Schone liedjes duren niet lang. Dit geldt ook voor ons. Vrijdag gaat de caravan aan de autohaak. We moeten een paar uurtjes doorwerken om de auto mooi in te laden en de voortent op te bergen. Maar eerst moeten we nog even naar Brest, naar de solden! Want deze beginnen vandaag en we willen dat moment zeker niet missen. Ik ga eens kijken of ik nog ergens een boerka vind, om mij maximaal te beschermen tegen de zon. Aangezien de tijd van ons verblijf in de Abers weer veel te kort was, gaan we nog niet naar huis. Bijlange niet, want moeder of schoonmoeder is niet thuis. En was ze thuis, dan gingen we nog niet naar huis. We zetten koers naar de Loire-Atlantique, naar La Turballe, helemaal in het uiterste zuiden van Bretagne. Hopelijk hebben we daar ook wifi, anders wordt dit bericht het einde van het verhaal.
Mijn Duitse vriend Gunter en ik amuseren ons met het gebruik van een gemeenschappelijke taal, het latijn. Zoveel we kunnen, praten we latijn en zetten moderne woorden om in de oude dode taal. Heel leuk! Televisie wordt dan televisionem, computer wordt computatrum en voor een voortent hebben we het woord prandium. Hilarisch! Prandium demolandum est: de voortent moet afgebroken worden.
Vandaag zijn we uitzonderlijk op uitstap geweest. Zo kwamen we in Quimper terecht. Naast de obligate aankopen hebben we de Kathedraal St Corontin bezocht. de bovenste foto is een samenstelling (stitch) van vijf afzonderlijke foto's. Het schip is met een bocht gebouwd, heel vreemd (zie foto). Koning Gradlon staat fier bovenaan de kerk tussen de twee torens. Hij was het die zijn verderfelijke dochter Dahut in zee geworden had. Maar Dahut leeft nog en verleidt de vissers tijdens storm en ontij, een beetje als de Lorelei. Quimper is ook de stad van de keramiek. Dan zijn we naar Landerneau gereden, waar de winkelstraat boven de rivier ligt als brug. Bij de terugrit kwamen we de Calvarie van Locmaria tegen. Een mooi maar streng beeld.
Grain de Phonie is een groep van 30 zangers en dansers. Zij brachten gisteren een concert met oude Franse schlagers vol choreografie. Het zijn allemaal vrijwilligers die met hart en ziel zingen en dansen. Helaas heb ik er geen foto's van. Het is vandaag weer dood tij. Dan gaat Bea zeewier of algen vinden op de meest afgelegen plaatsen, drie kilometer ver in zee en uiteraard bij laag tij, dood tij. Zij laat de algen een tijdje in proper water liggen om te ontzouten en dan bewerkt ze de algen om er kruiden van te maken, een toevoeging bij feestgerechten.
Volgens een oeroude legende moet de Graal van Koning Arthur hier ergens verborgen liggen. Corry en Bea gingen er naar op zoek. Tevergeefs! En ze hielden er enkel een natte broek aan over. Vele Duitse vrienden zijn terug naar de Heimat vertrokken. Bea en Corry zijn nog de enige hondenwandelaars. Tien kleine negers en toen waren ze nog met twee.
Prat Ar Coum. Je kan er zeevruchten kopen, elke dag. Men kan ook via het internet kreeft of oesters bestellen. Elke dag komen er verse langoustines. De oesters worden gekweekt in zee, in oesterbanken. Krabben, zeespinnen en kreeften brengen het grootste deel van hun leven door in grote aquaria. Vandaag heb ik andermaal een mannelijke krab gekocht. Er is groot verschil tussen de mannelijke krab en de vrouwelijke. Mannetjes hebben meer vlees en meer power. Vrouwtjes daarentegen zijn hol en hebben weinig inhoud. Ik weet dat vrouwen dit niet graag lezen, omdat de waarheid soms pijn doet. Hieronder zie je de kreeft (goedkoop), de oesters, de langoustines en de mevrouw, die mijn krab uitzoekt.
