Inhoud blog
  • Pokhara en Kathmandu.
  • Terug naar Chitwan
  • Terug in Lumbini.
  • Trek naar het westen
  • Kathmandu
    Zoeken in blog

    Ze doen het weer
    2016. Reis naar Indonesiƫ en Nepal
    10-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Walacea

    Rondtrekken in Wallacea.


    Alfred Russel Wallace was een negentiende eeuwse natuurkundige. Hij was een vriend van Charles Darwin en deed onderzoek naar de fauna en flora in Azië. Hij merkte op dat er tussen de planten dieren in Borneo en Sulawesi een groot verschil bestond, hoewel de eilanden naast mekaar liggen en het klimaat vergelijkbaar is.
    Hij ontwikkelde de theorie dat Borneo vroeger deel uitmaakte van een grote landmassa die later uiteenviel in de verschillende eilanden en (sub)continenten van Azië, terwijl Sulawesi onderdeel was van een groot continent dat onderandere Australië heeft voortgebracht. De scheidingslijn tussen die twee gebieden heet nu nog 'de lijn van Wallace'. Later onderzoek heeft uitgewezen dat Wallace gelijk had, maar dat de scheidingslijn meer naar het oosten ligt. Tegenwoordig aanvaardt men dat de lijn van Wallace de westelijke grens vormt en een andere lijn, 'Lydekkers Line', de oostelijke grens. Tussen die twee grenzen ligt een gebied dat men nu, als eerbetoon aan Alfred Wallace, Wallacea noemt. In dat gebied liggen, naast een hoop andere eilanden, onder andere Sulawesi, de Molukken, Timor en de kleine Sunda-eilanden.


    Planten en dieren hier zijn een fascinerende mix van Aziatische en Australische soorten, maar het belangrijkste is dat in dit gebied tweehonderd negenenveertig endemische vogelsoorten leven. Endemisch wil in dit verband zeggen dat deze vogels enkel en alleen in dit gebied voorkomen en nergens anders ter wereld te vinden zijn. Hier gaan wij dus vogels kijken. Eén klein probleempje: over dit gebied bestaat er geen goede vogelgids. Het meest recente boek, 'Birds of Wallacea' is uitgegeven in 1995 en ondertussen uitverkocht. Het wordt (voorlopig?) niet meer herdrukt en een tweedehandsexemplaar betaal je nu gemakkelijk tweeduizend dollar. We moeten ons dus behelpen met een algemene vogelgids van Indonesië en met opzoeken op internet.


    We beginnen in Tentena.
    De verplaatsing is, zoals alle verplaatsingen in Sulawesi, moeilijk. We zouden moeten opgepikt worden aan ons hotel in Rantepao (de service is ongeloofelijk: men komt je thuis oppikken, hier kan De Lijn nog een puntje aan zuigen!), maar de bus komt al een uur te laat opdagen. Dat is dan het nadeel als je iedereen persoonlijk gaat ophalen. Normaal zou de verplaatsing tien uur duren, maar door veelvuldige etenstops, mensen oppikken en afzetten enzovoort, doen we er dertien uur over. We zijn wrakken als we om half elf 's avonds afgezet worden aan de busterminal in Tentena. Van die busterminal is het nog drie kilometer naar ons hotel. Op dit uur zijn er geen taxi's meer, we zijn dus verplicht een ojek te nemen: een bromfietstaxi. Op zich geen probleem, maar je moet het eens doen met een rugzak en een trolley! Als bij wonder geraken we heelhuids in het hotel. Enig afdingen en we krijgen een kamer met terras, douche met warm en koud water, ontbijt in de prijs begrepen, netjes,....


    Hier blijven we een paar dagen. Tentena ligt aan een zeer groot meer (het derde grootste van Indonesië). Er heerst een landelijke sfeer, veel restaurantjes (vis!) en het is er heel rustig. We doen elke morgen een wandeling langs het meer (elke dag zien we nieuwe vogels) en we besteden een dag aan het bezoeken van de omgeving. Dat doen we met een ojec. We huren twee bromfietsstaxi's en rijden naar de watervallen (mooi), het strand (Bredene, maar dan zonder volk), een dorp van Balinese immigranten die hun eigen bouwstijl hebben meegebracht, maar vooral: we genieten van het rondrijden in de natuur.


