Van de paardentram naar de Dampoort tot de Hermelijn naar Flanders Expo
09-12-2007
O. vervoer Gent (226a)
De na-oorlogse Sint-Lievensbrug in volle opbouw. Het tramverkeer verloopt nog over de houten noodbrug uit december 1944. Het kunstwerk werd officieel ingehuldigd op 14 juli 1952. (foto: 9 april 1952)
december 1951
Zeven jaar na de bouw van een houten noodbrug over de beide Scheldearmen aan de Sint-Lievenspoort werd op 15 mei 1951 een nieuwe brug aanbesteed. Op het oorspronkelijk plan met de vermelding "Schikking voor Rondgaand Verkeer aan de Sint-Lievenspoort op de Ringlaan te Gent", werd voorzien in een rotonde die het autoverkeer op de assen Sint-Lievenslaan - Keizervest en Hundelgemsesteenweg - Zuidpark vlotter moest doen verlopen. De doormeter werd naderhand van 30 op 40 meter gebracht en de rijwegen van 9 op 10 meter. De "vluchtheuvel" zou in kruisvorm worden doorsneden door de sporen van de stadslijnen 1 en 9 en de buurtlijn naar Merelbeke, alle komende van Ledeberg en door de buurtlijnen van Oostakker, Lochristi en Wetteren op de as Keizervest - Sint-Lievenslaan, met gemeenschappelijke halteplaats in het midden. De werken vingen aan op 3 december. (* fragment uit "De geschiedenis van de Gentse bruggen", Labyn Maurice - Ghendtsche Tydinghen)
Persfoto van het ontspoorde tramrijtuig van lijn 2 aan het Van Arteveldeplein.
14 december 1950(Het Volk)
Het wordt fataal aan het Van Arteveldeplein. Amper een week geleden reed daar een auto in een groep voetgangers, waarbij vier slachtoffers te betreuren waren. Maandagmorgen ontspoorde er aan de andere zijde van het plein een tramrijtuig van de lijn 2 en koos het de richting naar het voetpad. Gelukkig bleef het ongeval zonder ernstige gevolgen. Er waren geen gekwetsten en er was zelfs geen schade aan het rijtuig, dat onmiddellijk weer "op het goede spoor" kon geplaatst worden en korte tijd later zijn rit naar het Arsenaal kon voortzetten.
De gevaarlijke bocht langs de tramlijn naar Melle ter hoogte van de kasteelvijver van de burgemeester, waarover tussen het schepencollege en de ETG in 1947-'48 een briefwisseling werd gehouden... (foto uit 1971)
10 december 1946
Voor 1947 werd bij de ETG een krediet ingeschreven om in het Sint-Pietersstation te voorzien in een wachtzaal voor de autobusreizigers, af te huren van de NMBS. De ruimte zou worden opgesplitst in twee helften, waarvan het tweede moest worden ingericht als lokaal voor het tram- en buspersoneel.
17 november 1947
"... In verband met een ongeval dat zich op 12 november heeft voorgedaan komt het schepencollege van Melle een klacht in te dienen over het groot gevaar dat sommige tramgeleiders, rijtuigen of de slechte staat van de sporen veroorzaken. Eén van uw techniekers zou gemakkelijk kunnen bepalen waarom sommige rijtuigen, op de plaats waar ze hun hoogste snelheid bereiken, zo geweldig heen en weer slaan. Eenieder verwacht vroeg of laat één van die tramwagens ter hoogte van de parkvijver van de heer burgemeester uit de sporen te zien springen. Reeds eerder had ik de gelegenheid uw aandacht hierop te vestigen en ik twijfel er niet aan dat een definitieve oplossing aan dat probleem kan gegeven worden..." (* nota van het schepencollege van Melle aan de directie van de ETG) In een nota aan het schepencollege, daterend van 24 november 1948, antwoordt de uitbatingsdirecteur: "...verheugd te zijn U te kunnen melden dat de grootste oorzaak van het hevig slingeren van de tramrijtuigen in de bocht ter hoogte van de kasteelvijver is weggenomen doordat een ploeg van de spoordienst de sporen een weinig heeft opgetrokken, in afwachting van een latere vernieuwing..."
3 december 1947
De trammaatschappij bestudeert de modernisatie van de 15 oudste drie-assers (* 301-315), waarbij ze zouden omgebouwd worden tot eenrichtingsrijtuigen met slechts één stuurpost. Achteraan voorziet men een vaste plaats voor de ontvanger, om daar het opstappen te verplichten. Het uitstappen zou vooraan bij de geleider gebeuren, een systeem dat ook in de Verenigde Staten wordt toegepast. Het plan voorziet verder in automatisch werkende deuren en alleen in de rijrichting opgestelde zetels. De capaciteit is berekend op 25 plaatsen, door weglating van de schotten en deuren binnen de rijtuigen, een overblijfsel van de klassenafdeling die op 1 januari 1944 werd afgeschaft. (* Een bericht dat moet worden gezien in het kader van de "American dream" die na de Tweede Wereldoorlog furore maakte... Wel was het zo, dat de modernisatie van de drie-assers die vanaf 1950 werd doorgevoerd, enkele jaren eerder reeds werd gewikt en gewogen. Van het bovenstaande verslag van een werkgroep binnen de ETG werd enkel het verwijderen van de tussendeuren grotendeels gerealiseerd.)
