NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN MAASMECHELEN 03/05/2006
NATIONALE PARK HOGE KEMPEN POORT MAASMECHELEN.
Het Nationaal Park Hoge Kempen, in de Belgische provincie Limburg, is een uniek natuurgebied waar meer dan 5000ha bos en heide beheerd en beschermd worden.Met een hoogte tussen 50 en 100 meter vormt het hoogste deel van de Kempen. Het is opgebouwd uit het puin dat de Maas meebracht van de Ardennen tijdens de laatste ijstijden.Het is dan ook de enige regio in Vlaanderen waar de bodem opgebouwd uit keien van allerlei aard en grootte. Naast droge heide met landduinen en natte heide met vennen en venen, bestaat het park voornamelijk uit dennenbossen. Deze bossen, aangeplant om te voldoen aan de vraag voor stuthout voor de steenkoolmijnen, worden geleidelijk omgevormd tot meer natuurlijke bossen.
In het oosten heeft de Maas een 60 meter diepe vallei uitgeschuurd, zodat dit gebied erg reliëfrijk is. De groeves die ontstaan zijn door de winning van het 30 meter dikke grindpakket en het daar onder liggende kwartszand, het fijnste witte zand om glas te maken, vormen samen met deze keien een voor de Benelux uniek geologisch"openluchtmuseum".
De Mechelse Heide is het wandelgebied bij uitstek in Nationaal Park Hoge Kempen. We kiezen voor de wandeling naar de hoogste punten van de Hoge Kempen met vergezichten tot ver in Duitsland, af en toe moeten we een flinke klim maken en de zichten op de mooiste heidegebieden van de Hoge Kempen.
Celles ligt in de Condroz. Kalklsteen geeft hier de toon aan. De hoofdstraat van dit pretentieloze dorpje begint bij de Romaanse kerk, beneden bij het fontaintje gewijd aan Saint-Hadelin, en telt talrijke huisjes uit bloksteen met vensteropeningen in houwsteen.
De tijd is er blijven stilstaan alles is op merkwaardige wijze bewaard gebleven. We vertrekken met de wandeling aan de kerk, maar eerst bezoeken we deze Romaanse kerk met traptorens uit de 12de eeuw. Al vlug kunnen we de bouwkunst bewonderen van deze prachtige huizen, we wandelen het dorpje uit en komen in de natuur geurende sparren, een eik. We komen bij de kasteel van Boisselles.
We gaan stijl bergaf en komen aan het prachtige kasteel van Vêves. Gelegen op een heuvel met prachtige ronde torens het is één van de mooiste kastelen hier en van historische waarde.
We vervolgen onze weg en komen aan de Romeinse heerweg hier kunnen we nog eens genieten van een uitstekkend zicht op het kasteel. Nu beginnen we aan de klim van 1 kilometer venijnig omhoog. Maar boven hebben we een goed zicht op de achterkant van het kasteel van Noisy. We komen in Gendron met een merkwaardig 19de eeuws huisje. En een grote boerderij uit 1792.
Zo komen we aan het gehucht Lavi, hier worden we verrast door de schoonheid van de huizen allemaal grondig gerestaureerd in de oude stijl gewoon prachtig. We zijn nu in het gehucht Croix de Lavis. Zo komen we aan de kluizenaarsoord Saint-Hadelin. Gelegen op de flank van de vallei met prachtige gebouwen.We dalen af en komen terug aan ons vertrekplaats. Een wandeling met prachtige zichten, mooie gebouwen.
De meimaand is begonnen met een wandeling met De Schoverik.
Vandaag 1 mei al zou je buiten niet zeggen, bewolk en regenachtig, maar om een fijn wandelweekend af te sluiten kan het ons niet deren, we wandelen met onze club, Een fijn parkoers in en rond Diepenbeek met afwisseling, dan weer eens tukje door de straten en dan weer een stukje door de velden.Samen met Yvo en Godelieve wandelen we.