    Na een tijdje hebben we het bekeken en trekken we verder. Het doel is Lore Lindu National Park. In het reservaat kan je niet logeren, dus we zoeken een onderkomen in een klein dorpje, dicht bij het park, Wuasa. Het dorp ligt in de Napuvallei, op zich al een belangrijk natuurgebied.
    De verplaatsing wordt geregeld door de mensen van ons hotel. We krijgen drank en eten mee voor onderweg, nog een zak verse mango's en dan komt de eerste taxi ons oppikken.Taxi's hier zijn 'shared taxi's', dat wil zeggen dat je er niet alleen in zit, maar dat de taxichauffeur onderweg mensen blijft oppikken tot de wagen overvol zit. Toch bereiken we redelijk comfortabel Poso, na een ritje van een dikke twee uur. In Poso worden we afgezet aan een andere taxistandplaats en na een uurtje wachten (op meer klanten) vertrekken we naar Wuasa. Het wordt een rit van een dikke vijf uur, met acht mensen opgepropt in een taxi die voor zes personen bedoeld is. Hoe dan ook, als laatsten worden we afgezet aan 'hotel Sendi'. Een oud geval: geen douche (met een pannetje water over je hoofd gieten), geen warm water, geen internet, maar wel een zittoilet en een goed bed. De eigenares waarmee we moeten onderhandelen over de prijs spreekt geen woord Engels (of Frans of wat dan ook) en wij spreken geen Indonesisch. Ondertussen zijn we echter wel meesters geworden in het uitbeelden van dingen: een nacht slapen tweehonderdvijftigduizend roepies, vier nachten slapen voor achthonderdduizend roepies, ontbijt wel of niet inbegrepen, waaruit bestaat het ontbijt enz... Enfn, we komen tot een overeenkomst: tweehonderdduizend roepies per nacht (dertien euro) en een uitgebreid ontbijt inbegrepen. Een beetje te veel betaald, maar we hebben geen keus. In de wijde omtrek is er geen ander logies te vinden.

    De eerste avond maken we een afspraak met Mr. Idris, een vogelgids. Hij zal ons twee dagen later begeleiden op een vogeltocht door het park. Ondertussen doen wij zelf elke morgen een (lange, hete en vochtige) vogelwandeling door de velden en jungle in de omgeving. Elke dag zien we hier nieuwe vogels, waaronder de 'knobbed hornbill', een vogel die enkel en alleen hier voorkomt. Spijtg genoeg kunnen we er maar een zeer onduidelijke foto van nemen.


    De uitdrukking 'vroege vogels' is niet voor niets uitgevonden. Voor onze vogeltocht staan we op om kwart voor vijf, om vijf uur staat ons ontbijt klaar (traditioneel Indonesisch ontbijt: nasi goreng met een ei en koffie) en om half zes arriveert onze gids in een auto met chauffeur. Een ritje van drie kwartier brengt ons naar Tambing Lake, een meer gelegen in het natuurreservaat. Spijtig genoeg blijkt men naast het meer een camping te hebben ingericht, waardoor alle watervogels verdwenen zijn.
    Desondanks trekken we onder leiding van onze gids door de bossen en vlaktes rond het meer. Toen we een paar dagen geleden deze afspraak maakten, bleek dat Mr. Idris, onze gids, ook de schrijvers van het boek 'Birds of Walacea' twintig jaar geleden gegidst heeft. Als aandenken heeft hij een exemplaar van het bewuste boek gekregen (met opdracht), dat hij vol vertrouwen twee dagen aan mij wou uitlenen. Nu konden we tenminst een paar vogels opzoeken!


    We zoeken vogels tot half twaalf, dan eten en een beetje rust (vogels rusten ook een paar uur tijdens de middag) en doen dan verder tot de regen (regenseizoen weet je we!) verdere acties onmogelijk maakt. Het was hoe dan ook een heel vruchtbare dag: meer dan veertig soorten gezien, waarvan zeker dertig voor ons nieuw waren. Fotograferen was niet altijd mogelijk (foto's maken van een klein, vlug vogeltje tusen donkere struiken is bijna onmogelijk), maar toch zijn er een paar heel goede opnames gemaakt. Zie de vogelfoto's.


