk, alléé dat denk ik toch.
De beide koppels zijn ondertussen een feestje aan het bouwen want er wordt daar danig wat afgelachen aan de andere kant van den dis.
S. is ondertussen ook wakker geworden want hij is tegen een man van de gemeente aan het discussiëren over honden dresseur, je moet namelijk weten dat S. vroeger apache geweest is, geen indiaan zoals in de films (al zou ik hem wél zo gekleed eens willen zien) maar dat is iemand die honden traint voor het bijten, met een zwaar pak aan. De discussie is zéér hoogstaand want die verloopt als volgt:
àGemeenteman tegen S. gij hebt nog nooit een hond kunnen doen liggen jij!
àS. tegen gemeenteman en gij ook niet, want het enige die gij kon laten liggen was die vrouw die daar altijd was!
àGemeenteman tegen S. gij met jouw vuile poten, ge zoudt ze beter wassen!
àS. tegen gemeenteman mijn poten zijn vuil van het werken, maar de jouwe zijn nog nooit vuil geweest, want gij wéét niet wat werken is gij!
Wijselijk ben ik het dan maar afgestapt richting huiswaarts, vooraleer ik in de discussie betrokken raakte, want de mijne zijn de laatste jaren ook niet veel vuil geweest.
Alléé tot volgende keer.
|