Gustaaf van Helleputte poseert op 7 januari 1945 met de nieuwste vinding: een zadel voor de tramgeleider. De gekromde stang moest door de ontvanger aan elke terminus van het ene platform naar het andere worden overgebracht en werd bevestigd in twee steunpunten. Verder bemerken we de blauwe stroken rond de ramen van het tramrijtuig op de achtergrond. Het oorlogsgevaar was nog niet helemaal geweken...(verzameling E. De Keukeleire)
17 november 1944
"...Teneinde meer gelijktijdigheid in de tramdienst van de lijn 9 aan de gesprongen Sint-Lievensbrug te brengen, zullen de rijtuigen die de dienst verzekeren tussen die brug en het Arsenaal enerzijds (lijn 9) en de terminus Moscou anderzijds (lijn 1), om de beurt rijden op deze twee trajecten en de nummerplaat 19 dragen. De bestemming naar de terminus zal aangeduid zijn door een rode plaat, aangebracht in de hoek van het platform langs de kant van het opstijgen der reizigers en duidelijk zichtbaar langs buiten de aanduiding "Arsenaal" of "Moscou" dragen. Deze maatregel zal ons toelaten de tijdsruimte tussen de rijtuigen van lijn 9 van 12 op 10 minuten te brengen..." (* nota van de ETG aan de gemeentebesturen van Ledeberg en Gentbrugge)
28 november 1944
"... Wij beschikten voor de oorlog over 17 autobussen, waarvan de capaciteit varieerde tussen 30 en 60 plaatsen. Zij werden gebruikt voor de stadslijn Gent-Sint-Pieters - Dampoort en de exploitatie van de buitenstedelijke autobuslijnen Gent - Deurle, Gent - Deinze, Gent - Sint-Denijs - Latem - Deurle, Gent - Eke - Nazareth en Gent - Kruishoutem. Al deze autobussen werden in mei 1940 opgeëist door het Belgisch leger en we hebben er slechts twee kunnen recupereren. Daterend van 1932 worden ze tegenwoordig in moeilijke omstandigheden en op een volkomen onbevredigende wijze wat betreft de vervoerscapaciteit benut op de lijnen Gent - Deurle en Gent - Deinze. Voor de exploitatie van die lijnen en de noden van de bevolking zouden we over minstens vijf bussen met een capaciteit van 40 tot 50 plaatsen moeten kunnen beschikken, plus een reservevoertuig om het systematisch onderhoud te kunnen doen aan het voertuigenpark. Het is daarom dat we momenteel bij andere vervoersmaatschappijen solliciteren om een tijdelijke oplossing van deze kwestie te kunnen bewerkstelligen. Verder wensen we ons enkele voertuigen aan te schaffen, te kiezen uit de Allied Captured Vehicles, bruine kleur en schijnbaar alle in goede rijconditie..." (* nota van de ETG-directie aan "Civil Affairs, 320th Detachment", Kouter te Gent)
17 december 1944(De Gentenaar)
De trammaatschappij heeft van de aannemer de toelating bekomen om vanaf maandag 18 december aanstaande van 16 uur af over de houten noodbrug aan de Sint-Lievenspoort te rijden. Daar de betrokken stadslijnen 1 en 9 hun vroegere reisweg zullen hernemen, wordt derhalve de speciale dienst 19 definitief opgeheven. Daar de betrokken tramlijnen 1,
Links: Augustine De Schepper tijdens de oorlog in het uniform van vrouwelijke trambediende nr. 746 met het typische petje (verzameling E. De Keukeleire). Rechts: poseren bij een wisselhefboom in de stelplaats te Gentbrugge. Vrouwelijke charme in een grijze mannenwereld tijdens sombere oorlogstijden (verzameling F. Coussens).
14 december 1942
"...Wij laten U de plans geworden aangaande kleine wijzigingen die in de wachthuisjes op de Korenmarkt en het Van Arteveldeplein zouden moeten aangebracht worden, om er een kleine plaats vrij te houden aan het vrouwelijk personeel dat wij in de laatste tijd hebben moeten aanwerven om dienst te doen op onze rijtuigen, een rechtstreeks gevolg van het feit dat steeds meer mannelijke agenten door de Bezettende Macht opgevorderd werden om in de Duitse trambedrijven te gaan arbeiden. Gezien de dringendheid van deze kleine wijziging, durven wij hopen dat U ons zo spoedig mogelijk de goedkeuring dienaangaande zult willen laten geworden..." (* nota van de uitbatingsdirecteur van de ETG aan het stadsbestuur van Gent)
4 december 1943
"...Wij veroorloven ons uw aandacht te vestigen op het gedrang dat zich 's morgens en 's avonds voordoet onder de reizigers die aan het Sint-Pietersstation bij de aankomst van de treinen onze tramrijtuigen stormenderhand innemen. Het gebeurt dagelijks dat tijdens de bijna volslagen duisternis die thans op deze kritische uren heerst, personen verdrongen en omvergeworpen worden. Vroeg of laat zijn daar ernstige ongevallen te vrezen. Wij denken dat dit gevaar merkelijk zou kunnen verminderd worden, indien er tussen de bomen langsheen de opstijgplaats grote lichtschermen zouden kunnen geplaatst worden, vastgehecht op 3 à 3,5 meter boven de grond, met onder spanning gespijsde lampen die, zoals de tegenwoordige publieke verlichting, een doffe klaarte zouden verspreiden over het heen- en weergeloop van de menigvuldige reizigers. Wij hopen dat U de oplossing die wij U voorstellen welwillend zult onderzoeken en de aangevraagde, beperkte verlichting door de Regie van de Elektriciteitsdienst zult willen doen verwezenlijken..." (* nota van uitbatingsdirecteur Chenu van de ETG aan het stadsbestuur van Gent)
15 december 1943
"... Wij gaan er volledig mee akkoord de tramhalte voor het Sint-Pietersstation bij middel van onder spanning gespijsde lampen te verlichten, teneinde dringend ongelukken te vermijden. Gelet nochtans op het tijdelijk karakter van deze installatie, alsmede wegens beschouwingen uit esthetisch oogpunt, blijkt het ons wenselijk hier zo eenvoudig mogelijk te werk te gaan. Wij stellen U dan ook voor de installatie te willen herleiden tot het aanbrengen van twee lampen per boom, er met een beugel aan vastgehecht. Voor wat betreft de uitvoering, die natuurlijk volledig op uw kosten moet geschieden, gelieve U zich verder tot de Elektriciteitsdienst te willen wenden..." (*nota van het stadsbestuur aan uitbatingsdirecteur Chenu van de ETG)
Aanhangwagen 55 uit de reeks 55-64 gekoppeld aan een drie-asser in dienst op lijn "4 doorstreept Korenmarkt - Sint-Pietersstation, hier aan het ringspoor rond het Maria-Hendrikaplein in 1941. Duidelijk zichtbaar: de reisweg op een rechthoekige strook boven de ramen van de aanhangwagen. (verzameling F. Coussens)
4 december 1940(De Gentenaar)
Het gebruik van sleepwagens zou op het merendeel van de tramlijnen moeilijkheden met zich meebrengen, vermits al de tramrijtuigen zouden verplicht zijn tot aan hun eindpunt te rijden. Bovendien is hun gebruik op het stedelijk net slechts mogelijk op de lijnen die op ieder eindpunt een ringspoor hebben. Daar de lijn "4 doorstreept" op die wijze uitgerust is, zullen ten titel van proef vanaf heden op de uren van druk verkeer op deze lijn sleepwagens in dienst worden gesteld. Sedert woensdag 27 november zijn de meeste oponthouden voor de rijtuigen van lijn "4 doorstreept" aan Klein Turkije afgeschaft, teneinde het aantal ritten op het vak Korenmarkt - Sint-Pietersstatie te vermeerderen.
