Je vulpen is typisch een mechanische uitvinding uit de negentiende eeuw. De mens ging in die jaren de natuurkrachten beter begrijpen en ontwikkelde allerlei apparaten om die krachten te kunnen gebruiken. Een vulpen heeft een kroon van metaal. Daarin zit een sleuf voor de inkt en een "ademgaatje". Soms bevat de kroon kleine zijsleuven. Wie gaat schrijven, drukt de hoofdsleuf iets open, waardoor de inkt door de hulp van de zwaartekracht gaat vloeien. De ruimte in het inktreservoir die daardoor vrijkomt, wordt met lucht opgevuld via het ademgaatje. Om te voorkomen dat te veel inkt ineens op je papier kan komen, dienen de zijsleuven. Deze nemen (tegen de zwaartekracht in) de overtollige inkt op, totdat er minder inkt door de hoofdsleuf loopt. Dat heet de capillaire werking. Stroomt er te weinig inkt door de hoofdsleuf, dan trekken de zijsleuven weer leeg. Het resultaat is een geleidelijke inktstroom. Andere vulpennen werken met een extra reservoir onder de kroon en hebben geen zijsleuven.