Deel 2
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik was weggegaan bij man en kinderen Dat iedereen daar schande over sprak en leed om droeg (Hosea 2:1) deerde mij niet.
- Dat mijn slotbrief aan Jan en de kids iedereen ontstelde: mij een zorg.
- Dat ik geestelijk ontucht bedreef
Ik was 45; voor lichamelijke ontucht was het al wat laat. Daarnaar taalde ik ook niet zozeer (:2).
- En toen pama tegen mij oreerden: mijn hart was als steen.
en opeens was mijn bedje gespreid.
O
daar heb je Ger weer:
Houd het vaag Jo, houd het plat. Dan maar geen dimensie. Ilona brengt straks wel wat achtergronden.
Ik werd een soort goeroe, eerst nationaal. In die situatie kwam ik Jeroen Westhoven tegen (6.8.1.3.). Ik had al bewonderaars, discipelen, volgelingen; ging voornaam, een tikje mystiek gekleed, liep lekker te beleren, temidden van mijn volkje.
En net, toen ik later lekker ontspannen- naar mijn betere middenklasser liep
Aan een topklasser was ik toen nog niet toe, alles moet groeien
was hij daar met zon felle aanval
Ik schrok me lam, moest al dat vreselijke over mij heen laten gaan; blafte hem pas daarna af. Ik was zo onbeschaafd bezig tegen hem. Elk laagje fatsoen viel van mij af. Daarna echter, toen ik hem perplex had laten staan, ging ik trillend van emotie in mijn auto zitten.
Ik moest echt even tot mezelf komen.
Mijn diepe innerlijkheid zei:
Goed gedaan Joke. Hij is al op weg naar de hel, evenals jij. Je gaf hem een flinke zet extra.
Maar mijn diepste innerlijk klaagde:
Joke
je verleden vol goud
je heden vol klatergoud. Toen hield je de mensen niet voor de gek: Jeroen had ongelijk
nu wel: Jeroen had gelijk
Maar ik snauwde; mijn diepste innerlijk toeschroeiend:
Zwijg geweten!(1 Tim. 4:2)
en startte de auto.
Later had ik mijn geweten zo dichtgeschroeid
Ik was als mondiaal goeroe wereldwijd doorgebroken
dat ik niet eens meer bang was voor een confrontatie met volk van vroeger. Nee! Ik zocht die op!! Toen mijn vroegere vriendin Nel (6.8.2.2.) in 2001 in een down zat, wist ik, met het duistere weten, dat ook in mijn outfit was gelegd door Ilona:
Probeer haar eens om te wrikken. Nu is het de tijd.
Wat heb ik op haar ingepraat. Ik zag haar wankelen, meende, dat zij zou komen, ging voldaan heen. Diezelfde middag evenwel, moet er iets gebeurd zijn in het gesprek tussen haar en Ab.
Ik kreeg een innerlijk sein:
Leuk geprobeerd.. mar contact haar toch maar niet meer. Ze staat vaster dan ooit. Foute boel.
Toen haatte ik Ab en Nel. En nú!
ik kan ze wel omhelzen.
De triomftocht ging maar verder. In 2002 ben ik Muhareshi Onagunè. Ik heb een hoofdkantoor in een chique buitenwijk van Mexico-stad, met een wereldomspannende website, die ontelbare keren per dag wordt bezocht. Ik maak tournees langs hoofdsteden, heb daarna weer sessies in de eigen ashram. Ik converseer in Engel en Spaans. Het hele secretariaat is twee- en zelfs meertalig.
Ik weet nu álles van regressie-, reïncarnatie- en hypnotherapie, ben doorkneed in neurolinguistische programmering; aura- en chakrareading kennen weinig geheimen voor mij. Adem-, houdings- en bewegingstechnieken, droomduiding
ook van die markten ben ik thuis. Ik ben helemaal, hélemaal allround.
Op zekere dag voelde ik het: Corrie Sumter (6.8.2.3.) is naar mij aan het doorbreken. Mijn diepe innerlijk zei:
Alarm
alarm
poeier haar af!
Maar mijn diepste innerlijk adviseerde:
Laten komen.
Ik heb geleerd, niet naar het diepste te luisteren, maar enkel naar het diepe. Maar op dat moment aarzelde ik. En dat werd de aanleiding tot mijn ondergang als grote ziel. Ik zag, hoe ze zich verder boorde. Hoe kreeg dat onnozele halsje van vroeger al de vaardigheden om zich feilloos een weg te banen tussen al die tienduizenden websites door naar de mijne. Ze moet hulp hebben gehad. En dan is daar een van de op Engels gespecialiseerde secretaresses:
Ene Corrie Bakker voor u aan de lijn.
Ik val gelijk aan
overdonder haar
tot ik opeens besef, dat haar persoonlijkheid onverpulverbaar is als diamant. Mijn hardstalen argumenten krullen als bordpapier om (Ez. 3:9).