13 december 1940(Het Volk)
Het trambeheer heeft aan het stadsbestuur de plans gezonden en om de toelating verzocht, om in een bestaand gebouw van de stelplaats langs de Oude Brusselseweg een gascompressor met hogedrukvergaarbak van 600 liter te mogen installeren, voor het spijzen van de autovoertuigen. De gascompressor zou in werking worden gebracht door een elektrische motor van 10 pk.
Drie-asser 402 aan de halte op de hoek van de Noordstraat en de Contributiestraat tijdens de oorlogsjaren, in dienst op lijn 3 richting centrum.
21 november 1940(De Gentenaar)
Eén der pijlers van de noodbrug voor tram 3 tussen de Noordstraat en de Phoenixstraat (* Bargiebrug) is aangevaren geworden, zodat de tram er niet meer zonder gevaar over kan. De reizigers dienen de brug te voet over te gaan. (* de tweede voorlopige brug werd op 10 april 1941 voorzien van één spoor voor tramlijn 3 naar Mariakerke)
22 november 1940(Het Volk)
Wegens het toenemend brandstofgebrek ziet de NMVB zich verplicht op de meest afgelegen buurtlijnen, waar sedert enkele jaren spoorauto's in dienst zijn genomen voor het reizigersverkeer, terug stoomlocomotieven in omloop te brengen. Voorlopig geldt de noodregel enkel voor de lijngedeelten Evergem - Bassevelde, Eeklo - Ursel, Aalter - Ruiselede en Nevele - Ruiselede.
27 november 1940 (Het Volk)
Overeenkomstig de voorschriften van de wet op het taalgebruik (* afgekondigd in 1932...) moeten de binnen- en buitenopschriften van de autobussen, tramwagens en wagons van de buurtspoorwegen die ingeschreven staan op de lijnen van de Vlaamse streek, in het Nederlands zijn. De tweetalige blazoenen S.N.C.V.- N.M.B.V. zullen vervangen worden wanneer de rijtuigen worden herschilderd.
11 december 1940 (De Gentenaar)
Het stadsbestuur heeft van de bezettende overheid bevel gekregen de Terplatenbrug voor alle rijtuigen open te stellen tegen eind januari 1941. Om die uitslag te bekomen zal onafgebroken worden voortgewerkt, zelfs op de zondagen. (* in gebruik gesteld op 28 januari, ook voor het tramverkeer van de stadslijnen 7 en 9 en de buurtlijnen naar Wetteren, Lochristi en Oostakker)
In maart 1940 moesten de maatregelen van lichtverduistering op de tramrijtuigen worden toegepast, zoals bepaald in de voorschriften aangaande de passieve luchtbescherming. De maatschappij maakte in de respectievelijke afdelingen de lampen blauw met "Vernisol", behalve een strook van één centimeter breedte dichtbij de lampvoet. De door weerkaatsing verspreide verlichting liet de ontvanger toe in het compartiment zijn verrichtingen te doen. De ramen werden voorzien van donkerkleurige gordijnen en brede randen. De schijnwerpers droegen een kap met een rechthoekige opening van 4 centimeter. De foto toont rijtuig 314 op lijn 8 aan het Maria-Hendrikaplein dat op dergelijke wijze is uitgerust.
8 december 1939(De Gentenaar)
Bij het rijden in volslagen duisternis wegens het verplicht uitschakelen van de etalage- en straatverlichting tijdens de oefeningen met betrekking tot het luchtalarm, wordt het uurrooster van de tramdienst hopeloos in de war gebracht. Om de geleiders in de gelegenheid te stellen een hindernis op meer dan één meter afstand te kunnen onderscheiden, zou de horizontale spleet in de hoes van de schijnwerpers 1,5 centimeter breed moeten worden, over de gehele wijdte van de schijf. Dit werd door de Dienst Luchtbescherming echter niet toegestaan.
Persfoto van de plaats waar het "schrikkelijk ongeluk te Ledeberg" zich voordeed. De opname werd 's anderendaags bij daglicht gemaakt tijdens een reconstructie, waarbij drie-asser 396 fungeerde in de rol van de 403, die de nacht voordien bij de aanrijding betrokken was geweest.