Gezellig samen op de controlepost en wat napraten over de afgelopen wandelingen, dan weer op pad voor de tweede helft van onze wandeling. Weer wandelen we door het Diepenbeekse landschap. Het is beginnen regenen en we zien de kerk al en weten dat we vlug binnen zijn. We komen terug in de Gildenzaal en een aangename wandeling zit erop. Nog wat napraten over het feest van zaterdag, iedereen is er over eens dat het een geslaagd jubileumviering was, we kijken al uit naar het volgende.
"Schoverik" is de Diepenbeekse naam voor wat de volksverbeelding dwaallicht is gaan noemen. Dat is "een blauwachtig beweeglijk vlammetje boven moerassen en kerkhoven, ontstaan door langzame verbranding van moerasgas" De volksverbeelding zocht een aanvaardbare verklaring voor de herkomst van die geheimzinnige lichtjes, die niemand ontstak en die er s avonds toch waren. De meest voorkomende was wel de mening, dat dwaallichtjes verlaten zielen waren van overledenen, die in eenzaamheid boven het veen zweefden. In Diepenbeek echter was dat licht een gevreesd spook dat, wanneer je erop floot, je razendsnel achtervolgde. Er zijn verhalen over roekelozen, die een Schoverik op die manier uitdaagden, genadeloos achtervolgd werden, maar nog tijdig het deurtje van hun hut achter zich dicht konden klappen. Onmiddellijk daarna weerklonk er een hevige slag op het deurtje. De volgende ochtend stond er dan een hand of paardenpoot in het hout gebrand. De woekerfantasie vergroten die vlammetjes dan tot afmetingen van een kookpot, een lantaarn of een vuurbol.
Vandaag 29 april vieren we ons 25 jarig bestaan van de Schoverik. Wij sluiten dit jubileum af in schoonheid en beginnen stijlvol aan het nieuwe met een stemmig feestprogramma. Onze voorzitter Rachel Weijnen heeft een opmerkelijk korte toespraak alsook de Burgemeester en de voorzitter van de "Vrije Vlaamse Recreatiesporten" V.V.R. Leopold Thijs. Eigenlijk kun je in enkele woorden de Schoverik bestempelen, vriendschap en kameraadschap, leute en plezier. En vooral een van de grootste wandelclub van Limburg. Tijdens de Nieuwjaarstocht op 2/01/2006 mochten we de 300.000ste wandelaar op onze tochten verwelkomen. Dit zeg genoeg. Maar vooral de vriendschap is hetgeen de Schoveriken zo kenmerkt. In al de jaren die wij lid zijn van de club is de vriendschap alleen maar toegenomen en zijn we opgenomen in de club als één van hen. Ik denk dat de toespraken zo kort waren omdat er een spetterend programma volgde. Jos Roofthooft en zijn gezellen vermaken ons de rest van de avond.
Al vlug zit de ambiance erin en heel de zaal zingt mee. De wijn zal ook wel meegeholpen hebben.
BLOESEMTOCHT DE LOONSE TSJAFFELEERS. BORGLOON. Vandaag wandelen we met onze vrienden van de Loonse Tsjaffeleers. Ze hebben vandaag hun bloesem wandeling en het is prachtig op het parkoers. De bomen staan volop in bloei en we kunnen genieten van de bloesem. We vertrekken aan de controlepost in de school De Linde en doen het tweede gedeelte van de wandeling tot aan de inschrijving. We wandelen de stad in en komen aan het kanunnikenhuis waar de restauratie bezig is, dan komen we aan de Burchtheuvel, de plaats waar de burcht van de Graven van Loon eens stond, nu is het een uitkijkpunt over het prachtige landschap.
We wandelen verder en komen zo aan het Kasteel de Grote Mot. Gelegen in de vallei van de Mot. Prachtig zicht op de vallei met zijn boomgaarden, en kasteel.