Ik weet niet, hoe gauw ik op moet hangen. En dán voel ik, hoe ik innerlijk gewond ben. Ik kijk uit over de tuin met de gebouwen, waarin mijn topklasse autos staan. Opeens lijkt er een grauwsluier over te liggen. De heelrijkheid van mijn koninkrijkje wordt verduisterd (Op. 16:10). Mijn vreugd en mijn feest erover zijn weg (Hosea 2:10).
O, wat ben ik aangeslagen!
Daarna is het ook niet meer goed gekomen. Kort daarop kreeg ik de innerlijke zekerheid, dat er iets met Ilona moest zijn gebeurd, dat zij mijn leven niet meer kon beïnvloeden. Hoe zij mij op afstand, want ik heb haar na die ene keer bijna nooit meer ontmoet- ondersteunde, motiveerde, beschermde en onderwees in het kwaad
ik zal het nooit weten.
Maar opeens was het, of God, die ik in die donkere jaren de vijand noemde, mij een afranseling gaf, waartegen niemand mij kon helpen (:9).
Vervolgens ging alles bergaf. Al mijn relaties lieten het afweten. Ik riep ze na, toen ze van mij wegvluchtten, maar
weg waren ze (Spr. 19:7). Het leek wel, om het eens ouderwets te zeggen, of mijn schaduw van mij was geweken(Num. 14:9), of ik opeens melaats voor ze was geworden, zonder enige aanlokkelijkheid (Hosea 2:9).
En zo vlug als alles daarna ging! Al mijn weelde, mijn sieraden, mijn als goden vereerde lezingen
weg
weg (:12).
Toen ik weer wat grond onder de voeten kreeg, zat ik in Portugees sprekend Rio de Janeiro te wachten op nooit komende klanten voor mijn occulte nerinkje.
De diepe val na het gloriejaar 2002! 2003 was het jaar van de stap voor stap doorgaande ontluistering.
En tóen was daar
mijn gewezen schoonvader! (6.8.2.4.). Zo hartelijk en warm.
En bij hem schreeuwde ik het uit.
En net, wanneer ik wil belijden, dat ik God kwijt ben, dat het volop woestijn voor me is, dat ik wanhopig zoek naar een deur van hoop (Hosea 2:13), dat ik zó verlang naar de echte vreugde en de blijde zang van de tijd van mijn bekering (:14)
dan gebeurt het vreselijke:
Iemand slaat de telefoon uit mijn hand, trekt de stekker uit het contact, sleurt mij mee. Een stem roept in dat moeilijke Portugees:
Huurschuld hè
en alle schulden uit je goede jaren, die ik voor je betaald heb
zelfs je telefoonnota heb ik voor je betaald. Ga mee, je kunt bij mij in de huishouding werken om die schuld in jullie geld dertigduizend euro- af te lossen.
Ik herken hem: een relatie van vroeger, die mij gered heeft uit Mexico-stad, door iets van mijn schulden af te betalen: vast geen dertigduizend euro, gewoon wat lopende rekeningen. En nu legt hij zón claim: afgesproken werk natuurlijk: voor een koopje aan huishoudelijke hulp komen.
Willoos, gebroken, versuft door verdriet, teken ik later een stuk, dat mijn loon zal strekken tot afbetaling op een tien procent s jaars rentende schuld van omgerekend- 30.000 euro. En mijn jaarloon zal 3.000 euro zijn plus kost en inwoning. Slavin ben ik geworden.
En toen vond mijn broer Michiel mijn adres (6.8.2.1.). Hoe dat kon? Hij kwam op het zotte idee om vanuit Holland de website van de stad Rio de Janeiro op te zoeken en van daaruit verder te speuren. Hoe het kwam, zo kwam het
hij moet in een zoekprogramma op de naam Johanna Willems geklikt hebben
en hij vond mij onder geregistreerde contracten. En toen was downloaden en naar een vertaalbureau gaan de volgende stap.
Alles heb ik hem opgebiecht. Op mijn vrije middag ben ik met hem meegegaan naar een park. Op een bankje daar heb ik hem verteld van mijn ellendig bestaan: assistent-huishoudster. En ik heb eerlijk gezegd, dat al mijn ideeën van 1998 en latere jaren mij gestolen konden worden, als ik Jan en God en Jezus maar terug had (:15).
Gejammerd heb ik toen en ook daarna van verlangen naar en wroeging over:
- Mijn vroegere staat: door Gods genade in Christus: niet meer voor mijzelf levend, maar voor God; al het oude in mij gestorven (2 Kor. 5:14-15).
- Dat prijsgeven voor wat ooit zo kostbaar was: een zoon van God zijn, omdat Hij mijn geestelijke vader was (Rom. 8:14/Gal. 3:26/Gal. 4:6).
En vruchteloze hete tranen van wroeging gingen over in vruchtbare hete tranen van berouw.
Toen dacht ik, dat Jan nu wel onderhand zou komen. Maar hij kwam maar steeds niet. Alles werd daarna donker van wanhoop. Echter: vlak voor het aanbreken van de dag is de duisternis het diepst.
..
|