29 november 1939(Het Volk)
"...Op maandag 27 november om 23.29 uur rijdend met het tramrijtuig nr. 403 van Gent richting Moscou is er ter hoogte van het huis nr. 34 der Jozef Vervaenestraat te Ledeberg een persoon gevat geworden door ons tramrijtuig. Op het ogenblik dat mijn geleider Jean-Baptist Van Hulle aan bovenvermeld nummer kwam, zag hij plotseling een donkere gedaante voor het rijtuig op de afstand van ongeveer twee meter op de linkerkant van het door ons gebruikte spoor. Geleider en getuigen dachten dat het een hond was, maar ongelukkiglijk was het een menselijke gedaante welke zich voortbewoog op handen en voeten, van links naar rechts der straat. De afstand te kort zijnde kon mijn geleider het ongeluk niet vermijden. Het slachtoffer, dat dicht bij zijn woning de straat was overgestoken, werd volgens vaststelling van de heer dokter Gerlooge de benen afgereden en liep een schedelbreuk op. De politie welke verwittigd werd was spoedig ter plaatse, alsook de heer hoofdtoezichter De Poortere. Men was verplicht het tramrijtuig op te heffen om de persoon, die reeds aan zijn wonden was bezweken, er van onder te halen. Na de vereiste maatregelen getroffen te hebben is het slachtoffer naar het gasthuis te Ledeberg overgebracht. Het is de genaamde Heymans Louis, geboren te Ledeberg op 11 april 1873, gepensioneerd ijzerenwegbediende, wonende Jozef Vervaenestraat 97 te Ledeberg..." (* afschrift van ontvanger Van Hamme Jean - archief ETG)
Zicht op de nieuwe Bargiebrug, vaak ook de "Phoenixbrug" genoemd, voltooid in december 1934. Een drie-asser begeeft zich naar de terminus van lijn 3 in Mariakerke.
8 november 1934(Het Volk)
De trammaatschappij voert tarieven in van goedkoop vervoer op centrumlijnen aan de prijs van 50 centiemen. Daarop worden ook kaarten van 6 reizen tegen 2 frank ter beschikking gesteld, welke gedurende één maand geldig zijn. De nieuwe maatregel wordt op proef ingevoerd, om het voortdurend dalen van het aantal reizigers in deze crisistijd en de daaruit vloeiende toename van werkloosheid onder het personeel te bestrijden. Dezelfde prijs zal toegepast worden op de uiteinden van sommige lijnen, onder meer op de gedeelten Heuvelpoort - Zwijnaarde, Eggermontstraat - Moscou en Bargiebrug -Mariakerke, respectievelijk terminussen van de lijnen 5, 1 en 3. Lijn 6 valt niet binnen dit tarief.
13 december 1934(Gazette van Gent)
Er werd ons officieus meegedeeld dat de trams van lijn 3 zondag over de nieuwe Bargiebrug zullen rijden. Of dit nieuws vreugdevol zal ontvangen worden hoeft men niet te zeggen. Alle zes minuten zal er een tram rijden. (* De tramlijn werd voor de afbraak van de oude brug en het leggen van de nieuwe onderbroken vanaf 4 september 1933. Spoedig daarna werd een vervangende autobusdienst ingericht, maar die werd reeds op 15 februari afgeschaft wegens gebrek aan belangstelling. De nieuwe brug werd samen met een dozijn andere in mei 1940 door Belgische genietroepen opgeblazen, in een poging de opmars van het Duitse bezettingsleger te verhinderen.)
Een prachtige opname uit 1935 van drie-asser 399, geparkeerd op het uitwijkspoor in de Afsneelaan (* thans Koningin Fabiolalaan), klaar voor een rit tijdens de spitsuren op lijn "vier-barré": Sint-Pietersstation - Korenmarkt.
18 november 1933(Gazette van Gent)
Sedert donderdag 16 november lopen op lijn 10 verscheidene trams met een 9 op de schijf vooraan en op de zijkant een plakkaat met nummer 10. Lijn 10 is afgeschaft in die betekenis dat lijn 9, waarvan de rijtuigen van het Arsenaal naar de Sint-Pietersstatie rijden, zal verlengd worden tot aan de Muide. Het betreft hier dus een versmelting van de beide lijnen, maar de reizigers van de Muide die voorbij de Sint-Pietersstatie willen rijden zullen een supplement moeten betalen, alsook degenen die van het Arsenaal komen en naar het Rabot moeten. (* Lijn 10 werd op 2 oktober 1940 heringevoerd en het traject bleef ongewijzigd tot 29 september 1986, toen de lijnen 4 (Moscou - Muidebrug) en 10 werden samengevoegd onder de noemer 40.)
2 december 1933(De Gentenaar)
In de nacht van donderdag op vrijdag werden de tramlijnen 5 en 7 op de Wilsonplaats 6 meter verlegd. Om dit belangrijk werk uit te voeren was het bestuur van de trammaatschappij verplicht nieuwe wissels te plaatsen voor de lijnen 1, 5 en 7 rechtover de Vlaanderenstraat, voor de lijnen 5 en 7 in de Statiestraat (* thans Zuidstationstraat), voor lijn 5 op het Frankrijkplein en voor lijn 7 in de Dierentuinlaan (* thans Franklin Rooseveltlaan). Deze kolossale onderneming van uitbreken, verleggen en verbinden werd met een bewonderenswaardige snelheid in één enkele nacht uitgevoerd, waarvoor de compagnie terecht de bouqué verdient. Vrijdagmorgen was de dienst normaal. Het dagbladhuisje is ook klaar. (* De werken kaderden in de totale heraanleg van de Wilson- en Frankrijkpleinen na de afbraak van het Zuidstation in 1931-'32.)