Verder wandelen we naar Bolderberg. Hier heb je de mooiste zichten op Borgloon en de weide omgeving. Hier komen ook nog de meeste hoogstamboomgaarden voor.
Gewoon prachtig het witte tapijt van bloesem in het landschap. Van hieruit kunnen we het kerkje van Groot-Loon zien één de meest gefotografeerde zichten in Haspengouw.
We steken de drukke steenweg over en gaan zo naar de start. We verlaten het College om het eerste gedeelte van onze wandeling te doen. We wandelen terug richting centrum, en langs de Graaf de vroegere omwalling van de stad. En komen een tweede maal langs het kasteel de Grote Mot.
Ook langs de wijngaard van de Boomgaardenstichting. Een laatste blik op de vallei van de Mot, en we wandelen verder langs het Duivenhuis. Nu wandelen we richting Broekom om dan af te slaan naar Hendrieken waar we een prachtig zicht hebben op het Kasteel van de Hulsberg. Nog wat genieten van de bloesem en de vergezichten en dan keren we terug naar Borgloon Centrum.
Alhoewel we hier dagelijks wandelen blijft het mooi. De prachtige bloesem blijft ons boeien jaar na jaar en toch is het telken jaren anders.
Nog een dikke proficiat aan de parkoersmeester van de Tsjaffeleers.
Een van de mooiste valleien in Borgloon is wel de Colenvallei in de deelgemeente Kerniel. We hebben een prachtig zicht op de vallei doordat de oude spoorweg erdoor loop.
Deze spoorweg aangelegd en ingebruik genomen op 10 september 1878. Dit was nodig voor de groeiende fruitindustrie de mogelijkheid te geven om uitvoeren naar Engeland en Duitsland. Een ander gevolg was dat de stroopindustrie een uitbreding kreeg. Tot dan was de stroopfabrikatie een familie aangelegenheid en gedaan op de boerderij. Nu kwamen stroopfabrieken aan de stations van de spoorweg. In Borgloon kwamen 3 stroopfabrieken aan het staion en in Jesseren kwam "Grande Siroperie Limbourgeoise" zich vestigen. Tot in 1957 was er een treinverbinding. Daarna stopte de uitbating van de lijn en 1970 werden de sporen opgebroken. Tot in 1994 mag de natuur zijn gang gaan op de spoorwegzate en dan word er de fietsroute op aangelegd.Vanop de fietsroute hebben we een prachtig zicht op de kerk van Kerniel.
Een fijne plek is de boerderij met schapen,geiten, kleine paardjes, ezels en hangbuikzwijntjes met de abdij van Colen op de achtergrond.
De vallei van Colen is bij koninklijk besluit beschermt gebied evenals de abdij site.Gelegen in het landelijke kader, met heerlijke panorama's op Vochtig-Haspengouw. Met halfopen weilandschappen, hoogstamboomgaarden, laagstamplantages. Zeker in de lente is het er mooi.
KASTEEL VAN RULLINGEN BOOMGAARD MET OUDE FRUITVARIETEITEN.
De zon is stilaan aan ondergaan, en we gaan nog even met Jefke een avondwandeling maken, het is nu prachtig in Haspengouw, bloesems overal. We wandelen even naar het kasteel van Rullingen. Maar vooral de boomgaard is nu een juweeltje om in rond te wandelen honderden oude fruitvariëteiten zijn hier samen gebracht, allemaal hoogstamboom. Van peren, appelen, kersen en Pruimen. Het is een boeket van bloesems. Ik laat je graag meegenieten van deze prachtige plaats.
In de boomgaard laat de herder zijn kudde schapen overnachten, zo dat hij morgen terug op pad kan gaan om de bermen te begrazen.