Mirko, een Duitse vriend van mij uit Dortmund, bracht ons gisteren drie vissen. Mirko is sportvisser en heeft zijn best gedaan. We rollen de vissen in een aluminiumfolie en leggen ze op de rooster. Na weken van droogte is er wat nat gevallen, een beetje motregen. De natuur vaart er wel bij. Achter mijn rug hoor ik de verwarring omdat ik als zogenaamde Duitser met een Belgische nummerplaat rijd. Een leuk compliment! Ik spreek hier nogal wat Duits en word gevraagd om te vertalen.
Beelden zeggen meer dan woorden. De surfers maken dankbaar gebruik van de Plage Ste. Marguerite. Er staat een zuidwesterwind, de zon schijnt en het wordt vloed. Beter kan niet. Een schoon meiske maakt zich klaar voor haar zeilbeurt.
Tevenn is een driekoppige groep Bretoense virtuozen. Zij brachten Keltische muziek en ook eigen composities. Het was weer een schitterende avond. De zon doet terug haar best. Wie dacht dat er afkoeling ging komen, had zich misrekend. Alweer mochten we beschutting zoeken onder een parasol of moesten we met de voeten in het zeewater staan.
de integratie van het Meetjesland in de Germaanse taal
Hier levert Bea assistentie aan de kooklerares. Bea vertaalt van het Frans naar het Duits met Lembeekse inslag. Het kan alleen maar de Nederduitse taal verrijken, de integratie van het Vlaamse Meetjesland in de grote Germaanse cultuur. En zo te zien, denken de deelnemers er zo ook over. De les ging over caramellensaus in Bretoense gerechten. Reden genoeg dus om de les bij te wonen. Ik ben dan eventjes naar Ploudalmézeau gereden. Onderweg stak ik de Aber Benoit over. De hittegolf is nu voorbij en we kunnen terug op een normale manier ademen.
Twee jaar geleden dook het monster van Loch Ness hier op. Gisteren kwam het monster terug in zijn ware gedaante. Bea moet geschrokken zijn om terug in de huid te kruipen van een onwezenlijk creatuur. De vlag hangt uit. Telkens als ik er passeer, moet ik de groet aan de vlag doen. Er wordt op toegezien. Meteen weten we dan ook van waar de wind komt.
Het blijft heet, meer dan 30 graden. Gelukkig biedt de zee afkoeling en dus wandelen we een stukje langs de Atlantische Oceaan. Hond en mens zijn blij. De bijna enige foto van mezelf kan later wellicht dienen als doodsprentje bij mijn begrafenis. De lezer heeft het dus nog tegoed. Bea en Elisabeth verzamelen mosseltjes om ze morgenavond te kunnen eten. En dan doen ze ook nog samen handwerk. Haken en breien, een leuke bezigheid bij 30 graden, doen we thuis ook aan de Leuvense stoof.
De apotheker moet een geneesmiddel afleveren. Gezien de omvang van het product, vraagt hij aan de klant of het voor een mens of een paard is. “Geef maar voor een paard, het is voor Helmut, want hij weegt 120 kilo”. En het blijft broeiend heet in Landéda, bij de 30 graden. Aan zee is dat redelijk uitzonderlijk. Wie bruin wil zien, moet nu zijn slag slaan. Omdat de zonsondergang zo mooi is hier, plaats ik een stemmige foto, gisteren rond 23 uur genomen.
Het leven kabbelt rustig verder hier. We zitten in de zon, we zitten met onze voeten in de zee, we zitten te kletsen, en we zitten te luieren. De hond wordt gewassen. Reizen met motorhome, mobilhome in slecht Nederlands, is modern en fel in trek. Maar wat doe je dan als je op een camping staat en een brood wil? Dan ga je naar de buurman en informeert of hij toevallig niet naar de winkel moet. Ook ik voelde gisteren deze nattigheid. Dat heb je nu eenmaal als je met zo’n duur spul volledig immobiel bent geworden.
