« Dominical (1892) De Joie IV
Met een woordenschat van 50 woorden en met 2 rijmklanken geeft Max Elskamp ons in 25 regels en 5 tafereeltjes het mooiste emblematisch gedicht uit de franstalig-vlaamse letterkunde. (cfr. R de Gourmont) "C'est du rêve sans fin". (Componist Paul Ladmirault die dit gedicht in 1911 op muziek zette.)
Het beeld van de ziel die in een kasteel verblijft is ongetwijfeld geplukt uit het werk van Theresia van Avila dat door Max Elskamp aandachtig gelezen werd. Hoezeer hij dit beeld tot het zijne maakte blijkt uit een brief aan Henry van de Velde van juli 1890 (geschreven twee jaar voor de publicatie van "dominical"): "Mon âme très enfant dans un beau château, au milieu de belles Dames et sans usage du monde, presque maladroite, qui se sent heureuse de canoter sur l' étang où des cerfs viennent se noyer... " (geciteerd door Henry van de Velde in "La formation poétique de Max Elskamp", 1933).
Mais dans un château du paradis est mon âme, et, sourde, lui dit Sainte Anne, une histoire longue, et trop haut, dans un beau château.
Dans un beau château, la Vierge, Jésus et l âne font des parties de campagne à lentour des pièces deau, dans un beau château.
Dans un beau château, Jésus se fatigue aux rames, et prend plaisir à mon âme, qui se rafraichit(*) dans leau, dans un beau château.
Dans un beau château, des cormorans dazur clament et courent après mon âme dans lherbe du bord de leau, dans un beau château.
Dans un beau château, seigneur auprès de sa dame, mon cur cause avec mon âme en échangeant des anneaux, dans un beau château.
(*) Alle versregels zijn gesteld in de tegenwoordige tijd, maar in de handelsedities na 1892 wordt in de derde strofe "rafraichit" foutievelijk afgedrukt als "rafraichait".
|