Verscholen in een heuvelachtig landschap geeft het kleine dorp Mélin niet onmiddelijk zijn troeven bloot. De weg ernaartoe slingert zich doorheen talrijke velden die nu stilaan tot leven komen. In de zomer zijn de velden begroeid met vlas, aardappelen, koolzaad wat een kleurrijk spectakel biedt. In het dorp zie je dat vele huizen opgetrokken zijn in Gobertingse steen. Een steensoort die prachtig oogt en zijn naam aan de Gobertange, een plaatselijk waterstroompje te danken heeft.
Gobertange is een gehucht van Mélin en er is gedurende eeuwen de ontginningsplaats geweest van de Gobertingse steen. Eén van de groeve is nog steeds in gebruik.
Gobertingse steen is een ijzerhoudende witsteen, gekenlerkt door een warme, tegelijk witte en goudkleurige tint. Ontgonnen in één van de twintig steengroeven vanaf 1846. Omstreeks 1900 zijn er vijftig ontginningsplaatsen in Mélin, Vijfentwintig in Lathuy, vijftien in Saint-Remy-Geest en vier in Jodoinge. In 1970 blijft er nog één over. De steen wordt in de openlucht gedolven tot op een diepte van 28 meter. de aders van d esteen zijn meestal maar 20 centimeter dik. De wandeling We vertrekken aan e kerk van "Visitation de la Vierge" 1777-1780 met eentoren in Gobertingse steen, de prachtige pastorij, links van de kerk is uit de 18de eeuw en is een prima voorbeeld van baksteen en lokale steen. De prachtige "Herenboerderij" vooral de voorgevel van de "Cense du Seigneurr" uit 1284.
We verlaten Mélin en gaan de velden in naar het gehucht"Basty" als we omkijken hebben we een prachtig zicht op de kerk van Mélin.We komen aan een bakstenen boerderij"de Couverterieboerderij" eens toebehorend aan de abdij van Ramée. Wat verder zien we de "Awansboerderij" deze schilderachtige boerderij uit de 18de eeuw was van de Heren van Ecluse. We komen aan het vierhonderd jaar oude kapel van Sint-Antoine de patroonheilige tegen nde varkenspest. Vergeet niet dat we hier kort bij Piétrain zijn en vanhier zijn de beroemde varkens met dezelfde naam.
We wandelen verder en genieten van de prachtige Haspengouwse vergezichten. We wandelen naar het gehucht "Chavia" en zo terug naar Mélin. De prachtige huizen in Gobertingse steen zijn één voor één juweeltjes van bouwkunst. We wandelen nu naar het gehucht"gobertange" hier komt de Gobertingse steen bijna huis voor huis voor. We komen nog langs een holle weg die leidt naar de prachtige "Hesserée" boerderij met een 15de eeuws poortportaal en een schuur anno 1723, deze versterkte hoeve is prachtig. Nu keren we terug naar de kerk van Mélin en komen aan het schattig pleintje met prachtige huizen en boerderij. Deze wandeling is zeker de moeite waard.
Deze morgen een Bloesemwandeling in Kuttekoven, het is al lekker warm en de zon schijnt heerlijk. Sinds zondag zijn de bloesem open, een prachtig boeket siert het Loonse landschap. De hoogstamboomgaarden staan in bloei. Ik wil wat sfeerbeelden met jullie delen. De volgende dagen word het alleen maar mooier.
In 1723 bouwde men een nieuwe kerk in Jesseren. De toren, het koor en het schip van de huidige kerk dateren uit die tijd. In 1919 werd de kerk gevoelig uitgebreid met de zijbeuken. Het is een eenvoudige, nette kerk met een bijzondere kruisweg van de Luikse kunstschilder Aubé. Daarom is Jesseren uitgekozen om de erfgoeddag te openen.
HELSHOVEN. KAPEL VAN HELSHOVEN.