    En dan komt ook hier een eind aan. We verplaatsen ons naar Palu, drie uur meer noordelijk. Dit maal is de reis een plezier: een taxi voor ons twee, die enkel een paar keer stopt om zakken rijst uit te laden en een zak ajuin op te pikken.
    In Palu moeten we één ding doen: vervoer (vliegtuig) regelen naar Denpassar. Het laatste deeltje van ons verblijf in Indonesië willen we terug doorbrengen op Bali, waar we trouwens de verjaardag van An uitgebreid en luxueus gaan vieren.


    Tot later!
    Foto's : zie hieronder.
    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424































    10-02-2016 om 01:56 geschreven door Jos


    30-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tana Toraja

    Tana Toraja, het hart van Sulawesi.

    Tana Toraja is een deel van Sulawesi, gelegen in de bergen, waar de oude tradities en (voor een deel) de levensstijl van veel vroeger nog behouden is. De belangrijkste stad in dit gebied is Rantepao en daar proberen we te geraken.


    De reis.
    Het begint veelbelovend. De receptioniste van ons hotel in Makassar reserveert twee plaatsen voor ons op een comfortabele bus. Met een taxi worden we er naartoe gebracht. Even wachten en daar verschijnt dan ons vervoermiddel. In één woord: ongeloofelijk. Een enorme bus van het merk Mercedes. Bouwjaar 2014. Airco. Luchtvering. Goede plaatsen in het midden van de bus. Comfortabele zetels waarin je kan zitten, liggen en alles daartussenin. In deze omgeving zullen we het wel acht uur kunnen uithouden.


    De bus vertrekt op tijd en we halen nipt de rand van de stad. Problemen met de elektronica. Dat blijkt door onze chauffeur en de bijrijder niet ter plaatse op te lossen, dus een andere bus. Véél minder! Wel goede plaatsen en zetels, maar een oudere bus met een vering waarvan je zeeziek wordt. Enfin, we schikken ons in ons lot en proberen zo goed mogelijk de rit uit te zitten. Na tien uur komen we aan in Rantepao, in plaats van na acht uur zoals gepland was. Gevolg: donker, weinig plaatselijk vervoer en omdat we deze keer niet gereserveerd hebben, moeten we beginnen te zoeken. Gelukkig is er een behulpzame man (later blijkt het een gids te zijn), die ons naar een van de guesthouses brengt die we al in de Lonely planet geselecteerd hadden. Onderhandelen over de prijs, dan douchen, eten en slapen.


    Een tussendoortje voor de schoolmensen.
    We beginnen de dag daarop al met onze gewone routine: opstaan om zes uur, vogelwandeling tot ongeveer tien uur, ontbijt. Dan even lezen, rusten (het wordt hier al heel warm) en lunch. Dan terug, vogels determineren, op terras zitten, lezen ... en wachten tot de regen voorbij is. Het is hier altijd regenseizoen en elke namiddag valt hier een enorme stortbui die een paar uur aanhoudt. Dan gaan eten, wat lezen, douchen en slapen, want morgen weer vroeg op.


    Tijdens een van onze ochtendwandelingen komen we voorbij een school. De scholen zijn hier groot en de leerlingen (zowel de jongens als de meisjes) gaan keurig gekleed in uniform. En dan gebeurt er iets fantastisch. Als we voorbij de schoolpoort lopen, merken we dat een aantal leerlingen bezig is push-ups te doen. Wat blijkt? Iedereen die te laat komt wordt tegengehouden en moet voor straf een aantal push-ups uitvoeren. Een sanctie die in elk geval de conditie van de leerlingen ten goede komt. Maar daar stopt het niet bij: als de straf uitgevoerd is moet de leerling bij een bewaker komen. Die bekijkt hem (het zijn allemaal jongens, de meisjes komen hier blijkbaar beter op tijd), neemt een schaar en knipt enkele grote happen uit het haar van de leerling. De grond aan de poort ligt vol afgeknipte zwarte haarlokken! Op deze wijze is de leerling in kwestie verplicht om naar de kapper te gaan en zijn haar kort te laten knippen, waar de meeste jongens hier blijkbaar moeite mee hebben.