Luci Caré is een koor dat wij al vele jaren kennen. Hubert, de campingeigenaar, maakt er deel van uit. Het koor brengt klassieke muziek onder begeleiding van een Oekraïense pianiste en koorleider Pierre Figaro. Deze laatste heeft een solozang gegeven met zijn vijf octaven stem. “Untill we meet again”, want we zien ze elk jaar met plezier terug optreden. Onze Vlaamse vrienden hebben hun laatste Bretoense vakantiedag doorgebracht in Landéda. Wij allen waren te vinden aan het strand en bij het eten van schelpjes uit de zee. De boeren schreeuwen om water, maar wij willen niets liever dan een hele dag zon.
Het leven van de vissersvrouw is hard. Terwijl haar man ver in zee op kabeljauw aan het vissen is in de buurt van Newfoundland en wellicht meerdere weken van huis is, moet zij instaan voor het dagelijkse inkomen. Elke dag staat zij om 6 uur op en begint zij haar dagtaak. Mosselen en zeeschelpen oprakelen moet ze doen. Ze verzamelt vele emmers vol. Haar handen zijn vol eelt en haar rug is krom van het harde labeur. Pas ’s avonds komt ze thuis, stinkend naar zeewier en rotte garnalen.
Good morning Landéda! Hier zet ik enkele foto’s van deze morgen om 06 uur. Dit is een van de mooiste momenten van de dag. Bea volgt elke kookles hier op de camping. Ze is zelfs aangeduid als vertaalster voor de Duitse cursisten. Gisteren waren de langoustines aan de beurt. De lesgeefster heeft al haar engelengeduld aan de dag gelegd om de kampeerders in te weiden in het bereiden van de langoustines.
Als er één uiting van het Bretoense christelijke geloof is, dan zijn het ongetwijfeld de parochiale omheiningen met beelden en taferelen: de enclos paroissal. Deze van Plouguerneau is niet de bekendste, je ziet er de calvarie. Merk op welke sterke expressie het beeld van Maria Magdalena uitstraalt. De helicopter van de kustwacht komt regelmatig langs. Je wandelt naar een eilandje, vergeet de getijden en je stelt vast dat je niet meer terug kunt. Dan neem je de telefoon en vormt de 112. De heli komt en de rekening nadien ook.
Op een foto hieronder zie je nog een vervolgverhaal van Kamiel. Je weet nog wel dat Kamiel voortijdig om het leven kwam tot glorie van de menselijke spijsvertering. Op de foto was Kamiel nog in de fleur van zijn leven. Drie fiere Vlaamse meiden hadden post gevat aan de rotsen van Trémazan. Uitzonderlijk werd er stilte bewaard, hetgeen niet van alle vrouwen kan gezegd worden. En dan zie je nog Fonske de mol. Hij was een beetje schuw en haastte zich om snel in de aardbodem te verdwijnen.
Goede vrienden van ons zitten voor een weekje in Le Conquet. We hebben hen ontmoet aan de grote menhir van Kerloas. Aan de voet van de menhir deden we samen een picknick en dan zijn we naar de rotsen van Trémazan getrokken. We kunnen lang genieten van de opspattende zeegolven en de woestheid van de natuur. Op de weg viel het me weer op dat automobilisten mijn donkerblauwe camionette aanzien voor de gendarmerie: mobiele telefoons ineens wegsteken en gordel aan. Ik kreeg zelfs een collegiale groet van de echte gendarmes.
Hieronder zie je Kamiel. Kamiel heeft het grootste deel van zijn leven in zee doorgebracht. Wat later werd hij opgenomen in een kwekerij, een rustoord voor zeekrabben. Vandaag heb ik Kamiel meegenomen om het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen. Omdat hij niet onmiddellijk blij was met mijn beslissing, moest ik hem ervan overtuigen dat het leven voor iedereen een einde kent en dat de dood samen met de fiscus de enige zekerheden waren in het leven. Dan heb ik de pastoor erbij gehaald voor de laatste sacramenten en dan de pot in. Veel heeft Kamiel niet geleden, want het kokende water gaf hem een bevrijdend gevoel, weg van alle zorgen. Hij zal geen last meer hebben van moslimterroristen die met hun kromzwaard de heidenen proberen te onthoofden. Om een beetje te bekomen van de emotie, zet ik hier een foto van de reddingsdienst, die de mensen uit het water haalt, dood of levend.