Boven: In juni 1932 maakte de NMVB een reeks benzine-motorwagens gereed die zij op sommige minder renderende buurtlijnen in dienst wenste te stellen, ter vervanging van de stoomlocomotieven. Aan het Sint-Pietersstation werd eind november een proefrit ondernomen. Onder: vanaf juli 1934 vervingen "auto-motricen" de stoomlocomotieven naar Geraardsbergen. Er werden meer reisgelegenheden aangeboden en de duur van de rit werd met 35 minuten ingekort.
26 november 1932(De Gentenaar)
Vrijdagavond heeft men omstreeks 5 uur op een gedeelte van de lijn naar Geraardsbergen van aan de Sint-Pietersstatie een proef gedaan met een nieuw tramrijtuig van de Buurtspoorwegen. Het is een soort auto-tramrijtuig en draagt het nummer 30, voorafgegaan door de letters A en R, de afkorting van de Franse benaming auto-rail. Vijfentwintig van deze twee-assige spoorrijtuigen worden vervaardigd in de werkhuizen van de NMVB te Hasselt.
13 december 1932(De Gentenaar)
In de zitting van de Gentse gemeenteraad werd een kapitaalsbijdrage van 26 000 frank gestemd voor het gebruik van rail-auto's op de lijn Gent-Sint-Pieters - Geraardsbergen. (* dit geschiedde effectief vanaf 5 juli 1934 voor wat het reizigersvervoer betrof, stoomlocomotieven bleven er de goederendienst verzekeren)
AFLEVERING 19 (WEEK VAN 10 TOT EN MET16 DECEMBER 2006) OPNIEUW BESCHIKBAAR !!! ========================== Het gebeurde tussen 15 november en 15 december, XXX aantal jaren geleden... (deel 2 van 2) De eerste autobuslijn van de Gentse trammaatschappij trad op 20 december 1932 in werking. De grote en comfortabele Minerva's verzekerden het reizigersverkeer tussen de stations Gent-Sint-Pieters en Dampoort langs de Kortrijksesteenweg, Laurent Delvauxstraat, Van Hulthemstraat, Jozef Plateaustraat, Sint-Pietersnieuwstraat, Walpoortbrugstraat, Korte Dagsteeg, Gouvernementstraat, Limburgstraat, Sint-Baafsplaats, Korenmarkt, Botermarkt, Borluutstraat (* thans, Belfortstraat), Steendam, Rodetorenkaai en Kasteelkaai.
17 november 1932(Gazette van Gent)
Sedert enige dagen worden in de stad proefritten gedaan met de nieuwe Minerva-bussen, die door de trammaatschappij volgende maand in dienst worden gesteld. De zeer grote en comfortabele rijtuigen zullen het reizigersverkeer verzekeren tussen de staties Gent-Sint-Pieters en Dampoort langs de Korenmarkt. Binnen is alles in grijs leder en het plafond van het rijtuig is in email. Aan iedere zitplaats is een knop om een stilstand aan te vragen. Op de stilstandplaatsen zal ook het juiste uur worden aangebracht waarop de autobus zal aankomen. De auto's zijn van Belgisch materiaal en voldoen aan al de vereisten. Op 21 november zal een bijzondere proefrit worden ondernomen met de schepenen van de stad en leden van de commissie van verkeer, teneinde een oordeel te vellen over de nieuwe rijtuigen. Prijs: 1 frank per rit. Vertrekken om de 20 minuten ten titel van proef. De vaart zal nogal snel zijn, de reisduur is bepaald op 17 minuten. De dienst loopt tussen 7 uur 30 's morgens en 7 uur 30 's avonds. Een bijzondere uurtabel zal opgesteld worden voor de zon- en feestdagen. De toegang zal gewoonlijk langs voor geschieden. Daar de deuren automatisch sluiten worden de reizigers verzocht zich zo te plaatsen, dat zij het openen en sluiten niet hinderen. Er zal geen tocht in de rijtuigen zijn en men wordt dan ook verzocht niet te roken. Er zijn 21 zitplaatsen en 18 rechtstaande. Geen twijfel of het Gentse publiek zal de onderneming met genoegen tot stand zien komen. Het bestuur van de tramwegen zal de autobusdienst later uitbreiden naar alle kanten van de stad en vooral langs straten en wijken waar geen trams rijden. (* de inhuldigingsrit werd gehouden op 20 december 1932)
Twee rijtuigen van lijn "4 barré", met gedeeltelijk neergehaalde sleepbeugel in 1935 op het wijkspoor in de toenmalige Afsneelaan, in afwachting van een extra rit naar de Korenmarkt bij een sterk toenemend reizigersaanbod.
16 november 1929(De Gentenaar)
Tussen de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, vertegenwoordigd door de heer Caufrier, directeur-generaal en de naamloze maatschappij Elektrische Tramwegen van Gent, vertegenwoordigd door de heren Empain en Haerens, beheerders, werd op 12 november te Brussel de overeenkomst ondertekend betreffende de aanleg en de exploitatie van sporen, met als uiteindelijk doel de te elektrificeren buurtlijnen van de oostgroep (* Oostakker, Lochristi en Wetteren) in verbinding te stellen met de statie Gent-Sint-Pieters. (* Een dergelijke overeenkomst volgende enige tijd later voor de lijnen van de westgroep: Zomergem, Evergem en Nevele.)
16 december 1929(Het Volk)
Op de Maria-Hendrikaplaats worden spoorwerken uitgevoerd. Een kruisverbinding wordt gelegd met de buurtlijn naar Geraardsbergen, voor de geplande uitbreiding van het stadsnet naar de Afsneelaan (* thans Koningin Fabiolalaan), waar een wijkplaats voor de tramrijtuigen komt.