    Cultuur.
    Na een paar dagen besluiten we de grote omgeving van Rantepao te gaan verkennen. We huren een auto met chauffeur en een gids en laten ons twee dagen rondvoeren langs alle bezienswaardigheden van de streek. En dat is echt de moeite. Veel huizen in de dorpen zijn hier nog gebouwd in de typische 'Tana Toraja-stijl'. Grote huizen op palen met een gebogen dak. Elk groot huis, de gezinswoning, wordt vergezeld van een of meer kleinere versies van dat huis: rijstopslagplaatsen. De dorpen (zo'n zes tot tien woningen) zijn gelegen tussen de terrasvormige rijstvelden. Prachtig! Volgens onze gids gaat die bouwstijl terug op de legenden van het Tana Torajavolk. Meer dan duizend jaar geleden zijn deze mensen vanuit Indo-China per boot naar hier geïmmigreerd. Ze zijn eerst geland in Sumatra en zijn dan stelselmatig afgezakt tot in Sulawezi. De vorm van het dak zou een herinnering zijn aan de boten waarmee de overtocht gemaakt werd.


    Heel het gebied van Tana Toraja wordt beheerst door de cultus van en de rituelen rond de dood. Ik probeer samen te vatten. Op het ogenblik dat iemand sterft, blijft zijn geest rondwaren rond het lichaam. Dat lichaam wordt tot de begrafenis (die mogelijk pas een jaar of meer later wordt gehouden) bewaard in het huis. De mens wordt nog niet gezien als 'dood', maar hij is ziek en rust. Mensen komen dan ook bij de dode op bezoek, brengen geschenkjes mee, er wordt elke dag eten en sigaretten voor hem of haar klaargezet enzovoort. Ondertussen beginnen de kinderen te sparen. Elke geest die overgaat naar het hiernamaals (dat gebeurt bij de begrafenis), moet namelijk vergezeld zijn van zoveel mogelijk buffels en varkens die tijdens het begrafenisritueel geslacht worden. Buffels zijn namelijk een teken van rijkdom en het is een goede start in het hiernamaals als je daar aankomt in gezelschap van zoveel mogelijk geesten van buffels en varkens. Als de kinderen het geld bij elkaar hebben worden er buffels en varkens gekocht (soms vijftig of meer buffels en honderd varkens!) en wordt de datum van de begrafenis bepaald. Heel de familie komt samen (ook degenen die geëmigreerd zijn naar bijvoorbeeld Australië of Amerika) en alle buffels en varkens worden een voor een geslacht. Een deel ervan wordt ter plaatse opgegeten en van de rest wordt het vlees verdeeld onder de aanwezigen. Dit gedeelte van het feest duurt drie dagen. Dan wordt het lichaam bijgezet in een grot die uitgehouwen is in een rots (eigendom van de familie) of in een natuurlijke grot, waar de kist opgehangen wordt aan het plafond. De kisten en de uitgehouwen grotten worden 'gerecycleerd': de volgende wordt gewoon bij de rest van de familie gelegd en als het te vol wordt, worden de oudste resten eruit gehaald en bijeengelegd op de grond. Dat bijzetten is trouwens een dure zaak: als je in de 'familiekelder' wil terechtkomen, moeten de kinderen zorgen voor minstens vierentwintig buffels! Ten noorden van Rantepao, waar geen grote rotswanden of natuurlijke grotten zijn, wordt een gat gehouwen in een van de enorme rotsblokken die in de velden verspreid liggen. Als het lichaam bijgezet is, wordt er een houten pop (een Tau-Tau) aan het graf geplaatst als bewaker van de doden. Nu kan de geest van de overledene veilig en gerust vertrekken. Het is vreemd dat deze oude gewoonten de 'Christelijke beschaving' hebben kunnen trotseren. Dit deel van Toraja is namelijk overwegend protestant en de mensen zijn heel gelovig, maar het oeroude animistische geloof in de geesten is nog heel levendig. Onze gids vertelt ook wat hij meegemaakt heeft met de geest van een overledene in zijn familie en hij verklapt ons een middel om de geesten van de overledene te kunnen oproepen. Hij raadt ons wel aan om het niet te doen, want het kan gevaarlijk zijn: voor je het weet komt er een andere geest mee en die kan je kwaad doen.


    Als er babytjes sterven die nog heel jong zijn (die nog geen tandjes hebben), gebeurt er een heel ander ritueel. Men hakt een holte in een dikke boom en daar wordt de baby zittend in geplaatst. Het gat wordt afgedekt met een matje en na verloop van jaren groeit dat gat dicht. Men gelooft dat het sap van die boom de baby voedt en dat op die manier zijn geest volwassen kan worden.


