Op de berm grazen schrale geiten
De zon brandt over het dunne grasland
Temperaturen zoals in een heksenketel
maken mens en dier loom
Een eucalyptus is de enige troost
de vader van de magere schaduw
de wind is van schroeind tot lauw
de geiten continueren hun maaltijd
Wiens bezit ze ooit waren vertellen ze niet
Ze weten waar het gras te vinden is
Ze laten zich niet kooien
ze laten zich niet binden
door de arme boer die loert
vanuit zijn hut bedekt met golfplaten.
Zelfs Pedro die beweert geitenhoeder te zijn
kan hen niet verschalken.
alleen de bok kan nog uitkomst bieden...
alweer een raad uit het oneindige plan
der natuur.
Ingrid Lenaerts
|