Aan deze kapel was eens een gasthuis verbonden nadien werd er een kluis aan verbonden. In 1254 werd er een gasthuis/kapel gebouwd door de hospitaalridders. Gerardus, de broer van de Graaf van Loon liet deze kapel bouwen met de bedoeling de pelgrims onderdak te bieden. De kluis van 1674-1925 bewoond door kluizenaars. In 1817 vestigde Pieter Kubben zich als nieuwe kluizenaar te Helshoven, hij richtte er een schooltje voor de kinderen uit de buurt op. Andreas Gielen, de laatste kluizenaar van Helshoven overleed in 1908., In 1921 werd de vervallen kluis en kapel door de heren Ulens en Godin aangekocht en vervolgens aan de kerk van Groot-Gelmen. In 1925 bracht men de kluis af. Het interieur van de kapel, de gedenksteen uit 1254, schilderij opwekking van een kind. Piëta van de 16de eeuw, geklede madonna 17de eeuw, biechtstoel eerste helft van de 17de eeuw, preekstoel laat gotische panelen 1550, het laatste avondmaal 16de eeuw, communiebank 17de eeuw. En kandelaars tweede helft van de 17de eeuw. Hier zal Christiane de namiddag doorbrengen om de bezoekers wat uitleg te bezorgen.
Ik zal nog even een bezoekje brengen aan Hoepertingen en Colen.
SINT JOB KAPEL HOEPERTINGEN.
Deze aloude kapel bevindt op een pleintje bij de Bilter.
De kapel moet zeer oud zijn, de huidige kapel dateert uit de 17de eeuw, maar in de muur is er een steen uit 1113 en een ander uit 1738. een stenen altaar en 17e eeuws barok gepolychromeerd houten beeld van sint Job.beladen met zweren zitten op een mesthoop, het beeld is 92 cm. Hoog.
DE SINT-VEDASTUSKERK HOEPERTINGEN.
De toren is vroeg Romaans 11de eeuw, het mergelzandstenen koor is in de kern gotisch 13de eeuw, maar vertoont verbouwingen uit de 17de eeuw, de oorspronkelijke één beukig schip werd in 1788 met zijbeuken vergroot. Het meeste 17de en 18de eeuws meubilair, brandglasramen met de wapenschilden van de Heren van Hoepertingen, Christus beelden uit de 15de eeuw en uit 1835. een ruime en mooie kerk. HET KASTEEL VAN HOEPERTINGEN. Van het 17 eeuws complex bleef alleen de toegangspoort bewaard, vanaf 1763 na de restauratie werd het een residentieel kasteel. Het kasteel in U vorm met twee ingebouwd torens.
Bij het interieur vermelden we het mooie Italiaanse stucwerk in de inkomhal en de 18de eeuwse regentcetrap. Overal treft men nog de oorspronkelijke gebeeldhouwde deuren in Hongaarse eik aan. In een bijgebouwd zijn de uniformen tentoongesteld.
ABDIJ VAN COLEN.
Dit prachtige complex met de kerk en de sacristie met het beroemde schrijn van de H.Odilia.
Ook de schilderijen van de Luikse schilder Aubé. Deze zijn nog niet zolang terug van de restauratie en ogen zeer mooi.
Eindelijk lente, een heerlijk zonneke, straal blauwe hemel en lekker warm.
In Stavelot heerst een bijzondere sfeer, waarin heden en verleden met elkaar verstrengelt lijken. Is het omdat dit stadje erin geslaagd is zijn oude huizen en zijn rustige steegjes te bewaren? Het natuurkader waarin het stadje gelegen is, is bovendien prachtig, zodat Stavelot alles heeft om ons te bekoren. De aloude stad aan de Ambléve in 648 gesticht door Sint-Remaclus er een klooster en hij werd in 11 eeuwen tijd, opgevolgd door niet minder dan 60 abten. Die van de stad een cultureel centrum maakten. Een landmark in het stadsbeeld is de Ancienne Abbaye enkele jaren geleden gerestaureerd en nu een bijzondere plaats in de stad.