27 november 1930(De Gentenaar)
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Ledeberg maakt bekend, dat de naamloze maatschappij Elektrische Tramwegen van Gent de machtiging vraagt om de uitbreiding te bekomen van haar net langs de Kerkstraat (* thans Ledebergstraat), de Botermarkt en de Gontrodestraat (* thans Jozef Vervaenestraat) tot aan de grens met de gemeente Gentbrugge, op korte afstand van de ringspoorweg aldaar. (* Die uitbreiding was op 5 september 1931 een feit.)
5 december 1930(Gazette van Gent)
Tussen 8 en 9 uur 's morgens rijden de trams op lijn 4 van de Sint-Pietersstatie naar de Korenmarkt van aan het vertrekpunt bomvol reizigers, bij zover dat aan alle tussenhalten de wachtenden als magere troost op het voetpad mogen blijven staan. Zaterdagmorgen zijn er aan de verschillende halten tussen de statie en de Nederkouter mensen twintig minuten blijven wachten omdat er voor hen geen plaats meer te bemachtigen was, noch om te staan, noch om te zitten. Het moet toch mogelijk zijn op die spitsuren twee of drie reserverijtuigen aan de statie beschikbaar te houden. De loop van die barrés zou dan kunnen ingeschakeld worden tussen de gewone ritten. Het is toch niet aannemelijk dat op zulk een belangrijke lijn de Gentse mensen van de Kortrijksepoort en het Sint-Pieterskwartier geen gebruik kunnen maken van hun tramnet, om de eenvoudige reden dat er gemis aan een oordeelkundige aanbieding van rijtuigen in het spel is. Wanneer de tramcontroleurs een scherp toezicht uitoefenen tijdens de rit, zullen zij het bestuur zeker kunnen overtuigen van de noodzakelijkheid, meer rijtuigen te laten bollen. De maatschappij zal er niets bij verliezen en dat is toch ook wel interessant, menen wij... (* De toestand verbeterde toen het wijkspoor op de Fabiolalaan in gebruik werd genomen, zodat telkens dat nodig werd geacht één of meerdere extra rijtuigen konden worden ingeschakeld op het traject tussen het station en de Korenmarkt.)
Persfoto van het spectaculair ongeval op 7 december 1925 in de Lange Steenstraat, waarbij een lichte vrachtwagen tussen twee elkaar kruisende tramrijtuigen van lijn 4 werd geklemd.
29 november 1925(Gazette van Gent)
Men is thans volop bezig met het afbreken van de huizen 95, 96, 97 en 98 in de Palinghuizen en welhaast zal de tramverlenging naar de Ferrerlaan en het Van Beverenplein een voltrokken werk zijn. De omwonenden hopen dat de maatschappij spoedig voor het eindje spoor zal zorgen, opdat ze niet langer van de tram verstoken zouden blijven. (* de verlenging werd ingereden op 10 juli 1926)
8 december 1925(De Gentenaar)
Maandagmorgen omstreeks 8 uur 30 kwam de auto-camion van Louis Horion, melkhandelaar van de Ekkergemlaan, uit de Lange Schipgracht de Lange Steenstraat ingereden, toen hij plots gevat werd door een tramrijtuig dat van de Geldmunt kwam en een tweede, komende uit de richting van het Sluizeken. De auto werd juist achter de zitplaats van de geleider gans ingeduwd. De botsing was zo geweldig, dat de voorplatforms van de beide tramrijtuigen werden verbrijzeld. De autogeleider Jozef Buyle, woonachtig in de Wijngaardstraat, kreeg een hevige stamp op de borst en waarschijnlijk heeft hij daarbij een rib gebroken. Zijn helper Adolf Baas, die ook in de auto plaatsgenomen had, werd door glasscherven in het aangezicht gekwetst. De ongelukkigen werden verzorgd door de dokters Zenner en Ladon en per auto-ambulance naar het gasthuis overgebracht. In de trams vielen geen gewonden. De dienst bleef twee uren ontredderd.
Prentbriefkaart met zicht op het Sint-Pietersstation en een gedeelte van het heraangelegde Maria-Hendrikaplein. De opname dateert van na maart 1932, maand waarin de brede luifel voor de ingang van het station werd voltooid.
9 december 1921(De Gentenaar)
De technische dienst van de stad heeft een plan uitgewerkt tot het veranderen van het plein, gelegen voor de statie Gent-Sint-Pieters. De Maria-Hendrikaplaats welke thans tal van pleinen en wegen omvat, zou tot een prachtig geheel worden omgewerkt, een grote stad waardig, om alzo het uitzicht vanuit de statie te verfraaien. De wijziging zou het leggen van een dubbele tramlijn langs de Albertlaan en -brug tot gevolg hebben en de wijk Ekkergem aan de Sint-Pietersstatie verbinden. De Bond der Neringdoenden van de Kortrijksepoort dringt aan dat men zo snel mogelijk zou overgaan tot die heraanleg. (* op 1 april 1923 reden de trams van de lijnen 4, 7 en 8 rond het vijfhoekig plein en op 9 december dat jaar werd tramlijn 8 verlengd langs de Albert-, Groot-Brittannië-, Martelaars- en Bernard Spaelaan tot net voor de nog te vernieuwen Rozemarijnbrug)
19 november 1924(Gazette van Gent)
Het trambestuur deelt mee dat vanaf maandag 25 november de standplaats voor de kiosk op de Korenmarkt zal afgeschaft zijn. De rijtuigen van de lijnen 1, 3 en 4 welke van de Zuidstatie, de Dampoort of de Kortrijksepoort komen, zullen enkel nog aan de hoek van de Cataloniëstraat en de Korenmarkt blijven staan. De rijtuigen van de lijnen 1 en 4 komende van de Groentenmarkt, zullen stilhouden aan de bestaande schuilplaats rechtover de Sint-Niklaaskerk. De stilstand van lijn 3 aan het hotel Wilson blijft behouden. (* op de Korenmarkt werd een gemengd lokaal voor reizigers en controleurs met kelderverdieping voor de trambedienden in gebruik genomen in mei 1926, de grote kiosk werd gedeeltelijk gesloopt in oktober, de rest in april 1928)
23 november 1924(Het Volk)
Reizigers opgepast! Alle dagen doen zich moeilijkheden voor door het feit dat niet juist wordt bepaald voor welk punt zij een kaartje vragen als zij naar Sint-Amandsberg willen rijden. Zij moeten er dus altijd duidelijk bijvoegen of het de Dendermondsesteenweg of de Antwerpsesteenweg betreft. Er zijn er ook die een kaartje voor "Gentbrugge" vragen. De ontvanger meent dan dat ze naar het Arsenaal moeten, terwijl zij soms Gentbrugge-brug bedoelen (* uitbreiding van lijn 3 sinds 14 september 1923). De reizigers mogen ook niet vergeten dat ze van het ene punt naar het andere steeds de kortste weg moeten nemen. Het is niet mogelijk hen "een toertje" te laten doen, wat velen zeker wel zouden willen!...