    De laatste dag van ons verblijf hier bezoeken we de grootste markt van Sulawesi. Men verkoopt hier dus .... jawel, buffels en varkens. De varkens zijn mooi geprepareerd: ze worden (levend) vastgebonden op een of twee stukken bamboe en zo tentoongesteld aan de kopers. Zogauw er een varken verkocht is, wordt dat door de koper achter op een bromfiets gebonden en naar huis vervoerd. De buffels worden aangevoerd vanuit heel Indonesië om aan de vraag naar offerdieren te kunnen voldoen. De meest gegeerde buffels zijn degenen die zoveel mogelijk wit hebben. Het ideaal is een albinobuffel met blauwe ogen en gele horens. Voor zulk een dier betaalt men al vlug een prijs van zeshonderd miljoen roepies (€ 40 000). En dan te bedenken dat het beest in kwestie gewoon geslacht wordt en opgegeten. Een dure biefstuk!


    En dan wordt het weer tijd om verder te trekken. Morgen staat ons een busrit van dertien uur te wachten. We houden je op de hoogte.


    Foto's : zie hieronder
    Vogelfoto's: http://observado.org/user/photos/50424





































    30-01-2016 om 13:56 geschreven door Jos


    24-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Makassar - Malino - Makassar

    Makassar - Malino - Makassar.

    'Lion Air' is niet de plaatselijke uitspraak van 'Ryan Air', maar deze twee luchtvaartmaatschappijen hebben veel met mekaar gemeen: lagekostenmaatschappijen, geen maaltijden aan boord, geen comfort van films.... Met deze maatschappij vliegen we van Bali naar Sulawesi.


    Op anderhalf uur zijn we er. We landen in Makassar, waar we opgewacht worden door een taxi van het hotel. Die brengt ons op een half uurtje naar het 'Harmoni inn hotel', waar we op voorhand geboekt hebben.


    Makassar is een havenstad. Druk, rommelig, veel verkeer, geen voetpaden om op te lopen, kortom een plaats om zo vlug mogelijk te verlaten. Toch doen we hier een paar bezoekjes. Op tweehonderd meter van ons hotel ligt 'Fort Rotterdam', de oudste nog overblijvende militaire vesting in Indonesië. Dat gaan we uiteraard bekijken, samen met de twee musea die in het fort gevestigd zijn.


    Makassar is ook de paats waar men ons voor de eerste maal deze reis probeert op te lichten: op wandel langs de haven vraagt een riksjadriver (ze hebben hier nog fietsriksja's) of we geen zin hebben in een bezoekje aan de oude haven. Na wat onderhandelen komen we een prijs overeen: dertigduizend roepies (twee euro) om ons met twee naar de oude haven te brengen. De riksjaman roept onmiddellijk een vriend ter hulp om ons elk in een riksja te stoppen. Prijs? De overeengekomen dertigduizend roepies, vijftienduizend voor elke driver. Goed, wij op weg. Onderweg stoppen we aan de vismarkt (veel bizarre vissen - op zulk een markt hebben onderzoekers in 1974 voor het eerst een coelacanth gezien), we bezoeken de oude haven (veel houten schepen die door middel van mankracht (dragers) gelost en geladen worden), een traditionele markt ... en dan komt het. Niet ver van ons hotel rijden onze drivers een klein straatje in, waar al een paar andere riksja's geparkeerd zijn. We stappen uit en willen betalen, maar plots blijkt de prijs geen dertigduizend, maar driehonderdduizend roepies te zijn. Onder het motto 'a deal is a deal' wil ik niets betalen en gewoon doorwandelen, maar An is hier iets correcter (of braver) in en we leggen de afgesproken roepies in een riksja en wandelen door. We horen nog wat gemor achter ons, maar niemand onderneemt enige actie en we bereiken veilig ons hotel.


    Daar proberen we vervoer te organiseren naar Malino. Dat is op Sulawesi nog niet zo simpel: er rijden geen treinen en er zijn bijna geen busverbindingen. We moeten er dus geraken met bemo's, hier 'peteh-peteh' genoemd. Het zijn minibusjes die volgepropt worden met mensen en bagage en die niet echt een vaste route volgen. Ze rijden wel tussen twee bekende punten, maar de route die ze volgen hangt af van de bestemming van de passagiers. Een peteh-peteh brengt ons naar een terminal waar van alles vertrekt naar een hele hoop bestemmingen. Een bijkomend probleem is dat er bijna niemand Engels spreekt en wij geen Indonesisch kennen. Toch slagen we er in twee plaatsen te bemachtigen in een Jeep die naar Malino rijdt.

