De naam BB King is hier in dit blog al meermaals gevallen. Daarom zet ik hier de biografie van deze Blues-legende.
King spendeerde een groot deel van zijn jeugd samen met zijn moeder en grootmoeder werkend als een sharecropper (1). Hij zegt dat hij, voor hij van zijn andere talenten weet had, 35 cent voor elke 45 kg katoen betaald kreeg. Reeds vroeg raakte King in de ban van zwarten als T-Bone Walker en Lonnie Johnson, en jazz-artiesten zoals Charlie Christian en Django Reinhard. Snel ontwikkelde King zijn eigen muzikale vaardigheden in de kerk bij het zingen van gospel. In 1943 verhuisde B.B. King naar Indianola, Mississippi. Drie jaar later verhuisde hij weer naar Memphis, Tennessee waar hij zijn gitaartechnieken verfijnde, met de hulp van zijn neef, Country-Blues-gitarist Bukka White. Uiteindelijk begon King zijn muziek live op het radiostation van Memphis WDIA te brengen, een station dat juist een draai had gemaakt door enkel zwarte muziek te spelen, iets wat zeer raar was toen. On air begon King The Pepticon Boy te gebruiken, wat later Beale Street Blues Boy werd. Die naam werd afgekort tot gewoonweg Blues Boy, wat uiteindelijk B.B. werd. In 1949 begon King songs op te nemen onder contract met RPM Records. Veel van zijn vroege opnames werden geproduced door Sam Philips, die later het legendarische Sun Records zou stichten. In de jaren 1950 werd B.B. een van de belangrijkste namen in R n B muziek, met een imposante lijst van hits zoals "You Know I Love You", "Woke Up This Morning", "Please Love Me", "When My Heart Beats Like a Hammer", "Whole Lotta' Love", "You Upset Me Baby", "Every Day I Have The Blues", "Sneakin' Around", "Ten Long Years", "Bad Luck", "Sweet Little Angel", "On My Word of Honor" en "Please Accept My Love". In 1962 begon King bij ABC-Paramount Records. In November 64 nam B.B. King het legendarische album Live at the Regal op in het Regal Theater te Chicago. King vond zijn eerste succes buiten de bluesmarkt in 1969 met zijn remake van Roy Hawkins' melodie, "The Thrill Is Gone", dat een hit werd in zowel de pop- als de R&B-hitlijsten, een zeldzame gebeurtenis, zeker in die tijden. Kings succes bleef duren in de jaren 1970 met liedjes als "To Know You Is to Love You" en "I Like to Live the Love". Van 1951 tot 1985 verscheen King maar liefst 74 keer in de Billboard-R&B-charts. De jaren 80, 90 en 2000 leverden niet zoveel platen op, maar King bleef wel zeer actief in televisieshows, films, en treedt zo'n 300 keer per jaar op. In 1988 bereikte hij een nieuwe generatie fans via de single "When Love Comes To Town", opgenomen samen met de Ierse band U2. In 2000 duetteerde King met gitarist Eric Clapton om Riding With The King op te nemen. In 2004 werd aan King een eredoctoraat overhandigd van de Universiteit van Mississipi. Tevens had hij ook z'n uitgebreide bluescollectie geschonken aan het 'Ole Miss Center for Southern Studies'. Met zijn 80 jaar heeft King een zeer vol en zeer actief leven geleid. Hij bezit een vliegbrevet, is bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus sinds meer dan tien jaar, is King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes.
Lucille B.B. King speelt vooral op Gibson-gitaren en noemt ze traditiegetrouw "Lucille".Dit is ontstaan in de winter van 1949. King speelde in Twist, een plaats in Arkansas, Amerika. Tijdens zijn optreden begonnen twee mensen te vechten en ze stootten een vat brandende benzine om die als verwarming dienst deed. Daardoor kwam het gebouw in brand te staan. Toen iedereen buiten was, realiseerde King zich dat hij zijn gitaar had achtergelaten. Hij riskeerde toen zijn leven om zijn gitaar te halen. Toen King later hoorde dat het gevecht over een vrouw ging die "Lucille" heette, besloot hij zijn gitaar zo te noemen, om zich er aan te herinneren nooit meer zoiets te doen.
--------------- (1) ± Pachter (vooral een bewoording uit het Zuiden van de States)
|