10 december 1924(Gazette van Gent)
Een onderzoek is tot 24 december geopend aangaande de vraag van de trammaatschappij, strekkende tot het verleggen van de sporen op de Korenmarkt, het behouden van het ringspoor op d de Sint-Niklaaskerk en de rechtstreekse verbinding van lijn 1 met de Korenmarkt van aan het belfort, langs het Emiel Braunplein en Klein Turkije. (* dit laatste werd in gebruik genomen in januari 1932 en in 1987 weer verwijderd)
Duitse genietroepen bliezen bij hun aftocht op 1 en 2 november alle spoorwegbruggen op tussen de Schelde (Stropbrug) en de Leie (Snepbrug). Daardoor werden de tramlijnen naar de Zwijnaardsesteenweg en de Kortrijksesteenweg tijdelijk onderbroken. De foto toont ons de vernielde viaduct ter hoogte van de Kortrijksesteenweg.
25 november 1918(Gazette van Gent)
Op de tramlijn naar Melle staat het nog altijd vol met wagonnetjes, van de vijver van de heer de la Potterie tot aan het uiteinde van de lijn een kilometer verder. Men heeft hier geen sporen genoeg om ze uit de weg te zetten. Dat zal beteren als de tram Gent-Zomergem weer kan lopen. Daar zijn de sporen niet uitgebroken maar onbruikbaar gemaakt. Van elke riggel is het uiteinde krom geslagen. Men zal ze dus door nieuwe moeten vervangen ofwel de kromme uiteinden afkappen en het goede gedeelte weer aanpassen. Nieuwe riggels leggen zal wellicht het snelst gaan, als die natuurlijk te vinden zijn...
3 december 1918(De Gentenaar)
In afwachting dat men nabij Gent-Sint-Pieters de spoorbruggen kan herbouwen (* opgeblazen door de Duitse genie net voor hun aftocht op 1 en 2 november) legt men van aan de Stropbrug langs de Parkplaats en de Clementinalaan beneden de dijk een voorlopige lijn aan tot voor de statie. Daardoor is de tramdienst langs daar tijdelijk afgeschaft. (* op de berm konden enkele sporen voor het treinverkeer in gebruik genomen worden bij de heropening van het station op 1 juli 1919, het tramverkeer in de Clementinalaan werd hervat op 11 oktober dat jaar, maar door de werken voor de definitieve heropbouw van de viaduct aan de Kortrijksesteenweg kon de lijn naar de Sterre pas op 2 augustus 1920 weer bereden worden als lijn 7 Sint-Pietersstation - De Sterre)
5 december 1918(Het Volk)
In de wijk van de Heuvelpoort zou men graag zien dat de tramlijn nummer 5 wordt doorgetrokken tot op het dorpsplein van Zwijnaarde. Het is zeker dat in een naaste toekomst de elektrische uitrusting van alle trams voor de deur staat. (* verlengingen zijn er gekomen tot aan de "Blokhuizen" op 26 juli 1931 en tot "Zwijnaardebrug" op 28 mei 2000, maar op een lijn naar Zwijnaarde-dorp blijft het wachten, alhoewel er af en toe weer plannen opduiken...)
Gent was vanaf 12 oktober 1914 een door het Duitse leger bezette stad. Hier een beeld van de Korenmarkt op een druilerige winterdag 1914-1915.
17 november 1914(Gazette van Gent)
(* Gent was sinds 12 oktober een bezette stad) Op de buurtlijn Merelbeke - De Sterre kan niet worden gereden, daar te Zwijnaarde de brug over de Schelde vernietigd is. Aan de Zuidstatie vertrekken wel elektrische trams naar Merelbeke. De inwoners van de gemeenten langs de stoomtramlijn Merelbeke - Herzele - Geraardsbergen kunnen vanuit Geraardsbergen Oudenaarde bereiken en van daar naar Deinze en Kruishoutem rijden. Dit vergt veel tijd en gaat gepaard met grote omwegen, maar de ongeschonden buurtlijnen zijn voor het ogenblik het enige vervoermiddel, aangezien het treinverkeer volkomen is stilgevallen.
28 november 1914(De Gentenaar)
De tramdienst naar Meulestede is gisteren onderbroken geweest nadat door Engelse luchtvliegers zeker tien bommen op de instellingen van de haven en het kwartier van de Muide afgeworpen zijn geworden.
7 december 1914(De Gentenaar)
Maandagnamiddag rond 1 uur gebeurde aan de hoek van de Vogelmarkt en de Kouter een botsing tussen een tramrijtuig van lijn 2 dat van de Zuidstatie kwam gereden en een Duitse automobiel, komende uit de Kouterdreef. Toen de ontmoeting onvermijdelijk leek, remden beide rijtuigen uit alle kracht. Daardoor was de slag niet geweldig. De automobiel werd licht beschadigd.