    De zeventig kilometer worden op twee en een half uur afgelegd.
    Malino is uitgestorven. Het is laagseizoen (dat wisten we) en het hotel waar we wilden boeken antwoordde gisteren niet op de telefoon. Als we er aankomen bijkt dat het gesloten is. Het hotel ernaast is ook dicht, maar degene die de boel in de gaten houdt wil voor ons een kamer (een piepklein bungalowtje) openmaken. Malino is een hill-station, een plaats die vrij hoog gelegen is en vanwaar je prachtige uitzichten hebt over de omringende bergen. We zijn nog maar net aan onze eerste verkennning begonnnen of het begint te regenen. Stortregen! Het water gutst er uit en dat blijft maar duren. Terug naar onze kamer en afwachten tot het overwaait. Spijtig genoeg gebeurt dat niet.


    De volgende morgen begint met mist en druilerige regen. We besluiten toch een vogelwandeling te maken. De omstandigheden zijn niet ideaal - je moet maar eens proberen goede vogelfoto's te maken terwijl je je fototoestel droog houdt onder een paraplu - maar toch zien we een paar nieuwe soorten. De regen houdt heel de dag aan.


    Terug naar Makassar. Van Malino uit is er geen goede verbinding naar het noorden. Je moet altijd eerst terug naar Makassar en dan kan je van daaruit terug naar een andere bestemming proberen te geraken. Door middel van twee peteh-peteh's geraken we aan ons vorige hotel waar men blij is ons terug te zien. We vragen aan de receptie hoe we naar Rantepao (een stadje in het noorden, onze volgende besteming) geraken en er blijkt zowaar een bus te rijden. Maar: we moeten een dag wachten, want voor vandaag is de bus volgeboekt en morgen, zondag, rijdt ze niet.


    Goed, dan brengen we maar een dagje extra door in Makassar. De tweede keer dat je een stad bezoekt zie je altijd andere dingen dan de eerste keer. Wat ons nu vooral opvalt is het grote aantal moslims dat hier rondloopt. Indonesië is wel de staat met het grootste aantal moslims ter wereld, maar het verschilt erg van eiland tot eiland: Bali bijvoorbeeld is voor negentig percent Hindoe, terwijl Flores voor vijfentachtig percent katholiek is. Volgens onze informatie zou Sulawesi hoofdzakelijk protestant zijn, maar zo ziet het er hier niet uit.


    De niet-moslima's hebben hier trouwens een vreemd schoonheidsideaal: blank is mooi! Dus schminken ze zich met een soort wit poeder. In combinatie met hun bruine huid, krijgen ze op die manier het uiterlijk van een lijk dat men drie dagen te lang boven de grond heeft laten liggen. Schoonheid blijkt dus heel relatief te zijn. Hoe dan ook, we bezoeken hier (ondanks de hitte en de grote luchtvochtigheid) de beach, zien de plaatselijke brandweer aan het werk en vooral: we boeken een bus om morgen naar het noorden te vertrekken. Tot dan!
    An en Jos
    Foto's : zie hieronder
    Vogelfoto's: http://observado.org/user/photos/50424



























    24-01-2016 om 11:36 geschreven door Jos


    18-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bali

    Bali

    Ondertussen zit ons eerste gedeelte in Bali er weer bijna op. De plannen zijn een beetje veranderd: omdat we niet weten hoe gemakkelijk of hoe moeilijk Sulawezi te bereizen valt, besluiten we eerst dat eiland aan te doen en pas daarna de twee gebieden die we in Bali gepland hadden te bezoeken.


