Onderzoek onder bijna tweeduizend volwassen toont dat lange tijd alcohol drinken een meetbare verkleining van de hersenen veroorzaakt.
Wie lange tijd matig tot veel alcohol drinkt, loopt het risico dat zijn hersenvolume met gemiddeld 1,6 procent afneemt. Dat blijkt uit de bestudering van de medische gegevens van alcohol drinkende en niet-drinkende personen. De literatuurstudie werd gisteren gepresenteerd op het jaarlijkse congres van de American Academy of Neurology, dat dit jaar in Boston plaatsvond.
Onderzoekster Carol Ann Paul, van Wellesley College in Massachusetts, heeft van 1.839 volwassenen tussen de 34 en 88 jaar de drinkgewoontes gelegd naast hun MRI-scans. De personen waren voor het onderzoek ingedeeld in niet-drinkers en voormalige drinkers. En verder in zuinige drinkers, die tot zeven glazen per week dronken, gemiddelde drinkers, die tussen zeven en veertien glazen dronken, en stevige drinkers, mensen die meer dan veertien glazen alcohol per week nemen.
Paul ontdekte dat de mensen die meer dan veertien glazen alcohol per week drinken, gemiddeld een 1,6 procent lager hersenvolume hebben dan mensen die geen alcohol drinken. Verder bleek er een glijdende schaal te bestaan in de relatie tussen drankgebruik en hersenvolume. Naarmate je meer drinkt, neemt de krimp van de hersenen toe.
Vrouwen lijken meer te lijden onder het drinken dan mannen. Hersenen van stevig drinkende vrouwen tussen de 70 en 80 hebben het het zwaarst te verduren. Een verschil is er ook tussen mensen die twaalf jaar achtereen zwaar drinken en mensen die in twaalf jaar tijd steeds meer gaan drinken. De eerste groep heeft een kleiner hersenvolume dan de tweede groep. (De Standaard door mvk)
|