We wandelen voorbij de prachtige gebouwen en komen aan de rue Vieux Moulins een waterkrachtcentrale op het riviertje bezorgd de buurt van elektriciteit. Deze watermolen Bressaix op het riviertje is nu een beschermd monument.
We wandelen Stavelot uit en komen langs één van de mooiste vakwerkhuizen. Dan langs het oorlogsmonument, een Amerikaanse truck.
We klimmen een behoorlijk stuk om in het bos terecht te komen, wat is het prachtig hier. De Ambléve vloeit beneden door het dal en tegenover staat een prachtig kasteel. Verder wandelen we door het bossen komen aan Croix de Remiheid in Trois-Ponts.Wat een prachtig landschap bossen, met groene dalen.
We dalen terug af naar het centrum van Stavelot, steeds weer komen we de prachtige vakwerkhuizen tegen op onze weg.
We steken de Ambléve terug over en wandelen door de smalle steegjes en straatjes.
We gaan nog een laatste keer voorbij de oude Abdij en zijn dan aan onze laatste klim van de dag naar de aankomst. Een prachtige en aangename wandeling.
De kapel van Loretto gelegen onderaan de helling van de Hulsberg. Een wandeling naar deze merkwaardige plaats loont zeker de moeite. Een panorama op het Haspengouwse landschap en de vallei van de Motbeek. Omgeven door een meidoornhaag, een oude wilg en een kastanje boom gelegen tussen de laagstamfruitbomen. Achter de kapel bevindt zich de graftombe van de familie Vandionant-Pinnoy de vorige eigenaars van het kasteel van de Hulsberg.
De huidige kapel 1882 is de kapel die boven op de Hulsberg gebouwd was en bij de bouw van het huidige kasteel verplaats werd. Naast de deur achteraan bevindt zich een arduinen steen, met de latijnse tekst die herinnerd aan de stichting van de kapel en de voormalige kluis in 1689 door de Loonse deken Poislevache. Hij ondernam regelmatig bedevaarten naar Italië om het Heilige Huisje van Nazareth te bezoeken. Daarmee wordt bedoeld het huisje waarin Maria verbleef toen zij het bezoek kreeg van de engel Gabriël. Volgens de overlevering word het sedert 1295 bewaard in Loretto in Italië.
De Loonse deken droomde van een Lorettokapel in de omgeving van Borgloon, en in 1680 kocht hij grond op de Hulsberg en negen jaar later werd de kapel gebouwd. Voor het onderhoud van de kapel bouwde men een kluis. Kluis en kapel stonden tot aan de bouw van het huidige kasteel op de top van de Hulsberg. Zij was een van de drie Limburgse kluiskapelen die gebouwd zijn naar het model van het Heilig Huisje. Vandaar ze Lorettokapel genoemd worden. De overig twee zijn die van de Bolderberg, en die van Vrijhern. Spijtig dat men binnenin de kapel niet meer kan gaan kijken, vandalen maken het onmogelijk om de kapel open te laten, alhoewel dit tot enkele jaren terug kon. Toch is de wandeling naar de kapel de moeite waard en moet ze bekeken worden vanop de veldweg. Vooral in het voorjaar is het er prachtig.
Borgloon doet ook dit jaar mee aan de ERFGOEDDAG op 23 april. Het thema van deze dag is "kleur" En we hebben een "kleurrijke" fiets- en autotocht uitgestippeld die u leidt langs polychrome beelden, schilderijen en doorheen ons "kleurrijk" landschap. Van Hoepertingen met kasteel Mariagaarde en de parochiekerk naar Borgloon met de Sint-Odulphuskerk, naar Kerniel met de Abdij van Colen en de kerk van Jesseren met de schilder Aubée. Verder naar Haren-Bommershoven en naar Vechmaal de kapel ven Heurne. Vandaar naar de kapel van Helshoven en terug naar Borgloon of Hoepertingen.