    Maar eerste werk: even bekomen van de vlucht en aanpassen aan het klimaat. We zitten in Sanur. Het is hier uitzonderlijk warm: constant meer dan dertig graden. Hoewel het regenseizoen is, valt er geen druppel water. Gelukkig zitten we aan het strand, hebben we een rustige kamer en zijn er zeer veel goede restaurantjes in de buurt. Hier blijven we vier dagen. Van cultuur of vogels merk je hier niet veel, maar helemaal aan het eind van het strand (een dik uur stappen van ons hotel) is er een mangrovewoud. Het is, zoals elk mangrovegebied, een bos dat bij vloed ongeveer een have meter onder water komt te staan en bij eb volledig droog komt te liggen. De planten hebben zich aangepast aan dit regime en je vindt er een aantal speciale watervogels. Hier wandelen we elke morgen naartoe. Opstaan om zes uur, uurtje stappen langs het strand, vogels kijken, een uur terug. Dan een uitgebreid ontbijt en naar de kamer. Vogels determineren, foto's bewerken .... Na de middag slenteren langs het strand, iets gaan drinken, 's avonds gaan eten en dan naar bed, want morgen is het weer vroeg dag.
    Na drie dagen trekken we verder. Met een taxi laten we ons anderhalf uur verder brengen naar Petulu. We hebben via internet al een kamer geboekt en de eigenaar van het guesthouse verwacht ons.


    Petulu staat bekend om zijn witte reigers. Aan het voorkomen van deze vogels hier is een vreemd verhaal verbonden.

    In het midden van de jaren zestig van vorige eeuw had Indonesie te lijden onder massamoorden en slachtpartijen. Leden van de Indonesische communistische partij werden systematisch uitgemoord. Naar schatting werd toen ongeveer vijf percent van de bevolking gedood. Een groot deel van de lichamen van de slachtoffers werd nooit teruggevonden, zodat er geen begrafenisrituelen konden gehouden worden om de geesten van de overledenen te bevrijden, zodat ze deze wereld konden verlaten.
    In een kein dorpje, ten noorden van Ubud, werd in die periode een ritueel gehouden om het dorp te zuiveren van het kwade dat al dat geweld teweeg had gebracht. Een week later kwamen de eerste vogels aan: witte reigers. Sindsdien zijn de vogels er gebleven. De bevolking gelooft dat de dolende zielen van de slachtoffers van het geweld geïncarneerd zijn in deze witte vogels en hier rust vinden in dit vreedzame dorpje. Volgens de dorpelingen hebben de vogels zegen en voorspoed over het dorp gebracht.

    Na twee dagen in Petulu hebben we alles wel bekeken. Het wordt ook stilaan tijd om de rest van onze reis te concretiseren en dat betekent dat we aan vliegtickets moeten geraken. We besluiten ons daarom in het centrum van Ubud te vestigen, dicht bij alle winkels en reisbureau's. We herinneren ons dat we hier vorige keer een hotel met een zwembad hadden. Na wat zoeken vinden we het terug: centrum Ubud, beetje achterin gelegen, nette kamer, grote tuin, zwembad en (na enig afdingen) goede prijs: € 10 per dag. Dit kan niet meer stuk. Eerst tickets kopen (tweeënzestig euro voor ons twee) en dan de gewone routine: opstaan om zes uur, vogelwandeling door de rijstvelden, terug naar het hotel om te ontbijten (in de prijs inbegrepen) beetje vogels determineren, een uurtje in het zwembad, lunchen, lezen, uurtje in het zwembad, avondeten, pintje, slapen.
    Dat houden we zo vol tot we morgen vertrekken naar Sulawezi.
    Groetjes van An en Jos
    Foto's : zie hieronder
    Vogelfoto's: http://observado.org/user/photos/50424





















    18-01-2016 om 12:10 geschreven door Jos


    07-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vlucht

    En we zijn vertrokken!

    Dinsdag.

    De TGV vertrekt stipt op tijd. Op minder dan een uur leggen we de afstand Antwerpen - Amsterdam af. De trein stopt in de luchthaven. Vandaar naar ons hotel is het drie minuten stappen. Onze reservering klopt, er is een prachtige kamer voorzien: licht, futuristisch en comfortabel. Alles (lichtsterkte, kleur van het licht, gordijn, TV, wekdienst ....) wordt bediend vanaf een i-pad. Domotica op zijn best!

    Woensdag.

    De domotica doet zijn werk: lichten gaan gradueel aan, een zachte stem telt af van honderd naar één, en dan is het tijd om op te staan. Nog even douchen en dan naar de luchthaven. Daar beginnen we de dag met een Engels ontbijt: toast, spiegelei, bacon, gebakken worstjes, bonen in tomatensaus en sinaasappelsap. Onze dag kan al niet meer stuk. Dan begint het: een uur te laat vertrokken richting Kuala Lumpur. Daar landen we na elf uur via een vlucht met heel veel turbulentie. We zijn wrakken.

