Bombardement op Mortsel 5 april 1943.
We schrijven 5
april 1943, een mooie lentedag te Mortsel en het leven ging zijn dagelijkse
gangetje (voor zover dit mogelijk was in die periode) tot er plots rond 15h00
gedonder te horen viel uit de hemel en er een heel eskader Amerikaanse B17
bommenwerpers te zien waren ( de zgn vliegende forten). 16 van deze B17 waren
van de 91BG, 17 van de 303BG en 16 van de 305 BG. Het tweede eskader
bestond uit 11 B24 toestellen van de 44BG en 7 van de 93BG. Er werden
door de B17's 599 bommen gedropt van 1000 pond en door de B24's 216 van 500
pond. In totaal werden er 245,5 ton bommen op Mortsel gedropt, die door
de tegenaanval van de Duitsers her en der verspreid over de wijk Oude God zijn
neergekomen en slechts enkele hebben echt hun doel getroffen nl. de Erla
fabriek.
Het verhaal wat nu volgt is een authentiek verhaal van Mevrouw Antoinette
Creytens die op het moment van het bombardement les aan het geven was in de
school "De Damen van de Heilige Familie" in Berchem.
In 1942 werd ik gediplomeerd als onderwijzeres in de normaalschool van
Tielt. Ik mocht beginnen in Berchem, in een bijhuis van "De Damen
van de Heilige Familie" uit Tielt. Ik bleef logeren in de school
zelf, ook al had ik een oom en een tante in Antwerpen.
Op 5 april 1943, het moet na de namiddagspeeltijd zijn geweest, vlogen de ramen
van mijn klas open en waaide er zand binnen. We hoorden bommen ontploffen
en het was nu vluchten naar de kelder van de Zusters. Alle klassen
stormden naar datzelfde deurgat. In één klas waren de kinderen aan het
breien, ze vluchtten met hun breiwerk, maar vergaten hun bolletje breiwol, mijn
kinderen zijn in een dradennet naar beneden gezogen.
Het was een half-kelder. Door een halve ruit kon men naar buiten
kijken. Twee juffrouwen gaven verslag: "Er zijn daar weer
vliegtuigen...Mortsel brandt... de Gevaertfabriek brandt..."
De kleuters waren nog buiten. Ik ben naar buiten gelopen om hen te
helpen. De Zuster was in paniek. "Kom, Zuster, naar de
kelder..." Noem dit geen heldendaad, ik wist ook niet wat oorlog was
en kende het gevaar niet. De sirene had het gevaar niet aangekondigd,
maar ze ging wel af om het einde van het bombardement aan te kondigen, zodat
wij veilig onze schuilplaats konden verlaten.
Veel ouders kwamen hun kinderen afhalen. Ik mocht van de Directrice de
rang naar Morstel niet begeleiden, ik moest de richting van Antwerpen
uit. De gevolgen van het bombardement waren ook daar te zien. Een
man liep al schreiend over straat, een zakdoek voor zijn ogen vol bloed, een
aanhangwagen vol lijken... verschrikkelijk. Met tranen in de ogen liep ik
terug naar school. Lessen voorbereiden was niet mogelijk.
Voor de school stopte er een auto met zwaar gewonden. Men kwam
kijken in de apotheek van de school of er bruikbare geneesmiddelen waren.
Helaas bevatte de apotheek slechts enkele zwachtels en wat ontsmettingsstof,
maar dit was niet voldoende om alle gewonden te verzorgen, dus reden ze verder.
Ondertussen waren wij al aan het werk om onze bedden naar beneden te
halen, om slachtoffers te helpen. Er waren slechts 18 inwonende
leerlingen. De bedden werden nu in de kelder geplaatst, dan moesten de
leerlingen niet de trappen doen om te gaan schuilen. Mijn matras lag in
de badkamer, tussen het bad en de muur.
Oudere leerkrachten waren op weg naar Mortsel om er te helpen in een
gebombardeerde school (waarschijnlijk de meisjesschool Sint Lutgardis, hier
lagen de leerlingen bedolven onder het puin). Ik mocht niet mee omdat ik
te jong was.
Wat ze daar hebben gezien en meegemaakt, was onbeschrijfelijk. Ze
hebben kinderen gevonden, maar hoe?... Ouders waren uitzinnig van
verdriet.
De overste kwam kloppen op mijn deur: "Juffrouw, zoudt ge eens
willen gaan vragen waarom de man van de chauffage nog niet is komen
opdagen?" "Maar Eerwaarde moeder toch, na zo'n verschikkelijke
namiddag, zijn ook de mensen die niet in Mortsel wonen in paniek. Maar ik
wil wel eens gaan zien hoe die mensen het stellen.
Nu mocht ik wel opstappen richting Mortsel. Die mensen woonden in
een zijstraat tegenover de Gevaertfabriek.