KAPEL VAN HELSHOVEN
Beelden, die anders achter slot en grendel zitten, worden op Erfgoeddag speciaal voor u bijgehaald.
Dicht bij de Nederlandse grens vaart de Selfkantbahn. De laatste "schmalspurige Kleinbahn" in Nordrhein-Westfalen. Hier vind je het nog het reizen uit vervlogen tijden. Alles zoals het vroeger was. De stoomlokomotief voor de trein, de waterkraan waar de stoomlok zijn watervoorraad haalt. de treinstellen met houten banken. Een houtkachel in het midden.
Zelfs de kaarten zijn origineel, we kennen ze nog van heel vroeger de kartonnen kaartjes. De kaartjesknipper met zijn uniform van uit die tijd, de buffetwagen prachtig!
Onze eerste rit van Schierwaldenrath naar Gillrath en terug, is de eerste kennismaking met deze stoomlijn. Het prachtige landschap glijdt aan ons voorbij, met een sappig tempo stomen we door het landschap.Onze Dave, Daphne en Debbie genieten van de rit.
Na de eerste rit gaan we een rit maken met de oude lijnbus.Deze brengt ons naar de windmolens in de omgeving."De Mühlenexpress" rolt over de straten van de ene molen naar de andere.
Een stop en bezoek brengen we aan de Museumwindmolen Gangelt-Breberen. Een torenwindmolen uit 1842 en heeft tot 1961 gemalen, het is de enige windmolen in de streek die nogaltijd maalvaardig is.
Na het bezoek worden we langs de Nederlandse grens terug naar Schierwaldenrath gebracht. Klaar voor een nieuwe rit met de stoomtrein. Vandaag rijden twee stellen heen en weer we kiezen voor het tweede stel.Even mooi als het eerste met prachtige wagons.
Een prachtige stoomdag beleven we hier, spijtig het weer is wat wisselvallig met af en toe een hevige regenbui.
MARCHEURS DE LA PORTE OUVERTE PRAYON MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE.
Trooz een prachtige streek in het Land van Herve.
Het is moeilijk te zeggen tot waar het Land van Hervereikt. Men zou kunnen stellen dat de vallei van de Vesdre de uiterste grens vormt. De Vesdre ontstaat in de veenmoerassen en stroomt naar Limbourg. Typisch voor de streek zijn de wilde hagen, waar door het landschap verdeelt word als een lappen deken. Zij werden niet enkel aangeplant om eigendommen of landerijen af te bakenen, zij spelen een belangrijke rol in de vrijwaring van de plaatselijke flora en fauna. Zonder deze wilde hagenzou een wandeling door de velden veel van haar charme verliezen.
Trooz is gelegen aan de Vesdre, die diep ingesneden vallei heeft. En dit zullen we op deze wandeling ondervinden, als we een paar keren in en uit de vallei wandelen, langs steile hellingen op gaan. Trooz zet wel aan om te wandelen en te genieten van al het moois wat er geboden wordt. Door de bossen en groene weilanden. Ook het stukje langs de Vesdre is prachtig we komen langs de kade en hier staan nog de kleine huisjes. We wandelen een stuk verder en komen langs het verlaten hoofdgebouw van de S.A. Metallurgique de Prayon. We wandelen door naar Forêt. Het dorpsplein vormt een bijzonder bouwkundig geheel, vooral door de positie van het kerkje dat lichtjes overhelt. Het monument voor de gesneuvelde is al bijzondermet de achterzijde een kapel. Ook de boerderij waar nu een meubelmagazijn is heel bijzonder maar vooral het kasteel is indrukwekkend, gelegen in een prachtig park.
Onze vrienden Andre en Marleen zijn ook hier.
Door een laan met statige bomen komen we terug richting Trooz. Beneden in het dal ligt Trooz. We dalen af en hebben een prachtige wandeling achter de rug.