    Donderdag.

    Ondertussen is het donderdag: door het tijdverschil landen we om zeven uur 's morgens. Twee uurtjes wachten en op tijd vertrokken naar Denpassar op Bali. Na drie uur landen we. Temperatuur: 31 graden! Het is hier uitzonderlijk warm voor de tijd van het jaar. Onze pick-up staat gelukkig te wachten, zodat we niet doodmoe en oververhit moeten beginnen met onderhandelen over een prijs. Na een rit van een half uur komen we aan in Sanur. Douchen en twee uurtjes slapen. Dan een strandwandeling en lekker Indonesisch gaan eten. Vlug naar onze kamer, terug douchen, lezen en slapen. Samenvatting: WE ZIJN ER!

    07-01-2016 om 14:03 geschreven door Jos


    30-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het aftellen is begonnen!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het aftellen is begonnen!

    Als ik dit schrijf zijn we begonnen aan onze laatste volle week in België.
    Voor zover we nu kunnen bekijken is alles in orde:


    - Onze reis is min of meer gepland en de eerste hotels zijn geboekt. Dinsdag rijden we met de TGV naar Amsterdam, overnachten daar en woensdag vliegen we vandaar naar Denpassar op Bali.
    - we hebben visa voor Indonesië en Nepal
    - Onze bankkaarten werken ook in Azië
    - TV-abonnement, autoverzekering ... zijn opgeschort voor vier maand
    - De politie is gewaarschuwd en zal vier maand buurttoezicht doen
    - het gras is afgedaan en de tuin is winterklaar
    - ....


    Het was nog even schrikken: gisteren kwam er bericht dat Malaysian Airlines, die eind april onze terugvlucht Kathmandu - Amsterdam zou verzorgen gestopt is met die vluchten. Gelukkig kon Connections onze vlucht omboeken. Vertrekdatum blijft hetzelfde en ook het vertrekuur scheelt niet veel, alleen vliegen we nu via London Heathrow, wat een verschrikkelijke luchthaven is.


    Nu rest er ons nog één karwei: inpakken en zien dat we niets vergeten. Maar voor het zover is:

    aan ieder die dit leest: een zalig Kerstfeest en een voorspoedig 2016!


    Volgend bericht komt vanuit Indonesië.
    Groeten

    An en Jos

    30-12-2015 om 16:17 geschreven door Jos


    23-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuw jaar, een nieuwe reis.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is weer bijna zover. Binnen twee weken gaan we er weer even tussenuit. 

    Dit jaar trekken we eens te meer naar Azië: januari en februari brengen we door in Indonesië, dan vliegen we verder naar Nepal, waar we het zuiden (de Terrai) en meer bepaald het zuid-westen gaan verkennen. 

    Meer concreet : in Indonesië willen we, na een korte periode op Bali, zeker Sulawesi bereizen. Daarna trekken we verder. Wat ons volgende doel is, staat nog niet helemaal vast. Mogelijk Flores, of anders een stukje van de Molukken. Dan terug naar Bali, vanwaar we naar Nepal vliegen. 

    Daar landen we in Katmandu en trekken na een paar dagen waarschijnlijk naar Suklaphanta, het natuurpark in het westen van Nepal. Vandaar reizen we langzaam naar het oosten en bezoeken onderweg zoveel mogelijk natuurgebieden en interessante steden en dorpen. 

    Doel van deze reis is zoals altijd: vogels kijken en fotograferen, lekker eten onderweg, interessante mensen ontmoeten, bezienswaardigheden bewonderen enz. 

    Maar voor het zover is, hebben we nog wat werk te doen: 

    - visa in orde brengen, 

    - malariapillen aanschaffen (zowel Indonesië als de Terrai zijn malariagebied)

    - reis iets gedetaillerder voorbereiden

    - bankzaken en volmachten regelen

    - Blog in orde brengen en adres verspreiden

    - onze lopende bezigheden hier tijdelijk afsluiten

    - en nog een hele hoop meer. 

    Tot binnenkort

    An en Jos

    23-11-2015 om 00:00 geschreven door Jos




    Archief per week
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 23/11-29/11 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • reis (Willy)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.
  • Reis (Ingrid)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.
  • Reis (Lieven)
        op Een nieuw jaar, een nieuwe reis.

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!