10 december 1914(Het Volk)
Sedert enige dagen is er op de plaats waar de tram van Melle stilhoudt aan de herberg van Lieven Bogaert een rijtuigendienst ingericht. Men zal er karren, omnibussen en allerlei gespan vinden, waarmee men zich voor 0,50 frank kan laten vervoeren naar Oordegem, waar aansluiting is met de stoomtram naar Aalst, Asse en Zottegem. Dit is voortreffelijk uitgedacht en kan grote diensten bewijzen, nu het treinverkeer onmogelijk is geworden.
4 december 1917(Gazette van Gent)
Er wordt op lijn 5 een kleine spoorvertakking aangebracht tot binnen de instelling van L'Ecole professionelle pour jeunes filles in de Tweebruggenstraat, teneinde er slachtoffers van het oorlogsgeweld te kunnen verplegen. Dergelijke schikkingen werden eerder reeds getroffen naar de normaalschool aan het park van de citadel (* lijn 7) en de kloostergebouwen aan de Houtlei (* lijn 3).
In het jaar van de wereldtentoonstelling werd de tramlijn in de Hofbouwlaan en Parklaan omgeleid langs de Charles de Kerchovelaan. Op deze prentbriefkaart is links onderaan het spoor te zien dan ter hoogte van het kruispunt met de Kortrijksepoortstraat de verbinding maakt met dat naar de Kortrijksesteenweg...
20 november 1912(Gazette van Gent)
De nieuwe statie Gent-Sint-Pieters is gisteren in de vroege morgen zonder enig ceremonieel in dienst gesteld door de aankomst van de internationale trein uit Oostende naar Keulen en Baden. Als wij zeggen dat de beambten van de statie, van de hoogste in rang tot de laagste, bij de aankomst van de trein recht stonden, dan komt dat kortweg door het ontbreken van de nieuwe meubelen voor de verschillende kantoren en diensten die er overgebracht zijn. Men zal zich dus moeten behelpen met oude kasten en dergelijke uit de voorlopige statie die weldra moet verdwijnen. Het ontvangstgebouw is dus geopend, maar op verre na niet volkomen gereed...
21 november 1912(De Gentenaar)
Aan de Kortrijksepoort is men begonnen de tramlijn te verleggen langs het hoogste gedeelte van de Citadellaan (* thans de Charles de Kerchovelaan), aangezien het park eerstdaags wegens de werken voor de Wereldtentoonstelling moet afgesloten worden. Het lieve tuintje nabij het wachthuisje aan de Heuvelpoort heeft men moeten verwijderen. De aansluiting met de huidige lijn 4 wordt verwezenlijkt aan het kruispunt van de Kortrijksepoort. (die omleiding werd in gebruik gesteld op 16 januari 1913 en na de tentoonstelling afgeschaft op 22 mei 1914) Intussen is de aanleg van de tramlijn tussen de Heuvelpoort en de Sint-Pietersaalststraat (* verlenging van lijn 5 langs de Normaalschoolstraat en de Zwijnaardsesteenweg tot aan het pleintje ter hoogte van de huidige Elfjulistraat) door de gemeenteraad goedgekeurd.
28 november 1912(Het Volk)
De nieuwe lijn Dokplaats (Stapelhuis) - Sint-Jacobs die de verlenging verwezenlijkt van lijn 4 (* vanaf 19 maart 1913 een deel van lijn 7 en sedert 26 april 1922 van lijn 5) is voor wat de sporen betreft nagenoeg voltooid. Aan de Sint-Jacobskerk werkt men thans aan de verbinding van de nieuwe lijn die langs de Ham, Kongostraat en Minnemeersbrug, de gewezen kruidtuin en een nieuw geopende straat loopt. (* de Bibliotheekstraat die dit jaar weer verkeersvrij is geworden) Het spannen van de trolleydraden zal binnenkort aangevangen worden. Men denkt dat de trams daar rond half januari zullen rijden (* pas vanaf 19 maart dus...)
Fragment uit het plan van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen waarop de gemeenschappelijke terminus van de lijnen naar Lochristi, Oostakker en Wetteren te zien is, gesitueerd op het Antwerpenplein tussen de Land van Waaslaan en de Dendermondsesteenweg. Voor de uitvoering ervan moest echter worden gewacht op de elektrificatie in december 1930 en januari 1931. (archief NMVB)
27 november 1911(Gazette van Gent)
Een afvaardiging van inwoners van de Dampoortwijk, bestaande uit de dekenijen van dit voorgeborchte en Sint-Amandsberg, is gisteren door burgemeester Braun op het stadhuis ontvangen. Daar werden door de heer Pynaert, secretaris van de dekenij van de Dampoortstraat, de wensen van de belanghebbenden uiteengezet, namelijk het inrichten van een middenstatie als eindpunt voor alle buurttrams op de plaats waar tot voor de afbraak in september de statie Land van Waas stond en de afschaffing van de tramstatie aan de Heirnis. De heer Braun trad het ontwerp bij en beloofde al het mogelijke te zullen ondernemen om het ontwerp te doen verwezenlijken.
Drie-asser 325 met aanhangwagen uit de reeks 65-72 geparkeerd op het Emiel Braunplein, richting Klein Turkije, klaar om de rit langs lijn 4 naar het Sint-Pietersstation aan te vangen. Foto uit 1958, kort voor de afbraak van de huizenrij. Rechts een gedeelte van het belfort.
NOG VEEL MEER OVER HET GENTSE OPENBAAR VERVOER!!!
Bekijk ook het blog "MIVG" van Dany !!!! ________________________________________