Dat vrouwtje stond in het deurgat en ze zegde: "Als de bommen voor
mij vallen dan spring ik naar binnen, als ze in huis vallen spring ik naar
buiten. Ik heb een pannetje met melk klaargemaakt en mijn man is er mee
naar "den Erla", waar onze dochter werkt. Ze is gewond, haar
rug ligt open en we weten niet in welk ziekenhuis ze nu ligt." Ik
heb haar gezegd van waar ik kwam, maar ik kon haar toch nu niet aanspreken over
de chauffage panne. Ik heb nog wat met het vrouwtje gepraat en haar wat
gezelschap gehouden, ze was zo in paniek.
Een slapeloze nacht en de dag nadien waren alle leerlingen van mijn klas
daar terug. Mijn godsdienstles is een occasionele les geworden. Hun
gedachten waren bij het bombardement. Ik liet hun vertellen, ze moesten
het ook eens kwijt aan hun juffrouw.
Kinderen zijn kinderen. Te jong om al dat verdriet op te
stapelen. Ze speelden op de speelplaats net als voordien.
De zondag na het drama ben ik te voet naar Mortsel gegaan. Waar
was de stoep? Overal steenbrokken en vernielde meubelen. Ik ben er
niet tussendoor gegaan, die aanblik blijft gegrift in mijn geheugen.
Ik was 19 jaar toen het beurde, ik ben er nu 90 en nog zie ik alles voor
me alsof het gisteren was.
Getekend: Antoinette Creytens
Nawoord:
Geen oorlogskruis:
Omdat Mortsel slachtoffer werd van zogenaamd friendly fire werd het vergeten bij het uitdelen
van de Oorlogskruisen. Pas na 61 jaar
kreeg de stad een erkenning
Mythe:
Een hardnekkige mythe luidt dat een Amerikaans jachtvliegtuig een kring van
rook zou getrokken hebben, waarbinnen de bommenwerpers hun bommen zouden moeten
droppen. De kring zou met de wind afgedreven zijn, waardoor de bommen boven
bewoond gebied in plaats van boven het doelwit zouden gevallen zijn. Dit klopt
niet, want een kring met rook was helemaal geen gangbare praktijk bij
bombardementen. De bommenwerpers hadden toen Norden-gunsights, speciale
richtapparatuur om bommen met grote precisie te werpen. Wel is het zo dat een
jachtvliegtuig werd neergehaald en omlaag dwarrelde waarbij het rook
verspreidde. Ook is het zo dat de bemanning moeilijk bommen kon richten,
terwijl de piloot met bruuske manoeuvres trachtte luchtafweer en
jachtvliegtuigen te ontwijken.
Film
Minder bekend is dat het bombardement op Mortsel aan de basis ligt van de
Hollywoodfilm "Twelve O'Clock High" (1950) met acteur Gregory Peck, die de rol speelt van ene generaal
Frank Savage. De figuur van Savage is gebaseerd op generaal Frank A. Armstrong, die in 1942-1943 als kolonel de 306de Bomb Group
had bevolen. Het moreel van 306BG stond op een laag pitje na zware verliezen
boven Frankrijk en Armstrong besloot daar iets aan te doen. Hij bood zich op 5
april 1943 onverwacht op het vliegveld van Turleigh
(Bedfordshire) aan waar 306BG gestationeerd was en zei dat hij weer zou
meevliegen. Daarmee wilde hij een voorbeeld stellen.
Het doel was die dag de Erlafabriek te Mortsel. Armstrong nam plaats in de
"lead aircraft" van 306BG, het toestel dat de eskaders van de 1ste
Bomb Division zou aanvoeren. De B-17 werd herhaaldelijk onder vuur genomen door
Duitse jachtvliegtuigen die wisten dat dit het leidend vliegtuig van de dichte
formaties was. Met een generaal aan boord dacht niemand er aan rechtsomkeer te
maken. De raid werd doorgezet ondanks hevige Duitse weerstand. Armstrongs B-17
werd herhaaldelijk geraakt en de navigator zwaargewond. Armstrong verbond hem
en berekende zelf de koers om naar Engeland terug te keren. Het verhaal maakt
deel uit van de geschiedenis van 306 BG. Twee oudgedienden van 306BG, Sy
Barlett en Beirne Lay Jr., werden na de oorlog scenarioschrijvers in Hollywood.
Zij baseerden zich op dit waargebeurd verhaal voor het scenario voor de film
"Twelve O'Clock High", die in 1950 in de bioscoopzalen werd vertoond
Publicaties:
- Rely, Achille, Bommen op
Mortsel, Antwerpen.
- Rely, Achille, Geen
Oorlogskruis voor Mortsel, Antwerpen, 1993.
- Serrien, Pieter, Tranen
over Mortsel, Standaard
Uitgeverij, Antwerpen, 2008.
Bronnen: zelfgeschreven verhaal van Antoinette Creytens
Wikipedia
|